Brief regering : Veteranennota 2022-2023
30 139 Veteranenzorg
Nr. 264
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2023
Hierbij bied ik u de Veteranennota 2022–2023 aan. Daarmee blikken we terug op de invulling
                  die Defensie het afgelopen jaar heeft gegeven aan het veteranenbeleid, de bijzondere
                  zorgplicht en het respect en de waardering die deze bijzondere groep mensen verdient.
               
Iedere veteraan heeft een eigen ervaring en een eigen verhaal. Het is daarom belangrijk
                  ons veteranenbeleid toe te spitsen op wat zij nodig hebben. Dat doen we door te kijken
                  naar de werkzaamheden en behaalde resultaten van het afgelopen jaar, maar ook door
                  met zo veel mogelijk veteranen, hun naasten, organisaties die hulp bieden en wetenschappelijke
                  instanties in gesprek te blijven. Op die manier blijven we het veteranenbeleid constant
                  verstevigen en kunnen we goede en innovatieve zorg bieden aan de ruim 100.000 veteranen
                  die Nederland telt en die Nederland onder oorlogsomstandigheden of tijdens (vredes)
                  missies dienden.
               
Het afgelopen jaar had ik bijzondere ontmoetingen, gesprekken en ervaringen. Zo werd
                  ik geraakt door mijn bezoek aan de Indië-veteranen in Doorn en de Dutchbat III veteranen
                  in Schaarbergen. Naar aanleiding van verschillende onderzoeken sprak ik met hen over
                  de moeilijke omstandigheden destijds en de impact die hun uitzending heeft gehad op
                  hun leven en dat van hun naasten.
               
Wat ook grote indruk op mij maakte, waren de Invictus Games in Den Haag vorig jaar.
                  Ik heb daar gezien hoe veteranen die zichtbaar en onzichtbaar gewond raakten kracht,
                  verbroedering en grenzeloze samenhorigheid vinden in sport. Een ander hoogtepunt het
                  afgelopen jaar was de uitreiking door Zijne Majesteit de Koning van vaandelopschriften
                  aan achttien krijgsmachteenheden voor hun inzet in Afghanistan. Het toekennen van
                  een vaandelopschrift geldt als de hoogste dapperheidsonderscheiding die een militaire
                  eenheid kan ontvangen.
               
Onlangs sprak ik met experts van het Expertisecentrum Militair Geestelijke Gezondheidszorg.
                  De onderzoeken die zij uitvoeren zijn relevant voor een brede doelgroep, waaronder
                  veteranen die kampen met post traumatische stress stoornis (PTSS). Ik onderstreep
                  graag het belang van continue wetenschappelijk onderzoek en het aangaan van nieuwe
                  samenwerkingen om onze veteranen met innovatief en vooruitstrevend beleid te kunnen
                  ondersteunen.
               
Mede n.a.v. het notaoverleg en de begrotingsbehandeling van vorig jaar, informeer
                  ik u in deze brief achtereenvolgens over de uitvoering van moties, toezeggingen en
                  amendementen aangaande veteranen.
               
Moties
In reactie op motie van het lid Van Wijngaarden (Kamerstuk 30 139 nr. 245) over het Militair Invaliditeitspensioen (MIP) kondigde ik vorig jaar aan het MIP
                  op dezelfde wijze te indexeren als uitkeringen op basis van de Wet werk en Inkomen
                  naar Arbeidsvermogen (WIA). Hierdoor wordt dit pensioen fors verhoogd. Op 15 november
                  vorig jaar informeerde ik uw Kamer dat hierover overeenstemming is bereikt met de
                  sociale partners (Kamerstuk 30 139, nr. 261). Sinds januari 2023 is deze verhoging voor alle betrokkenen zichtbaar op hun uitkeringsspecificatie.
               
Tijdens de stemmingen over de moties voortkomend uit het Notaoverleg van 20 juni is
                  er één aangenomen. Dat betreft de motie van de leden Fritsma en Van Haga c.s. over
                  zorgdragen voor voldoende en direct toegankelijke noodopvang voor veteranen (Kamerstuk
                  30 139, nr. 259). In mijn reactie (Kamerstuk 30 139, nr. 262) heb ik de reikwijdte van de bestaande hulpregelingen toegelicht, te weten de Bed-bad-brood-budget-regeling
                  en de zogenoemde Time-Out-regeling. Verder heb ik aangekondigd het plan te ondersteunen
                  van het Leger des Heils en het Nederlands Veteraneninstituut (NLVI) voor de ontwikkeling
                  van een centrale opvanglocatie voor dakloze veteranen.
               
Toezeggingen
Graag informeer ik u over de wijze waarop de toezeggingen uit het vorige Notaoverleg
                  Veteranen zijn afgedaan.
               
a. Aan het lid Valstar (VVD) zegde ik toe dat de komende jaren de Veteranennota uiterlijk
                        1 juni van dat jaar en van trends voorzien, aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.
In de veteranennota is dit jaar extra aandacht besteed aan het weergeven en duiden
                     van ontwikkelingen. In die ontwikkelingen zie ik een stabiel beeld. Wat positief opvalt,
                     is dat de belangstelling voor veteranen vanuit de samenleving aanmerkelijk is gestegen.
                     Hieruit mag ik concluderen dat de inspanning voor meer erkenning en waardering zijn
                     vruchten afwerpt.
                  
b. Aan het lid Van Haga (BVNL) zegde ik toe uiterlijk 1 november 2022 de Kamer te
                        informeren over de stand van zaken met betrekking tot de doorvoering van de aanbevelingen
                        in de evaluatie van het PTSS-protocol uit 2016.
Deze informatie is opgenomen in hoofdstuk 6 over Materiële Zorg en Voorzieningen.
                     Pas op 20 december 2022 is er overeenstemming bereikt met de sociale partners over
                     de wijze waarop de wijzigingen aan het Protocol voor psychische aandoeningen, waaronder de Post Traumatische Stress Stoornis (het zogenoemde PTSS-protocol) zullen worden doorgevoerd. Onlangs is ook een projectleider
                     aangesteld die hiervoor zal zorgdragen. Het spijt mij dat ik de toezegging niet eerder
                     heb kunnen inlossen. Maar inmiddels is een akkoord bereikt en worden de aanpassingen
                     doorgevoerd.
                  
c. Aan het lid Boswijk (CDA) zegde ik toe dat in samenspraak met het Nederlands Veteraneninstituut
                        (NLVi) in contact zal worden getreden met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
                        en eventueel andere instanties om hen te wijzen op de mogelijkheden van financiële
                        ondersteuning van veteranenhuizen, en de Kamer hierover uiterlijk in de komende Veteranennota
                        te informeren.
Waar het gaat om de wenselijkheid en mogelijkheid voor gemeenten om ondersteuning
                     te bieden aan hun lokale veteranengemeenschap, zijn de VNG en aanverwante partners
                     zoals het NLVI hierover inmiddels geïnformeerd. Meer hierover leest u in hoofdstuk
                     3, o.a. in de paragraaf over de inspiratiedagen voor gemeenten.
                  
d. Aan het lid Valstar (VVD) zegde ik toe voorafgaand aan het notaoverleg Veteranen
                        2023 (Kamerstuk 30 139, nr. 260) de Kamer nader te zullen informeren over de criteria om de status van veteraan te
                        verkrijgen.
Deze materie staat beschreven in hoofdstuk 3 Erkenning en Waardering. De criteria
                     waaraan de veteranenstatus wordt ontleend volgen uit de Veteranenwet. Kort gezegd,
                     je bent veteraan als je als militair het Koninkrijk hebt gediend in oorlogsomstandigheden
                     of als je hebt deelgenomen aan een vredesoperaties voor zover die bij regeling is
                     aangewezen. De namen van die operaties staan in tabel 3A van de Regeling Voorzieningen
                     bij Vredes- en Humanitaire operaties (VVHO).
                  
Vanwege de oorlogsomstandigheden in Oekraïne, kunnen de marechaussee die deel uitmaakten
                     van het Forensische Opsporingsteam Oekraïne, hun veteranenstatus aan de wet ontlenen.
                  
Per abuis is gecommuniceerd dat de veteranenstatus van toepassing is op militairen
                  die zijn ingezet bij de Patriot-missie in Slowakije. Deze missie is echter geen vredesoperatie
                  en staat ook niet vermeld in genoemde tabel. Ook is er geen sprake van oorlogsomstandigheden.
                  Daarmee is er niet voldaan aan de criteria. Dit is een teleurstellende boodschap die
                  ik betreur. Vanwege de gewekte verwachtingen, heb ik besloten om voor betrokkenen
                  coulance toe te passen indien zij aanspraak zouden willen maken op de veteranenstatus.
               
De Commandant der Strijdkrachten (CDS) en ik zijn van mening dat de wet en de criteria
                  voldoende toepasselijk en helder zijn.
               
Met de Veteranennota die nu voor u ligt, beschouw ik de moties als afgedaan en de
                  toezeggingen als opgevolgd. Na de begrotingsbehandeling van 16 november 2022 zijn
                  er twee amendementen aangenomen die van belang zijn voor het veteranenbeleid.
               
Amendementen
Het amendement van het lid Boswijk (CDA) heeft ervoor gezorgd dat er structureel 150.000
                  euro extra beschikbaar is voor het organiseren van activiteiten in Veteranenontmoetingscentra
                  (Kamerstuk 36 200 X, nr. 21). In ons land is er een zeer divers aanbod van dergelijke centra. Daarbij zit de
                  kracht in het particuliere initiatief en de persoonlijke toewijding. Ik draag deze
                  centra een warm hart toe en zie daar ook een belangrijke rol voor lokale gemeenten.
                  Om te zorgen voor een doelmatige besteding van de middelen die met het amendement
                  zijn vrijgekomen, levert het NLVI medio 2023 een bestedingskader aan in de vorm van
                  een subsidieaanvraag. Zodra dit definitief is, worden de middelen overgedragen en
                  zal het NLVI e.e.a. bij partners onder de aandacht brengen.
               
Het amendement van het lid Hammelburg (D66) stelt structureel een bedrag van 280.000
                  euro aan extra middelen beschikbaar voor het programma Veteraan in de Klas (Kamerstuk
                  36 200 X, nr. 22). Het doel van dit programma is leerlingen kennis te laten maken met iemand die als
                  militair is ingezet tijdens een oorlog of vredesoperatie. In een gastles deelt de
                  veteraan zijn of haar persoonlijke verhaal waardoor leerlingen een beter beeld krijgen
                  van militaire missies, wat dat met iemand doet en waarom deze missies plaatsvinden.
                  Onlangs sloot ik aan bij zo’n gastles en heb ik ervaren hoe een Bosnië- en Kosovoveteraan
                  interessante dilemma’s voorlegde aan een groep 3 HAVO-leerlingen. Er stond een levendige
                  discussie waaruit ook de waardering bleek voor de inzet van deze veteraan. In de Veteranennota
                  leest u hoe de intensiveringen van het programma Veteraan in de Klas vorm krijgen.
               
Naast bovenstaande geeft de Veteranennota een breed overzicht van alle activiteiten
                  en initiatieven die Defensie ontplooit ten aanzien van veteranen. Zo gaat de Veteranennota
                  onder andere in op het KNAK-initiatief, het sportevenement Invictus Games ende intensievere
                  samenwerking met organisaties die met innovatieve werkwijzen en ideeën inspelen op
                  de zorgbehoefte van de diverse groep veteranen die Defensie rijk is.
               
Mijn waardering voor onze veteranen is groot en hopelijk die van u eveneens. Met veel
                  belangstelling kijk ik daarom weer uit naar Veteranendag. De dag waarop iedereen zijn
                  of haar waardering voor onze veteranen kan laten zien.
               
De Minister van Defensie,
                  K.H. Ollongren
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.