Brief regering : Jaarverantwoording ProRail en NS 2022
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2023
NS en ProRail hebben in 2022 uitvoering gegeven aan respectievelijk het vervoerplan
2022 en het beheerplan 2022–2023, dat uw Kamer eind 2021 heeft ontvangen1. Met deze brief stuur ik u de jaarverantwoordingsrapportages van ProRail en NS toe,
waarmee ik uw Kamer informeer over hun prestaties in 2022.
NS en ProRail hebben in 2022 aan de meeste prestatie-eisen voldaan. NS scoort op 10
van de 11 prestatie-indicatoren boven de bodemwaarden, maar de scores waren, mede
als gevolg van de personeelstekorten, lager dan in 20212. De jaarverantwoording van NS bevestigt het beeld dat 2022 een lastig en vervelend
jaar was voor NS, haar medewerkers en uiteraard de reiziger. In mijn gesprekken met
NS over haar prestaties betrek ik ook de hinder die de individuele reiziger als gevolg
van de afgeschaalde dienstregeling heeft ervaren, maar die niet via de scores op prestatie-indicatoren
tot uitdrukking komen. Hier ga ik verderop in de brief nader op in, evenals op de
financiële korting (sanctie) die aan de afschaling van de dienstregeling verbind.
ProRail scoort op 5 van de 7 indicatoren op of boven de bodemwaarden. Op de prestatie-indicatoren
Reizigerspunctualiteit Hogesnelheidslijn Zuid (HSL) 5 minuten (dit is een gezamenlijke
prestatie- indicator van ProRail en NS) en Klantoordeel goederenvervoerders (prestatie-
indicator ProRail) zijn de bodemwaarden niet gehaald. Dit licht ik verderop in deze
brief nader toe.
Met deze brief bied ik uw Kamer tevens het validatierapport aan van het klanttevredenheidsonderzoek
van ProRail. Verder ontvangt u bijgaand bij deze brief de «Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie
Hoofdspoorweginfrastructuur», zoals opgesteld door ProRail en toegezegd in de brief
aan de Kamer van 16 november 20213.
Jaarverantwoording NS en ProRail
Gezamenlijke prestaties
Via de vervoer- en beheerconcessie stuur ik op een goed spoorproduct voor reizigers
en (goederen)vervoerders. Dit doe ik onder andere via de in de concessies vastgelegde
prestatie-indicatoren en de daarbij horende bodem- en streefwaarden. De bodemwaarden
zijn het jaarlijkse minimum kwaliteitsniveau, de streefwaarden het niveau waar gedurende
de concessie in een periode van 5 jaar naartoe moet worden gegroeid (de streefwaarden
gelden voor het einde van de concessieperiode in 2024). Op de gezamenlijke prestatie-indicatoren
Reizigerspunctualiteit 5 en 15 minuten scoren NS en ProRail boven de afgesproken bodemwaarden.
Op het hoofdrailnet (HRN) kwamen reizigers in 2022 in 91,6% van de gevallen op tijd
aan (gemeten op 5 minuten, ten opzichte van 94,4% in 2021). Dit is hoger dan de streefwaarde
voor 2024 van 91,5%. Gemeten op 15 minuten betrof de reizigerspunctualiteit in 2022
op het hoofdrailnet 97,3% (ten opzichte van 98,1% in 2021). Door hogere reizigersaantallen
en een (vanwege personeelstekorten) aangepaste dienstregeling met minder frequente
en kortere treinen, ontstonden langere halteertijden en een verlaagde punctualiteit.
Op de HSL kwamen reizigers in 2022 in 82,0% van de gevallen op tijd aan (gemeten op
5 minuten, ten opzichte van 89,2% in 2021). Hiermee is de bodemwaarde van 82,1% niet
gehaald.
Rechtvaardigingsgrond niet halen reizigerspunctualiteit HSL
Als een bodemwaarde uit de concessie niet gehaald wordt, moeten NS en ProRail een
geldsom voldoen, tenzij er voor het niet halen van die bodemwaarde een rechtvaardigingsgrond
bestaat. ProRail en NS hebben informatie bij mij aangeleverd om aan te tonen dat er
sprake is van een rechtvaardigheidsgrond. Hieruit blijkt dat een tijdelijke snelheidsbeperking
(hierna: TSB), van eind oktober tot en met december 20224, ter hoogte van het viaduct Zuidweg in Rijpwetering, heeft geleid tot een score onder
de bodemwaarde. Uit de analyse van NS en ProRail blijkt dat de bodemwaarde zonder
de ingestelde TSB wel gehaald zou zijn. De TSB is volgens onderzoek van ProRail het
gevolg van fouten die gemaakt zijn in de aanleg van het HSL-viaduct Zuidweg. Hierdoor
degenereert de constructie sneller dan verwacht en bleek het voor de veiligheid nodig
om een TSB in te stellen. ProRail is niet verantwoordelijk geweest voor de aanleg.
Aangezien het niet halen van de bodemwaarde komt door een niet aan ProRail en NS toerekenbare
tekortkoming in de infrastructuur, oordeel ik dat er sprake is van een rechtvaardigingsgrond.
Jaarrapportage impactvolle verstoringen
Onderdeel van de verantwoordingsrapportages van NS en ProRail is de jaarrapportage
impactvolle verstoringen. NS en ProRail geven in deze rapportage inzicht in de verstoringen
op het spoor in de hoogste hinderklasse gedurende 2022 en staan zij gezamenlijk stil
bij verbetermaatregelen en de effecten hiervan. NS en ProRail melden een forse toename
in het aantal verstoringen in de hoogste hinderklasse (177 in 2022 ten opzichte van
115 in 2021). Deze verklaren zij voor het grootste deel door aanpassingen in de treindienst
als gevolg van het personeelstekort bij NS en een verandering in de werkwijze rond
het strandvervoer tussen Haarlem en Zandvoort aan Zee. Sinds 2021 plant NS standaard
extra strandtreinen in de zomer en heft zij deze op als deze niet nodig zijn (bij
minder goed weer). Deze werkwijze komt de betrouwbaarheid van de dienstregeling ten
goede. Onbedoeld effect is dat het opheffen van deze treinen wordt geregistreerd als
verstoring (dit betroffen er 37 in 2022, t.o.v. 11 in 2021).
Later in deze brief volgt een stand van zaken ten aanzien van het personeelstekort.
Jaarverantwoording NS
Prestaties
De dienstverlening van NS heeft onder druk gestaan als gevolg van de opgelopen personeelstekorten,
met name in de tweede helft van 2022. In de tweede helft van 2022 heeft NS zich, als
gevolg van tekorten onder met name operationeel personeel, genoodzaakt gezien de dienstregeling
af te schalen om zo de betrouwbaarheid en voorspelbaarheid voor reizigers te vergroten,
en om de werkdruk van personeel te verlagen. Deze situatie heeft grote impact gehad
op reizigers; zij kregen hierdoor in 2022 te maken met minder en drukkere treinen,
ad-hoc uitval, en soms ook langere reistijden.
Met uitzondering van de gezamenlijke prestatie-indicator Reizigerspunctualiteit 5 minuten
HSL, welke ik eerder in deze brief heb toegelicht, scoorde NS in 2022 op alle prestatie-indicatoren
boven de bodemwaarden. In 2022 hadden de gevolgen van de oplopende personeelstekorten
en de toegenomen reizigersaantallen (ten opzichte van 2021)5 invloed op de prestaties van NS: op nagenoeg alle prestatie- indicatoren scoorde
NS in 2022 lager dan in 2021. Alleen op Gebruiksvriendelijke reisinformatie scoorde
NS hoger dan in 2021 (81,7% in 2022 t.o.v. 79,9% in 2021) en op Klantoordeel sociale
veiligheid was de score gelijk aan 2021 (8,1).
Desondanks geven reizigers NS in 2022 gemiddeld een 7,7 voor de prestaties op het
hoofdrailnet en een 7,6 voor de prestaties op de HSL. Ook scoorde NS op diverse prestatie-indicatoren
boven de streefwaarden, namelijk op Zitplaatskans in de spits HRN (96,6%) en HSL (98,0%),
Aantal drukke treinen in de spits (51) en Gebruiksvriendelijke reisinformatie (81,7%).
De streefwaarden gelden als ambitieniveau voor het einde van de vervoersconcessie
in 2024. De prestatie- indicatoren aan de hand waarvan ik een oordeel vel over de
prestaties van NS vatten niet elk aspect van de (individuele) reizigersbeleving, zoals
wijzigingen in reistijd of reismogelijkheden.
Aanpak personeelstekorten NS
Om de situatie te verbeteren en herhaling in de toekomst te voorkomen, heeft NS een
integrale aanpak personeelstekort ontwikkeld. NS heeft maatregelen getroffen om de
impact van het tekort voor reizigers zoveel mogelijk te beperken. In de eerste maanden
van 2023 lijkt de aanpak van de personeelstekorten gelukkig goed op stoom te komen,
het tekort onder hoofdconducteurs lijkt gestabiliseerd en er is sprake van lichte
groei in de beschikbare capaciteit die zich de komende maanden voort lijkt te zetten.
Over de aanpak van het personeelstekort heb ik uw Kamer via diverse brieven geïnformeerd6 en dit zal ik ook blijven doen wanneer daartoe aanleiding is.
In december 2022 is NS met een nieuwe dienstregeling gestart. De eerste maanden sinds
de invoering van deze dienstregeling laten positieve resultaten zien, bijvoorbeeld
ten aanzien van toegenomen zitplaatskans, lagere uitval en minder vaak drukke treinen.
Dat vind ik een voorzichtig bemoedigend signaal. Ik verwacht dat NS er alles aan doet
om deze stijgende lijn komend jaar voort te zetten en weet dat NS hier zelf ook veel
aan gelegen is.
In de jaarverantwoording geeft NS ook een schets van de gesprekken tussen mijn ministerie
en de directie van NS over de personeelstekorten, waarmee ik naar mijn idee uitvoering
geef aan mijn toezegging in het Commissiedebat Spoor van 15 december 20227. Gedurende het jaar is het personeelstekort doorlopend, intensief onderwerp van gesprek
geweest. In deze gesprekken heb ik het belang van de continuïteit van dienstverlening
van NS en de urgentie van het verminderen van de impact van het tekort op de reiziger
meermaals benadrukt.
Ook heeft NS in de jaarverantwoording een passage opgenomen over hoe zij zich inzet
voor vitaal en trots personeel, naar aanleiding van het gesprek over het belang van
goede waardering van personeel in het Commissiedebat Spoor d.d. 15 december 20228.
Aanhoudende impact corona
Ook in 2022 had de coronapandemie impact op het spoorvervoer. Vanwege de toen geldende
coronamaatregelen waren er in de eerste maanden van 2022 minder reizigers. Daarna
zijn de reizigersaantallen toegenomen: reizigers op het HRN maakten ten opzichte van
2021 circa anderhalf keer zoveel ritten. Over 2022 lagen de reizigersaantallen evenwel
nog circa 25% onder het niveau van 2019.
Ook lijkt het reisgedrag structureel veranderd, zo werken forenzen vaker thuis, is
de vrijdag rustiger en de zogenaamde hyperspits op dinsdag en donderdag drukker dan
voorheen. Daarom heeft NS in 2022 maatregelen genomen om haar productaanbod beter
aan te laten sluiten op de veranderende reizigersvraag, bijvoorbeeld met het Vroegboek
Dalticket, NS Voordeel, een aangepast groepsticket en de verdere ontwikkeling van
druktecommunicatie en -informatie in de NS-app. Ik hecht er waarde aan dat NS doorlopend
blijft bezien hoe zij haar dienstverlening en productaanbod zo goed mogelijk kan laten
aansluiten bij de veranderende reisbehoefte in de nasleep van de coronapandemie.
Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV)
In het kader van de integrale beoordeling van de prestaties van NS over 2022 heb ik,
als concessieverlener voor het hoofdrailnet, ook een besluit genomen over de toekenning
van de BVOV voor 2022 in relatie tot de afgeschaalde dienstregeling.
Een van de voorwaarden van de BVOV-regeling, is dat de door vervoerders gereden dienstregeling
in 2022 een «minimaal vergelijkbare omvang» heeft als in 2021. Als gevolg van de afschaling
van de dienstregeling in de tweede helft van 2022, heeft NS zelf aangegeven niet aan
deze voorwaarde voldaan te hebben. Omdat het doel van regeling is om het OV-aanbod
op peil te houden, verbind ik hier een financiële maatregel aan. Vanwege de omvang
van de afschaling in de tweede helft van 2022 – en de daaruit voortvloeiende hinder
voor de reizigers – heb ik voor de hoogte van het bedrag dat ik op de BVOV 2022 zal
inhouden, niet gekozen voor een standaardboete, maar voor het maximale boetebedrag
zoals opgenomen binnen de systematiek van boetebepalingen uit de vervoersconcessie,
te weten € 1,5 miljoen. Ik besef met dat bepaalde zaken zoals de krapte op de arbeidsmarkt,
evenals de impact van de coronapandemie op ziekteverzuim (incl. quarantaine) van personeel,
niet door NS beïnvloedbaar zijn. Maar dat pleit NS niet vrij van de verantwoordelijkheid
die zij heeft om zorg te allen tijde zorg te dragen voor toereikende personele capaciteit,
en het tijdig reageren op interne en externe ontwikkelingen die hierop invloed kunnen
hebben.
Omdat ik vind dat een korting op de BVOV de reiziger niet mag duperen, wil ik dat
dit geld wordt ingezet ten behoeve van de kwaliteit van de dienstverlening. Ik heb
daarom besloten de € 1,5 miljoen niet te vorderen, maar draag NS op dit geld in te
zetten voor de reiziger. Ik verwacht van NS dat zij hiervoor een plan opstelt en hier
verantwoording over aflegt.
IT-storing 3 april 2022
In zowel de jaarrapportage impactvolle verstoringen als de jaarverantwoording zelf
blikt NS terug op de IT-storing van 3 april 2022 waardoor landelijk het NS- treinverkeer
stil kwam te liggen. In mijn brief van 5 september jl. meldde ik uw Kamer al dat NS
opvolging zou geven aan alle aanbevelingen uit de drie uitgevoerde evaluatieonderzoeken
en dat zij over de voortgang zou rapporteren in haar halfjaarlijkse verantwoordingsrapportages.
NS rapporteert dan ook wat zij in de tweede helft van 2022 heeft gedaan aan de implementatie
van verbetermaatregelen. In mijn brief sta ik specifiek stil bij de voortgang van
de maatregelen om een pendeldienst uit te werken waardoor NS bij verstoringen toch
een minimale treindienst kan bieden. Uiteraard zijn dit plannen waarvan ik hoop dat
ze nooit gebruikt hoeven te worden, omdat NS in eerste instantie probeert om vergelijkbare
verstoringen als op 3 april 2022 te voorkomen. Mocht de situatie zich echter toch
voordoen dat de IT-systemen van NS uitvallen, dan is het wenselijk dat er wel een
vorm van treinverkeer over het hoofdrailnet mogelijk blijft. NS heeft een scenario
uitgewerkt dat zij de komende periode gaat toetsen bij betrokken medewerkers en stakeholders.
Als dit voorspoedig verloopt dan is de huidige verwachting van NS dat zij vanaf eind
dit jaar kan beginnen met de implementatie, en halverwege volgend jaar een uitgewerkte
pendeldienst achter de hand heeft bij grootschalige IT-storingen.
Uitvoering motie opschaling Breda-Amsterdam en prestatiecijfers op trajectniveau
In de motie van het lid Van der Molen9 wordt de regering verzocht om op korte termijn bij NS het belang van opschaling op
het traject Breda-Amsterdam te benadrukken en om NS te vragen om vanaf de zomer van
2023 per kwartaal reizigerspunctualiteitscijfers, zitplaatskans en algemeen klantoordeel
op trajectniveau te rapporteren. Hierover heb ik met NS gesproken. NS onderschrijft
het grote belang van deze verbinding voor de bereikbaarheid van Breda en ziet de urgentie
om treinen toe te voegen op dit traject om de vervoerscapaciteit op de HSL te vergroten.
Het toevoegen van deze verbinding in de dienstregeling 2024 heeft voor NS een hoge
prioriteit. Indien de personele capaciteit dit toelaat, beoogt NS daarnaast nog dit
jaar enkele treinen op dit traject toe te voegen op de drukste momenten van de dag.
Ik herken de behoefte aan meer gedifferentieerd inzicht in prestaties. Met NS heb
ik geconstateerd dat bepaalde informatie (ook op trajectniveau) reeds beschikbaar
is, onder andere via het dashboard van NS, het dashboard van ProRail en de OV- Klantbarometer10. Daarnaast zal NS in het kader van de nieuwe concessie, en mede naar aanleiding van
een motie van het lid Van der Molen over prestatie- indicatoren11, per 1-1-2025 invulling geven aan de vraag naar meer gedifferentieerd inzicht in
reizigerspunctualiteit, zitplaatskans en Algemeen klantoordeel.
Hierover ben ik nog in gesprek met NS, maar ik hecht eraan dat bij de uitvoering van
de motie in de periode 2023–2024 al zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij de ontwerpconcessie
die momenteel ter consultatie is voorgelegd aan relevante stakeholders en uiterlijk
in augustus aan uw Kamer wordt aangeboden. Daarom zal NS vanaf medio 2023 tot en met
eind 2024 bij iedere (half)jaarverantwoording rapporteren over de top 10 slechts presterende
reisrelaties op reizigerspunctualiteit (dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid
met ProRail) en de top 10 slechtst presterende reisrelaties op zitplaatskans. Het
algemeen klantoordeel wordt één keer per jaar gemeten, maar hierover zal NS bij de
volgende jaarverantwoordingen wel op landsdeelniveau rapporteren.
Risico’s voor de continuïteit van dienstverlening NS
Als onderdeel van het verantwoordingsonderzoek over 2021 heeft de Algemene Rekenkamer
onderzoek gedaan naar het inzicht in de risico’s voor de continuïteit voor de dienstverlening
van organisaties die publieke diensten leveren, waaronder ook NS. Middels de bestuurlijke
reactie op het verantwoordingsonderzoek, en in het wetgevingsoverleg over de Jaarverslagen
Infrastructuur en Waterstaat van 23 juni jl., heb ik uw Kamer toegezegd in de volgende
Kamerbrieven over de jaarverantwoording en jaarplannen van NS aandacht te zullen besteden
aan eventuele hierin benoemde risico's die mogelijk negatieve gevolgen hebben voor
de naleving van de concessieverplichtingen. De personeelsproblematiek bij NS – ook
in deze jaarverantwoording benoemd – dient, gegeven de grote impact hiervan op de
(kwaliteit van) dienstverlening van NS aan de reiziger, als een dergelijk risico te
worden aangemerkt. Zoals toegelicht in mijn laatste brief over dit onderwerp, van
13 februari jl., heb ik NS gevraagd om mij in de halfjaarverantwoording over 2023
te informeren over de situatie en de voortgang van de maatregelen. Zodra ik deze heb
ontvangen, zal ik uw Kamer hierover informeren en uiteraard eerder als de situatie
daar aanleiding toe geeft.
Jaarverantwoording ProRail
Prestaties
De prestaties van ProRail zijn over 2022 op de meeste terreinen goed, maar op enkele
specifieke punten onvoldoende. ProRail scoort op alle prestatie-indicatoren, met uitzondering
van Klantoordeel goederenvervoerders en de eerder genoemde Reizigerspunctualiteit
HSL 5 minuten, boven de bodemwaarden. Op de prestatie- indicator Klantoordeel reizigersvervoerders
laat ProRail goede resultaten zien, met een 7 als score voldoet ProRail aan de streefwaarde
voor 2024. Verder is de betrouwbaarheid van regionale series gemeten op 91,3% (2021:
93,7%) en vonden er 455 impactvolle verstoringen plaats (2021: 410). Deze scores liggen
daarmee tussen de bodemwaarden en de streefwaarden.
Ten opzichte van vorig jaar zijn de prestatie-indicatoren die boven de bodemwaarden
scoren niet verbeterd. ProRail schrijft deze resultaten toe aan een aantal factoren.
Ten eerste leidden personeelstekorten bij NS in de eerste helft van 2022 tot ongeplande
treinuitval en in de tweede helft van het jaar tot een aangepaste dienstregeling met
lagere frequentie en kortere treinen. Hierdoor ontstonden er langere halteertijden
en een lagere reizigerspunctualiteit. Ook werd 2022 gekenmerkt door een aantal verstoringen
met een uitzonderlijk grote impact. Zo was er drie maanden geen treinverkeer mogelijk
tussen Lelystad en Zwolle door een hoogspanningskabel die op de bovenleiding belandde
en had storm Eunice grote gevolgen.
ProRail behaalt in 2022 op twee prestatie-indicatoren de bodemwaarde niet. De gezamenlijke
prestatie-indicator Reizigerspunctualiteit HSL 5 minuten heb ik eerder in deze brief
toegelicht. Verder scoorde ProRail op de prestatie-indicator Klantoordeel goederenvervoerders
in 2022 onder de bodemwaarde (5 t.o.v. een bodemwaarde van 6). Goederenvervoerders
zijn volgens ProRail het meest ontevreden over de samenwerking op het gebied van toekomst
en ontwikkeling van het spoornetwerk, over de beschikbaarheid van de infrastructuur
en voorzieningen en over de afstemming ten aanzien van werkzaamheden aan de infrastructuur.
Ook in 2019 scoorde ProRail onder de bodemwaarde. Naar mijn oordeel is er geen rechtvaardigingsgrond
voor het (opnieuw) niet behalen van de prestatieafspraak. Conform artikel 25 van de
beheerconcessie heb ik ProRail een boete opgelegd van 100.000 euro. Dit bedrag laat
ik ten goede komen aan de goederensector. Ik bezie in samenspraak met deze sector
op welke manier het geld goed kan worden besteed.
Ik vind het vervelend dat de spoorgoederenvervoerders ProRail een onvoldoende geven.
ProRail zal in het tweede kwartaal van 2023 een verdiepend kwalitatief onderzoek onder
de vervoerders uitvoeren om meer inzicht te krijgen in enkele van de slechtst beoordeelde
processen, en mogelijke verbeteringen hierin. Ik blijf dit nauwgezet volgen. Een betere
samenwerking tussen ProRail en goederenvervoerders op het gebied van toekomst en ontwikkeling
van het spoornetwerk is belangrijk in relatie tot de visie op de toekomst van het
spoorgoederenvervoer die ik onlangs aan uw Kamer heb aangeboden12. Zoals daarin aangegeven zal ik deze visie de komende tijd onder andere in samenwerking
met de goederenvervoerders en andere belanghebbenden verder uitwerken in een toekomstbeeld
met een beleidsstrategie en een uitvoeringsagenda. Waar het gaat om de beschikbaarheid
van infrastructuur en voorzieningen werkt ProRail in het verbeterprogramma Zee-Zevenaar
aan een samenhangend pakket van activiteiten en maatregelen om de kwaliteit van de
infrastructuur en de afhandeling van het spoorgoederenvervoer op de corridor Zee-Zevenaar
te verbeteren. In 2022 zijn belangrijke stappen gezet, bijvoorbeeld in de vernieuwing
van sporen en wissels en het verbeteren van de brandblusvoorzieningen op een aantal
emplacementen in de Rotterdamse Haven. Er is ook de komende jaren nog veel werk te
doen. Positief is dat het aantal hinderrijke storingen inmiddels (sinds het derde
kwartaal) een dalende trend laat zien.
Validatie klanttevredenheidsonderzoek ProRail
Ik heb het klanttevredenheidsonderzoek (hierna: KTO) voor de Klantoordelen Goederenvervoerders
en Reizigersvervoerders van ProRail onafhankelijk laten valideren, omdat ProRail voor
de uitvoering ervan is overgestapt naar een nieuw onderzoeksbureau dat bovendien een
aanpassing heeft doorgevoerd in de opzet ten opzichte van voorgaande jaren. Het validatierapport
treft u aan als bijlage bij deze brief. Het doel van de validatie was om een uitspraak
te kunnen doen over de vergelijkbaarheid van de door ProRail gerapporteerde cijfers
voor de beide prestatie-indicatoren met voorgaande jaren. Het onderzoeksbureau dat
ik daarvoor heb ingeschakeld concludeert dat de vergelijkbaarheid met voorgaande jaren
goed gewaarborgd is. Wijzigingen in de opzet en formulering zijn bedoeld om het invullen
van de vragenlijst aantrekkelijker te maken en zijn gerechtvaardigd. Door de gewijzigde
opzet is er sprake van trendbreuken. De prestatiecijfers zijn door de wijzigingen
waarschijnlijk negatief beïnvloed, maar dit heeft geen effect gehad op de uiteindelijk
door ProRail gerapporteerde, op hele cijfers afgeronde prestatiescores. Daarom concludeer
ik dat de in het KTO doorgevoerde wijzigingen navolgbaar zijn en dat er geen aanleiding
is om de prestatiescores te corrigeren voor de gerapporteerde trendbreuk.
Verloop milieuovertredingen last onder dwangsommen (LOD’s)
ProRail meldt dat de afbouw van het aantal LOD’s op het havenspoor in Rotterdam minder
snel gaat dan gepland. Eind 2022 waren er nog iets meer dan 50 LOD’s aan de orde.
De vertraging van de afbouw wordt onder andere veroorzaakt doordat de intrekkingstermijn
gemiddeld 2 jaar bedraagt. ProRail voert verdere verbeteringen door in de beheerorganisatie,
met als doel om alle LOD’s zo snel mogelijk te kunnen wegwerken.
Programma Aantoonbare Veilige Berijdbaarheid
In 2021 zijn er incidenten geweest met betrekking tot de veilige berijdbaarheid van
de Nederlandse spoorinfrastructuur. Daarom heeft ProRail een verbeterprogramma, Aantoonbaar
Veilige Berijdbaarheid (AVB), opgesteld. Dit programma is gericht op het optimaliseren
van het inzicht in de staat van het spoor en een effectievere sturing op het herstel
en de vervanging ervan. Op korte termijn zijn er extra maatregelen genomen om de risico's
te beheersen, terwijl ProRail op middellange termijn extra kaders en richtlijnen in
bestaande en nieuwe PGO-contracten invoert.
Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie spoorinfra
Het is noodzakelijk dat ProRail zich voorbereidt op de gevolgen van klimaatverandering.
In de eerste plaats vanwege de maatschappelijke impact, maar ook omdat de kosten van
de schade in veel gevallen hoger kunnen uitpakken dan de investeringen die nodig zijn
voor het voorkómen ervan. In navolging van de brief van Minister van Infrastructuur
en Waterstaat van 29 maart 2022 met de «Uitvoeringsagenda Klimaatbestendige Netwerken»13, stuur ik uw Kamer hierbij de «Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie Hoofdspoorweg-infrastructuur»,
waarin ProRail inzichtelijk maakt welke stappen zij voor zich zietom te komen tot
klimaatbestendige hoofdspoorweginfrastructuur.
Net als Rijkswaterstaat heeft ProRail hierin een drie-stappen methodiek gevolgd. Eerste
stap is het verkrijgen van inzicht in de kwetsbaarheid van de spoorinfra voor weersextremen
en klimaatverandering. ProRail heeft, middels het uitvoeren van zogeheten stresstesten,
deze kwetsbaarheden in kaart gebracht. De resultaten van deze stresstesten worden
gepubliceerd in een zogenoemde Klimaateffectatlas spoorinfra. Deze online interactieve
atlas is publiek toegankelijk via de website van ProRail14. De tweede stap zijn de risicodialogen. De gesignaleerde kwetsbaarheden en risico’s
zijn besproken met deskundigen uit de spoorse infrabeheer-praktijk en met gebiedspartners
en belanghebbenden. De resultaten van de stresstesten en de risicodialogen zijn verwerkt
in de bijgevoegde Uitvoeringsagenda, dit is de derde stap.
Dit is de eerste versie van de uitvoeringsagenda voor het spoornetwerk. Het is een
voorzichtige stap op weg naar klimaatbestendige spoorinfra. De komende jaren zal ProRail
nader bestuderen wat de beste – en de meest kostenefficiënte – aanpak zal zijn. Het
beoogde einddoel is om in 2050 alle vier de Rijksnetwerken, de drie in beheer bij
RWS en het spoorse netwerk in beheer bij ProRail, klimaatbestendig te hebben ingericht.
Uiteraard neem ik uw Kamer mee in de daarbij te maken keuzes.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Indieners
-
Indiener
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.