Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 30 mei 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2661 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2023
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 30 mei
2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VOOR DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 30 MEI 2023
Op dinsdag 30 mei a.s. vindt in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de
agenda1 staat een eerste bespreking van de concept geannoteerde agenda van de Europese Raad
(ER) van 29 en 30 juni a.s., de Artikel 7(1) procedure van Hongarije en de Artikel
7(1) procedure van Polen. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te
nemen aan deze Raad.
Voorbereiding Europese Raad van 29 en 30 juni
De Raad zal de voorbereiding voor de Europese Raad (ER) van 29 en 30 juni a.s. ter
hand nemen op basis van een concept geannoteerde agenda. Op de agenda van de ER staan
naar verwachting de volgende onderwerpen: Russische agressie tegen Oekraïne, economie
en concurrentievermogen, veiligheid en defensie, voorbereiding van de Top van staatshoofden
en regeringsleiders van de EU en de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische
Staten (CELAC), migratie en China.
Russische agressie tegen Oekraïne
De ER zal stilstaan bij de laatste ontwikkelingen van de Russische agressie tegen
Oekraïne. De inzet van het kabinet blijft ongewijzigd.2 Dit betekent dat het zich enerzijds onverminderd blijft inzetten om de druk op Rusland
verder te vergroten om de agressie te beëindigen, inclusief verdere aanscherping van
de sancties tegen Rusland. Anderzijds blijft het kabinet zich inzetten voor zoveel
mogelijk steun aan Oekraïne, waaronder op accountability, militaire en humanitaire steun, zowel bilateraal als vanuit de EU en in nauwe samenwerking
met internationale partners en organisaties.
Economie en concurrentievermogen
De ER zal mogelijk de discussie over het Europese concurrentievermogen voortzetten,
na eerdere bespreking tijdens de ER van 23 maart jl.3 Naar verwachting zal hierbij aandacht zijn voor de voortgang die is gemaakt op de
verschillende pijlers, die bijdragen aan het versterken van het Europese concurrentievermogen,
zoals beschreven in de ER conclusies van 23 maart jl.4 en de lange termijn concurrentievermogen strategie van de Commissie van 16 maart
jl.5 Het kabinet kijkt daarbij uit naar de voortgangsrapportage die de Commissie zal presenteren
op deze pijlers voorafgaand aan de ER van 29 en 30 juni a.s. Ook zal mogelijk aandacht
zijn voor de Commissievoorstellen van de Critical Raw Materials Act6 en de Net Zero Industry Act7, die onderdeel uitmaken van het Green Deal Industrial Plan van de Commissie van 1 februari jl. Het kabinet verwelkomt de ambitie van de Commissie
om de leveringszekerheid van grondstoffen te verbeteren en om koploper te blijven
in de groene transitie en schone technologieën. Ook verwelkomt het kabinet de jaarlijkse
beleidscyclus om het Europese concurrentievermogen te evalueren waartoe de ER van
23 maart jl. op initiatief van Nederland heeft opgeroepen.8 Het kabinet denkt actief mee aan de mogelijke invulling van deze jaarlijkse beleidscyclus.
Veiligheid en defensie
De ER zal naar verwachting tevens stilstaan bij veiligheid en defensie, met name ten
aanzien van de uitvoering van eerdere conclusies over veiligheid en defensie en de
richtlijnen geformuleerd tijdens de Versailles-top van 10 en 11 maart 20229 en het Strategisch Kompas10. In het kader hiervan zal de ER ook spreken over de initiatieven om de levering van
met name artilleriemunitie aan Oekraïne te vergroten en te versnellen, en de productiecapaciteit
van de Europese defensie-industrie op te schalen. Het kabinet acht het van belang
dat de militaire steun voor Oekraïne wordt voortgezet.
Voorbereiding van de EU-CELAC Top
Op 17 en 18 juli a.s. vindt de gezamenlijke Top van staatshoofden en regeringsleiders
van de EU en de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten (EU-CELAC
Top) plaats in Brussel. De Top dient de basis te leggen voor een diepgaander en gemoderniseerd
partnerschap met Latijns-Amerika en de Cariben en moet gezien worden tegen de achtergrond
van versterkt engagement met de regio. Het kabinet ziet kansen om de samenwerking tussen de EU en de regio
te verdiepen op terreinen als internationale rechtsorde en multilateralisme, de aanpak
van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, klimaat, water, kritieke grondstoffen,
digitalisering en cyber. Ook op het terrein van handel en investeringen, in het bijzonder
de energietransitie, liggen goede mogelijkheden de relaties te verdiepen. Zodra er
meer duidelijkheid is over de contouren van de Top, zal het kabinet uw Kamer nader
informeren over de Nederlandse inzet.
Migratie
Nederland vraagt voortdurend aandacht voor de uitdagingen op het terrein van migratie
in Europees verband, zodat het dossier hoog op de Europese agenda blijft staan. Naar
verwachting staat migratie in juni opnieuw op de agenda van de ER. Naast nieuwe EU-wetgeving,
zoals het beoogde Asiel- en Migratiepact, is adequate Europese actie nodig om grip
op migratie te versterken, ook voorafgaand aan de implementatie van de nieuwe wetgeving.
Tijdens de buitengewone Europese Raad van 9 februari jl. zijn concrete stappen voorwaarts
geïdentificeerd waarmee de Commissie en de lidstaten direct aan de slag zijn gegaan.11 Dit betreft onder andere versterking van grensbeheer door middel van aanvullende
financiering en samenwerking van Frontex met derde landen, intensivering van partnerschappen
met landen van herkomst en transit, en visumharmonisatie door naburige landen zoals
op de Westelijke Balkan. Tijdens de Europese Raad van 23 maart jl. verwelkomde Nederland
de gepresenteerde voortgang en riep Nederland op tot verdere uitwerking.12 Tijdens de ER in juni zal het kabinet benadrukken dat actie nodig blijft om resultaten
te kunnen boeken. Daarnaast zal het kabinet tijdens deze ER de noodzaak tot voortgang
op het Asiel- en Migratie Pact opnieuw onderstrepen.
China
De ER zal naar verwachting een strategische discussie houden over de EU-China relatie.
De Europese Commissie zal in aanloop naar de ER een gezamenlijke mededeling over Europese
economische veiligheid publiceren. In een toespraak van Commissievoorzitter Von der
Leyen over EU-China relaties eind maart jl. werd de economische veiligheidsstrategie
voor het eerst genoemd.13 Deze bredere landen-neutrale veiligheidsstrategie en de toepassing hiervan op de
EU-China relaties zal mogelijk tijdens de ER aan bod komen. Daarbij zal China’s positiebepaling
omtrent de Russische agressie tegen Oekraïne belangrijk blijven voor de EU-China relatie.
Tegelijkertijd zijn de Nederlandse en Europese economieën sterk met China verbonden,
waarbij de wederzijdse handel en investeringen zowel voor de EU als voor China van
groot belang zijn. Ook op onderwerpen als klimaatverandering en wereldgezondheid is
samenwerking tussen de EU en China van wederzijds belang. Het kabinet zal het belang
van een meer geïntegreerde, geïnstitutionaliseerde discussie in de EU over politiek,
economie en veiligheid benadrukken.14 Daarbij is het uitdragen van EU-eenheid meer dan ooit van belang.
Artikel 7 (1) procedures Hongarije en Polen
De Raad zal Polen en Hongarije voor de zesde maal horen sinds de artikel 7-procedures
werden geïnitieerd, respectievelijk door de Commissie in 2017 en door het Europees
Parlement in 2018. Tijdens de hoorzitting krijgen de lidstaten de gelegenheid om Hongarije
en Polen te bevragen over de rechtsstaatsproblematiek die aan de twee verschillende
procedures ten grondslag ligt.
Hongarije
De Artikel 7 procedure jegens Hongarije is gericht op de aanhoudende zorgen over de
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, corruptie en belangenverstrengeling,
ruimte voor het maatschappelijk middenveld, gelijke rechten voor minderheden, academische
vrijheid en mediavrijheid. Binnen de context van de toepassing van het financiële-
en rechtsstaatinstrumentarium onderneemt Hongarije momenteel stappen om tegemoet te
komen aan de zorgen op het terrein van corruptie en rechterlijke onafhankelijkheid.
Uw Kamer wordt hier in reactie op het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Europese
Zaken15, middels een brief separaat over geïnformeerd. Ten aanzien van de overige thema’s
blijven de zorgen onverminderd groot, aangezien de onafhankelijkheid van instituties
als de media, het maatschappelijk middenveld en de academische wereld onder aanhoudende
druk blijven staan. Het kabinet is voornemens om bij de hoorzitting onder meer aandacht
te vragen voor de rechten van minderheden, en dan specifiek van LHBTIQ+-personen.
Nederland verwelkomt in dat licht ook het besluit van de Commissie om één van de lopende
procedures tegen Hongarije over de anti-lhbtiq+ wetgeving naar het EU-Hof te verwijzen,16 en zal met een grote groep gelijkgezinde lidstaten aan de zijde van de Commissie
aan de Hofzaak deelnemen.
Polen
De Artikel 7 procedure jegens Polen is gericht op de problematiek rondom de onafhankelijkheid
van de rechterlijke macht. Na wijzigingen van de wet op het Hooggerechtshof vorig
jaar, die onder meer toezagen op de ontmanteling van de Tuchtkamer van het Hooggerechtshof
en aanpassing van het tuchtregime voor rechters, stemde het Poolse parlement begin
dit jaar in met additionele amendementen van de wet op het Hooggerechtshof. Op 10 februari
jl. besloot de Poolse president Duda de wet naar het Constitutioneel Hof te sturen
ter controle, waar de wet door een aanhoudende impasse tussen de rechters van het
Constitutioneel Hof nog niet in behandeling is genomen. De onafhankelijkheid van de
rechterlijke macht in Polen staat nog altijd onder druk. De procedure voor de benoeming
van rechters op voordracht van de Nationale Raad voor de Rechtspraak en de samenstelling
van deze Raad zijn een aanhoudend punt van zorg. De benoeming van onafhankelijke rechters
kan niet volledig worden gewaarborgd zolang deze procedure van kracht is. Het kabinet
blijft bij de Commissie aandringen op het starten van een inbreukprocedure om deze
problematiek aan te pakken. Tijdens de hoorzitting is het kabinet tevens voornemens
Polen op te roepen het EU acquis en uitspraken van het EU Hof volledig te respecteren.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken