Brief regering : Project ‘Vervanging MRAD & SHORAD’
27 830 Materieelprojecten
Nr. 404 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2023
Met deze brief informeer ik u over het project «Vervanging MRAD & SHORAD», waarin
twee projecten «Vervanging Medium Range Air Defence (MRAD)» en «Vervanging (Very) Short Range Air Defence (V)SHORAD» worden samengevoegd. Ook wordt een informatietechnologie (IT)-oplossing,
bestaande uit doelbestrijdings-IT voor Engagement Operations1 en commandovoerings-IT voor Force Operations2, in het project verwerkt om beide capaciteiten geïntegreerd te laten samenwerken.
Over het MRAD project heb ik u op 16 juni 2022 een DMP B-brief gestuurd.3 Over het project vervanging (V)SHORAD bent u in oktober van vorig jaar middels een
DMP A-brief geïnformeerd.4 Door operationele en technische noodzaak is één IT oplossing randvoorwaardelijk om
de MRAD en SHORAD capaciteiten te kunnen integreren. Gedurende de B-fase bleek dat
de verwerving van beide systemen gezamenlijk bij één leverancier noodzakelijk en haalbaar
is om complexiteiten en afhankelijkheden te minimaliseren. Defensie voegt daarom beide
systemen samen onder één project waarover ik u deze DMP B(2)-brief stuur. De eerdere
genoemde DMP B-brief voor de beperkte scope van MRAD komt hiermee te vervallen. Het
geheel gaat hierna als één project door naar de D-fase.
Deze vervanging draagt bij aan de nationale en internationale versterking van de Integrated Air and Missile Defence-capaciteiten, ter verdediging en bescherming van onze eigen en bondgenootschappelijke
eenheden en vitale infrastructuur. Dit stelt Nederland in staat om van grotere waarde
te zijn in EU en NAVO-verband, omdat een bondgenootschappelijk tekort wordt ingevuld.
Behoefte en kenmerken
Huidige capaciteit
Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) beschikt momenteel over
diverse systemen voor grondgebonden luchtverdediging, waaronder systemen tegen dreigingen
op de middellange (MRAD) en op de (zeer) korte ((V)SHORAD) afstand. Binnen het concept
van de gelaagde luchtverdediging beschikt het DGLC daarnaast over een Long Range Air Defence (LRAD) en Ballistic Missile Defence (BMD) capaciteit met het PATRIOT-wapensysteem voor luchtverdediging op grotere afstand
en tegen vijandelijke ballistische raketten. Voor de zeer korte afstand beschikt Defensie
over draagbare capaciteit tegen vliegtuigen (Stinger) en een Counter-Unmanned Aircraft Systems (C-UAS)-capaciteit.
De huidige MRAD-capaciteit bestaat uit lanceerinstallaties, radars, diverse soorten
voertuigen, IT-systemen voor doelbestrijding en commandovoering en bijbehorende munitie
(raketten). MRAD beschermt onze militairen en installaties op de middellange afstand
tot 25 km tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote onbemande vliegtuigen
en kruisvluchtwapens.
De huidige (V)SHORAD-capaciteit bestaat uit Fennek-voertuigen met daarop een lanceerinstallatie
die Stinger raketten met een bereik van enkele kilometers kan afvuren. Doelbestrijding
vindt plaats op basis van een luchtbeeld dat wordt opgebouwd en verspreid door middel
van het radarsysteem. Deze capaciteit biedt bescherming tegen luchtdreigingen zoals
(on)bemande vliegende platforms (helikopters, vliegtuigen, of Unmanned Aircraft Systems (UAS)) op zeer korte afstand tot 5 km.
Omdat de luchtdreiging steeds geavanceerder wordt, neemt de operationele relevantie
van de huidige MRAD en (V)SHORAD-capaciteit af. De huidige geïntegreerde keten bestaat
uit componenten van verschillende leveranciers, hetgeen de operationele integratie,
logistieke instandhouding en de doorontwikkeling kwetsbaar maakt. Bovendien naderen
de huidige systemen het einde van de technische levensduur en vergen deze extra instandhoudingsinspanningen.
Vervangende capaciteit
Met de Defensienota 2022 (Bijlage bij Kamerstuk 36 124, nr. 1) is aangekondigd de luchtverdedigingscapaciteit, die primair bedoeld is voor de luchtverdediging
van landeenheden, te verdubbelen en te organiseren in twee identieke luchtverdedigingsbatterijen.5 Het project «Vervanging MRAD & SHORAD» vervangt de materiele component van deze luchtverdedigingscapaciteit.
Elke batterij gaat bestaan uit één MRAD Fire Unit (FU), twee SHORAD FU’s, radar-capaciteit, een aansturende eenheid en een eenheid
voor logistieke ondersteuning. Het Commando Landstrijdkrachten zet deze eenheden primair
in als luchtverdedigingscapaciteit voor 13 Lichte Brigade en 43 Gemechaniseerde Brigade.
Dit geeft verdere invulling aan de eisen die de NAVO aan de gevechtsbrigades stelt
en is een significante stap in de versterking van onze nationale grondgebonden luchtverdediging.6
De nieuwe gecombineerde capaciteit beschermt primair manoeuvrerende eenheden tegen
moderne luchtdreiging. Vergeleken met de huidige capaciteit moet deze ook kleinere
en snellere doelen kunnen onderscheppen, zoals verschillende typen (on)bemande systemen.
Dat betekent dat deze capaciteit mobieler en op grotere afstand effectief moet zijn.
Vanwege de toegenomen dracht is er sprake van SHORAD, en niet langer van (V)SHORAD.
In aanvulling op SHORAD zal de MRAD-capaciteit zorgen voor bescherming van onze eenheden,
vitale objecten en gebieden door op de middellange afstand luchtdoelen te bestrijden.
Beide systemen zullen elkaar naadloos aanvullen.
De gecombineerde MRAD- en SHORAD-capaciteit moet kunnen werken met robuuste beveiligde
draadloze communicatie, zodat onze eenheden op het moderne gevechtsveld mobieler,
flexibeler en sneller kunnen optreden. Het belang van een zo kort mogelijke tijd tussen
het detecteren van een luchtdreiging met de radar en het afvuren van een projectiel
(de zogenaamde sensor-to-shooter time) zien we op een bijna dagelijkse basis in Oekraïne. Het voortzettingsvermogen wordt
verbeterd door de voorraden van munitie en reservedelen te vergroten. Waar mogelijk
zal bovendien worden gewerkt met kleinere bemanningen.
Voor de gecombineerde MRAD- en SHORAD-capaciteit schaft Defensie de Multi Missie Radar
(MMR)7 van de firma Thales Nederland aan. Deze radar wordt geïntegreerd in de capaciteit
om een beeld van de situatie in de lucht op te bouwen en te verspreiden. Deze radarsensoren
creëren een gecompileerd overzicht van de dreigingen in de lucht. Ook wordt een IT-pakket
met dit project gerealiseerd waarmee enerzijds de MRAD en SHORAD-capaciteit volledig
met elkaar wordt geïntegreerd en anderzijds wordt ondersteund. Daarnaast behoren reservedelen,
munitie, opleidingen en de uiteindelijke instandhouding ook tot het project.
Vervanging van de MRAD en SHORAD-luchtverdedigingscapaciteiten is een belangrijke
stap in de modernisering van de krijgsmacht. Met het gecombineerde project worden
beide systemen en de doelbestrijdings-IT verworven bij één leverancier. Hiermee wordt
de noodzakelijke integratie en interoperabiliteit tussen de twee systemen bereikt,
waardoor deze naadloos en zonder kwaliteitsverlies samenwerken. Tevens bereiken we
hiermee een versnelling in het materieelverwervingsproces.
Resultaten onderzoeksfase
Defensie heeft een marktonderzoek uitgevoerd voor de gecombineerde scope. Het uitgangspunt
hierbij is een oplossing die zoveel mogelijk MOTS8 is, en die daarnaast in gebruik is bij (NAVO-)partners. Dit verlaagt het risico op
complexe integraties en voorkomt de ontwikkeling van een unieke Nederlandse oplossing.
Defensie heeft informatie opgevraagd bij de drie leveranciers die in de B-fase van
het MRAD-project zijn geselecteerd.9
Bij de marktconsultatie is specifiek onderzoek gedaan naar de productvolwassenheid
van de producten binnen de gecombineerde scope MRAD en SHORAD, maar ook naar de doelbestrijdings-IT
en de wijze van integratie. Dit wordt een system-of-systems benadering genoemd.10 Daarnaast lag de nadruk op essentiële aspecten zoals een bestaande gebruikersgroep
met strategische partners, de certificering van bepaalde componenten door de NAVO
en de mate waarin de levertijden een capability gap voorkomen.
Onderzoeksresultaat
Uit het marktonderzoek met de drie leveranciers zijn grote verschillen gebleken in
de productvolwassenheid en mate van de nog noodzakelijke ontwikkeling bij de verschillende
oplossingen. Ook de doelbestrijdings-IT, het essentiële aspect voor het bereiken van
de noodzakelijke integratie tussen MRAD en SHORAD, vertoont grote verschillen in productvolwassenheid.
Het consortium Kongsberg Defence & Aerospace (KDA, uit Noorwegen), samen met Raytheon
(uit de Verenigde Staten), is de enige leverancierscombinatie die kan voldoen aan
de gestelde eisen om een geïntegreerde MRAD-SHORAD-oplossing te leveren. De geboden
oplossing is gecertificeerd op het juiste beveiligingsniveau en kan binnen de gestelde
termijn worden geleverd, in tegenstelling tot de twee andere leveranciers. Daarnaast
is de oplossing van KDA de enige die binnen de financiële kaders van het gecombineerde
project valt. Ook is bij alleen deze partij sprake van een gebruikersgroep met verschillende
strategische (NAVO) partners.
Verwervingsstrategie
Defensie doet in het verlengde van het eerder genomen besluit bij het MRAD-project
beroep op de uitzonderingsgrond van artikel 2.16 sub a van de Aanbestedingswet op
Defensie- en Veiligheidsgebied (ADV) voor het verwerven van de gecombineerde MRAD
en SHORAD capaciteit.11
Bij het formuleren van de eisen voor het gecombineerde project vervanging MRAD & SHORAD
kiest Defensie ervoor om de verwerving zoveel mogelijk MOTS te doen met beperkte aanpassing.
Alleen KDA/Raytheon voldoet aan de gestelde eisen en vastgestelde essentiële aspecten
uit de behoeftestellingsfase. Voor een uiteenzetting van de eisen verwijs ik u naar
de commercieel vertrouwelijke bijlage behorende bij deze brief. Defensie zal het project
daarom uitvoeren zonder concurrentie te stellen.
Tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en KDA worden afspraken
gemaakt omtrent de invulling van de industriële participatie. Hierover is reeds contact.
Internationale samenwerking
Luchtverdediging is meer doelmatig en doeltreffend wanneer verschillende systemen,
nationaal en internationaal, geïntegreerd worden ingezet. Daarvoor hanteert de NAVO-standaarden
zoals dataprotocollen. De gecombineerde capaciteit van MRAD en SHORAD biedt koppelvlakken
met strategische (NAVO)partners in de gebruikersgroep van deze systemen. De gebruikersgroep
voor MRAD betreft momenteel 12 landen, waarvan naast Nederland zes andere landen NAVO-lidstaten
zijn.
Vooralsnog heeft alleen Noorwegen voor hetzelfde SHORAD-systeem gekozen. De samenwerking
op zowel MRAD als SHORAD biedt naast interoperabiliteit ook kansen op het gebied van
logistieke ondersteuning, continue doorontwikkeling en het opleiden en trainen.
Op het gebied van de grondgebonden lucht- en raketverdediging werken Nederland en
Duitsland intensief samen binnen het project Apollo.12 Duitsland heeft gekozen voor een oplossingsrichting met ontwikkeling bij een aantal
Duitse partijen. Net als andere NAVO-partners integreren Duitsland en Nederland de
nieuwe luchtverdedigingscapaciteiten in de NAVO-architectuur voor het delen van luchtbeeld
en doelbestrijdingsinformatie. Het voldoen aan deze NATO-standaard borgt de interoperabiliteit
en maakt het mogelijk om gezamenlijk geïntegreerd op te kunnen treden.
Op basis van de Nederlandse eisen voor een bestaande geïntegreerde MOTS-oplossing
van beide capaciteiten inclusief doelbestrijdings-IT is geconcludeerd dat het European Sky Shield Initiative (ESSI) geen alternatief kan bieden wat aan de Nederlandse eisen voor een gecombineerde
MRAD en SHORAD voldoet. Wel blijft Nederland betrokken bij het ESSI-initiatief.
Overige aspecten
Planning
Uit het marktonderzoek blijkt dat een gefaseerde levering van de eerste MRAD-systemen
vanaf 2026 haalbaar is. Defensie is daarom voornemens de huidige capaciteit uiterlijk
tot in 2027 in gebruik te houden. Voor de SHORAD-systemen wordt een gefaseerde levering
voorzien vanaf 2028. Het streven is om de D-fase voor het project in 2024 te voltooien
met de DMP D-brief, waarna het contract kan worden getekend.
Onderstel
De SHORAD-capaciteit zal worden geleverd op de Armoured Combat Support Vehicle (ACSV) G5. De SHORAD-oplossing op de ACSV G5 voldoet volledig aan de gestelde eisen
en is MOTS beschikbaar (de ACSV G5 is in productie en wordt in Q3 van dit jaar uitgeleverd
aan Noorwegen). De ontwikkelrisico’s voor de integratie met de MMR en de commandovoerings-IT
van Defensie zijn laag, waardoor sprake is van MOTS. Het alternatief, de SHORAD-oplossing
op de Boxer pantserwielvoertuig, is aanzienlijk duurder, kent een hoog ontwikkelrisico
en heeft een langere levertijd.
Gerelateerde projecten
De voertuigen en containers voor beide capaciteiten worden zoveel mogelijk geleverd
vanuit de programma’s Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)13 en Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen
(WTB)14, waardoor de familievorming van voertuigen en systemen binnen Defensie wordt bevorderd.
Financiële aspecten
Met het project «Vervanging MRAD (interceptiecapaciteit)» was een investering gemoeid
tussen de DMP-grenzen van € 250 miljoen en € 1 miljard. Het project «Vervanging (V)SHORAD»
had een financiële bandbreedte tussen € 1 miljard en € 2,5 miljard. Met de samenvoeging
tot het project «Vervanging MRAD & SHORAD» blijft het gecombineerde budget binnen
deze DMP-grenzen.
Deze investering komt in de periode 2024 tot en met 2030 ten laste van het investeringsbudget
van Defensie. De bijgaande commercieel vertrouwelijke bijlage bevat nadere financiële
informatie over de verdeling van het projectbudget over de lanceerinstallaties, raketten,
doelbestrijdings-IT, wijziging exploitatiekosten en risicoreservering15.
Risico’s
Voor het project is een risicobeoordeling gemaakt en zijn beheersmaatregelen getroffen.
Binnen de projectbegroting is een risico reservering opgenomen om de onderkende risico’s
te dragen. De voornaamste risico’s hebben betrekking op de implementatie van de verschillende
(IT-)systemen en hun afhankelijkheden, en mogelijke prijsverhogingen. In de vertrouwelijke
bijlage wordt dit verder toegelicht.
Vooruitblik
De onderzoeksfase (B-fase) is voltooid met de keuze voor KDA/Raytheon voor het leveren
van de geïntegreerde MRAD en SHORAD-oplossing. In de onderzoeksfase is duidelijk geworden
dat een C-fase (vervolgonderzoeksfase) niet noodzakelijk is omdat wordt gekozen voor
een MOTS-product. Daarbinnen zijn de ontwikkelings- en integratierisico’s van het
ontwerp en de componenten beheersbaar.
Ik ben daarom voornemens om het project voort te zetten met de verwervings-voorbereidingsfase
(D-fase) en uw Kamer naar verwachting in 2024 met een D-brief informeren over het
resultaat hiervan. De Kamer wordt verder over de voortgang van dit project geïnformeerd
middels het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), het jaarverslag en het Defensie
Projectenoverzicht (DPO).
De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat
Indieners
-
Indiener
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie