Brief regering : Verlenging subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen
31 224 Participatie van jongeren met een beperking
Nr. 44
BRIEF VNA DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 13 juni 2023.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 13 juli 2023.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 14 juli 2023. dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de
in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2023
Hierbij informeer ik u over mijn voornemen om de subsidieregeling voor scholing en
re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen
(hierna: ESB-regeling) te verlengen in de periode 2024–2027. De huidige regeling is
in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door Regioplan
geëvalueerd en loopt eind 2023 af. Aanleiding voor de verlenging is dat uit de evaluatie
de meerwaarde van de ESB-regeling blijkt en dat er op dit moment nog geen alternatieven
zijn waarmee jongeren die vallen onder de ESB-regeling op goede wijze kunnen worden
ondersteund.
Hierbij bied ik u het evaluatierapport aan. In deze brief ga ik in op de belangrijkste
bevindingen uit het rapport en de wijze waarop ik de ESB-regeling beoog voort te zetten.
Ondersteuning aan jongeren via de ESB-regeling
De ESB-regeling is sinds 2006 beschikbaar en is bedoeld voor jongeren met arbeidsbeperkingen
en ernstige scholingsbelemmeringen, die niet vanuit het reguliere onderwijs de stap
naar werk kunnen zetten. Het gaat om jongeren die 18 jaar of ouder zijn en die geen
diploma hebben op minimaal mbo-2-niveau.
Het zijn jongeren die zich kenmerken door een stapeling van uitdagingen die de afronding
van hun schoolloopbaan in de weg staan. Bijvoorbeeld omdat zij een combinatie van
een psychische aandoening en gedragsproblematiek hebben. Of omdat zij wegens een fysieke
beperking te maken hebben met een onvoorspelbare belastbaarheid. Deze jongeren vallen
veelal uit in het reguliere onderwijs omdat zij niet om kunnen gaan met de zelfstandigheid
die van hen wordt verwacht of de drukke schoolomgeving te veel prikkels bevat. Het
lukt dan niet altijd om voor deze jongeren tot goede ondersteuning te komen zodat
zij hun schoolloopbaan afronden en vervolgens de stap kunnen zetten naar werk. Via
de ESB-regeling wordt passende ondersteuning wél mogelijk gemaakt. De regeling geeft
jongeren toegang tot een specialistisch traject (hierna: ESB-traject) waarin met een
individuele aanpak scholing en arbeidstoeleiding worden gecombineerd. Hierbij worden
aan jongeren met beperkte kansen op de arbeidsmarkt, tóch kansen geboden om een beroepsopleiding
af te ronden en te werken op een baan die bij ze past.
Subsidieafspraken
ESB trajecten waar jongeren aan deelnemen duren maximaal 3 jaar en 7 maanden en worden
uitgevoerd door vier scholingsinstellingen: Bartiméus, EEGA, Heliomare en Pluryn.
Met deze scholingsinstellingen zijn resultaatafspraken gemaakt over opleiding en plaatsing
in een baan: negentig procent van de deelnemers behaalt een kwalificatie, zestig procent
van deze deelnemers wordt vervolgens in arbeid geplaatst. Als de scholingsinstituten
voldoen aan de subsidievoorwaarden van de ESB-regeling, ontvangen zij samen jaarlijks
in totaal € 13,3 miljoen euro. Hiermee kunnen zij ongeveer 240 jongeren via een traject
ondersteunen. Het einddoel is altijd om jongeren duurzaam aan het werk te helpen.
Voornaamste uitkomsten evaluatie
Het bijgevoegde evaluatierapport geeft inzicht in de wijze waarop de ESB-regeling
wordt uitgevoerd en schetst de verbeterkansen voor de toekomst. De evaluatie is begeleid
door de Ministeries SZW en OCW, UWV, de uitvoerende scholingsinstituten, VNG, Ingrado,
MBO-raad en de Sectorraad voor gespecialiseerd onderwijs (hierna: ESB-partners). Deze
partijen werken al geruime tijd op constructieve wijze samen rondom de ondersteuning
van jongeren met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen.
Meerwaarde van de ESB-regeling
De scholingsinstellingen die de ESB-trajecten uitvoeren behalen goede resultaten als
het gaat om de scholing en plaatsing van de doelgroep. Van de instroom in de ESB-regeling
sluit meer dan negentig procent van de jongeren het traject af met een kwalificatie.
Zestig procent van die deelnemers wordt vervolgens duurzaam geplaatst in een baan.
Dit is conform de prestatieafspraken met scholingsinstellingen.Ook geven jongeren,
ouders en andere betrokkenen zoals gemeenten, mbo-instellingen en werkgevers aan tevreden
te zijn over de ESB-dienstverlening. Zij ervaren dat de kansen voor jongeren op de
arbeidsmarkt na afloop van een ESB-traject aanzienlijk worden vergroot. De combinatie
van het individuele maatwerk dat binnen de ESB-trajecten wordt geboden en de samenhang
van scholing, zorg en arbeidstoeleiding binnen de trajecten is hierbij doorslaggevend.
Alternatieven
Hoewel er door gemeenten en het onderwijs de afgelopen jaren vooruitgang is geboekt
om onderwijs, zorg en arbeidstoeleiding goed aan elkaar te verbinden, lukt het niet
altijd om jongeren met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen adequaat
te ondersteunen. Dit komt omdat de jongeren die vallen onder de ESB-regeling behoefte
hebben aan specialistische begeleiding en maatwerk in een kleine setting. Hun ondersteuning
vraagt om een hoge mate van integraliteit, zodat hun problemen op verschillende leefgebieden
in samenhang kunnen worden aangepakt. Het reguliere mbo, dat voor veel jongeren de
alternatieve opleider is, kan hier niet of slechts bij uitzondering in voorzien als
het om deze specifieke groep jongeren gaat. Er is dus nog geen dekkend alternatief
voor de ESB-doelgroep in de reguliere ondersteuningsnetwerken van gemeenten. Het blijft
daarom nodig om via de ESB-regeling de baankansen van jongeren te vergroten.
Aandachtspunten
De aangetoonde meerwaarde van de ESB-regeling neemt niet weg dat er ook aandachtspunten
zijn.
Zo is de instroom in de ESB-regeling op dit moment geconcentreerd in de arbeidsmarktregio’s
waar een scholingsinstelling gevestigd is. In regio’s waar geen scholingsinstellingen
zijn, is momenteel geen of nauwelijks gebruik. Daarnaast is er nog te weinig aansluiting
tussen de ESB-ondersteuning en de reguliere infrastructuur van gemeenten voor onderwijs,
zorg en arbeidstoeleiding. Dit wil ik, samen met de ESB-partners, verbeteren. Ik wil
dat de ESB-ondersteuning veel meer decentraal – en onafhankelijk van de vaste vestigingen
van scholingsinstituten- georganiseerd wordt. De ondersteuning moet dus meer naar
de jongeren toe en beter worden ingebed in de reguliere ondersteuningsnetwerken van
gemeenten. Een concrete stap die de scholingsinstellingen hiervoor zetten, is dat
zij de ESB-ondersteuning meer op locatie bij mbo-scholen gaan bieden. Hierdoor worden
jongeren vroeg, nabij en zo regulier als mogelijk ondersteund. Daarnaast komt er een
betere aansluiting tussen de ESB-ondersteuning en de bestaande infrastructuur van
onderwijs, zorg en arbeidstoeleiding in de regio’s.
Voorhang wijziging ESB-regeling
Om de ESB-ondersteuning ook na 2023 beschikbaar te houden, moet de ESB-regeling worden
verlengd. Conform de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure van artikel 4.10,
zevende lid, van de Comptabiliteitswet bied ik u hierbij het ontwerp van deze verlenging
aan. Dit biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling
voordat deze zal worden vastgesteld. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt
de vaststelling niet eerder dan 30 dagen nadat de ontwerpwijziging aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal is overgelegd. Deze termijn eindigt op 13 juli 2023. Daarmee wordt
voldaan aan aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, waaruit volgt
dat ten minste driekwart van de termijn buiten een recesperiode van uw Kamer dient
te vallen.
Ten slotte
Ik wil dat jongeren een zo goed als mogelijk arbeidsmarktperspectief hebben. Ook als
zij te maken hebben met beperkingen en scholingsbelemmeringen. Het is daarom essentieel
dat het stelsel van onderwijs, zorg, sociale zekerheid en werk samenhangend functioneert.
Want alleen dan kan het stelsel optimaal jongeren dienen. Daarom blijf ik bij de doorontwikkeling
van de ESB-dienstverlening – in nauwe samenwerking met de Ministeries van OCW en VWS
– sterk de verbinding leggen met onder andere de Verbeteraanpak Passend Onderwijs,
de Aanpak Jeugdwerkloosheid, het wetsvoorstel van School naar Werk en uiteraard ook
stappen die ik zet in het kader van Participatiewet in Balans.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen