Brief regering : Publicatie AIVD: “Anti-institutioneel-extremisme in Nederland
30 977 AIVD
Nr. 169
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 mei 2023
In het jaarverslag over 2022 (Kamerstuk 30 977, nr. 168) schrijft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) dat er op de lange
termijn een dreiging uitgaat van extremisten die zich niet alleen richten tegen de
overheid, maar ook meer en meer tegen allerlei organisaties en instituties. Hierbij
bied ik u een uitgebreide publicatie van de AIVD aan over het anti-institutioneel-extremisme
in Nederland. In deze publicatie geeft de AIVD een verdiepende duiding van deze ontwikkeling.
In deze brief schets ik eerst kort de dreiging van het anti-institutioneel-extremisme
in Nederland. Daarna beschrijf ik het belang van een weerbare democratische rechtsorde
en de inzet die nodig is.
Publicatie over het anti-institutioneel-extremisme in Nederland
Het hoort bij een gezonde democratische rechtsorde dat mensen kritiek kunnen uiten
op de overheid. Kritiek, protest en demonstraties tegen het beleid van instituties
zijn essentieel voor het functioneren van de democratische rechtsorde. De AIVD signaleert
dat sinds het begin van de coronapandemie meer Nederlanders kritisch zijn op de overheid
en op de politiek, wetenschap, journalistiek en rechtspraak.
Tegelijk ziet de AIVD dat er een extremistische beweging is ontstaan die bepaalde
ingrijpende gebeurtenissen van de afgelopen jaren niet alleen verkeerd of oneerlijk
vindt, maar die ook zegt dat zulke gebeurtenissen onderdeel zijn van een vooropgezet
plan om Nederlanders bewust kwaad te doen. Deze zogenoemde anti-institutioneel-extremisten
stellen dat «de elite» mensen wil onderdrukken, tot slaaf maken of vermoorden. Deze
extremistische beweging stelt dat er bij de overheid, de rechtspraak, de kranten en
tv-zenders, de wetenschap, bij grote bedrijven en de politie een kwaadaardige elite
aan de knoppen zit, die uit is op totale wereldcontrole. De boodschappen van deze
beweging worden onder andere via sociale media verspreid, zowel in open als gesloten
groepen.
De AIVD noemt dat wereldbeeld van aanhangers van deze extremistische beweging een
narratief. Het is een verzameling boodschappen met een verklaring voor dingen die
gebeuren in de wereld. Het overkoepelende narratief over een «kwaadaardige elite»
vormt volgens de AIVD een ernstige dreiging voor de democratische rechtsorde op de
lange termijn.
De AIVD stelt dat dit narratief de democratische rechtsorde ondermijnt. In de eerste
plaats omdat het een wereldbeeld creëert dat feitelijke onjuist is. De AIVD ziet geen
aanwijzingen dat er op allerlei plekken in de overheid, de media en de wetenschap
een elite werkt aan een geheim plan om de bevolking tot slaaf te maken of zelfs te
vermoorden. Als extremisten dit zeggen en dit door andere mensen wordt geloofd, kunnen
mensen hun vertrouwen in zulke instituties verliezen.
De AIVD signaleert dat dit onze manier van samenleven kan schaden, want vertrouwen
is het fundament van onze democratische rechtsorde. Zowel tussen burgers en overheid
als tussen mensen onderling. Meer polarisatie kan leiden tot grotere meningsverschillen
tussen mensen. Sommige anti-institutioneel-extremisten trekken zich terug in eigen
groepen en pleiten voor een parallelle samenleving zonder daarbij de Nederlandse wet-
en regelgeving te accepteren.
Ten tweede noemt de AIVD dat het narratief een aansporing kan zijn voor individuele
aanhangers van deze beweging om geweld te gebruiken tegen mensen van wie zij denken
dat deze bij «de elite» horen. Invloedrijke kopstukken die het narratief verspreiden,
onder andere via sociale media, zetten over het algemeen niet expliciet aan tot het
plegen van geweld, maar vertellen aanhangers dat zij in oorlog zijn met «de elite».
Dit kan voor enkelen een rechtvaardiging zijn voor het gebruiken van geweld.
De AIVD schat in dat er op dit moment waarschijnlijk minstens honderdduizend Nederlanders
in enige mate het narratief over een «kwaadaardige elite» aanhangen. Het is mogelijk
dat deze groep groeit, omdat het narratief aansluit bij andere extremistische boodschappen
en nieuwe gebeurtenissen kunnen worden aangegrepen door anti-institutioneel-extremisten
als een aanwijzing voor het werk van een «kwaadaardige elite».
De AIVD wil met deze publicatie de samenleving, overheid en haar instituties in staat
stellen dit fenomeen te begrijpen, om de dreiging van het anti-institutioneel-extremisme
te herkennen en tegen te gaan. Daarbij is het cruciaal dat onderscheid wordt gemaakt
tussen vijandigheid gebaseerd op een extremistische ideologie, zoals de AIVD die beschrijft,
en reguliere vormen van kritiek tegen instituties. Kritiek, protest en demonstraties
horen immers bij het functioneren van de democratische rechtsorde.
Belang van de democratische rechtsorde
De ontwikkelingen die de AIVD signaleert, geven reden tot zorg. Het kwaadaardig elite
narratief draagt uit dat politiek, bestuur, rechterlijke macht en pers erop uit zijn
mensen te onderdrukken, tot slaaf te maken en te vermoorden. Dit is een directe aanval
op de mensen die werken in deze instituties. Het is ondermijnend voor de democratische
rechtsorde om het gezag van deze instituties systematisch te verwerpen op basis van
ernstige verdachtmakingen waar geen feitelijk bewijs voor is. Het belemmert de versterkende
werking van deze instituties, nog los van de uitwassen van extreme haat, intimidatie
en bedreigingen die journalisten, burgemeesters en andere mensen in publieke functies
over zich heen krijgen. Over de aanpak van de uitwassen van extremisme in normerende
en handhavende zin, daar waar wantrouwen overgaat in geweld en bedreiging, bent en
wordt u geïnformeerd door de Minister van Justitie en Veiligheid.1
Vanuit mijn verantwoordelijkheid als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor het beschermen van de democratische rechtsstaat, gaat mijn aandacht vooral uit
naar de lange termijn dreiging voor democratie en rechtsstaat die uitgaat van dit
narratief. Een democratische rechtsorde kan niet zonder democratisch normbesef en
een mate van vertrouwen in rechters, overheidsambtenaren, journalisten en andere mensen
in publieke functies. Moedwillige verscherping van tegenstellingen en wantrouwen erodeert
op sluipende wijze die instituties die juist onze manier van leven mogelijk maken.
Onze democratische rechtsorde is in de loop van eeuwen ontwikkeld zodat we tegenwoordig
in vrede en vrijheid samen kunnen leven. Samenleving en democratische instituties
vormen daarin een geheel. Burgers geven vorm aan democratie en rechtsstaat door te
participeren in de samenleving en door op een respectvolle manier met elkaar om te
gaan. Kritiek hoort hierbij. Gezond wantrouwen, protest en demonstraties tegen het
optreden van de overheid zijn, zoals gezegd, essentieel voor het functioneren van
de democratische rechtsstaat. Dit staat niet ter discussie.
De instituties van de democratische rechtsstaat bieden wettelijke kaders voor de interactie,
helpen bij de oplossing van conflicten, bewaken onze veiligheid en grondrechten (ook
tegen de macht van de staat). Tegelijk zijn ook onze instituties niet statisch; ze
worden doorlopend verbeterd om beter te functioneren in veranderende omstandigheden.
Ik ben ervan overtuigd dat de mensen die in onze democratische instituties werken
het goede voorhebben. Maar goede wil alleen is geen garantie voor rechtvaardigheid
en resultaat. Te vaak gaat er iets mis, met soms ernstige gevolgen. Goed bedoelde
wetgeving en beleid zijn soms niet of slecht uitvoerbaar. Op regels letten, is niet
altijd hetzelfde als rechtvaardig handelen.
Hoewel Nederlanders het leven in een democratie zeer waarderen en over het algemeen
vertrouwen hebben in rechters en politie, zijn ze sceptisch over het vermogen van
politiek en overheid om problemen op te lossen.2 Het vertrouwen in overheid en politiek is sterk verminderd.3 Het is belangrijk om die signalen serieus te nemen en ernaar te handelen.
Maar juist hier is de democratische rechtsorde onontbeerlijk. Hetzelfde systeem dat
soms tekort schiet, is ook het systeem dat dit kan, en zal, herstellen. De invloed
van vrije media en wetenschap brengt misstanden aan het licht. Juist de interventies
van een onafhankelijke rechterlijke macht en andere «checks en balances» brengen rechtvaardigheid
en herstel.
Ik bezie het rapport van de AIVD in deze bredere maatschappelijke context. Het antwoord
moet dan ook meer zijn dan een veiligheidsrespons. Nodig is een bredere inzet op versterking
van de weerbaarheid van de democratische rechtsorde, vanuit de overheid en vanuit
de hele samenleving.
Versterken weerbaarheid democratische rechtsorde
In eerste instantie gaat het om ons als mensen die met elkaar samenleven. In een democratie
hebben we de vrijheid om mee te doen in het publieke debat en om de overheid kritisch
te volgen. We kunnen vele wegen bewandelen om onze stem te laten horen, zoals allerlei
vormen van protest, het belonen of wegstemmen van politici bij verkiezingen of zelf
politiek actief worden. Dit zijn grondrechten die ook verantwoordelijkheden met zich
meebrengen. Zoals ruimte laten voor andere meningen en respectvol omgaan met medeburgers,
ook als die een publieke functie hebben.
Naast dit actieve burgerschap is het ook nodig dat we met elkaar nadenken over hoe
we weerbaarder kunnen zijn tegen deze sluipende dreiging die de AIVD beschrijft. Beseffen
we voldoende het belang van de democratische rechtsorde? Hoe gaan we over belangrijke
zaken in gesprek met elkaar? Beseffen we hoezeer het discrimineren en hanteren van
vijandsbeelden onze open manier van samenleven onder druk zet? Hoe kunnen we in onze
eigen houding en gedrag de waarden van democratisch burgerschap beter uitdragen? Een
ieder kan hier het verschil maken.
De overheid kan dit actieve en weerbare burgerschap steunen door de mogelijkheden
voor invloed en controle van mensen te versterken.4 Bijvoorbeeld door wettelijke ingrepen (Wet versterking participatie op decentraal
niveau). Door in het burgerschapsonderwijs aandacht te hebben voor vaardigheden voor
dialoog en conflicthantering.5 Door het publieke debat te versterken met steun voor onderzoeksjournalistiek en stimulering
van alternatieven voor online platformen. Door het huis van de democratische rechtsstaat
continu te verstevigen: denk aan versterking van grondwettelijke vrijheden en rechtsbescherming
(constitutionele toetsing), onafhankelijke tegenspraak en tegenmacht.
Tot slot willen we een overheid die waakzaam is op eroderende invloeden. Door mensen
in een publiek ambt weerbaarder te maken tegen bedreiging en ondermijning.6 Door bewustwording van moedwillige desinformatie en daarop – als burger en als overheid
– te reageren.7 En door in te zetten op nieuwe en bestaande wettelijke verdedigingslinies.
Bij al deze inzet moeten we ook in de spiegel kijken. Op dit moment werkt de overheid
niet altijd goed voor iedereen.8 Soms staat zij niet naast, maar tegenover mensen. Zoals bij de Toeslagenaffaire en
bij de gaswinning in Groningen. De overheid moet de verbinding met de samenleving
herstellen. Meer dienstbaar zijn, dichtbij en responsief. Met het hele kabinet zetten
we hierop in. We nemen hierbij de aandachtspunten ter harte uit de beschouwingen over
gezagswaardigheid en slagkracht van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad van
State.9
Tot slot
Lange tijd was het vertrouwen van mensen in de instituties van de democratische rechtsstaat
vanzelfsprekend. Die tijd is voorbij. We bewegen ons op glad ijs. Deze AIVD-publicatie
wijst de samenleving en overheid erop hoe belangrijk het is dat we onze democratische
rechtsorde krachtig beschermen. Niet alleen tegen de mogelijke veiligheidsdreiging
van extremisme, maar ook tegen de meer sluipende erosie van het vertrouwen en respect
die de kern vormen van ons democratisch samenleven. Zoals is toegezegd, ontvangt uw
Kamer medio dit jaar een extremismestrategie, waarin voor beide risico’s aandacht
is.
Naar aanleiding van deze publicatie van de AIVD bezien de Minister van Justitie en
Veiligheid en ik met alle landelijke en lokale partners wat er nodig is om onze democratische
rechtsorde nog weerbaarder te maken tegen deze en andere extremistische dreigingen.
Hierbij betrekken we ook de uitkomsten van de Commissie Versterken Weerbaarheid Democratische
Rechtsorde10. In het najaar ontvangt uw Kamer een uitgebreidere gezamenlijke brief van de Minister
van Justitie en Veiligheid, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mijzelf,
waarin we onder andere reageren op de aanbevelingen van deze commissie. Ook heeft
het kabinet daarbij oog voor de internationale dimensie. Zo is Nederland onder meer
samen met Italië voorzitter van een werkgroep om met andere EU-landen een handboek
voor uitvoerders op te stellen over het tegengaan van anti-institutioneel-extremisme.
Dit handboek moet eind 2023 gereed zijn.
Een eerste stap is het vergroten van de bewustwording over anti-institutioneel-extremisme.
Daarbij dienen we het gesprek met elkaar aan te gaan, zowel binnen het openbaar bestuur
als in de brede samenleving.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties