Brief regering : Nationaal Hervormingsprogramma 2023 en overheveling middelen Brexit Adjustment Reserve
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1947
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2023
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Financiën en de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, het Nationaal Hervormingsprogramma (NHP) 2023 aan. Tevens
informeer ik u aanvullend over de overheveling van middelen uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR) naar REPowerEU onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF).
In het NHP rapporteert het kabinet over de voortgang en implementatie van voorgenomen
hervormingen en investeringen, in reactie op het landenrapport en de landspecifieke
aanbevelingen van het voorgaande jaar in het kader van het Europees Semester. Het
Europees Semester is de jaarlijkse coördinatiecyclus van economisch-, begrotings-
en werkgelegenheidsbeleid in de Europese Unie. Het laatste Nederlandse NHP stamt uit
2020, omdat de Semestercyclus tijdelijk was aangepast door de COVID-19-pandemie en
de komst van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). In het NHP inclusief aanhangende
bijlagen wordt ook gerapporteerd over de voortgang van het Nederlandse Herstel- en
Veerkrachtplan (HVP)1, de Sustainable Development Goals, de inzet van Europese fondsen en de Europese Pijler van Sociale Rechten.
Net als in voorgaande jaren is de sociale partners de gelegenheid geboden te reageren
op het NHP. Deze reactie vindt u bijgevoegd. Het kabinet hecht aan de betrokkenheid
van belanghebbenden en medeoverheden in de totstandkoming en uitvoering van beleid,
waaronder het HVP. Waar het NHP rapporteert over het kabinetsbeleid, lichten de sociale
partners in een eigen reactie hun bijdrage aan de Europese doelstellingen toe.
Daarnaast informeer ik u middels deze brief, in opvolging op de Kamerbrief van 14 maart
jl.2, aanvullend over de overheveling van middelen uit de BAR naar REPowerEU.
Zoals eerder aangekondigd is op initiatief van de Raad van de Europese Unie tijdens
de onderhandelingen over REPowerEU de mogelijkheid opgenomen in de aangepaste HVF-verordening om BAR-middelen over te
hevelen naar de HVF, teneinde deze middelen zo inzetbaar te maken voor de REPowerEU-hoofdstukken in de nationale herstelplannen. Omdat de managementautoriteit geen mogelijkheid
zag om de via de BAR aan Nederland gealloceerde middelen onder de BAR volledig aan
te wenden, heeft Nederland, net als tweederde van de andere EU-lidstaten, aangegeven
gebruik te willen maken van deze mogelijkheid tot overhevelen.
De managementautoriteit voor de BAR heeft vervolgens – met instemming van de Minister
van Financiën – op 28 februari jl. de Europese Commissie formeel geïnformeerd over
haar intentie € 280 miljoen van de middelen die via de BAR aan Nederland zijn gealloceerd,
beschikbaar te stellen voor het reeds bestaande REPowerEU-hoofdstuk van het Nederlandse HVP. Hiermee komt het totale voor Nederland beschikbare
bedrag onder REPowerEU uit op € 735 miljoen.
De overdracht naar het REPowerEU-hoofdstuk van het Nederlandse HVP geeft geen garantie dat de volledige € 280 miljoen
kan worden aangewend. De uitbetaling van HVP-middelen is immers voorwaardelijk aan
een positieve beoordeling van het Nederlandse REPowerEU-hoofdstuk door de Europese Commissie en daaropvolgende goedkeuring door de Raad van
de Europese Unie; vervolgens zijn een succesvolle implementatie van en verantwoording
over de maatregelen in het hoofdstuk vereisten voor uitbetaling. Het kabinet zet zich
hiervoor in. Deze allocatie van middelen biedt aanzienlijk meer perspectief dan pogen
de gelden nog onder de BAR te besteden.
Het formeel notificeren van de Europese Commissie dat Nederland € 280 miljoen van
de onder de BAR gealloceerde gelden als gevolg van onderuitputting over wil hevelen
naar het HVF, zodat het ingezet kan worden onder het REPowerEU-hoofdstuk in het Nederlandse HVP, betekent dat deze gelden niet langer onder de BAR
kunnen worden aangewend. Het REPowerEU-voorstel heeft als doel de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen van
lidstaten versneld te beëindigen, en de energietransitie te versnellen. De naar de
HVF overgehevelde BAR-middelen dienen te worden ingezet voor de vastgestelde onderliggende
REPowerEU-doelstellingen.3
Om aanspraak op deze middelen te kunnen maken, dient het kabinet eerst een aangepast
HVP, inclusief een aangevuld REPowerEU-hoofdstuk, in te dienen bij de Europese Commissie. Het kabinet streeft ernaar dit
voor het zomerreces te doen.
In het Nederlandse REPowerEU-hoofdstuk worden zoveel als mogelijk de reeds in het HVP opgenomen maatregelen opgehoogd
die, binnen de kaders van de HVF-verordening, een bijdrage leveren aan de afbouw van
de afhankelijkheid van Russische fossiele energie en aan het versnellen van de energietransitie.
Met inachtneming van de afspraken uit het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) over de invulling van het HVP, zal hierbij gekeken worden naar op te schalen onderdelen
die al financieel gedekt zijn.
De uitbetaling van de bovengenoemde REPowerEU-middelen zullen integraal meelopen met de reguliere HVP-betaalverzoeken die het kabinet
met de Europese Commissie heeft afgesproken bij goedkeuring van het oorspronkelijke
HVP.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat