Brief regering : A/B-brief project 'Anti-A2/AD capaciteit F-35'
27 830 Materieelprojecten
Nr. 402
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2023
Inleiding
Voor de krijgsmacht is het van cruciaal belang om te kunnen blijven opereren in gebieden
die door een tegenstander goed worden verdedigd. Daarom schaft Defensie nieuwe munitie
aan voor de F-35. Met deze munitie ontstaat een nieuwe capaciteit die de slagkracht
vergroot. Met de Defensienota 2022 (bijlage bij Kamerstuk 36 124, nr. 1) is de behoefte kenbaar gemaakt om de bewapening voor de F-35 te verbeteren. Naast
de aanschaf van een Deep Strike capaciteit Air (Kamerstuk 27 830, nr. 391) gaat het om de capaciteit om een zeer goed verdedigd gebied met geavanceerde grondgebonden
luchtverdediging (een zogenoemde Anti-Access/Area-Denial (A2/AD)-regio), alsnog binnen te dringen. Met deze Anti-A2/AD capaciteit beschikt
Defensie over hoogwaardige technologie die de escalatiedominantie van Defensie vergroot
en waarmee Defensie bijdraagt aan een sterker Nederland, een veiliger Europa en een
krachtiger NAVO en EU.
Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling van de capaciteit, die Defensie
met het project «Anti-A2/AD capaciteit F-35» wil verwerven.
Anti-A2/AD capaciteit F-35
Onderbouwing behoefte
Anti-Access/Area-Denial (A2/AD) is een term die verwijst naar de mogelijkheid om toegang van wapensystemen
tot een regio te ontzeggen (Anti-Access -A2), terwijl Area-Denial (AD) verwijst naar
het vermogen om het gevaarlijk te maken om in een regio te verblijven. Op dit moment
beschikken veel potentiele tegenstanders over een A2/AD-capaciteit. Een voorbeeld
hiervan is een luchtverdedigingsysteem van het type S-500. Inzet in een A2/AD-regio
zonder effectieve capaciteit hiertegen brengt grote operationele risico’s met zich
mee. De vrijheid van handelen van militaire eenheden wordt daardoor namelijk sterk
beperkt. Tegelijkertijd is er in Europa een tekort aan anti-A2/AD capaciteiten.
Voor de F-35 krijgt Defensie daarom de beschikking over moderne munitie om ervoor
te zorgen dat Defensie en haar internationale (NAVO) partners minder beperkt worden
door vijandelijke A2/AD-capaciteiten. De munitie is in combinatie met de hoge paraatheid
van de F-35 squadrons geschikt om binnen korte tijd moeilijk bereikbare, vijandelijke
doelen uit te schakelen. Daarmee ontstaat flexibiliteit van optreden, schaalbaarheid
en zelfredzaamheid in het geval van crisis of oorlog. Defensie krijgt hiermee dus
een afschrikwekkende en schaarse capaciteit, die past bij de huidige dreigingscontext.
Daarnaast wordt met deze aanschaf invulling gegeven aan één van de NAVO capaciteitendoelstellingen.
Kwalitatieve behoefte
Voor de F-35 is er behoefte aan een type munitie, dat de hoogtechnologische dreigingssystemen
(A2/AD) uit kan schakelen, dat Military Off the Shelf (MOTS) beschikbaar is en door het F-35 Joint Program Office geïntegreerd wordt op de F-35. Vanwege efficiëntie en doelmatigheid van met name
training, opslag en onderhoud is ervoor gekozen om voor deze behoefte te voorzien
in slechts één type munitie.
Kwantitatieve behoefte
De aantallen te verwerven munitie worden vanwege het rubriceringsniveau niet in deze
brief opgenomen. Bij de normering van de voorraadniveaus wordt uitgegaan van het nationale
Beleidskader Inzetvoorraden (BKI). Voor bepaling van de BKI-norm wordt gekeken naar
enerzijds het beoogde operationele verbruik en anderzijds richtlijnen vanuit NAVO
om tot minimale voorraadniveaus te komen.
Verwerving
Op basis van de kwalitatieve eisen is op er dit moment maar één type munitie beschikbaar
dat aan alle eisen voldoet; de AARGM-ER (Advanced Anti-Radiation Guided Missile- Extended Range, AGM-88G) van fabrikant Northrop Grumman.
De AARGM-ER kan vanwege de aard van het product alleen door middel van Foreign Militairy Sales (FMS) via de Amerikaanse overheid worden verworven.
Overige aspecten
Internationale samenwerking
Binnen het internationale F-35 programma wordt al samengewerkt met landen die mogelijk
in de toekomst ook deze munitie gaan aanschaffen. Daarnaast bezitten Duitsland en
Italië een oudere variant van het type munitie (AARGM). Indien ook deze en andere
Europese landen besluiten tot aanschaf van deze munitie is verdere samenwerking op
het gebied van instandhouding, training en inzet mogelijk.
Innovatie
Met de aanschaf van deze hoogwaardige technologische capaciteit ontstaat ook de gelegenheid
om met deze nieuwe munitie en ondersteunende systemen te trainen. Hierdoor ontstaat
ook de mogelijkheid om (internationaal) mee te doen aan nieuwe concepten van luchtoptreden.
Dit draagt bij aan het innoverend vermogen van Defensie.
Relatie met andere projecten
Er zijn een aantal projecten gerelateerd aan de aanschaf van Anti-A2/AD munitie. Dit
is in de eerste plaats de reeds genoemde behoefte van «Deep Strike Capaciteit Air». Ook de beoogde munitie hiervoor wordt geïntegreerd op de F-35. Ten slotte zijn
ook de projecten uit het DPO gerelateerd aan de bewapening F-35; «F-35: verwerving
middellange tot lange afstandsraket» en «F-35: verwerving munitie boordkanon, zelfbeschermingsmiddelen
en wapenladers».
Financiële aspecten
Het project «Anti-A2/AD capaciteit F-35» vergt een investering die valt in de bandbreedte
van € 250 miljoen tot € 1 miljard. Daarnaast bedragen de exploitatiekosten jaarlijks
circa € 3,8 miljoen. Deze investering, inclusief het verschil in exploitatiekosten
ten opzichte van de huidige situatie voor de komende 15 jaar, komt ten laste van het
investeringsbudget van Defensie. De commercieel vertrouwelijke bijlage bevat nadere
informatie.1
Risico’s
Voor het project is een risicobeoordeling gemaakt en zijn beheersmaatregelen getroffen.
Er bestaat een risico dat vertraging in de certificering van de munitie op de F-35
leidt tot vertraging in het operationeel gebruik van de munitie. De certificering
wordt door het F-35 JPO gedaan. Dit risico wordt gemitigeerd doordat ook de Amerikaanse
overheid en andere F-35 partnerlanden voornemens zijn om deze munitie aan te schaffen
en certificeren daardoor een prioriteit wordt in het F-35 programma.
Er is in het algemeen een verhoogde vraag naar munitie. Dit heeft mogelijk invloed
op de uiteindelijke levertijden.
Vooruitblik
Met de uitkomsten van deze gecombineerde A/B-brief is zowel de behoefte (A-fase) kenbaar
gemaakt en is tegelijkertijd de onderzoeksfase (B-fase) voltooid. Gezien het feit
dat de munitie alleen via FMS verkrijgbaar is, is een aanvullende onderzoeksfase (C-fase)
niet nodig. Ik ben daarom voornemens om het project voort te zetten met de verwervingsvoorbereidingsfase
(D-fase). De Kamer zal naar verwachting in het vierde kwartaal van dit jaar een D-brief
ontvangen. Levering van de munitie is voorzien vanaf 2027.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie