Brief regering : Beleidsreactie WODC rapport Evaluatie betalingsregelingenbeleid CJIB
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 694
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2023
Met deze brief bied ik u het rapport «Betalingsregelingenbeleid CJIB: Frequentie en
aard toepassing bevoegdheden betalingsregelingenbeleid door het CJIB» aan.
Kern van het rapport is dat de laatste jaren steeds meer mensen gebruik maken van
een betalingsregeling om hun geldelijke sanctie te voldoen. Het betalingsregelingenbeleid
voorziet daarmee duidelijk in een behoefte, terwijl mensen hun sancties net zo goed
blijven betalen.
Aanleiding
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) heeft de afgelopen jaren een ontwikkeling
doorgemaakt van een zaaksgericht en geautomatiseerd incassobureau naar een instantie
die inzet op de tenuitvoerlegging van geldelijke sancties met oog voor de persoonlijke
omstandigheden van vaak kwetsbare mensen. De betalingsregeling is daarbij een belangrijke
component. Het doel van het beleid is om mensen in de gelegenheid te stellen hun sanctie
te voldoen op een voor hen haalbare manier.
Voor een persoonsgerichte tenuitvoerlegging van geldelijke sancties heeft het CJIB
verschillende bevoegdheden. Drie van deze bevoegdheden zijn in opdracht van het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) door Cebeon onderzocht. Ten eerste kan het
CJIB een betaling in termijnen toestaan. Voor verkeersboetes is die bevoegdheid neergelegd
in artikel 23 lid 2 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
(Wahv). Ten tweede kan het CJIB de tenuitvoerlegging van geldboetes onder 340 euro
beëindigen op basis van een hardheidsclausule (artikel 6:1:11 lid 1 Sv). En ten derde
kan het CJIB een noodstopprocedure starten, indien bij de inning van een geldelijke
sanctie sprake is van problematische schulden (artikel 23 lid 2 Wahv).
Voor de noodstopprocedure is dit onderzoek door mijn ambtsvoorganger aan uw Kamer
toegezegd.1 Voor de eerste twee bevoegdheden vloeit de evaluatie voort uit de wet.2 Hieronder vat ik het rapport samen en geef ik vervolgens mijn beleidsreactie.
Samenvatting rapport
Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de frequentie en aard van
de toepassing door het CJIB van betalingsregelingen, de hardheidsclausule en de noodstopprocedure.
Daarnaast is onderzocht in hoeverre deze bevoegdheden in de praktijk bijdragen aan
het verlichten van de schuldenproblematiek van mensen.
1. Betaling in termijnen
In de Wahv is sinds 2018 de bevoegdheid opgenomen om verkeersboetes in termijnen te
betalen.3 Het CJIB kan de volgende soorten betalingsregelingen treffen:
• Standaardregeling voor lagere bedragen: gericht op volledige inning met een maximale
looptijd van 36 maanden;
• Maatwerkregeling voor hoge bedragen of complexere zaken: gericht op volledige inning
met (in beginsel) een maximale looptijd van 72 maanden.
Uit het onderzoek komt naar voren dat het aantal betalingsregelingen voor geldelijke
sancties dat bij het CJIB is aangevraagd is gestegen van circa 190.000 in 2018 tot
bijna 300.000 in 2021. In circa 85% van deze gevallen maakt minimaal één Wahv-boete
deel uit van de betalingsregeling. De stijging van het aantal betalingsregelingen
lijkt voornamelijk toe te schrijven aan de verlaging van het drempelbedrag in 2019
van 225 euro naar 75 euro.
Het percentage afwijzingen van aanvragen is in de periode 2018 tot en met 2021 gedaald
van 9% naar 6%. De voornaamste reden voor afwijzingen is het niet nakomen van een
eerdere betalingsregeling. De daling van het aantal afwijzingen komt met name doordat
het CJIB nu sneller weer een betalingsregeling toestaat nadat een betrokkene eerder
een betalingsregeling niet is nagekomen. Sinds 1 februari 2021 kan dit na 6 maanden.
Voor die datum gold een termijn van 12 maanden.
Veruit de meeste overeengekomen betalingsregelingen van 2015 tot en met 2021 zijn
standaardregelingen (gemiddeld 85% per jaar). In de periode van 2018 tot en met 2021
is in vier jaar gemiddeld 77% van de standaardregelingen positief geëindigd, dat wil
zeggen volledig betaald en/of schuldhulpverlening gestart. Het aandeel negatief geëindigde
regelingen (onvolledige of geen betaling) is van 2018 tot en met 2021 gedaald van
31% naar 23%. Maatwerkregelingen eindigen minder vaak positief, maar het aandeel negatief
beëindigde regelingen is wel gedaald van 46% naar 41%. De verklaring van de onderzoekers
is dat maatwerkregelingen zijn bedoeld voor mensen in problematische(re) situaties,
waardoor het moeilijker is om de gemaakte betalingsafspraken na te komen. Een maatwerkregeling
krijgt wel vaker een vervolgtraject, omdat er altijd persoonlijk contact is en er
wordt ingezet om een negatieve afloop van de regeling te voorkomen. Het kan dan gaan
om een bijstelling van de afgesproken regeling of het starten van een schuldhulpverleningstraject.
2. De noodstopregeling
Indien een betalingsverplichting niet kan worden nagekomen in verband met problematische
schulden, kan het CJIB sinds 2020 vier maanden uitstel van betaling verlenen onder
de voorwaarde dat de betrokkene schuldhulp zoekt bij de gemeente. Dit is de noodstopprocedure.
Als de gemeente een schuldhulptraject start, kan het CJIB acht maanden extra uitstel
van betaling verlenen. Na afloop van dat jaar kan de betrokkene een betalingsregeling
treffen voor het op dat moment openstaande bedrag. Het CJIB biedt dan actief een betalingsregeling
aan.
In de periode 2020 – 2021 is de noodstopregeling circa 5.000 keer toegepast. In 6%
van de gevallen is iemand in staat na vier maanden de volledige schuld te betalen.
In 73% heeft iemand conform het doel van de regeling na vier maanden een betalingsregeling
getroffen, vaak met schuldhulpverlening bij de gemeente. Voor het overige deel is
de regeling met 8 maanden verlengd of op een andere manier formele schuldhulp gevonden.
3. Hardheidsclausule
Voor door de strafrechter opgelegde geldboetes tot 340 euro kan het CJIB namens de
Minister voor Rechtsbescherming de tenuitvoerlegging beëindigen, mits die geen redelijk
doel meer dient. Dit betreft de hardheidsclausule (artikel 6:1:11 lid 1 Sv). Deze
bevoegdheid is sinds 1 januari 2020 in de wet opgenomen. Het CJIB heeft de hardheidsclausule
sinds 2021 toegepast. In 2021 is in 96 gevallen de tenuitvoerlegging van een geldboete
op basis van de hardheidsclausule beëindigd. Dit gebeurde uitsluitend in het kader
van de maatregel voor stelselmatige daders (ISD) om gestarte hulpverlening of zorg
niet te verstoren. Het gemiddelde openstaande bedrag bedroeg 161 euro en in de meeste
gevallen (60%) lag het bedrag tussen de 100 en 200 euro.
Invloed op schuldenproblematiek
Onderdeel van het onderzoek was een expertmeeting met professionals, waarin naar voren
is gekomen dat de mogelijkheid om in termijnen te betalen bijdraagt aan het voorkomen
van een betalingspiek in één maand. Hierdoor kunnen mensen minder acute betalingsproblemen
en bijkomstige schuldenproblematiek ervaren. De noodstopregeling geniet beperkte bekendheid,
maar wordt gezien als een welkome maatregel om schuldenproblematiek te verlichten.
Het is bovendien een stimulans bij het zoeken van hulp.
Beleidsreactie
Dit onderzoek bevestigt het belang van het betalingsregelingenbeleid en toont aan
dat het voorziet in een behoefte: steeds meer mensen maken gebruik van een betalingsregeling,
terwijl de inningsresultaten op peil blijven. Sinds de introductie van de betalingsregeling
is het beleid stapsgewijs verruimd en uitgebreid met verschillende instrumenten, zoals
hierboven genoemd. Doordat mensen in meer gevallen een regeling kunnen treffen, vergroot
dit hun mogelijkheden om verhogingen te voorkomen. De standaardregelingen leiden voor
het overgrote deel tot een positieve afronding, waarbij het volledige bedrag in termijnen
is geïnd. Ik vind dit positieve ontwikkelingen.
Indien persoonlijke omstandigheden daartoe aanleiding geven kan een maatwerkregeling
worden getroffen. Dit volume is flink kleiner dan de standaardregelingen, maar verdient
bijzondere aandacht. Ik vind het van belang dat in deze gevallen rekening wordt gehouden
met hun omstandigheden en de bescherming van het bestaansminimum. Om zicht te krijgen
op de financiële situatie heeft het CJIB wel de informatie van iemand nodig. Het gaat
veelal om hoge verschuldigde bedragen, waarachter bovendien meerdere financiële problemen
kunnen schuilgaan. Vanwege de complexiteit van deze zaken is het ingewikkelder om
tot volledige inning te komen. In bijzondere gevallen kan dan een draagkrachtregeling
worden getroffen. Die houdt in dat het CJIB op basis van iemands draagkracht periodiek
bekijkt hoeveel per termijn kan worden betaald.
Ik ben het met de onderzoekers eens dat de communicatie over en toegankelijkheid van
de maatwerkregeling en de noodstopprocedure verbeterd kan worden. Deze bevinding komt
overeen met die van de Algemene Rekenkamer, die onderzoek heeft gedaan naar het gebruik
van betalingsregelingen door uitvoeringsorganisaties van het Rijk waaronder het CJIB.
Het CJIB is continu bezig met de doorontwikkeling van het beleid en de dienstverlening
en heeft al concrete stappen gezet om de bestaande informatievoorziening over de mogelijkheden
van de noodstopprocedure en de maatwerkregeling te verbeteren. Zo heeft het CJIB inmiddels
de informatie op de website over het aanvragen van een maatwerkregeling verduidelijkt.
Daarnaast is de instructie van medewerkers van het informatiecentrum aangescherpt
en wordt in telefonische gesprekken uitgebreid stilgestaan bij de mogelijkheden om
een betalingsregeling op maat te treffen of een noodstopprocedure te vragen, rekening
houdend met iemands financiële situatie.
Dit kabinet heeft de ambitie om de toename van geldzorgen en armoede te voorkomen.
Grote publieke schuldeisers waaronder het CJIB hebben hierin een belangrijke rol.
Het CJIB heeft de afgelopen jaren een eigen betalingsregelingenbeleid geïntroduceerd,
de toepassing gaandeweg verruimd en is het een voorloper met de noodstopprocedure.
De proactieve opstelling van het CJIB op het gebied van deze persoonsgerichte tenuitvoerlegging
laat de betrokkenheid zien met betrekking tot de ambitie van dit kabinet.
Tot slot
Ik blijf inzetten op een persoonsgerichte inning en incasso van geldelijke sancties.
Een belangrijke ontwikkeling daarbij is de Clustering Rijksincasso. Deze beoogt de
inning en incasso van schuldeisers zo veel mogelijk bij elkaar te brengen en een gezamenlijke
betalingsregeling aan te bieden. Het CJIB is daarmee inmiddels met het CAK en DUO
gestart. Ik wil de verdere ontwikkeling bespoedigen en andere overheidsorganisaties
aanmoedigen om aan te sluiten. Op die manier geef ik invulling aan een concrete behoefte
zoals die blijkt uit dit rapport, kunnen mensen grip krijgen op hun totale schuldenlast
en hebben één loket – het CJIB – om aan te kloppen voor het treffen van betalingsregelingen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Indieners
-
Indiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming