Brief regering : Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 58
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 678 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 mei 2023
Ontwikkelingen in het buitenland hebben invloed op de dreiging in Nederland. Zo hebben
de oorlog in Oekraïne, de machtsovername van de Taliban in Afghanistan en de verminderde
militaire aandacht van grootmachten voor het conflict in Syrië en Irak er de afgelopen
periode aan bijgedragen dat de terroristische dreiging tegen Nederland en omringende
landen is toegenomen. Er zijn opnieuw signalen dat jihadistische organisaties voorbereidingen
treffen om in Europa aanslagen te plegen. Deze groeperingen noemen daarbij expliciet
Nederland als doelwit. Het is daarbij ook nog steeds voorstelbaar dat Nederlandse
jihadisten op individuele basis of met een kleine groep overgaan tot geweld. De grootste
terroristische dreiging voor Nederland blijft dan ook de jihadistische dreiging.
Ook een terroristische aanslag vanuit rechts-terroristische hoek blijft voorstelbaar.
Bovendien heeft Nederland in toenemende mate te maken met anti-institutioneel extremisme.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) schat in dat waarschijnlijk
meer dan honderdduizend personen in meer of mindere mate geloven1 in het narratief van een kwaadaardige elite2 die erop uit zou zijn om de bevolking doelbewust te onderdrukken of zelfs te vermoorden.
Kritisch zijn op de overheid, het hebben van een andere mening of zelfs het geloven
in complotten mag. De vrijheid van meningsuiting is een grondrecht dat te vuur en
te zwaard moet worden verdedigd. Waar de AIVD voor waarschuwt is dat sommige complottheorieën
niet zo onschuldig zijn als ze lijken en kwalijke gevolgen hebben. Rechters, wetenschappers,
journalisten of politici zonder enig valide bewijs beschuldigen van het onderdrukken
of vermoorden van burgers, zelfs baby’s, gaat echt veel te ver. Dergelijke complotten
kunnen verregaande gevolgen hebben. Het kan het publieke vertrouwen in de instituties
aantasten, aanzetten tot bedreigingen, intimideren of gebruik van geweld, aanzetten
tot extremistisch handelen en de voedingsbodem voor radicalisering richting terrorisme
vergroten.
De toename aan bedreigingen en intimidaties tegen politici, rechters, politie, journalisten
of wetenschappers is ernstig, tast het functioneren van het maatschappelijk debat
en de democratische instituties aan, en ondermijnt onze democratische rechtsorde.
Daarom wil het kabinet investeren in de weerbaarheid tegen extremistisch gedachtegoed
en optreden tegen extremistisch uitingen en bedreigingen.
Ofschoon de terroristische dreiging tegen Europa en Nederland vanuit het buitenland
is toegenomen en de extremistische dreiging in Nederland verbreed, passen deze ontwikkelingen
binnen het huidige dreigingsniveau 3 (aanzienlijk). Dat betekent dat een terroristische
aanslag in Nederland voorstelbaar is, maar dat er momenteel geen concrete aanwijzingen
zijn van aanslagplanning. Het blijft met dit dreigingsniveau van cruciaal belang om
terroristisch en extremistisch geweld in een zo vroeg mogelijk stadium de kop in te
drukken. De veranderlijkheid van de dreiging vergt dat doorlopend wordt bezien of
het huidige brede pakket aan maatregelen volstaat of dat aanscherpingen nodig zijn
om de weerbaarheid op orde te houden. Het kader voor de aanpak vormt de Nationale
Contraterrorismestrategie 2022–2026.3
Bijgaand bied ik u het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 58 aan, opgesteld door
de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het Dreigingsbeeld
Terrorisme Nederland geeft inzicht in het actuele dreigingsbeeld en de factoren die
daarvoor bepalend zijn.4
Onverminderde inzet tegen jihadisme nationaal en internationaal
In het afgelopen half jaar zijn er meer aanwijzingen dat internationaal aangestuurde
ISIS-structuren voorbereidingen treffen om aanslagen te plegen in Europa. De verhoogde
dreiging is gericht tegen het Westen en de westerse belangen en gaat uit van netwerken
die worden aangestuurd door ISIS-structuren in Syrië en Afghanistan en daarna verbonden
ISIS-netwerken in Turkije. De lokale ISIS-tak in Afghanistan, de Islamitische Staat
– Khorasan Provincie (ISKP) heeft na de machtsovername van de Taliban in augustus
2021 aan kracht gewonnen. Tegelijkertijd stagneert de omvang van de Nederlandse jihadistische
beweging sinds enkele jaren.
Nederland heeft een stevige en brede aanpak van terrorisme, een hoog niveau van kennis
en expertise en beproefde samenwerkingsverbanden. Binnen de terrorisme- en extremismeaanpak
werken betrokken partijen op lokaal, regionaal, nationaal, maar ook op internationaal
niveau samen om signalen van (gewelddadig) extremisme en terrorisme vroegtijdig te
herkennen en op te volgen. Een andere belangrijke stap voor de aanpak is het wetsvoorstel
tot het verhogen van de maximale straf voor terroristische misdrijven naar twintig
jaar. Dit wetsvoorstel is op 24 maart 2023 naar de Raad van State gestuurd en zal
hopelijk spoedig aan uw Kamer kunnen worden aangeboden voor behandeling.
De dreigingsontwikkeling maakt ook dat alle veiligheidspartners in Nederland extra
alert moeten zijn en bezien wordt of extra maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld ten
aanzien van de beveiliging van Nederlandse ambassades in het buitenland. Tevens is
recentelijk aandacht geweest voor opbouw van kennis en de samenwerking binnen de asiel-
en nareisprocedures van de vreemdelingenketen. U wordt hierover binnenkort geïnformeerd.
Blijvende aandacht is er voor de maatregel intrekken van het Nederlanderschap na een
onherroepelijke veroordeling voor een terroristisch misdrijf (artikel 14, tweede lid
RWN). Dit is in meerdere Dreigingsbeelden Terrorisme Nederland aan de orde geweest.
Indien het Nederlanderschap van een veroordeelde wordt ingetrokken op grond van artikel
14, tweede lid, RWN, zetten betrokken ketenpartners in op het realiseren van vertrek
tijdens of aansluitend op de strafrechtelijke detentie. Voor een deel van deze vrijgekomen
terrorismeveroordeelden, waarbij het Nederlanderschap is ingetrokken, is het op dit
moment echter niet mogelijk om vertrek te realiseren, zelfstandig dan wel gedwongen.
Dit betekent dat zij mogelijk voor een langere periode onrechtmatig in Nederland zullen
verblijven.5 Het kabinet blijft inzetten op intrekken en vertrekken, maar ziet ook dat zolang
vertrek nog niet mogelijk is, er beperkte mogelijkheden zijn voor re-integratie of
reclasseringstoezicht en uitvoeringspartners en lokale overheden minder mogelijkheden
hebben om zicht te houden op eventuele veiligheidsrisico’s. Daarom wordt er op korte
termijn een landelijk afstemmingsoverleg vertrek ingericht.
Vroegsignalering en informatie-uitwisseling op lokaal niveau is onmisbaar. Personen
over wie zorgen zijn dat ze radicaliseren, of kunnen overgaan tot extremistisch of
terroristisch geweld, kunnen worden opgenomen in de lokale persoonsgerichte aanpak.
Het wetsvoorstel persoonsgerichte aanpak en meldingen over radicalisering en terroristische
activiteiten is daarbij essentieel. Dit wetsvoorstel ziet toe op het verstevigen van
de wettelijke basis van het lokale casusoverleg binnen gemeenten. De nota naar aanleiding
van het verslag is op 22 maart 2023 naar uw Kamer verstuurd.
Rechts-terrorisme online en offline herkennen en tegengaan
Bovengenoemde wettelijke versterkingen en maatregelen tegen terrorisme zijn uiteraard
ook gericht op het tegengaan van de rechts-terroristische dreiging. Deze terroristische
dreiging is onveranderd zorgelijk met het accelerationisme als voornaamste dreiging.
De afgelopen periode is een aantal keer in Nederland een mogelijke rechts-terroristische
dreiging actief verstoord. De AIVD bracht in het kader van rechts-terrorisme in 2022
vijf ambtsberichten uit aan het Openbaar Ministerie. De politie arresteerde (onder
andere daarop) een aantal mensen op verdenking van activiteiten die aan rechts-terrorisme
zijn gelinkt.6 In december 2021 werden twee personen veroordeeld voor deelname aan een terroristische
organisatie namelijk the Base.7
In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland wordt, net als in het jaarverslag van de
AIVD8, beschreven dat het gaat om groepen die terroristisch geweld verheerlijken. Deze
veelal (jonge) mannen staan internationaal online met elkaar in contact in wisselende
chatgroepen, kanalen en platforms. De verspreiding gebeurt zelden op een manier die
voor de argeloze (jonge) kijker of volger herkenbaar rechts-extremistisch is, maar
vaak verpakt als «humor» in plaatjes en memes, die haatdragend zijn tegen één groep
in het bijzonder, zoals LHBTIQ+, feministen, linkse activisten, moslims, joden of
politici. Deze content wordt op social media, maar ook in online games gebruikt als
promotie van andere sociale kanalen, groepen of fora waar nog extremere dingen worden
gedeeld of besproken.
Sociale mediaplatforms hebben een verantwoordelijkheid als het gaat om deze content
en het is belangrijk dat zij op hun verantwoordelijkheid worden gewezen. Op 11 mei
2023 heb ik deze problematiek met een aantal grote sociale media platforms en twee
koepelorganisaties van de Nederlandse internetsector besproken en zal deze gesprekken
blijven voeren. Tijdens dit gesprek is afgesproken dat overheid en internetbedrijven
meer samen gaan werken om kennis en expertise uit te wisselen en samen te brengen.
Een belangrijke mijlpaal in de aanpak van terroristische content is dat de Uitvoeringswet
Terroristische Online-inhoud door de Tweede en Eerste Kamer is aangenomen. Deze Uitvoeringswet
zal zo spoedig mogelijk in werking treden zodat de Autoriteit Online Terroristisch
en Kinderpornografisch Materiaal snel kan laten verwijderen. Daarnaast wordt er gewerkt
aan een strategie voor de versterkte aanpak online die ingaat op zowel lokale, nationale
als internationale aspecten van het tegengaan van online extremisme en terrorisme.
Deze strategie voor de versterkte aanpak is medio 2023 gereed. Ook informeer ik uw
Kamer voor de zomer over het onderzoek naar de versterkende werking van algoritmen
ten aanzien van online rechts-extremisme dat door het Wetenschappelijk Onderzoek-
en Documentatiecentrum is onderzocht.
Om signalen van radicalisering richting terrorisme beter te onderkennen is voor veiligheidspartners
en lokale professionals dit voorjaar een symbolenbank met rechts-extremistische en
rechts-terroristische symbolen uitgerold. Juist omdat deze extremistische en terroristische
boodschappen regelmatig verpakt worden in memes en «grappen» zijn ze niet altijd direct
op juiste waarde te schatten.
Om te voorkomen dat personen waar een extremistische of terroristische geweldsdreiging
van uitgaat voor de krijgsmacht gaan werken, ziet de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(MIVD) toe op scherpe veiligheidsscreening. Ook kan de MIVD naar aanleiding van signalen
en onderzoek besluiten een Verklaring van Geen Bewaar in te trekken. Daarnaast wordt
onderzoek verricht om dreigingen aan het licht te brengen en anderen in staat te stellen
om maatregelen te nemen9. Uw Kamer is over de verdere aanpak van rechts-extremisme en rechtsterrorisme in
november 2022 geïnformeerd.10
Extremistische boodschappen niet normaliseren
De projecties met een extremistische boodschap op onder andere de Erasmusbrug in Rotterdam,
het UWV-gebouw in Venlo en het Anne Frank huis in Amsterdam laten de intentie zien
om rechts-extremistisch gedachtegoed breed te verspreiden en te normaliseren. Dit
is om twee redenen zorgelijk. Ten eerste kan de normalisering van extremisme leiden
tot racisme, uitsluiting en discriminatie van minderheden en andersdenkenden. Dit
tast de sociale cohesie aan en kan de democratische rechtsorde op termijn ondermijnen.
Ten tweede bestaat het risico dat verspreiding van dergelijk gedachtegoed inspireert
tot geweldpleging. Met de veroordeling van twee leden van White Lives Matter voor
het plakken van racistische stickers heeft de rechter zich over deze beweging uitgesproken
en een duidelijk signaal afgegeven dat de vrijheid van meningsuiting niet onbegrensd
is. Eind april 2023 is er een persoon aangehouden in Polen die verdacht wordt van
betrokkenheid bij de projecties op het Anne Frank huis. Het Openbaar Ministerie heeft
aan Polen verzocht om uitlevering aan Nederland.
Dezelfde zorgen heeft het kabinet als het gaat om anti-institutioneel extremisme.
Deze vorm van extremisme gaat uit van het kwaadaardig elite-narratief waarbij er sprake
is van een groot wantrouwen tegen de pijlers van onze democratie, van overheid tot
wetenschap, van media tot de rechtspraak. Aanhangers van dit narratief trekken de
legitimiteit van de overheid en democratische instituties in twijfel en wijzen deze
af. De AIVD schat in dat er waarschijnlijk meer dan honderdduizend personen in meer
of minder mate in dit kwaadaardig elite-narratief geloven. De AIVD noemt het een ernstige
bedreiging voor de democratische rechtsorde.11 Het in twijfel trekken van de legitimiteit van de democratische rechtsorde kan verregaande
gevolgen hebben en leiden tot bedreigingen, intimidatie en in het uiterste geval kan
het mensen inspireren tot het plegen van terroristische daden.
Desinformatie tegengaan en bedreigingen en intimidatie aanpakken
Of het nu de omvolkingstheorie of het kwaadaardige elite-narratief is, complottheorieën
kunnen uiting geven aan grieven, aan wantrouwen of aan behoefte aan verbondenheid,
maar soms ook worden aangehaald om verregaande acties te rechtvaardigen. De verspreiding
van complottheorieën kan afbreuk doen aan het publieke vertrouwen in de democratische
instituties, leiden tot polarisatie in de samenleving of direct aanzetten tot opruiing,
bedreigingen of geweld. Uw Kamer is op 23 december 2022 geïnformeerd door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de nieuwe rijksbrede strategie
voor de aanpak van desinformatie.12 In deze strategie staat de vrijheid van meningsuiting centraal, en wordt ook duidelijk
waar die begrensd wordt.
Bedreigingen uit welke hoek dan ook zijn diepingrijpend voor alle personen en hun
gezinnen die worden bedreigd. Het is onze plicht om veiligheid te bieden aan degenen
die dat nodig hebben. Aangifte doen is cruciaal evenals de inzet van de organisaties
binnen het stelsel van bewaken en beveiligen. Onlangs heb ik met uw Kamer uitgebreid
gesproken over de vernieuwing van het stelsel.13 Indien er sprake is van strafbare feiten zal de politie, onder gezag van het Openbaar
Ministerie, hier tegen optreden. Dat geldt ook voor aanjagers en zij die anderen opruien
tot het plegen van strafbare feiten. In januari jl. is een persoon veroordeeld voor
opruiing en april jl. volgde een veroordeling van een ander persoon voor opruiing
en bedreiging. Daar waar het wettelijke instrumentarium ontoereikend is wordt deze
uitgebreid. Zo is het wetsvoorstel doxing op 7 februari jl. aangenomen door de Tweede
Kamer. Dit wetsvoorstel beoogt het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende
doeleinden strafbaar te stellen.
Zorgen over anti-institutioneel extremisme en complottheorieën leven ook in andere
EU-lidstaten. In de Vendôme-groep van april jl. heb ik met gelijkgestemde landen gesproken
over deze ontwikkelingen en de samenwerking in Europa. Daarnaast is Nederland onder
meer samen met Italië voorzitter van een werkgroep om met ongeveer zestien EU-landen
een handboek voor uitvoerders op te stellen over het tegengaan van anti-institutioneel
extremisme.
Dit handboek moet eind 2023 gereed zijn. In Nederland werken onder coördinatie van
de NCTV momenteel veiligheidspartners, gemeenten en partners in het sociaal zorgdomein
aan een extremismestrategie zoals aangekondigd per brief van november 2022. Deze is
medio dit jaar gereed.14 Hierin wordt ook ingegaan op de meer sluimerende en niet gewelddadige vormen van
extremisme.
Soevereinen stellen gemeenten voor nieuwe uitdagingen
Een relatief nieuwe vorm van verregaande afkeer van onze democratische instituties
is de soevereinenbeweging in Nederland. Soevereinen ontkennen op basis van complottheorieën
de juridische en democratische legitimiteit van de overheid. Van het grootste deel
van de beweging gaat geen geweldsdreiging uit, maar het is wel zorgelijk wanneer vanuit
dit gedachtengoed personen worden aangemoedigd om geen belasting meer te betalen of
hun kinderen van school te halen. De soevereinen in Nederland laten zich dan ook niet
goed vergelijken met de Reichsburgerbeweging in Duitsland. Hierover heb ik u per brief
geïnformeerd, naar aanleiding van de arrestaties in Duitsland.15 Wel kan de soevereinenbeweging op termijn de democratische rechtsorde ondermijnen
wanneer politici of overheidsfunctionarissen worden bedreigd, of als democratische
instituties niet erkend worden en een eigen rechtsstructuur of een parallelle samenleving
wordt opgetuigd. De verregaande maatregelen die nodig zijn bij gewelddadig extremisme
en terrorisme zijn hier alleen passend, wanneer iemand vanuit dit gedachtegoed radicaliseert
en er signalen zijn van gewelddadig extremisme of terrorisme. In dit geval kan een
individu behorend tot de soevereinenbeweging worden opgenomen in een persoonsgerichte
aanpak.
De dreigingsontwikkeling in Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 58 laat zien dat we
alert en waakzaam dienen te blijven. De integrale aanpak terrorisme biedt hiervoor
de beleidsmatige basis. De inzet blijft om (nieuwe) dreigingen tijdig te onderkennen,
nieuwe aanwas voor terroristische groeperingen te voorkomen, en het aanzetten tot
of plegen van terroristisch of extremistisch geweld tegen te gaan. Ook blijf ik mij
inzetten om de democratische rechtsorde te beschermen zodat we het maatschappelijk
debat op een veilige wijze met elkaar kunnen blijven voeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid