Brief regering : Fiche: Verordening goedkeuring van en markttoezicht op niet voor de weg bestemde mobiele machines die deelnemen aan het verkeer op de openbare weg
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3676
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2023
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Verordening goedkeuring van en markttoezicht op niet voor de weg bestemde mobiele
machines die deelnemen aan het verkeer op de openbare weg
Fiche: Richtlijn digitale instrumenten en processen in het vennootschapsrecht (Kamerstuk
22 112, nr. 3677)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Fiche: Verordening goedkeuring van en markttoezicht op niet voor de weg bestemde mobiele
machines die deelnemen aan het verkeer op de openbare weg
a) Titel voorstel
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de
goedkeuring van en het markttoezicht op niet voor de weg bestemde mobiele machines
die deelnemen aan het verkeer op de openbare weg en tot wijziging van Verordening
(EU) 2019/1020
b) Datum ontvangst Commissiedocument
30 maart 2023
c) Nr. Commissiedocument
COM (2023) 178
d) EUR-lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52023PC0178…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
SWD (2023) 65
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Transport, Telecommunicatie en Energie (Transportraad)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
h) Rechtsbasis
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
Algemene gegevens
1. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
Op 30 maart 2023 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een voorstel gepubliceerd
voor een verordening met maatregelen voor de goedkeuring van en het markttoezicht
op niet voor de weg bestemde mobiele machines1 die wel deelnemen aan het verkeer op de openbare weg, en tot wijziging van de huidige
verordening Markttoezicht en conformiteit van producten2. Daarbij betreft het mobiele machines met een eigen aandrijving met de door het ontwerp
bepaalde maximumconstructiesnelheid van 40 km/u.
Het doel van het voorstel is om de interne markt te versterken door de eisen aan mobiele
machines te harmoniseren en om een hoog niveau van verkeersveiligheid te waarborgen.
De Commissie introduceert daarom een nieuw verplicht, vereenvoudigd EU-typegoedkeuringssysteem
voor mobiele machines, met technische en administratieve voorschriften en -procedures.
Ook voor het op de markt brengen van mobiele machines stelt de Commissie een aantal
eisen.
De Commissie heeft namelijk geconstateerd3 dat de huidige verschillende nationale regelgevingsstelsels tot extra kosten en administratieve
lasten voor producenten en gebruikers leiden. Daarnaast stelt de Commissie dat de
verschillende stelsels zorgen voor vertraging bij de invoering van nieuwe producten
op de interne markt. Dit zorgt voor een belemmering tot de toetreding van de markt
en het vrije verkeer binnen de Europese Unie (EU). De Commissie stelt4 dat een gebrek aan geharmoniseerde eisen voor voertuigen op de weg niet bevorderlijk
is voor de verkeersveiligheid, met name in landen met minder strenge eisen.
De Commissie introduceert een typegoedkeuringssysteem voor mobiele machines, omdat
dat een geaccepteerd en betrouwbaar instrument voor verkeersveiligheid in de EU is.
Met een vereenvoudigde typegoedkeuring worden eisen gesteld aan de voertuigveiligheid
van de mobiele machine voor het gebruik op de openbare weg. Andere eisen, zoals eisen
ten aanzien van veilig werken met de machine, worden op dit moment al afgedekt door
de machinerichtlijn5. De overgangsperiode naar dit vereenvoudigde EU-typegoedkeuringssyteem is acht jaar.
Aan de verlening van een EU-typegoedkeuring voor een mobiele machine is, op grond
van het voorstel, een onbepaalde geldigheid verbonden.
Het voorstel omvat verschillende eisen ten aanzien van de EU-typegoedkeuring, waaronder
de aanvraag ervan, het verloop van de procedure, de certificering, de aantoning van
de naleving, en regelingen voor de conformiteit van de productie. Er is ook een aantal
bepalingen opgenomen over de geldigheid en het eventueel wijzigen van de EU-typegoedkeuring
van een mobiele machine (bijvoorbeeld bij grote wijzigingen aan de constructie van
de mobiele machine) waarbij ook regels worden geïntroduceerd over de afgifte en kennisgeving
van die wijzigingen.
Vergelijkbaar met andere EU-typegoedkeuringen6, zoals die voor personenauto’s, stelt de Commissie eisen aan het verstrekken van
een conformiteitscertificaat van mobiele machines. Verder dient een fabrikant op elke
mobiele machine een voorgeschreven plaat met opschriften aan te brengen. Deze plaat
wordt ook wel «typeplaatje» genoemd en geeft informatie over de machine weer, zoals
aan welke goedkeuring de mobiele machine voldoet. Deze plaat moet overeenkomen met
het model dat door de Commissie zal worden vastgesteld.
Naast voornoemde EU-typegoedkeuring stelt de Commissie voor om de reikwijdte van de
huidige verordening over markttoezicht7 en conformiteit van producten uit te breiden, om mobiele machines onder het bereik
van deze verordening te brengen. Op deze manier wordt het markttoezicht op mobiele
machines geregeld.
Voor mobiele machines waarin nieuwe technologieën of concepten zijn verwerkt die onverenigbaar
zijn met de voorgestelde toepasselijke technische voorschriften is een ontheffingsmogelijkheid
opgenomen in het voorstel. Het gaat hier om nieuwe technologieën of concepten die
voorlopen op de regelgeving. Een voorbeeld is een mobiele machine die vanwege een
bepaalde nieuwe technologie veiliger is. Wanneer de Commissie goedkeuring voor een
ontheffing verleent, past de Commissie de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen aan
om de verordening aan te laten sluiten bij technologische ontwikkelingen.
Op basis van het voorstel kan een marktautoriteit van een lidstaat, indien er voldoende
redenen zijn, op basis van eigen initiatief, een goedkeuringsautoriteit of een klacht,
een evaluatie verrichten ten aanzien van een mobiele machine. Indien de marktautoriteit
vaststelt dat de machine een ernstig risico vormt voor de verkeersveiligheid, moet
de marktdeelnemer alle passende corrigerende maatregelen nemen zodat het verkeersveiligheidsrisico
niet langer aanwezig is.
De Commissie stelt verder voor om een EU-forum voor uitwisseling van informatie over
de handhaving op te richten. Tot slot zijn er maatregelen voor sancties opgenomen.
Het gaat hier om sancties die van toepassing zijn als er inbreuken zijn op deze verordening
zoals afleggen van valse verklaringen tijdens de goedkeuringsprocedure of het zonder
goedkeuring op de markt aanbieden of het in gebruik nemen door marktdeelnemers van
mobiele machines waarvoor goedkeuring is vereist.
b) Impact assessment Commissie
Het impact assessment van de Commissie analyseert verschillende beleidsopties waaronder
een typegoedkeuring, een vereenvoudigde typegoedkeuring en een Conformité Européenne (CE) markering. Er is bekeken hoe de opties bijdragen aan de doelstellingen van het
voorstel. Als variabelen daarbij zijn onderzocht i) de keuze tot een verplichting
of het vrijwillig maken van de EU-typegoedkeuring, ii) de keuze of getrokken uitrustingsstukken8 (zoals een getrokken aardappelrooier) opgenomen moeten worden in het toepassingsgebied,
en iii) de keuze of het toepassingsgebied van het voorstel moet worden beperkt tot
40 km/u.
De Commissie heeft gekozen voor het in de vorm van een verordening invoeren van een
verplichte, na een overgangsperiode, vereenvoudigde typegoedkeuring die alleen betrekking
heeft op mobiele machines met een eigen aandrijving met de door het ontwerp bepaalde
maximumconstructiesnelheid van 40 km/u. De Commissie stelt dat een typegoedkeuringssysteem
het algemeen aanvaarde en betrouwbare kader is voor verkeersveiligheid in de EU. Ook
heeft een typegoedkeuringssysteem voordelen voor marktdeelnemers. De Commissie verwacht
met het voorstel dat marktdeelnemers 846 miljoen euro over tien jaar netto zullen
besparen, waarvan 502 miljoen euro voor fabrikanten en distributeurs en 344 miljoen
euro voor verhuurbedrijven en eindgebruikers. De Commissie verwacht een extra omzet
voor technische diensten, ondanks de verwachting dat het totale aantal (individuele)
goedkeuringen zal dalen. Daarnaast voorziet de Commissie dat de marktdeelnemers ruim
gecompenseerd zullen worden door de verwachte besparingen.
2. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet hecht veel waarde aan verkeersveiligheid9. Sinds 2021 geldt in Nederland een registratie- en kentekenplicht voor niet voor
de weg bestemde mobiele machines die deelnemen aan het verkeer op de openbare weg
omdat kentekening naar verwachting tot een verbetering van de voertuigveiligheid en
verkeershandhaving leidt. Vooruitlopend op de EU-typegoedkeuring is in Nederland in
202110 de juridische basis gelegd voor een nationale typegoedkeuring voor mobiele machines.
Naar aanleiding daarvan wordt op dit moment gewerkt aan een wijzigingsregeling die
een volwaardige nationale typegoedkeuring mogelijk maakt. De nationale typegoedkeuring
draagt bij aan het borgen van de verkeersveiligheid en kan worden gezien als overbrugging
tot de EU-typegoedkeuring. De Nederlandse typegoedkeuring is in voorbereiding en zal
net als de voorgestelde EU-typegoedkeuring, gebaseerd op de aanpak en structuur van
het EU-typegoedkeuringskader voor landbouw- en bosbouwvoertuigen11.
Ten opzichte van de interne markt van mobiele machines is er momenteel geen staand
beleid, omdat het alleen op nationaal niveau speelt. Het kabinet heeft eerder wel
positief beoordeeld over EU-maatregelen ten aanzien van een typegoedkeuringssysteem
voor personenvervoer12.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is positief over het doel dat de Commissie voor ogen heeft om de interne
markt te versterken door de eisen aan mobiele machines verder te harmoniseren en om
een hoog niveau van verkeersveiligheid te waarborgen. Verkeersveiligheid is immers
een belangrijk speerpunt van het kabinet.
Het voorstel van de Commissie om verplichte EU-typegoedkeuring voor mobiele machines
in te voeren, kan het kabinet dan ook ondersteunen, evenals de onbepaalde geldigheid
daarvan. Een EU-typegoedkeuring zorgt namelijk voor geharmoniseerde eisen en maakt
het bijvoorbeeld voor fabrikanten makkelijker om machines te produceren voor de Europese
markt in plaats van per lidstaat. Verder wordt het voor gebruikers van mobiele machines
bijvoorbeeld makkelijker om een mobiele machine, die is gekocht in een andere lidstaat,
in Nederland te gebruiken. Gedurende een periode van acht jaar na inwerkingtreding
van de verordening geldt een overgangsbepaling. Op grond van deze bepaling kunnen
lidstaten in de overgangsperiode de nationale typegoedkeuring op mobiele machines
blijven toepassen. Een fabrikant kan in die periode ervoor kiezen EU-typegoedkeuring
aan te vragen of te voldoen aan de desbetreffende nationale wetgeving. Het kabinet
vindt een overgangsperiode van acht jaar wenselijk, omdat in die periode de productie
aangepast kan worden. Het kabinet schat in dat deze overgangsperiode voldoende is
omdat het kabinet al bezig is met een nationale typegoedkeuring voor mobiele machines
en zal er op inzetten om de nationale typegoedkeuring zoveel mogelijk te laten aansluiten
met de EU typegoedkeuring.
Het kabinet vindt het positief dat het voorstel van toepassing is op mobiele machines
met een maximumconstructiesnelheid van 40 km/u. Deze maximumconstructiesnelheid voor
mobiele machines zal eraan bijdragen dat andere voertuigen, die geen mobiele machines
zijn, zich toch onder deze verordening laten plaatsen. Voertuigen uit andere voertuigcategorieën
passen vanwege de eis van 40 km/u niet binnen deze verordening.
Het kabinet is positief over de voorgestelde ontheffingsmogelijkheid voor mobiele
machines waarin nieuwe technologieën of concepten zijn verwerkt die onverenigbaar
zijn met de technische voorschriften uit het voorstel. Op deze manier kunnen toekomstige
mobiele machines, die bijvoorbeeld veiliger zijn, toch worden toegelaten. Het kabinet
is daarnaast positief ten aanzien van het conformiteitscertificaat en de voorgeschreven
plaat en opschriften. Het kabinet vindt het ook positief dat een marktautoriteit van
een lidstaat een evaluatie van een mobiele machine kan verrichten als daar aanleiding
toe is, omdat dit bijdraagt aan de verkeersveiligheid. Ook is het kabinet positief
over de volgende onderdelen: de verplichting voor de identificatie van marktdeelnemers,
de verstrekking van technische informatie over de mobiele machine in een gebruikershandleiding,
de voorschriften voor technische diensten en de procedures voor aanwijzing van die
technische diensten, het oprichten van een EU-forum, de mogelijkheid om de in het
voorstel genoemde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen vast te stellen,
en dat maatregelen voor sancties zijn opgenomen. Het kabinet is positief ten aanzien
van de hierboven benoemde punten, omdat dit in lijn is met hoe dit bij soortgelijke
verordeningen13 geregeld is. Volgens het kabinet dragen deze maatregelen bij aan de verkeersveiligheid
binnen de EU.
Naast het positieve oordeel onderkent het kabinet verschillende aandachtspunten waar
het kabinet op verduidelijking zal inzetten in de onderhandelingen.
Het eerste aandachtspunt is dat de Commissie de keuze heeft gemaakt voor een vereenvoudigde
typegoedkeuring voor mobiele machines. Een vereenvoudigde typegoedkeuring betekent
dat er eisen worden gesteld aan alleen de kritieke onderwerpen (zoals de reminrichting)
ten aanzien van de voertuigveiligheid van de mobiele machine voor het gebruik op de
openbare weg. De minder kritieke onderwerpen (zoals verlichting) ten aanzien van de
voertuigveiligheid voor het gebruik op de openbare weg worden op dit moment al afgedekt
door de machinerichtlijn14. De machinerichtlijn werkt met een conformiteitsbeoordeling die is gebaseerd op rapporten
of zelfverklaringen van de fabrikant. De impact assessment gaat op deze onderwerpen
niet verder in. Het kabinet vraagt zich af hoe wordt bepaald welke onderwerpen kritiek
zijn en zal om verduidelijking vragen. Ook vraagt het kabinet zich af welke gevolgen
deze vorm van typegoedkeuring, namelijk een vereenvoudigde typegoedkeuring, heeft
voor de overige verordeningen over EU-typegoedkeuring en markttoezicht15. Bij al deze verordeningen wordt er niet gewerkt met conformiteitsbeoordelingen door
de fabrikant maar met een volledige EU-typegoedkeuring. Het kabinet zal om opheldering
vragen.
Het tweede aandachtspunt is dat een aantal technische onderwerpen die belangrijk zijn
voor de verkeersveiligheid, namelijk software-updates en cyber security, niet zijn opgenomen in het voorstel. Internationale en EU-regelgeving op deze onderwerpen16 is nu nog niet van toepassing op mobiele machines, terwijl deze onderwerpen belangrijk
zijn voor de verkeersveiligheid. Het kabinet zal er om die reden voor pleiten om deze
onderwerpen op te nemen in het voorstel of om de huidige richtlijnen van toepassing
te laten verklaren op mobiele machines.
Het derde aandachtspunt is dat een aantal onderwerpen nog onvoldoende worden gereguleerd
in dit voorstel. Het betreft hier geluidsemissies, CO2-emissies en elektromagnetische comptabiliteit. Voor geluidsemissies van slechts een
deel van de machines die onder de reikwijdte van het voorstel vallen, wordt verwezen
naar Richtlijn harmonisatie van de geluidsemissie in het milieu door materieel voor
gebruik buitenshuis17. Deze richtlijn uit 2000 heeft betrekking op geluidsemissies tijdens werkzaamheden
en ziet niet specifiek op deelname aan het verkeer. Het kabinet is van mening dat
er geluidsvoorschriften nodig zijn voor mobiele machines als zij deelnemen aan het
verkeer vanuit het oogpunt van geluidsoverlast. Voor mobiele machines is er geen EU-aanpak
voor vermindering van de CO2-uitstoot. Aansluitend op dit voorstel wil het kabinet aandacht vragen voor een aanpak
van de Commissie gericht op vermindering van de CO2-uitstoot van mobiele machines. Voor wat betreft elektromagnetische comptabiliteit,
wordt er in het voorstel naar de Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit18 verwezen. Het United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) Reglement Elektromagnetische
Compatibiliteit19 is echter niet van toepassing verklaard op deze verordening terwijl dit wel wordt
gedaan in andere verordeningen over EU-typegoedkeuring en markttoezicht. Het kabinet
zal de Commissie vragen om dit UNECE-Reglement20 van toepassing te laten verklaren.
Het vierde aandachtspunt gaat over het toepassingsgebied van de verordening. Het kabinet
is van mening dat het toepassingsgebied van het voorstel nog verder verduidelijkt
kan worden. Het voorstel is nu van toepassing op mobiele machines waarmee, met of
zonder bestuurder, aan het verkeer op de openbare weg zal worden deelgenomen. Het
is onduidelijk wat wordt bedoeld met een mobiele machine zonder bestuurder. Het kabinet
zal ervoor pleiten dat mobiele machines die op afstand bestuurd worden, machines die
geen bestuurdersstoel of stuurwiel hebben en zelfrijdende mobiele machines, worden
uitgesloten van dit voorstel. De reden is dat dit complexe onderwerpen zijn waarbij
er allerlei extra onderwerpen een rol spelen zoals aansprakelijkheid, verzekering
en het rijgedrag van de machine als deze zelfrijdend is. Deze onderwerpen worden nu,
net als cyber security en software-updates, niet behandeld in het voorstel.
Het vijfde aandachtspunt is dat de Commissie aangeeft te streven naar een maximale
consistentie met bestaande voertuigwetgeving. Het huidige voorstel sluit waar mogelijk
aan bij de aanpak en structuur van het EU-typegoedkeuringskader voor motorvoertuigen21 en landbouw- en bosbouwvoertuigen22. Echter wijkt de Commissie zonder nadere motivatie af van genoemde verordeningen,
wat tot onduidelijkheid en onnodige extra kosten kan leiden. Een voorbeeld is de afwijkende
definities die worden gehanteerd voor fabrikant en vertegenwoordiger. Daarnaast is
onvoldoende helder of het conformiteitscertificaat behorende bij de machine overeenkomt
met het conformiteitscertificaat bij de EU-typegoedkeuring van – en het markttoezicht
op – motorvoertuigen en aanhangwagens23. Het kabinet zet in op het gebruikmaken van bestaande structuren om de implementatie
te vereenvoudigen en de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden.
Het zesde aandachtspunt betreft defensievoertuigen, in gebruik of onder direct toezicht
van het kabinet, inclusief defensievoertuigen van krijgsmachten die zich met toestemming
van het kabinet in Nederland bevinden. Deze voertuigen hebben nu een uitzonderingspositie
in de nationale wet- en regelgeving in Nederland. Voor zover defensievoertuigen onder
het toepassingsbereik van de verordening vallen, zal het kabinet ervoor pleiten om
een dergelijke uitzondering in de verordening op te nemen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Meerdere lidstaten hebben aangegeven positief te staan tegenover het voorstel. Dit
is vanwege het geharmoniseerde vereenvoudigde typegoedkeuringsbeleid. Onder de lidstaten
zijn er vooral vragen over de nadere invulling van de verordening.
De positie van het Europees Parlement is nog niet bekend. De rapporteur en de schaduwrapporteurs
zijn nog niet bekend. Het Comité IMCO (Committee on the Internal Market and Consumer Protection) zal het voorstel behandelen.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het oordeel van het kabinet is positief. Het voorstel is gebaseerd op artikel 114
van het VWEU. Artikel 114 VWEU geeft de EU de bevoegdheid tot het vaststellen van
maatregelen op het terrein van de instelling en de werking van de interne markt. Het
kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag, omdat het voorstel uniforme eisen
stelt aan de goedkeuring van – en het markttoezicht op – mobiele machines op de Europese
markt. Op het terrein van de interne markt is sprake van een gedeelde bevoegdheid
tussen de EU en de lidstaten op grond van artikel 4, tweede lid, onder a, VWEU.
b) Subsidiariteit
Het oordeel van het kabinet is positief. De verordening heeft tot doel om de interne
markt te versterken door voorschriften voor mobiele machines verder te harmoniseren
en om een hoog niveau van verkeersveiligheid te waarborgen. Daarnaast voorziet de
verordening in regels en procedures voor het markttoezicht op deze machines. Hierdoor
wordt het gelijk speelveld op het terrein van het toelaten tot het wegverkeer van
mobiele machines verbeterd. Omdat de verordening zich richt op alle mobiele machines
op de Europese interne markt, en de productie en het gebruik daarvan een grensoverschrijdend
karakter hebben, kan deze doelstelling niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt.
Het harmoniseren van en het waarborgen van het vrije verkeer ervan is alleen mogelijk
op EU-niveau. De bestaande nationale regelgeving leidt tot uiteenlopende eisen in
verschillende lidstaten, tot verschillen in veiligheidsprestaties van de mobiele machines
en tot hogere administratieve lasten voor marktdeelnemers. Dit belemmert het functioneren
van de interne markt. Bovendien kan een wijziging van bestaande EU-regelgeving enkel
op EU-niveau plaatsvinden. Om die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
Het oordeel van het kabinet is positief. Het voorstel heeft tot doel om de interne
markt te versterken door de voorschriften voor mobiele machines verder te harmoniseren
en om een hoog niveau van verkeersveiligheid te waarborgen. Het voorgestelde optreden
is geschikt om de interne markt te versterken, omdat geharmoniseerde vereisten worden
gesteld aan mobiele machines die aan het wegverkeer deelnemen. Ook is het voorgestelde
optreden geschikt om een hoog niveau van verkeersveiligheid te waarborgen, doordat
door middel van een verplichte EU-typegoedkeuring voor mobiele machines eisen worden
gesteld aan de voertuigveiligheid van de mobiele machine voor het gebruik op de openbare
weg. Het zijn bijvoorbeeld eisen aan de reminrichting. Bovendien gaat het voorgestelde
optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat is gekozen voor een vereenvoudigd EU-typegoedkeuringssysteem
en rekening is houden met de kenmerken van mobiele machines, met name de lage circulatiefrequentie
op de openbare weg.
5. Financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke
aspecten
a) Consequenties EU-begroting
Op basis van de impact assessment stelt de Commissie dat dit voorstel geen gevolgen
heeft voor de EU-begroting. Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde middelen
gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de
EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van
de jaarbegroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of medeoverheden
De Commissie geeft aan dat er geen aanzienlijke financiële consequenties aan het voorstel
zijn verbonden. De gegeven argumentatie is dat de lidstaten al beschikken over de
structuur en de technische vereisten omdat zij al verschillende typegoedkeuringskaders
voor andere voertuigen hanteren. Het kabinet kan zich hierin vinden, maar stelt dat
de exacte kosten nog niet zijn in te schatten. De personele, administratieve of financiële
consequenties van de verordening zijn namelijk nog niet vast te stellen door de betrokken
uitvoeringsinstanties Dienst Wegverkeer (RDW) en de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT). De reden is dat de uitwerking en de details later in de gedelegeerde handelingen
en uitvoeringshandelingen volgen. De implementatie in nationale wet- en regelgeving
zal van de rijksoverheid capaciteit vragen. Eventuele budgettaire gevolgen worden
ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departementen, conform de
regels van de budgetdiscipline.
Voor de medeoverheden worden geen financiële consequenties voorzien.
c) Financiële consequenties en gevolgen voor regeldruk voor bedrijfsleven en burger
De Commissie geeft in de kosten-batenanalyse24 aan dat de financiële consequenties voor de gebruikers van mobiele machines, inclusief
verhuurbedrijven, zullen afnemen met 20%. Mobiele machines zijn gemakkelijker over
de binnengrenzen van de EU heen te gebruiken en te verkopen.
De financiële consequenties voor fabrikanten en distributeurs worden door de Commissie
ook ingeschat op een afname van 20%. Geharmoniseerde eisen voor mobiele machines zullen
de regeldruk voor bedrijven verminderen, omdat zij niet iedere lidstaat met andere
regels te maken krijgen. Het kabinet kan zich hierin vinden.
d) Gevolgen voor concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De Commissie benoemt drie aspecten met betrekking tot de gevolgen voor de concurrentiekracht,
namelijk dat fabrikanten en distributeurs gemakkelijker toegang tot de interne markt
van de Unie krijgen, dat vertragingen in verband met goedkeuringen in verschillende
EU-lidstaten worden voorkomen en dat het concurrentievermogen binnen en buiten de
EU wordt vergroot.
Alle producenten die opereren op de Europese markt, dus ook die van buiten de EU,
moeten aan de nieuwe regels in het voorstel voldoen, waarmee het voorstel externe
werking kent. Dit kan ertoe leiden dat producenten hun producten zullen moeten aanpassen
voor de Europese markt, wat kosten met zich meebrengt. Tegelijkertijd zorgt harmonisatie
voor een vergemakkelijking van de markttoegang gezien in alle lidstaten geharmoniseerde
voorschriften gelden, wat markttoetreding bevordert. Voorts zet het voorstel belangrijke
stappen op weg naar verkeersveiligheid en harmonisatie. De EU kan een voorbeeldrol
tonen en expertise delen in andere landen.
Het voorstel heeft geen geopolitieke aspecten.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Ten behoeve van het vaststellen van technische voorschriften, administratieve voorschriften
en procedures voor de EU-typegoedkeuring is de verwachting dat uitvoeringsmaatregelen
en technische aanpassingen in de Wegenverkeerswet 199425 en daarop gebaseerde regelgeving, zoals de Regeling voertuigen26, nodig zullen zijn. Bij de nationale regeling die nu in voorbereiding is wordt rekening
gehouden met dit voorstel van de Commissie en de daarin geldende overgangstermijn.
Het voorstel strekt er mede toe het organiseren en verrichten van markttoezichtactiviteiten
en controles van mobiele machines onder het toepassingsbereik van Verordening (EU)
2019/1020 te brengen en die verordening op dat punt te wijzigen. De wijziging van
verschillende Nederlandse wetten ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 is
in april 2023 in werking getreden. Ook naar aanleiding van dit onderdeel van het voorstel
worden wijzigingen voorzien in de Wegenverkeerswet 1994 en daarop gebaseerde regelgeving,
zoals het Besluit aanwijzing toezichthouders markttoezicht Wegenverkeerswet 1994.
De Commissie schrijft in het voorstel dat de lidstaten voorschriften moeten vaststellen
over sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de verordening. Ook geeft de
Commissie aan dat lidstaten alle nodige maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen
dat de sancties worden uitgevoerd. De uitwerking en de details zijn niet in dit voorstel
opgenomen. Hoewel de precieze invulling nog niet duidelijk is, wordt ter uitvoering
van de sanctionering ook wijziging van regelgeving voorzien.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Het voorstel voor de verordening voorziet in de toekenning van bevoegdheden aan de
Commissie van gedelegeerde handelingen op de volgende onderwerpen: vaststelling drempelwaarden
categorieën of klassen als excessief te beschouwen mobiele machines (artikel 4, lid
5), vaststelling technische voorschriften (artikel 15, lid 2), vaststelling voorschriften
en voorwaarden virtueel testen (artikel 21, lid 9), vaststelling regelingen conformiteit
productie (artikel 22, lid 5), en vaststelling regels technische diensten (artikel 39).
Delegatie naar de Commissie is mogelijk, omdat de gedelegeerde handelingen betrekking
hebben op de technische details en de testprocedures en dus geen essentiële onderdelen
van de verordening regelen. De toekenning van een delegatiebevoegdheid (i.p.v. uitvoering)
is ook aangewezen, omdat het gaat om bevoegdheden tot aanvulling van de verordening.
Het kabinet is daarnaast positief over de wenselijkheid van de bevoegdheidstoekenning,
omdat daarmee de wetgevingsprocedure niet hoeft te worden belast.
Artikel 47 van het voorstel bakent de gedelegeerde bevoegdheid procedureel af overeenkomstig
de afspraken uit het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de
Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven. De gedelegeerde
bevoegdheid geldt voor een periode van vijf jaar na inwerkingtreding, met de mogelijkheid
van stilzwijgende verlenging, waardoor de bevoegdheidsdelegatie naar behoren kan worden
geëvalueerd.
Het voorstel voorziet in uitvoeringsbevoegdheden op de volgende onderwerpen: vaststelling
modellen inlichtingenformulier en informatiedossier (artikel 18, lid 4), vaststelling
voorschriften omtrent gemeenschappelijk beveiligd systeem voor elektronische uitwisseling
van gegevens (artikel 19, lid 5), vaststelling voorschriften omtrent EU-typegoedkeuringscertificaten
(artikel 20, lid 3 tot en met 5 en 7), vaststelling plaatopschriften (artikel 28,
lid 2, binnen 30 maanden na inwerkingtreding), goedkeuring/weigering ontheffing nieuwe
technologieën (artikel 29, lid 3), vaststelling modellen voorlopige goedkeuring met
beperkt geldigheidsgebied (artikel 29, lid 4), machtiging uitbreiding EU-typegoedkeuring
uitbreiden (artikel 30, lid 3, abusievelijk genummerd als lid 9), geharmoniseerde
corrigerende of beperkende maatregelen op Unieniveau (artikel 33, lid 6) en beslissingen
omtrent aanwijzingen technische dienst (artikel 43, lid 4).
De uitvoeringshandelingen zien op administratieve aspecten en regelen dus geen essentiële
onderdelen van de verordening. De toekenning van uitvoeringsbevoegdheden is daarmee
mogelijk. De keuze voor uitvoeringsbevoegdheden (i.p.v. delegatie) ligt voor de hand,
omdat het gaat om handelingen die ertoe leiden dat de verordening volgens eenvormige
voorwaarden wordt uitgevoerd, en om handelingen tot het vaststellen van procedures
en technische aspecten ter uitvoering van de verordening. De toekenning van deze uitvoeringsbevoegdheden
is ook wenselijk, omdat hiermee niet de gewone wetgevingsprocedure hoeft te worden
belast, waardoor de benodigde snelheid voor de uitvoering van de verordening wordt
gewaarborgd. Het kabinet kan daarom instemmen met de toekenning van deze uitvoeringsbevoegdheden.
De artikelen 18, lid 4, artikel 19, lid 5, artikel 20, leden 3, 4, 5, en 7, artikel 21,
lid 5, artikel 27, lid 5, artikel 28, lid 2, artikel 29, leden 3 en 4, artikel 33,
lid 6, en artikel 43, lid 4, van het voorstel bepalen dat de uitvoeringshandelingen
worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 46 van het voorstel bedoelde onderzoeksprocedure.
De keuze voor de onderzoeksprocedure bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen
acht het kabinet geschikt omdat het hier gaat om handelingen van algemene strekking
of handelingen met betrekking tot de veiligheid (zie art. 2, lid 2, onder a en onder
b(iii), van Verordening (EU) 182/2011).
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De verordening treedt volgens het voorstel zoals gebruikelijk in werking op de twintigste
dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. De
voorgestelde verordening is 36 maanden na inwerkingtreding van toepassing. Naar inschatting
is het haalbaar binnen deze overgangstermijn de nationale wettelijke voorschriften
aan te passen.
Gedurende een periode van acht jaar na datum van toepassing van de voorgestelde verordening
geldt er een overgangsbepaling. Op grond van deze bepaling kunnen lidstaten in de
overgangsperiode ook de nationale typegoedkeuring op mobiele machines toepassen. Een
fabrikant kan in die periode ervoor kiezen EU-typegoedkeuring aan te vragen of te
voldoen aan de desbetreffende nationale wetgeving. Het kabinet schat in dat deze overgangsperiode
voldoende is omdat het kabinet al bezig is met een nationale typegoedkeuring voor
mobiele machines.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
De Commissie stelt in haar voorstel voor de nieuwe verordening binnen vijf jaar nadat
deze van toepassing is geworden te evalueren. Het kabinet steunt dit voornemen tot
vijfjaarlijks evaluatie. Het monitoren van de implementatie en het effect hiervan
is verstandig.
Om de Commissie in staat te stellen na vijf jaar te rapporteren aan het Europese Parlement
en de Raad, dienen de lidstaten binnen vier jaar na de toepassing van de verordening
informatie aan te leveren over drie onderwerpen. Het eerste is de toepassing van de
in de verordening vastgestelde typegoedkeurings- en markttoezichtprocedures. Het tweede
is het aantal uit hoofde van deze verordening verleende EU-typegoedkeuringen. En het
derde is de nationale voorschriften voor nationale typegoedkeuring van kleine series,
nationale individuele goedkeuring en nationale typegoedkeuring, en het aantal goedkeuringen.
e) Constitutionele toets
Niet van toepassing.
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Een aantal aspecten van de verordening nog uitgewerkt dienen te worden in gedelegeerde
handelingen en uitvoeringshandelingen waardoor er op dit moment nog geen compleet
beeld gevormd kan worden over de implicaties voor uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
Dit geldt bijvoorbeeld voor de technische eisen.
Nederland is bezig is om een nationaal typegoedkeuringssysteem voor mobiele machines
op te zetten27. De Nederlandse typegoedkeuring is, net als de voorgestelde EU-typegoedkeuring, gebaseerd
op de aanpak en structuur van het EU-typegoedkeuringskader voor landbouw- en bosbouwvoertuigen28. Het huidige Commissievoorstel zal daarom niet leiden tot volledig nieuwe verplichtingen.
De implicaties voor de uitvoering en handhaving hebben betrekking op de RDW en de
ILT. De RDW is als technische dienst betrokken bij het typegoedkeuringsproces. De
ILT is de markttoezichtautoriteit. De Commissie stelt dat technische diensten zich
aan het nieuwe systeem moeten aanpassen en dat hun werklast en inkomsten zal toenemen.
Maar de Commissie geeft aan dat dit kan worden beperkt door het feit dat het aantal
goedkeuringen waarschijnlijk zal afnemen, aangezien fabrikanten deze procedures slechts
in één EU-lidstaat zullen hoeven te ondergaan.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Er worden geen specifieke gevolgen voor ontwikkelingslanden voorzien, anders dan de
voorziene gevolgen voor derde landen in het algemeen zoals opgenomen onder 5d.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken