Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de stand van zaken van het klokkenluidersdossier
35 851 Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) en enige andere wijzigingen
Nr. 54
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2023
Bij brief van 10 maart 2023 heeft de commissie voor Binnenlandse Zaken mij verzocht
uw Kamer eind mei 2023 nader te informeren over de stand van zaken van de nadere regelgeving
die nodig is voor de inwerkingtreding van de wetsbepalingen die bij amendement zijn
ingevoegd in de Wet bescherming klokkenluiders en de uitwerking, inclusief een uitvoerings-
en handhavingstoets, die daarvoor nodig is. Alsook van de stand van zaken van de (andere)
lopende acties en de tijdlijnen die daarbij horen.
Zoals ik in mijn brief van 21 februari jl.1 heb toegezegd, zal ik uw Kamer voor de zomer van 2023 informeren over de stand van
zaken met betrekking tot de nadere regelgeving en andere acties en tijdlijnen die
daarbij horen. Ik wil deze toezegging handhaven, omdat ik eind mei nog te weinig inhoudelijke
informatie met uw Kamer kan delen. Wel verwijs ik in dit verband naar mijn brief aan
de Eerste Kamer van 16 maart jl. waarvan uw Kamer een afschrift heeft ontvangen.2 In deze brief is ook informatie opgenomen over verschillende lopende acties. Daarnaast
kan ik u het volgende melden.
Voorbereiding AMvB en uitvoerings- en handhavingstoets
Op dit moment werk ik aan de voorbereiding voor een algemene maatregel van bestuur
(AMvB) omtrent het anoniem melden bij werkgevers naar aanleiding van amendement met
Kamerstuk 35 851, nr. 35 van het lid Omtzigt.3 Deze AMvB vormt een uitwerking van het bij dat amendement geïntroduceerde artikel 2,
tweede lid, onderdelen e en f, van de Wet bescherming klokkenluiders. Hierbij gaat
het onder meer om de eisen die gesteld zouden kunnen en mogen worden aan de onafhankelijke
functionaris bij wie een vermoeden van een misstand anoniem gemeld kan worden en aan
de wijze waarop anoniem gemeld kan worden, teneinde de interne meldprocedure op het
punt van het anoniem melden te versterken.
Hiernaast is met het derde nader gewijzigd amendement met Kamerstuk 35 851, nr. 51 van het lid Leijten c.s.4 een aantal nieuwe bepalingen toegevoegd aan de Wet bescherming klokkenluiders waarin
aan de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders een nieuwe sanctietaak
en sanctiebevoegdheden worden toegekend en aan het Huis een nieuwe toezichtstaak.
Dit betreft de bepalingen in de artikelen 3a, derde lid, onder e, en 17i van de Wet
bescherming klokkenluiders. Voor de uitwerking van deze bepalingen, inclusief een
uitvoerings- en handhavingstoets van de handhavingstaak van het Huis voor klokkenluiders
is een kwalitatief goed en zorgvuldig onderzoek vereist. Hiertoe heb ik een onderzoeksopdracht
in voorbereiding voor het verlenen van een opdracht aan een extern onderzoeksbureau
om mij hierover advies uit te brengen.
Voorstel fonds ter ondersteuning van klokkenluiders
In de motie van de leden Inge van Dijk en Dekker-Abdulaziz is de regering verzocht
om vooruitlopend op de instelling van een fonds ter ondersteuning van klokkenluiders
en melders, te werken aan en voorstellen te doen voor hoe de financiering van het
fonds eruit komt te zien, waarbij eventuele sancties, verplichte bijdragen en vrijwillige
bijdragen tot de mogelijkheden behoren, en de Tweede Kamer hier voor de zomer van
2023 over te informeren.5 Deze vraagstukken en andere vraagstukken (zoals de rechtsvorm van de ondersteuning,
de governance en de criteria voor de toekenning van de ondersteuning) worden nu nader
onderzocht en vragen een zorgvuldige weging. Er is een werkgroep ingesteld waarin
overleg en samenwerking plaatsvindt met het Ministerie van SZW en het Huis voor klokkenluiders
om de verschillende opties te verkennen en uit te werken. In mijn brief voor komende
zomer, zal ik uw Kamer informeren over de actuele stand van zaken met betrekking tot
het voorstel.
Volgend wetsvoorstel naar aanleiding van de evaluatie Wet Huis voor klokkenluiders
Hiernaast ben ik momenteel bezig om de (mogelijke) onderwerpen voor het volgende wetsvoorstel
in kaart te brengen, inclusief de vraagstukken die daarbij spelen en welke deskundigheid
daarvoor nodig is. Het betreft ten eerste onderwerpen die voortvloeien uit de evaluatie
van de Wet Huis voor klokkenluiders in 2020 (inclusief het aanvullende evaluatierapport),
zoals de afbakening van de taken tussen de Nationale ombudsman en het Huis voor klokkenluiders
en een verduidelijking van de rol van de melder in een misstandonderzoek en in een
bejegeningsonderzoek. In het volgende wetsvoorstel zal ik ook, conform mijn toezegging
in mijn brief van 14 december 20226 aan uw Kamer, een concreet voorstel doen voor de instelling van een fonds voor de
juridische en psychosociale ondersteuning van klokkenluiders (zie hierboven). Daarnaast
gaat het om voorstellen uit de initiatiefnota van het Kamerlid Omtzigt van april 2022.7 Deze voorstellen (over bijvoorbeeld een aparte voorziening voor het melden van staatsgeheime
informatie, een uitbreiding van het benadelingsverbod voor familieleden buiten het
werkgerelateerde verband en het publiekelijk bekend maken van de naam van de werkgever
die ten onrechte benadeeld heeft) vergen zoals ik u eerder heb bericht8 nog nader onderzoek en leiden daarna mogelijk tot voorstellen voor wetswijziging.
Verder gaat het om technische wijzigingen en zo nodig wijzigingen voor een kwalitatief
goede uitwerking van de toezichtstaak en sanctiebevoegdheden van (de afdeling onderzoek
van) het Huis voor klokkenluiders.
Pilots ondersteuning van klokkenluiders
In mijn brief van 14 december 2022 heb ik aangegeven dat mijn ministerie in gesprek
is met de raad voor rechtsbijstand over een pilot juridische ondersteuning voor alle
klokkenluiders in Nederland.9 Daarbij had ik voor ogen om in het voorjaar van start te gaan met deze pilot, maar
gebleken is dat voor de uitwerking van deze pilot meer tijd nodig is om dit zorgvuldig
te kunnen doen. Met het Huis voor klokkenluiders en de raad voor rechtsbijstand vindt
momenteel het gesprek plaats over de inhoud van de pilot. De komende periode wil ik
met alle betrokken partijen de pilot concreter uitwerken en streef ik ernaar zo spoedig
mogelijk van start te gaan met de pilot, waarbij het akkoord en de medewerking van
de raad voor rechtsbijstand noodzakelijk zijn.
Pilot bijzonder adviseur klokkenluiden bij BZK
In 2020 is de motie van voormalig Kamerleden Van Raak en Van der Molen aangenomen
waarin de regering werd verzocht een pilotproject te starten voor de ondersteuning
van klokkenluiders op de ministeries en in diensten, in de vorm van een bijzondere
vertrouwenspersoon.10 Tijdens het commissiedebat van 21 april 2022 over de wijziging van de Wet Huis voor
klokkenluiders heb ik aangegeven dat ik wil kijken of deze pilot binnen mijn eigen
ministerie kan plaatsvinden.11 Dit is gelukt. De pilot is op de hieronder beschreven wijze vormgegeven.
In het CAO-akkoord van de sector Rijk over 2022–2024 is de afspraak gemaakt dat elk
ministerie gaat experimenteren met een onafhankelijke voorziening met doorzettingskracht.12 Daarbij is afgesproken dat wanneer de initiatieven invulling geven aan een behoefte
van werknemers aan sociale veiligheid, een dergelijke voorziening wordt ingepast in
de bestaande structuur van het ministerie. Begin februari van dit jaar is een akkoord
bereikt over een pilot bij het Ministerie van BZK. Deze pilot ziet op de instelling
van een personeelsraadgever. Deze personeelsraadgever treedt ook op als bijzonder
adviseur voor klokkenluiders. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie van Van
Raak en Van der Molen.
Op dit moment wordt de regeling verder uitgewerkt. De pilot wordt geëvalueerd in het
eerste kwartaal van 2024.
Campagne bevorderen veilig werk- en meldklimaat
Bescherming van klokkenluiders is en blijft belangrijk. Maar eigenlijk wil je voorkomen
dat een medewerker die bescherming zou moeten inroepen. Daarom is het van groot belang
dat werkgevers investeren in een veilig werk- en meldklimaat. Daarin voelen medewerkers
zich veilig om zaken aan te kaarten die niet goed gaan, waarbij de werkgever dit waardeert
en mogelijke misstanden adequaat worden opgelost. Om die reden ben ik een campagne
gestart om een veilig werk- en meldklimaat bij werkgevers te stimuleren. Op de website
www.wetbeschermingklokkenluiders.nl wordt informatie gedeeld voor werkgevers over het bevorderen van een veilig werkklimaat.
Samen met andere betrokken partijen zoals werkgevers uit de private en publieke sector,
het Huis voor klokkenluiders, Transparency International, de Stichting van de Arbeid
en de wetenschap is het afgelopen jaar een netwerk gevormd. Dit netwerk wordt steeds
verder uitgebreid. Met dit netwerk is nagedacht over de campagne en hoe werkgevers
kunnen worden ondersteund bij het bevorderen van een open en veilig werkklimaat. Dit
jaar worden in het kader van de campagne verschillende activiteiten en bijeenkomsten
georganiseerd met als doel de kennis over de wetgeving te bevorderen, onderling kennis
te delen en de bewustwording van het belang van een veilig werkklimaat te vergroten.
Ik vind het goed om te zien dat werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen en hiermee
graag aan de slag willen gaan. Door in te zetten op de uitbreiding van dit netwerk,
kunnen meer werkgevers bereikt worden. Geïnteresseerden die op de hoogte willen blijven
van de bijeenkomsten kunnen zich aanmelden via de website www.wetbeschermingklokkenluiders.nl.
Ik realiseer mij dat het tot stand brengen en behouden van een veilig werk- en meldklimaat
voortdurende aandacht vraagt van werkgevers. Ik onderschrijf dit belang zeer en wil
mij daar hard voor maken. Ik zoek hierin waar mogelijk en nuttig de samenwerking op
met andere ministeries.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties