Brief regering : Invulling van de gewijzigde motie van het lid Stoffer over het plan van aanpak voor de eerste tranche van het vlootvervangingsprogramma zo snel als mogelijk naar de Kamer sturen (Kamerstuk 31409-395)
36 200 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023
Nr. 114
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 mei 2023
Dhr. Stoffer (SGP) heeft 7 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 49, item 12) verzocht om een brief over de invulling van de aangenomen motie met Kamerstuk 31 409, nr. 395. Deze motie verzoekt de regering om het plan van aanpak voor de eerste tranche van
het vlootvervangingsprogramma van de Rijksrederij, inclusief bijbehorende planning
en de inzet op innovatie, zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen en deze mee te
nemen bij de voorbereiding van de begroting voor 2024 en verder.
De aandacht van de Kamer voor de vervangingsopgave voor de vloot van de Rijksrederij
wordt gewaardeerd. Deze brief gaat in op de wijze waarop in de afgelopen maanden al
invulling gegeven is aan deze motie en hoe de vervolgaanpak eruit ziet.
Vlootvervanging Deel 1
De afgelopen maanden is hard doorgewerkt aan de uitvoering van Deel 1 van het plan
voor de vlootvervanging zoals dat in december 2022 aan uw Kamer is aangeboden1 en waar mogelijk versneld. Deel 1 betreft de planuitwerking en verwerving van drie
series van schepen:
A. De bouw van drie Trailerbare Meetvaartuigen (TMV’s) ter vervanging van enkele eigen
vaartuigen en vaartuigen die nu worden ingehuurd;
B. Een nog nader te bepalen aantal multi-inzetbare schepen (de zogeheten MPV-20) ter
vervanging van negen verouderde schepen die met name worden ingezet voor visserijonderzoek/
handhaving en natuurbeheer;
C. Een nog nader te bepalen aantal multi-inzetbare schepen (de zogeheten MPV-50) ter
vervanging van vijf verouderde schepen die met name worden ingezet voor de markering
van zeevaartroutes en incidentbestrijding
De TMV’s zijn inmiddels in aanbouw bij een Nederlandse werf. De oplevering hiervan
is nu al volledig voorzien voor 2023, waarbij 2 TMV’s naar verwachting reeds deze
zomer in gebruik genomen zullen worden voor o.a. stroom- en dieptemetingen.
Voor de onderdelen B en C is maximaal ingezet om de benodigde business-cases (BC’s)
uit te werken. Het gaat om omvangrijke investeringen, de voorbereiding moet dus zorgvuldig
gebeuren en dit vergt tijd. In de BC’s worden diverse alternatieven zoals refit versus
nieuwbouw en diverse vaartuigtypes en duurzame aandrijvingstechnieken uitgewerkt.
Ook wordt met de BC’s inzichtelijk gemaakt wat de financiële consequenties zijn van
de verschillende varianten. Mede gezien de technische uitdagingen is dit alles een
bewerkelijk proces.
Op basis van de BC’s zal vervolgens door de betrokken opdrachtgevers een voorkeursoplossing
worden bepaald en wordt de kostenverdeling tussen de opdrachtgevers bepaald. Om het
besluitvormingsproces, conform de motie Stoffer, zo snel mogelijk te kunnen laten
verlopen, werken de opdrachtgevers parallel aan het voorbereiden hiervan, alsmede
de hierbij te hanteren kaders, uitgangspunten en dekkingsopties. De financiering van
het toekomstige vlootvervangingsprogramma is echter nog niet rond. Naast de inhoudelijke
verkenningen loopt een traject om financieringsopties door de verschillende opdrachtgevers
in beeld te brengen. De ambitie is om eind 2023 inhoudelijke keuzes gereed te hebben,
zodat financiële besluitvorming in het voorjaar van 2024 mogelijk is.
Pilots duurzaamheid
Om ervaring op te doen met duurzame aandrijvingen op schepen zijn twee pilots in voorbereiding.
Hiermee zal de komende jaren al worden onderzocht hoe bestaande schepen van de Rijksrederij
kunnen worden omgebouwd en ingezet (1 naar methanol en 1 naar waterstof) en welke
risico’s en kosten hiermee gepaard gaan. Uitvoering van de pilots is technisch ingewikkeld.
De kennis die met deze pilots wordt opgebouwd, zal mede bij de nieuwbouwprojecten
worden toegepast om deze sneller en efficiënter te kunnen realiseren. Deze kennis
zal tevens breder gedeeld worden in de Nederlandse maritieme sector.
Going concern
Tegelijkertijd geeft de Rijksrederij dagelijks zo goed mogelijk invulling aan haar
verantwoordelijkheden als uitvoerder van de maritieme taken voor de opdrachtgevers.
Om de huidige vloot zo lang en zo goed als mogelijk in de vaart te houden en de taakuitvoering
te borgen wordt ingezet op onder meer:
− LevensduurVerlengendOnderhoud (LVO). Dit is voor de Zirfaea en Heffessant onlangs
afgerond en voor de Ir. F.W. Conrad in voorbereiding. Voor het betonningsvaartuig
de Heffesant was dit bijvoorbeeld een flinke verbouwing en verduurzamingsslag, waarmee
deze weer klaar is voor de toekomst. Dit betrof onder meer de het vervangen van een
diesel elektrische aandrijving door moderne, zuinige motoren. Ook zijn er zonnepanelen
geplaatst en gebruikt het schip ledverlichting.
− Overname en ombouw van bestaande schepen als zich hiervoor kansen voordoen. Voorbeelden:
• Versnelde vervanging van het schip Stern door ombouw van een bestaand schip uit de
markt;
• Overname van gebruikte politieschepen om deze in te zetten als patrouillevaartuigen.
− Aanschaf van 14 RHIB’s bij een Nederlandse leverancier samen met de Politie. Hiervan
zijn er inmiddels zeven geleverd en zeven nog in bestelling.
− Ook is de aanbesteding van de nieuwe onderhoudscontracten voor de huidige vloot in
voorbereiding.
Uitbreiding wind op zee
Parallel aan de vlootvervanging wordt onderzocht of en hoe, extra, noodsleepvaartuigen,
zogeheten Emergency Response Towing Vessel (ERTV’s) voor de kustwacht kunnen worden
gerealiseerd. Deze zijn nodig voor de extra taken bij de geplande uitbreiding van
windenergie op zee. Deze duurzame ERTV’s zijn onderdeel van het Europese Herstel-
en Veerkrachtplan voor Nederland2. Om een beroep op de beschikbare middelen hiervoor te kunnen doen, dient wel aan
diverse voorwaarden te worden voldaan. De planning is uitdagend en de hiervoor benodigde
techniek is nog niet toegepast in dit formaat en type vaartuigen. Ook de offshore
laadinfrastructuur op zee, nodig voor het opladen van de batterijen, is nog nergens
ter wereld gerealiseerd.
Tot slot
De Rijksrederij kijkt met haar opdrachtgevers ook al vooruit naar de vlootvernieuwingsprojecten
die na «Deel 1» uitgevoerd moeten worden. Besluitvorming hierover zal eenzelfde route
volgen als voor Deel 1 van de vlootvernieuwing.
Bij dit alles trekt de Rijksrederij samen op met de (Nederlandse) maritieme maakindustrie
en wordt de markt uitgedaagd actief deel te nemen en expertise te bundelen. Hiervoor
wordt o.a. gewerkt met rondetafels met brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology
en vertegenwoordigers van de Nederlandse maritieme maakindustrie.
Deze brief geeft de actuele stand van zaken rond de vervanging en vernieuwing van
de vloot van de Rijksrederij weer. Uw Kamer wordt geïnformeerd, zodra er nieuwe ontwikkelingen
zijn. Hierbij blijft gezocht worden naar mogelijkheden tot verdere versnelling.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat