Brief regering : Plan van aanpak invoeringstoets
36 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023
Nr. 92
                   BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID,
               PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 mei 2023
Om eerder en beter te kunnen inspelen op signalen van burgers, organisaties en bedrijven
                  over de werking van nieuwe regelgeving in de praktijk is in het coalitieakkoord (bijlage
                  bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) aangekondigd dat het kabinet gaat werken met invoeringstoetsen. Daarmee kan er snel
                  na de invoering van nieuw beleid gesignaleerd worden of er sprake is van onvoorziene
                  effecten en desnoods worden bijgestuurd als er oplosbare problemen opdoemen. Ook ondersteunt
                  de invoeringstoets de positie van de uitvoeringsorganisaties, die hiermee beter in
                  staat worden gesteld om de knelpunten uit de uitvoeringspraktijk terug te leggen op
                  de beleidstafel.
               
Met uw brief van 9 februari 2023 is verzocht om voorafgaand aan drie aangekondigde
                  invoeringstoetsen nadere informatie aan de Kamer te zenden hierover, inclusief een
                  plan van aanpak. Met deze brief reageren wij op uw verzoek.
               
Om leerervaring op te doen met de invoeringstoets heeft het Ministerie van SZW twee
                  voorstellen en één subsidieregeling geselecteerd, die hierna toegelicht worden. Het
                  Ministerie van SZW en de uitvoeringsorganisaties doen hiermee een eerste ervaring
                  op met deze nieuwe vorm van evalueren. Naast de inhoudelijke evaluatie van de betreffende
                  regelgeving, is ook het verder vormgeven van het proces een doel van deze invoeringstoetsen.
               
Subsidieregeling STAP-budget
Bij de voorjaarsbesluitvorming heeft het kabinet besloten om het STAP-budget te beëindigen
                  vanaf 2024. Er wordt op dit moment onder andere onderzocht hoe deze regeling zorgvuldig
                  kan worden afgerond. Wij verwachten uw Kamer hier binnenkort, samen met de uitkomsten
                  van de invoeringstoets, over te informeren.
               
Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele
                     andere wetten
De Wet vereenvoudiging Wajong bestaat uit zeven maatregelen:
1. Regels voor inkomensondersteuning harmoniseren.
2. Regels voor eindigen en herleven recht op oWajong en Wajong 2010 aanpassen.
3. Passend werkaanbod in de Wajong 2010 versoepelen.
4. Studieregeling in de Wajong 2010 schrappen.
5. Uitsluitingsgrond studerende in de Wajong 2015 schrappen.
6. Instroom in de oWajong afsluiten.
7. Mogelijkheid om af te zien van oWajong creëren.
Met de invoeringstoets wordt getoetst hoe deze maatregelen in de praktijk uitpakken
                  voor zowel de doelgroep (jonggehandicapten) als voor UWV als uitvoeringsorganisatie.
                  Omdat de invoeringstoets licht en kort beoogd te zijn en de Vereenvoudiging Wajong
                  een uitgebreide wetwijziging betreft, kiezen we voor een toetsing enkel op de hoofddoelstellingen
                  van de Vereenvoudiging Wajong als totaal. We toetsen niet iedere maatregel afzonderlijk.
                  Het doel van de Vereenvoudigingsmaatregelen als totaal is om werk en studeren te stimuleren
                  door drempels weg te nemen en om te harmoniseren, waardoor regelingen beter te begrijpen
                  zijn. Voor de invoeringstoets Wet vereenvoudiging Wajong staan de volgende vragen
                  centraal:
               
1. Hoe pakken de vereenvoudigingsmaatregelen Wajong uit naar het oordeel van mensen die
                        een Wajong-uitkering ontvangen?
                     
– Ervaren Wajongers minder drempels om te gaan werken of studeren?
– Zijn de Wajong-regelingen beter te begrijpen?
– Zijn er in de praktijk knelpunten of onbedoelde effecten?
– Zijn er mogelijk (indirect) discriminerende aspecten?
2. Wat zijn de ervaringen van de professionals uit de uitvoering met de Wet vereenvoudiging
                        Wajong?
                     
– Heeft harmonisering van de drie Wajongregelingen geleid tot betere uitlegbaarheid
                              aan onze Wajongcliënten?
                           
– Zijn er knelpunten of onbedoelde effecten?
– Zijn de aannames uit de uitvoeringstoetsen correct?
Voor het beantwoorden van deze vragen worden signalen opgehaald via de UWV cliëntenraad,
                  UWV Klant & Service en Ieder(in) die gedurende de implementatie van de wet een informatiepunt
                  Wajong hebben gevoerd. Daarnaast zullen mensen met een Wajong-uitkering worden bevraagd,
                  en middels interviews ervaringen worden opgehaald van professionals in de uitvoering
                  bij UWV en worden reeds beschikbare rapportages en onderzoeken gebruikt.
               
Wij verwachten de invoeringstoets, voorzien van een reactie, na het zomerreces met
                  uw Kamer te kunnen delen.
               
Wetsvoorstel Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector
De Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector
                  (Kamerstuk 36 166) is op 21 februari 2023 door de Eerste Kamer aangenomen (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 5). De wet zal in werking treden op 1 juni 2023.
               
Deze wet bevat detacheringsregels die zijn aangepast aan de specifieke aard van het
                  wegvervoer. Zo wordt verduidelijkt welke wegvervoersactiviteiten onder de detacheringsregels
                  vallen. Daarnaast bevat de wet administratieve voorschriften en controlemaatregelen
                  om een effectieve en efficiënte handhaving van deze sectorspecifieke regels te verzekeren
                  en om de administratieve lasten voor vervoersondernemingen te beperken.
               
Dergelijke sectorspecifieke regels zijn nodig om een evenwicht te waarborgen tussen
                  het verlenen van correcte arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming voor bestuurders,
                  het vrije verkeer van goederen, en de vrijheid van ondernemers om grensoverschrijdende
                  diensten in de wegvervoersector te kunnen verlenen.
               
Zoals aangegeven in de memorie van toelichting1 en de Nota naar aanleiding van het verslag2 zal een invoeringstoets worden uitgevoerd om te bezien hoe deze nieuwe wet uitpakt
                  voor de doelgroepen: de vervoersondernemingen uit de andere lidstaten die hun bestuurders
                  in Nederland detacheren en de gedetacheerde bestuurders zelf. De sociale partners
                  in de wegvervoersector zullen worden betrokken bij de invoeringstoets.
               
Daarnaast zal in de invoeringstoets moeten worden bezien hoe deze nieuwe wet uitpakt
                  in de praktijk met betrekking tot het toezicht op de naleving van deze wet door de
                  Nederlandse Arbeidsinspectie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
               
Een deel van de bepalingen van dit wetsvoorstel treedt op zijn vroegst in augustus
                  2023 in werking. Dit houdt verband met de invoering van de slimme tachograaf 2.0.
                  Daarom zal een invoeringstoets op zijn vroegst in 2024 plaatsvinden. Begin 2024 sturen
                  wij een uitgewerkt plan van aanpak voor deze invoeringstoets aan de Kamer.
               
Wij gaan er vanuit dat wij uw Kamer hiermee voldoende hebben geïnformeerd over de
                  opzet van deze komende invoeringstoetsen. Daarnaast zullen wij uw Kamer via de periodieke
                  Stand van de Uitvoering informeren over de uitvoering van invoeringstoetsen.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
