Brief regering : Overzicht IMVO-wetgeving
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 422
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2023
Zoals bekend heeft het kabinet in het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) afgesproken dat Nederland in de EU wetgeving voor internationaal maatschappelijk
                  verantwoord ondernemen (IMVO) bevordert en nationale wetgeving invoert die rekening
                  houdt met een gelijk speelveld met de omringende landen en implementatie van EU-wetgeving.
                  Om tot een zorgvuldige uitvoering van deze afspraak te komen, is inzicht nodig in
                  de recente ontwikkelingen en in de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende
                  internationale en nationale initiatieven. Graag deel ik deze inzichten met u middels
                  deze Kamerbrief, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Ook bericht
                  ik uw Kamer over ontwikkelingen rondom nationale wetgeving in België en Luxemburg.
                  Tot slot schets ik het vervolgproces ten aanzien van de totstandkoming van de CSDDD.
               
Overzicht van IMVO-wetten en wetsvoorstellen
EU, Nederland, Duitsland en Frankrijk
Hierbij bied ik uw Kamer een overzicht aan van verschillende wetten en wetstrajecten
                  op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik geef hierin
                  weer hoe verschillende brede IMVO-wetten en wetsvoorstellen er op een aantal kernelementen
                  ten opzichte van elkaar uitzien, te weten het Europese Commissievoorstel inzake de
                  Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), de Raadspositie inzake de CSDDD en het initiatiefvoorstel Wet Verantwoord
                  en Duurzaam Internationaal Ondernemen. Daarnaast ga ik in op nationale IMVO-wetten
                  in een aantal ons omringende landen, te weten de Franse Loi de Vigilance en de Lieferkettengesetz in Duitsland.
               
Ik ga bij elke wet of wetsvoorstel in op de volgende kernelementen: reikwijdte (inclusief
                  rol van de financiële sector), gepaste zorgvuldigheidsvereisten, algemene zorgplicht,
                  bestuurdersverplichtingen, definitie van de waardeketen, klimaatplan en toezicht,
                  handhaving en aansprakelijkheid. Voor het overzicht verwijs ik graag naar de tabel
                  in de bijlage bij deze brief.
               
Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk kent geen brede IMVO-verplichting. Wel is sinds 2015 de UK Modern Slavery Act van kracht. Deze transparantiewet is van toepassing op ondernemingen met een jaaromzet
                  van >GBP 36 miljoen pond. Bedrijven die binnen de reikwijdte van de wet vallen moeten
                  een jaarlijkse verklaring publiceren over de risico’s van moderne slavernij en mensenhandel
                  in hun productieketen en over de stappen die zij zetten om die risico’s te mitigeren
                  of voorkomen. Deze verklaring moet worden goedgekeurd door het bestuur en op toegankelijke
                  wijze worden gepubliceerd. Het betreft geen verplichting tot (rapportage over) de
                  stappen van het gepaste zorgvuldigheidsproces in lijn met de OESO-richtlijnen voor
                  Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen). Een algemene zorgplicht maakt geen
                  onderdeel uit van de wet. De rapportageverplichting beperkt zich niet tot de eigen
                  activiteiten, maar heeft ook betrekking op activiteiten in de waardeketen. De UK Modern Slavery Act wordt gehandhaafd door de Minister van Binnenlandse Zaken, die bedrijven via een civiele
                  procedure via het Hooggerechtshof tot naleving van de rapportageplicht kan dwingen.
                  Er is geen sprake van strafrechtelijke handhaving.
               
Ontwikkelingen rondom nationale wetgeving in België en Luxemburg
België
Ook in België is geen nationale IMVO-wetgeving van kracht. Een parlementair initiatiefvoorstel,
                  ingediend in april 2021, is nog niet behandeld in het Belgische parlement en het is
                  onbekend wanneer dit zal gebeuren. Wel hebben afgelopen jaar twee hoorzittingen over
                  IMVO plaatsgevonden, waarbij o.a. het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken
                  een briefing heeft verzorgd. Het ingediende voorstel bevat een verplichting voor grote
                  bedrijven (>250 medewerkers, >EUR 43 miljoen activa of >EUR 50 miljoen omzet), inclusief
                  grote niet-Belgische bedrijven, en voor het MKB in risicosectoren en -regio’s om,
                  in lijn met de OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights, een waakzaamheidsplan te ontwikkelen, implementeren en jaarlijks te publiceren.
                  Met een dergelijk plan dienen bedrijven de risico’s in hun keten in kaart te brengen
                  en stappen uiteen te zetten om die risico’s aan te pakken. De financiële sector maakt
                  onderdeel uit van het voorstel. Bovendien wordt de financiële sector benoemd als potentiële
                  hoogrisicosector. Ook bevat het initiatiefvoorstel een algemene zorgplicht voor alle
                  bedrijven. In het voorstel wordt niet gerefereerd aan specifieke klimaatrisico’s of
                  een klimaatactieplan. Tot slot voorziet het voorstel in zowel civielrechtelijke als
                  bestuursrechtelijke handhaving, evenals strafrechtelijke handhaving op het niveau
                  van de verantwoordelijke bestuurder.
               
Luxemburg
Luxemburg kent geen nationale IMVO-wetgeving. Een besluit over het al dan niet invoeren
                  hiervan, zoals aangekondigd in het coalitieakkoord van regering Bettel-Schneider II,
                  is nog niet genomen. Luxemburg is voorstander van Europese wetgeving op het gebied
                  van IMVO en wacht ontwikkelingen in Brussel ten aanzien van de CSDDD daarom af.
               
Vervolgproces totstandkoming CSDDD
Binnen het Europees Parlement (EP) leidt de juridische commissie (JURI) het dossier
                  van de Europese richtlijn voor IMVO (CSDDD). Op 25 april heeft JURI haar positie vastgesteld
                  t.a.v. de CSDDD. Eerder namen acht andere commissies al opinies aan, die in de JURI-positie
                  zijn verwerkt. Het EP stemt naar verwachting op 1 juni a.s. plenair over zijn positie.
                  Kort daarna volgen de trilogen tussen de Raad, het EP en de Commissie. De Raad wordt
                  vertegenwoordigd door het Zweedse en vervolgens door het Spaanse (tweede helft 2023)
                  voorzitterschap. Het zwaartepunt van de triloog-fase ligt naar verwachting in de tweede
                  helft van 2023.
               
Het kabinet zet zich actief in voor het bereiken van een akkoord in de triloog, vóór
                  de Europese Parlementsverkiezingen in 2024. Nederland zal bij het voorzitterschap
                  blijven pleiten voor spoedige vaststelling van Europese IMVO-wetgeving, conform internationale
                  standaarden en met aandacht voor een gelijk speelveld voor bedrijven en een zo groot
                  mogelijke positieve impact voor mens en milieu. Het kabinet blijft op deze manier
                  nauw en actief betrokken bij de totstandkoming van deze belangrijke IMVO-richtlijn.
               
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
                  E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
