Brief regering : Gewaslijsten vanggewassen en winterteelten en korting op de stikstofgebruiksnorm na later inzaaien vanggewas
33 037 Mestbeleid
Nr. 494
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2023
In mijn brief van 20 januari jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 484) heb ik aangekondigd dat de maatregel ter stimulering van de teelt van vanggewassen
op zand- en lössgrond, die in het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP)
(Kamerstuk 33 037, nr. 431 is opgenomen, dit jaar van kracht zal zijn. Deze maatregel houdt in dat op al het
areaal bouwland op zand- en lössgronden een korting op de stikstofgebruiksnorm in
het opvolgende jaar gaat gelden als een vanggewas later dan 1 oktober wordt ingezaaid.
Deze korting zal niet van toepassing zijn als een winterteelt wordt geteeld.
Met het oog op de inrichting van de bedrijfsvoering voor het komende jaar is het voor
zowel telers als de verwerkende industrie van groot belang om snel duidelijkheid te
krijgen over de wijze waarop ik invulling wil geven aan deze maatregel. In de bijlagen
bij deze brief bied ik daarom duidelijkheid door de lijsten met voorgenomen vanggewassen
en winterteelten bekend te maken. In deze brief licht ik toe hoe deze lijsten tot
stand zijn gekomen en hoe groot de korting op de stikstofgebruiksnorm in het opvolgende
jaar zal zijn wanneer niet uiterlijk op 1 oktober een vanggewas wordt ingezaaid.
Gewaslijsten
In het najaar van 2022 zijn ontwerplijsten met vanggewassen en winterteelten opgesteld.
Deze lijsten zijn tot stand gekomen op basis van twee adviezen van de Commissie Deskundigen
Meststoffenwet (CDM).
– In het eerste advies is aan de CDM gevraagd welke gewassen, naast de gewassen opgenomen
in Bijlage C van de Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen, moeten worden toegestaan
als vanggewas. Ook is op basis van door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) opgestelde criteria gevraagd welke teelten kunnen worden uitgezonderd (winterteelten)
van de inzaai van vanggewassen. Dit conceptadvies is vervolgens besproken met partijen
uit betrokken sectoren in een door het Ministerie van LNV georganiseerde expertsessie.
Daarna heeft de CDM het definitieve advies met gewaslijsten1 opgesteld.
– In aanvulling op dit advies is een tweede advies aan de CDM gevraagd2, waarin is gevraagd welke gewassen op de geadviseerde winterteeltenlijst na 1 november
kunnen worden geoogst, omdat bij veel van de gewassen op de geadviseerde winterteeltenlijst
vroegere oogst mogelijk was en inzaai van een vanggewas nog mogelijk en nuttig is.
In het najaar van 2022 heeft een internetconsultatie plaatsgevonden van de ontwerplijsten
met vanggewassen en winterteelten. Een winterteelt voldoet minimaal aan één van de
volgende criteria om op te lijst winterteelten te komen:
– het gewas wordt in de praktijk vrijwel uitsluitend na 1 november geoogst (als het
areaal van het gewas op dit moment beperkt is, is er voor gekozen ook gewassen als
winterteelt te classificeren als slechts een deel van de oogst na 1 november plaatsvindt);
– het gewas neemt na 1 oktober evenveel of méér stikstof op dan zou worden opgenomen
met een uiterlijk op 1 oktober ingezaaid vanggewas;
– het gewas is meerjarig of wordt in het najaar ingezaaid.
Er zijn veel reacties ontvangen op de internetconsultatie. De reacties hebben tot
enkele wijzigingen van de ontwerplijsten geleid. Dit betekent dat enkele gewassen
zijn toegevoegd en enkele benamingen van gewassen zijn verduidelijkt. Deze gewassen
zijn beoordeeld op voornoemde criteria en besproken met een groep experts. Ook zijn
beide gewaslijsten afgestemd op de gewascodelijst van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO), om de praktische uitvoering van deze maatregel te borgen. In de bijlagen
bij deze brief treft u de lijsten vanggewassen en winterteelten aan. Ik ben voornemens
deze lijsten op te nemen in wettelijke voorschriften, waarmee deze maatregel juridisch
wordt bekrachtigd. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Grinwis en
Van Campen (Kamerstuk 33 037, nr. 419).
Korting op de stikstofgebruiksnorm bij inzaai na 1 oktober
Ik heb de CDM eerder gevraagd hoe hoog de korting op de stikstofgebruiksnorm voor
het volgende kalenderjaar zou moeten zijn3, zodat het verlies van stikstof door de verminderde stikstofopname door inzaai van
het vanggewas na 1 oktober wordt gecompenseerd. De CDM adviseert de maximale stikstofopname
van een vanggewas dat uiterlijk op 1 oktober is ingezaaid te bepalen op 40 kg stikstof
per hectare. Bij het vaststellen van de korting adviseert de CDM rekening te houden
met het feit dat ongeveer de helft van de stikstof die opgenomen is door het vanggewas
beschikbaar komt voor het volggewas, en daarom een korting op de stikstofgebruiksnorm
van 20 kg per hectare te hanteren indien een vanggewas na 1 oktober wordt ingezaaid.
Zoals aangegeven in het 7e AP ben ik voornemens om de korting stapsgewijs te laten
opbouwen richting 1 november. Hoe later het vanggewas wordt ingezaaid, hoe lager de
stikstofopname door het gewas. Het is dus logisch om de korting vanaf 2 oktober te
laten oplopen, zodat hiermee voor het opvolgende kalenderjaar goed wordt gecorrigeerd.
Ik kom tot de volgende opbouw voor een korting van de stikstofgebruiksnorm in de periode
vanaf 2 oktober:
– Inzaai vanggewas vanaf 2 oktober t/m 14 oktober: 5 kg N/ha;
– Inzaai vangewas vanaf 15 oktober t/m 31 oktober: 10 kg N/ha;
– Inzaai vanggewas vanaf 1 november: 20 kg N/ha.
Tot slot
Ik besef dat er lange tijd veel onduidelijkheid was over de invulling van de maatregel
en de gewaslijsten. Om die reden kies ik er voor, vooruitlopend op publicatie van
de regelgeving, alvast inzicht te geven in de voorgenomen gewaslijsten en de voorgenomen
korting. Dit helpt ondernemers bij het maken van keuzes in de bouwplannen.
De implementatie van de maatregel over de stimulering van de teelt van vanggewassen
op zand- en lössgrond zal plaatsvinden in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet(Urm).
De komende periode werk ik daartoe aan een ontwerpwijziging van de Urm, die zo snel
mogelijk zal worden gepubliceerd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Indieners
-
Indiener
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit