Brief regering : Proces richting inwerkingtreding van de Omgevingswet
33 118 Omgevingsrecht
Nr. 255
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2023
Op 14 maart 2023 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het koninklijk besluit met de
datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet van 1 januari 2024 (Handelingen I 2023/23,
nr. item 4). In deze procesbrief zet ik op hoofdlijnen uiteen welke verdere stappen
ik samen met de bestuurlijke partners en betrokken partijen aan het zetten ben en
welke informatie u de komende periode tegemoet kunt zien.
Tevens is als bijlage bij deze brief de maandrapportage van maart 2023 over de aansluitcijfers
van overheden op het DSO opgenomen. Naar aanleiding van de toezegging aan het lid
Nooren (PvdA)1 zijn uw Kamer en de Eerste Kamer maandelijks geïnformeerd over de aansluitcijfers
op de zogenaamde pré-omgeving met het oog op de besluitvorming over de voorhang van
het koninklijk besluit. Deze aansluitpercentages op de pré-omgeving bedragen tussen
de 99–100%. Inmiddels is de voorhang van het koninklijk besluit afgerond en er worden
de komende maanden geen grote veranderingen meer verwacht in deze cijfers. Daarmee
is aan de toezegging voldaan. Het zicht houden op de stand van zaken van de aansluitingen
blijft van belang. De cijfers worden daarom elke twee weken gepubliceerd op de website
van het programma Aan de Slag.2
1. Instemming met de datum van inwerkingtreding geeft duidelijkheid
Met de publicatie van het koninklijk besluit met de datum van inwerkingtreding van
1 januari 20243 is voor alle partijen – bevoegde gezagen, uitvoeringsdiensten en het bedrijfsleven
en burgers – duidelijkheid ontstaan. Dit was nodig om de laatste stappen te zetten
voor het inregelen van de implementatie van de Omgevingswet en voor het voorbereiden
van de urgente gebiedsontwikkeling. Het besluit maakt duidelijk onder welk wettelijk
regime deze projecten, regelgeving of beleid tot stand gebracht moeten worden.
Daarnaast zijn er enkele technische besluiten gepubliceerd die nodig zijn om de inwerkingtreding
te regelen van de aanpalende regelgeving.4 Hierin wordt onder meer de inwerkingtreding geregeld van de vier AMvB’s onder de
Omgevingswet (het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving,
het Besluit kwaliteit leefomgeving en het Omgevingsbesluit), de Omgevingsregeling
en de onderdelen van het invoeringsspoor en de aanvullingssporen geluid, bodem, natuur
en grondeigendom. Het resultaat daarvan is verwerkt in de geconsolideerde teksten
van de Omgevingswet, de vier AMvB’s en de Omgevingsregeling op Externe link:www.iplo.nl. Die geven voor iedereen een beeld hoe de teksten erbij inwerkingtreding uit komen
te zien. De uitvoeringspraktijk kan hiervan gebruik maken bij de voorbereiding op
de invoering. Tot slot zal, in afstemming met de andere overheden, een aantal tijdstippen
worden vastgesteld waarvan in het stelsel van de Omgevingswet is aangekondigd dat
deze bij koninklijk besluit worden bepaald. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de overgangstermijn
voor het omgevingsplan en de waterschapsverordening. Ik zal u hierover in de komende
voortgangsbrief nader informeren.
2. Vervolg van de implementatie
De komende maanden werken de bevoegde gezagen en de uitvoeringsdiensten verder aan
de vervolgstappen van de implementatie van de Omgevingswet en het gebruik van het
DSO in de werkprocessen. Samen met de bestuurlijke partners ondersteun ik ze daarbij.
Verder zorg ik voor de afbouw van het DSO-LV, voortzetting van het testen van het
DSO, waaronder de integrale ketentests, intensivering van de communicatie in opmaat
naar inwerkingtreding en het uitvoeren van de acties ten behoeve van het bedrijfsleven
zoals vastgelegd in het rapport van de MKB-toets.5
Implementatieondersteuning door het programma ADS
Het interbestuurlijk programma Aan de Slag met de Omgevingswet (ADS) gaat verder met
het aanbieden van implementatie-ondersteuning aan bevoegde gezagen, medeoverheden
en het bedrijfsleven. Dit gebeurt op basis van de behoefte die de bevoegde gezagen
aangeven geprioriteerd samen met de bestuurlijke partners. Een paar voorbeelden van
de ondersteuning zijn:
− De blijvende inzet van Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s) en de experts
bij het ondersteunen van het aansluiten van lokale software op de landelijke DSO-voorziening
en het ondersteunen, door de beantwoording van vragen, bij het vullen van het Omgevingsloket.
− Het doorgaan met de organisatie van «werkplaatsen» voor het oefenen en inregelen van
systemen en werkprocessen.
− Ook is er de centrale rol in de landelijke ondersteuning van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO), als online informatieverstrekker, als vraagbaak rond de wetgeving en het Omgevingsloket
en als klachtenmeldpunt.
− De inrichting van een «verhoogde dijkbewaking» met de versterkte serviceketen en bestuurlijke partners. Waarbij onder andere wordt gewerkt aan het aanbieden van
standaard-informatiepakketten voor de gemeentelijke websites en ondersteuning van
klantcontactcentra bij bevoegde gezagen.
In een grote meerderheid van de regio’s vinden al regionale ketentests plaats, waarbij
in de praktijk geoefend wordt met de ketensamenwerking voor het behandelen van vergunningen.
In de helft van de resterende regio’s worden ketentests gepland.
Ik merk op dat het genomen besluit zichtbaar energie en focus teweegbrengt bij de
verschillende betrokken partijen. Zo geven de RIO’s aan dat er een goede opkomst is
bij regionale sessies, waarbij ook meer vertegenwoordiging aanwezig is vanuit de lijnorganisaties.
Dat is goed om te merken. Tegelijkertijd leidt de hernieuwde aandacht en focus tot
nieuwe vragen en ondersteuningsbehoeften. Het programma ADS stemt met de bestuurlijke
partners de verdere invulling van de implementatieondersteuning met en op elkaar af.
Communicatie richting inwerkingtreding
Met het bekend zijn van de datum van inwerkingtreding wijzigt het karakter van de
communicatie over de implementatie van de wet. Zoals toegezegd ondersteun ik de VNG,
het IPO, de UvW, de brancheorganisaties, de Rijkspartijen en maatschappelijke partners
in hun communicatie richting het bedrijfsleven, initiatiefnemers en inwoners ook in
deze vervolgfase. Onderdeel van de uitwerking van de aan u gedane toezegging is een
online publiekscampagne die drie maanden voor inwerkingtreding start. Met de campagne
worden burgers en bedrijven geïnformeerd over de komst van de Omgevingswet en over
waar zij terecht kunnen voor meer informatie.6 Diverse partijen, waaronder een aantal brancheorganisaties en gemeenten hebben tevens
eigen communicatie over de inwerkingtreding opgezet. Hiervoor wordt de eerdergenoemde
Toolkit met communicatiemiddelen gebruikt. Voorlichting aan het bedrijfsleven en ondernemers
wordt de komende tijd, als vervolg op de MKB-toets, samen met brancheorganisaties
verder geconcretiseerd. In de voortgangsbrief van begin juli kom ik terug op de gedane
evaluatie van de MKB-toets die in juni zal plaatsvinden en op het vervolg van de communicatie
richting het bedrijfsleven.
Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO): doorontwikkelen en testen
Het testen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, waaronder het Indringend Ketentesten
(IKT), loopt door tot na inwerkingtreding. In mijn brief van 17 januari 2023 en de
bijbehorende bijlagen heb ik de aanpak van het testen van het DSO, inclusief het IKT,
uiteengezet.7 Bij de volgende testfases worden zoals gebruikelijk de oplossingen van de bevindingen
en issues uit de vorige testfase meegenomen om te zorgen voor aanscherping van de
opvolgende testfases. Zoals toegezegd aan de Eerste Kamer stuur ik begin juli een
voortgangsbrief over de uitkomst van IKT-fase 4 en in het najaar van 2023 over de
uitkomst van IKT-fase 5.8
In opvolging van de AcICT adviezen wordt met betrokken partijen verder onderzocht
hoe een aanvullende (centrale) integrale testomgeving voor leveranciers het beste
kan worden wordt gerealiseerd. Deze zal na inwerkingtreding beschikbaar komen. Over
de aanpak informeer ik u nader in de voortgangsbrief van begin juli 2023.
Vervolg op position paper van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
De acties die ik heb benoemd in mijn brief over de position paper van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State, waaronder de verdere doorontwikkeling van
diverse functionaliteiten, met name in het kader van een goede raadpleegbaarheid,
zijn in gang gezet en verder overleg met de Afdeling hierover vindt plaats.9 Dit is van belang voor een goede inwerkingtreding. Hieronder ga ik hier nader op
in.
De Afdeling heeft de vraag opgeworpen of het (digitale) stelsel van de Omgevingswet
niet beter gefaseerd ingevoerd had kunnen worden.10 Deze vraag is eerder bij de totstandkoming van het stelsel, onder andere van de Invoeringswet
Omgevingswet, al aan de orde geweest. Het half of in delen invoeren van een nieuw
stelsel dat zorgt voor integrale afwegingen is niet wenselijk en mogelijk geacht.
Dit zou tot te veel onduidelijkheid en verwarring leiden over de toepasselijke regels,
instrumenten, terminologie en procedures (verschillende stelsels naast elkaar) en
het doel van integraal kunnen afwegen tenietdoen. Voor digitale systemen die aan elkaar
gekoppeld zijn en over heel Nederland op eenzelfde manier moeten werken geldt hetzelfde.
Om te zorgen voor een zorgvuldige invoering is echter voorzien in overgangsrecht.
Dit maakt het voor de uitvoeringspraktijk bijvoorbeeld mogelijk om lopende procedures
conform het huidige recht af te ronden terwijl de Omgevingswet in werking is getreden.
Tegelijkertijd kunnen vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet, al
procedures worden opgestart en besluiten worden voorbereid die pas onder Omgevingswet
in werking treden. Verder worden bestaande vergunningen en besluiten aangemerkt als
vergunningen en besluiten op grond van de Omgevingswet. Dit zorgt voor continuïteit
en rechtszekerheid. Daarnaast geldt voor enkele verplichtingen een uitgestelde werking.
Dat wil zeggen dat er een langere termijn geldt om daaraan te voldoen. Zo krijgen
gemeenten een ruime – nog nader vast te stellen – periode de tijd om hun omgevingsplan
zo aan te passen, zodat er een omgevingsplan ontstaat dat aan alle vereisten van de
Omgevingswet voldoet. In de monitoring en evaluatie van de wet wordt een vinger aan
de pols gehouden en gekeken of dit ook gehaald wordt, of dat er meer tijd nodig is.
Zo worden geleidelijk stappen gezet naar het nieuwe stelsel en het halen van de doelen
van de wet. Verder kunnen gemeenten bij de publicatie van besluiten en plannen in
de begin periode tijdelijk gebruik blijven maken van bestaande technische standaarden.
Ook dat zorgt voor een zorgvuldige en geleidelijke invoering.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft haar zorgen geuit over
de beschikbaarheid van enkele voor de rechtspraak belangrijke functionaliteiten van
het digitaal stelsel omgevingswet, zoals het tijdreizen. Het DSO voorziet met de mogelijkheid
van tijdreizen, in het terug in de tijd kunnen raadplegen van versies van het omgevingsplan.
Het technisch kunnen «tijdreizen» in verschillende versies van het omgevingsplan is
belangrijk voor het functioneren van de rechtspraak. Het tijdreizen is inmiddels in
basis beschikbaar in zowel het DSO als op wetten.nl. Tijdreizen in omgevingsplannen
kan vanaf het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Raadpleging verder
terug in de tijd, van oude bestemmingsplannen, gaat op dezelfde wijze als nu. Via
het DSO blijft de content van Externe link:www.ruimtelijkeplannen.nl beschikbaar en kunnen ook voormalige ruimtelijke plannen worden geraadpleegd. Het
tijdreizen wordt momenteel uitvoerig getest. Ik ben in gesprek met de Afdeling om
te bekijken hoe we het tijdreizen de komende tijd verder oefenen en de gebruiksvriendelijkheid
verbeteren. Over de voortgang zal ik u berichten in de voortgangsbrief van begin juli
2023.
3. Vervolgproces
Hieronder heb ik op een rij gezet welke informatie u van mij in de komende periode
nog kan verwachten richting de invoering van de Omgevingswet.
− Een voortgangsbrief implementatie Omgevingswet begin juli, waarin ik u in ieder geval
informeer over:
• De aangekondigde actualisatie van het integraal financieel beeld (IFB) waarover u
in 2021 bent bericht. Hiermee zal ik ook ingaan op de motie-Kluit11 die specifiek aandacht vraagt voor gemeenten, provincies en omgevingsdiensten die
in opdracht van deze overheden werken. Ook de waterschappen zijn in de actualisatie
betrokken.
• De uitkomsten van IKT-fase 4.
• Het plan van aanpak van de Integrale ketenomgeving voor leveranciers na inwerkingtreding.
• De voortgang van de acties die benoemd zijn in mijn brief over de position paper van
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
• De voortgang van de afgesproken acties met het MKB op basis van de MKB-toets.
• Het plan van aanpak van de monitoring en evaluatie van het wetgevingsstelsel na inwerkingtreding.
− Een voortgangsbrief Omgevingswet in het najaar, waarin ik u onder andere informeer
over de algemene stand van zaken, van de implementatie met de voortgang sinds juli
2023, inclusief de uitvoering van (openstaande) moties en toezeggingen en de uitkomsten
van IKT-fase 5.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening