Brief regering : Reactie op een petitie van Yezidi-vrouwen en hen steunende organisaties
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 939
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2023
In 2014 is IS1 de geboortegrond van de Yezidi’s binnen gevallen, vlakbij de stad Sinjar in Noord-Irak.
Daarbij is een groot aantal Yezidi-mannen op vreselijke wijze gedood en zijn vrouwen
en kinderen tot slaaf gemaakt. Veel overlevenden zijn gevlucht. Sommigen hebben asiel
verkregen in (westerse) landen, terwijl anderen zich nog bevinden in vluchtelingenkampen
in Noord-Irak.
In april van dit jaar brachten zes overlevenden een bezoek aan Nederland voor de première
van de documentaire «Daughters of the Sun», waarin zij op standvastige wijze hun verhaal
hebben gedaan over wat hen is overkomen. Gedurende dit bezoek hebben deze vrouwen
bij de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid een petitie ingediend waarin een
oproep wordt gedaan tot gerechtigheid voor de Yezidi’s. Graag reageer ik, mede namens
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Buitenlandse Zaken,
middels deze brief op de petitie van deze krachtige vrouwen en de organisaties die
hen daarin ondersteunen.
In deze brief wordt zoveel mogelijk dezelfde opbouw gevolgd als in de petitie. Daarnaast
worden een lopende motie en eerder gedane toezegging die nauw verband houden met de
inhoud van de petitie in deze reactie meegenomen.2
Misdrijven gepleegd tegen Yezidi’s
Het gehele kabinet veroordeelt de gruwelijke wandaden die door IS zijn gepleegd. Etnische
en religieuze minderheden, waaronder Yezidi’s, hebben zwaar geleden in de door IS
gecontroleerde gebieden. Het leed van de slachtoffers is immens. De tegen hen gepleegde
vreselijkheden behoren tot de ernstigste schendingen van het internationaal recht.
Dat staat voorop. Ik ben dan ook, in zowel mijn gesprekken die ik met Yezidi’s in
Nederland heb gevoerd als tijdens mijn bezoek aan Irak, zeer geraakt door de kracht
en het doorzettingsvermogen van de Yezidi-gemeenschap.
Voor de Nederlandse regering zijn bij de erkenning van genocides uitspraken van internationale
gerechts- en strafhoven, eenduidige conclusies volgend uit wetenschappelijk onderzoek
en vaststellingen door de VN leidend. Het kabinet is van oordeel dat er voldoende
feiten zijn vastgesteld om te kunnen stellen dat IS zich hoogstwaarschijnlijk schuldig
heeft gemaakt aan genocide.
Nederland zet zich zowel nationaal als internationaal sterk in voor Yezidi’s. Uw Kamer
werd bij brief van 7 juli 2022 al geïnformeerd over de verschillende inspanningen
die worden verricht op het gebied van accountability (gerechtigheid) en de ondersteuning
van slachtoffers.3 Ook de aankomende jaren zullen deze inspanningen worden voortgezet. Zo verleent Nederland,
verspreid over de jaren 2023 en 2024, geoormerkte steun van 1.000.000 euro aan het
United Nations Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed by
Da’esh/ISIL (UNITAD). Op deze wijze wordt dit VN-bewijsvergaringsmechanisme ook de aankomende
jaren ondersteund om (psychologische) hulp te bieden aan slachtoffers van de Yezidi-gemeenschap.4
Speciaal tribunaal of verzoek aan het Internationaal Strafhof
In de petitie wordt verzocht om een speciaal anti-IS tribunaal op te richten of een
verzoek in te dienen bij het Internationaal Strafhof om de situatie te onderzoeken
en IS te vervolgen.
Landen hebben in beginsel zelf de primaire verantwoordelijkheid om deze zeer ernstige
misdrijven op te sporen en te vervolgen. Steeds meer landen kennen gespecialiseerde
teams binnen hun politie en openbaar ministerie die zich op de opsporing en vervolging
van deze misdrijven richten. Indien landen dit zelf niet kunnen of niet willen doen,
dan kan het Strafhof als vangnet fungeren voor zover het rechtsmacht heeft.
Hoewel Irak geen partij is bij het Statuut van Rome en de VN-Veiligheidsraad de situatie
in Irak niet naar het Strafhof heeft verwezen, kan het Strafhof onderzoek doen naar
misdrijven van IS indien die gepleegd zijn door onderdanen van een of meerdere van
de 123 staten die wel partij zijn bij het Statuut van Rome. De voormalig Hoofdaanklager
van het Strafhof heeft in een eerder stadium wel al aangegeven dat het onderzoek van
het Strafhof zich richt op de meest verantwoordelijken en daarbij meegegeven dat de
meeste strijders van IS die (ook) onderdaan zijn van een van de 123 Statenpartijen
waarschijnlijk niet in die categorie zullen vallen.5
Nederland is van mening dat het Strafhof haar werk effectief en onafhankelijk moet
kunnen uitvoeren en faciliteert dit zowel in haar hoedanigheid als Statenpartij als
in haar hoedanigheid als gastland van het Strafhof. Gelet op de hierboven geschetste
context lijkt een verzoek aan het Strafhof op dit moment niet opportuun.6 Verder heeft de internationale gemeenschap als geheel en ook Nederland specifiek
gekeken naar verschillende opties voor een speciaal, ad hoc tribunaal voor het onderzoek naar internationale misdrijven gepleegd door IS, maar
dit is om meerdere politieke en juridische redenen niet haalbaar gebleken.7
Nationale opsporing en vervolging
Met mij hecht het kabinet sterk aan de opsporing en vervolging van internationale
misdrijven, zoals genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven.
Gelet op dit grote belang beschikt Nederland sinds jaar en dag bij zowel politie als
openbaar ministerie over een gespecialiseerd team, dat zich volledig toelegt op de
opsporing en vervolging van internationale misdrijven. Binnen de nationale kaders
zetten deze teams zich dagelijks in om bewijs te verzamelen en verdachten voor de
rechter te brengen voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven
en andere internationale misdrijven.
Uw Kamer wordt jaarlijks middels de rapportagebrief Internationale Misdrijven geïnformeerd
over de inspanningen die zowel binnen de straf- als vreemdelingenketen worden verricht
in de strijd tegen straffeloosheid voor deze gruwelijke misdrijven, zodat u daarvan
goed op de hoogte bent en blijft.8
Capaciteit en expertise
In de petitie wordt opgeroepen om de capaciteit van het Team Internationale Misdrijven
van de politie en het gespecialiseerde cluster bij het Landelijk Parket van het openbaar
ministerie uit te breiden. Afgelopen jaren is de capaciteit van het team uitgebreid
van 32 tot 43 fte. Vorig jaar werd uw Kamer geïnformeerd dat eind 2021 deze uitbreiding
is afgerond en dat hiermee structureel wordt voorzien in de nodige specialistische-
en opsporingsbevoegde capaciteit.9 Medio 2023 lijkt deze capaciteit nog altijd toereikend.10 Bij het Landelijk Parket zijn thans drie officieren van justitie werkzaam die gespecialiseerd
zijn in de opsporing en vervolging van de zes in Nederland strafbaar gestelde internationale
misdrijven: genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven, foltering,
gedwongen verdwijning en agressie. Zij worden ondersteund door parketsecretarissen
en adviseurs.
Bij het dertigledendebat op 9 februari jl., heb ik toegezegd nogmaals in gesprek te
gaan met het openbaar ministerie over de vraag of er behoefte is aan een aparte officier
van justitie voor de vervolging van genocide.11 Dat gesprek heeft in april van dit jaar plaatsgevonden. In dit gesprek is onder meer
nogmaals aangegeven dat er op dit moment geen behoefte aan een aparte officier van
justitie op het gebied van genocide bestaat, nu de drie hiervoor genoemde officieren
van justitie reeds geruime expertise bezitten op dit thema. Ook eerder is hiernaar
overigens onderzoek verricht.12
Recente inspanningen
In mijn brief van 26 januari 2022, aangaande Yezidi-getuigenissen, geschreven samen
met de Minister van Buitenlandse Zaken13, alsmede de eerder genoemde Kamerbrief van 7 juli 202214, is reeds ingegaan op de inspanningen die de politie en het openbaar ministerie verrichten
in de opsporing en vervolging van misdrijven begaan tegen Yezidi’s en binnen welke
kaders dit plaatsvindt.
De politie, het openbaar ministerie en mijn departement blijven kijken naar mogelijkheden
om de inspanningen te intensiveren. In april van dit jaar heb ik dit zoals eerder
aangehaald hieromtrent nog een gesprek gevoerd met de genoemde partners. Daarbij is
onder meer aan de orde geweest welke mogelijkheden er zijn voor justitiële samenwerking
met bewijsvergaringsmechanismen zoals UNITAD. Aan uitbreiding hiervan wordt op dit
moment hard gewerkt. Op 18 april jl. werd daarnaast een Memorandum of Understanding
met UNITAD afgesloten. Dit zal de deling van (politiële) informatie ten behoeve van
strafrechtelijk onderzoek vergemakkelijken.15
De afgelopen maanden hebben ook laten zien dat de Nederlandse inzet onverminderd hoog
is. Zo werden er zowel via het televisieprogramma «Opsporing Verzocht» als ook via
sociale media getuigenoproepen gedaan. Begin 2023 leidde het onderzoek er uiteindelijk
toe dat een verdachte voor de rechter kon worden gebracht in verband met de verdenking
van het plegen van misdrijven tegen de menselijkheid tegen Yezidi’s. De berechting
is nog lopende en markeert een mijlpaal in de Nederlandse inspanningen.
Vervolging van IS-leiders voor genocide
Ter uitvoering van de motie van het lid Omtzigt van 9 februari 2023 is eveneens gesproken
over het vervolgen van IS-leiders voor genocide op Yezidi’s. De officieren van justitie
gespecialiseerd in internationale misdrijven zullen, indien zij daartoe voldoende
aanleiding zien, vervolging instellen op basis van de Wet internationale misdrijven.
Per geval zal daarbij worden bezien voor welk internationaal misdrijf vervolgd kan
worden. Dit betreft een juridische afweging. Voor genocide en misdrijven tegen de
menselijkheid gelden elk specifieke delictsbestanddelen die bewezen moeten worden.
Daarom kan het zo zijn dat er voldoende bewijs is voor het ene misdrijf, maar niet
voor het andere. Op zowel genocide als misdrijven tegen de menselijkheid staat een
levenslange gevangenisstraf of een tijdelijke voor de duur van dertig jaar. Beide
misdrijven, evenals oorlogsmisdrijven, worden internationaal gezien als zogenaamde
«core international crimes» en worden beschouwd als de meest ernstige schendingen
van het internationaal recht. Waar mogelijk zal dus telkens per geval worden bezien
of IS-leiders kunnen worden vervolgd voor genocide of een van de andere internationale
misdrijven.16
Uiteraard is er nauw contact tussen het Team Internationale Misdrijven en de teams
van de politie die zich bezighouden met contraterrorisme, extremisme en radicalisering,
voor gevallen waarin er geen vervolging voor een internationaal misdrijf mogelijk
is maar wel voor een terroristisch misdrijf, dan wel in geval van eventuele overlappende
strafbare feiten.
Yezidi-getuigenissen
In de petitie wordt ook aandacht gevestigd op de mogelijkheden voor Yezidi’s om getuigenissen
af te leggen in Nederlandse strafzaken. Momenteel is er een Nederlandse strafzaak
onder de rechter waarbij de verdachte volgens het Nederlands strafrecht wordt vervolgd
in verband met een misdrijf gepleegd tegen een Yezidi.
Los van het afleggen van een getuigenverklaring in een strafzaak, bestaat in het Nederlandse
strafrecht tevens de mogelijkheid van de uitoefening van het spreekrecht voor slachtoffers
(van bepaalde, ernstige delicten) die als rechtstreeks gevolg van het te vervolgen
strafbare feit nadeel hebben ondervonden. Het spreekt voor zich dat er voor de slachtoffers
van misdrijven gepleegd door IS gerechtigheid moet komen en dat zij ten volle hun
rechten in het strafproces moeten kunnen uitoefenen. Naast het uitoefenen van het
spreekrecht tijdens de inhoudelijke behandeling van de strafzaak, hebben slachtoffers
en nabestaanden in het strafproces verschillende rechten, waaronder het recht op informatie,
het recht op bijstand en het recht om een schadevergoeding te vragen.
Uiteraard hecht ik er groot belang aan dat slachtoffers deze rechten kunnen uitoefenen
in de op hen betrekking hebbende zaak. Het is goed voorstelbaar dat het uitoefenen
van het spreekrecht ook een stap in hun herstel kan vormen. In het geval van de Yezidi-gemeenschap
kan ik melden dat de politie en het openbaar ministerie in contact staan met organisaties
die een rol kunnen spelen in de ondersteuning van en bijstand aan Yezidi-slachtoffers.
Waar nodig of wenselijk wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om op afstand (bijvoorbeeld
door middel van een videoverbinding) het spreekrecht uit te oefenen. Ook is er voor
Yezidi-slachtoffers de mogelijkheid tot ondersteuning door een Nederlandse advocaat
of door een slachtoffercoördinator van het openbaar ministerie.
Voor zover wordt verzocht deze rechten uit te mogen oefenen als uitgenodigd vluchteling
wordt gedoeld op de mogelijkheid om gebruik te maken van het hervestigingsbeleid.
Dat beleid ziet echter niet op een overbrenging van personen op dergelijke gronden,
maar heeft tot doel het bieden van een duurzame oplossing voor personen die zich buiten
hun land van herkomst bevinden, die door UNHCR in het opvangland zijn aangemerkt als
vluchteling en van wie UNHCR vervolgens heeft geoordeeld dat zij in aanmerking komen
om te worden voorgedragen voor hervestiging.17
Gezinsherening en asielaanvragen
In de petitie wordt verzocht om verzoeken om gezinshereniging vanuit de Yezidi gemeenschap
welwillend en met menselijkheid en spoed te behandelen en andere landen daartoe aan
te moedigen. Voorts wordt verzocht om welwillend naar asielaanvragen van Yezidi’s
te kijken en om instelling van een vertrekmoratorium voor Yezidi’s uit de Sinjar provincie.
De situatie waarin veel Yezidi’s in Irak zich bevinden stemt het gehele kabinet maar
ook mij persoonlijk droevig en er wordt erkend dat deze gemeenschap in Irak kwetsbaar
is. Om deze reden voert Nederland ook een specifiek landgebonden asielbeleid voor
Irak waarbij Yezidi’s zijn aangemerkt als een kwetsbare minderheidsgroep.
Yezidi’s kunnen met beperkte indicaties aannemelijk maken dat er vrees is voor ernstige
schade. De IND weegt bij de beoordeling van de aannemelijkheid van die vrees de grootschalige
en ernstige mensenrechtenschendingen, waarvan de Yezidi minderheid in Irak het slachtoffer
is geworden van de zijde van IS vanaf 2014. Daarnaast neemt de IND de algemene kwetsbare
situatie waarin deze groep verkeert sinds het verdrijven van IS gedurende de afgelopen
jaren ook mee bij de beoordeling. In het geval van Yezidi’s die afkomstig zijn uit
centraal-Irak en voorafgaand aan hun komst naar Nederland in de Koerdistan Autonome
Regio (KAR) hebben verbleven, wordt de KAR niet als gebruikelijke regio van herkomst
tegengeworpen, nu is gebleken dat zij het aldaar bovengemiddeld zwaar hebben. Ook
wordt de KAR niet als binnenlands beschermingsalternatief tegengeworpen.
Situatie in Sinjar
In de petitie wordt tevens aandacht gevraagd voor de situatie in de Sinjar-provincie.
Sinjar – de geboortegrond van de Yezidi’s – is sowieso een van de Iraakse regio’s
die het zwaarst getroffen is door en in de strijd met IS. De significante vernielingen,
het tekort aan economisch perspectief en de snel veranderende veiligheidssituatie
belemmeren de terugkeer van de Yezidi-gemeenschap naar Sinjar en de verlening van
basisvoorzieningen. Nederland roept de Iraakse regering in bilaterale gesprekken op
om de Sinjar-overeenkomst effectief te implementeren. Daarnaast heeft Nederland middels
jarenlange financiële steun aan het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties
(UNDP) bijgedragen aan wederopbouw van basisvoorzieningen in Sinjar en zetten NonViolent PeaceForce en de Internationale Organisatie voor Migratie zich met Nederlandse middelen in voor
lokale verzoening, implementatie van de Yezidi Survivors Law re-integratie van de Yezidi-gemeenschap in Sinjar.18
Verder is in dit verband vermeldenswaardig dat Nederland ook actieve donor is van
bijvoorbeeld het Irak-programma van de International Commission on Missing Persons, dat zich onder meer inzet op capaciteitsopbouw van medische, onderzoeks-, juridische
en gerechtelijke sectoren in onder andere Sinjar, zodat massagraven naar behoren worden
geborgen, met behoud van bewijsmaterialen.
Tot slot
Ik zal hoe dan ook in gesprek blijven met de Yezidi-gemeenschap, om ervoor te zorgen
dat hun stem gehoord blijft worden. Later dit jaar of begin volgend jaar zal ik opnieuw
naar Irak afreizen.19 Daarnaast sprak de Minister van Buitenlandse Zaken op 1 april jl. in De Balie met
de groep Yezidi-vrouwen die de petitie hebben aangeboden. Het was een bijzonder indringend
en buitengewoon aangrijpend gesprek over de zoektocht naar vermiste familieleden en
vrienden, terugkeer naar de gemeenschap in Sinjar en de leefomstandigheden in de kampen.
Maar het was ook vooral een gesprek over de toekomst en over hoop. De aandacht van
het gehele kabinet zal naar de Yezidi-gemeenschap blijven uitgaan.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid