Brief regering : Ontwikkelingen ggz in de Wet langdurige zorg
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
34 104
Langdurige zorg
Nr. 651
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,
WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2023
Uw Kamer heeft in 2014 een motie1 aangenomen waarmee het proces in gang is gezet om mensen die vanwege een psychische
stoornis een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid
hebben toegang te bieden tot de Wet langdurige zorg (Wlz). De Wlz is vervolgens sinds
1 januari 2021 opengesteld voor deze doelgroep. Hiermee is een plek binnen de Wlz
gecreëerd voor mensen met een psychische stoornis voor wie volledig herstel en zelfstandige
deelname aan de samenleving niet meer mogelijk is. Dit heeft positieve gevolgen gehad
voor een groep mensen, maar gaat ook gepaard met onvoorziene en onbedoelde effecten.
De verwachting was dat ca. 12.000 mensen vanwege een psychische stoornis toegang zou
krijgen tot de Wlz. Een deel van deze mensen zou nieuw de Wlz instromen en een deel
ontving al zorg vanuit een andere grondslag binnen de Wlz, zoals ggz voortgezet verblijf
of de gehandicaptenzorg. Inmiddels, twee jaar na de openstelling van de Wlz, hebben
ruim 27.000 mensen een indicatie voor de Wlz (ggz-wonen) en is er sprake van een aanhoudende
hoge instroom van mensen met een psychische stoornis in de Wlz.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport (LZS) heeft toegezegd uw Kamer te informeren
over vervolgstappen met betrekking tot het vraagstuk van de hoge instroom van mensen
met een psychische stoornis in de Wlz. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (VWS) heeft toegezegd uw Kamer het onderzoek dat is uitgevoerd door Significant
naar de verschillen en overeenkomsten tussen mensen met een psychische stoornis in
de Wmo en in de Wlz met een beleidsreactie toe te sturen. Met deze gezamenlijke brief
geven wij invulling aan beide toezeggingen.
De instroom van mensen met een psychische stoornis in de Wlz bestaat met name uit
mensen die eerder ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
(Wmo 2015) kregen. Deze grotere verschuiving van ondersteuning en beschermd wonen
vanuit de Wmo naar zeer intensieve zorg in de Wlz is een opvallende ontwikkeling.
Deze verschuiving sluit allereerst niet aan bij de breed gedragen visie dat de meeste
mensen met een psychische aandoening gebaat zijn bij herstelgerichte zorg en ondersteuning
die zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving wordt geboden. Gezien het feit dat
op dit moment sprake is van een aanhoudende hoge instroom naar de Wlz, betekent dit
dat dit perspectief voor een groeiende groep mensen met een psychische aandoening
minder wordt. De Wlz is namelijk bedoeld voor mensen die een blijvende behoefte aan
permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid hebben, en is minder gericht
op herstel en participatie zoals in de Wmo en de Zvw is beoogd. Voor cliënten met
een psychische aandoening is het behoud van aansluiting bij de maatschappij van groot
belang. De verschuiving naar meer intensieve zorg vanuit de Wlz sluit daarnaast ook
niet aan bij de andere aanpak die breed in de zorg nodig is om deze toegankelijk en
toekomstbestendig te houden, en waarover met partijen afspraken zijn gemaakt in onder
andere het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA).
De inzet van deze afspraken is gericht op passende zorg en een zorgvuldige afweging
van de inzet van personeel en middelen. Zoals eerder aan u bericht, staat de betaalbaarheid
van de ggz in de Wlz door de aanhoudende hoge instroom van mensen met een psychische
aandoening in de Wlz onder druk.2
Als Minister voor LZS en Staatssecretaris van VWS, verantwoordelijk voor de langdurige
zorg, de ggz en beschermd wonen, hebben we daarom de afgelopen maanden intensief overleg
gevoerd met MIND, de Nederlandse ggz, Valente, de VNG en ZN over de ggz in de Wlz
en de ontwikkelingen die daarin plaatsvinden. Ook het CIZ en de NZa zijn hierbij betrokken.
Vanuit de gedachte dat mensen met een psychische aandoening en een intensieve zorgvraag
passende zorg en ondersteuning dienen te ontvangen en het beeld dat dit niet in alle
gevallen zo is, heeft er een verkenning met bovengenoemde partijen plaatsgevonden
naar oplossingen om dit alsnog te bereiken. Daarmee werken partijen toe naar bestuurlijke
afspraken om de instroom naar de Wlz te beperken. De partijen delen daarbij het beeld
dat de aanhoudende hoge instroom naar de Wlz niet aansluit bij de visie die hierboven
wordt geschetst en bij het voorop stellen van de mogelijkheden die mensen met een
psychische aandoening hebben. Voor een deel van de mensen die de Wlz zijn ingestroomd
zijn er (op termijn) mogelijk nog wel stappen te zetten in hun herstel en verdere
deelname aan de samenleving. De Wlz heeft in dat geval te weinig mogelijkheden om
deze ontwikkeling te ondersteunen, waar die mogelijkheden er in de Wmo en in de Zvw
wel zijn. Daarnaast delen de partijen de opvatting dat er een zorgvuldige afweging
gemaakt moet worden als het gaat om de beschikbaarheid van personeel. Gezien de uitdagingen
die breed in de zorg spelen, waaronder de problematiek op de arbeidsmarkt en de financiële
houdbaarheid, is deze beweging naar meer passende zorg nodig om ook in de toekomst
goede zorg en ondersteuning vanuit de Wlz te kunnen blijven bieden.
Er is onderzoek gedaan door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Significant
om beter zicht te krijgen op de mensen die het betreft die de Wlz zijn ingestroomd
en hoe dit zich verhoudt tot de Wmo. Verderop in deze brief wordt hierop ingegaan.
Het onderzoek van Significant is bijgevoegd bij deze brief.
De belangrijkste punten uit deze brief:
• Per 1 januari 2023 hebben in totaal ca. 27.000 mensen een indicatie voor ggz-wonen
in de Wlz ontvangen. De instroom bleef in 2022 hoog: per maand hebben tussen de 300
en 400 mensen vanwege een psychische aandoening en een zeer intensieve zorgvraag toegang
gekregen tot de Wlz. Op basis van de demografische groei zou de instroom ca. 40 cliënten
per maand zijn. Er zijn ook aanzienlijke verschillen tussen gemeenten.
• Uit onderzoek van Significant blijkt dat het vaak mensen met een zeer intensieve zorgvraag
zijn die toegang hebben gekregen tot de Wlz. Zij blijken meer rust en stabiliteit
te ervaren in de Wlz. Daarnaast benoemt Significant, op basis van interviews met veldpartijen,
dat het voor een deel van de mensen met een psychische aandoening die aan de toegangscriteria
voor de Wlz voldoen niet vanzelfsprekend is dat zij ook het beste op hun plek zijn
in de Wlz.
• De zorg in de Wlz vraagt doorgaans meer personele inzet dan in de Wmo, onder andere
omdat in de Wmo (in tegenstelling tot in de Wlz) ook de sociale contacten van cliënten
worden betrokken en sociale context wordt meegewogen. Meer intensieve zorg vanuit
de Wlz is niet altijd het meest passend voor de cliënt. Ook zet deze verschuiving
naar meer inzet van intensieve zorg vanuit de Wlz de financiële houdbaarheid van de
Wlz onder druk. De openstelling van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis
heeft reeds geleid tot € 1 mld. aan extra uitgaven bovenop de oorspronkelijke raming.
Dat is niet houdbaar naar de toekomst toe.
• Er worden daarom op dit moment bestuurlijke afspraken opgesteld met MIND, de Nederlandse
ggz, Valente, ZN en de VNG waarmee wordt ingezet op passende zorg en ondersteuning
voor mensen met een psychische aandoening en een langdurige, intensieve zorgvraag.
De bestuurlijke afstemming loopt momenteel en is naar verwachting later dit voorjaar
gereed. Op dat moment zijn de bestuurlijke afspraken definitief en zullen we uw Kamer
hier nader over informeren.
1. Passende zorg en ondersteuning
Ontwikkeling sinds de openstelling van de Wlz
Sinds 1 januari 2021 is het voor mensen die op grond van een psychische stoornis een
gelijksoortige zorgbehoefte hebben als andere cliënten (in andere sectoren) in de
Wlz mogelijk geworden om rechtstreeks toegang te krijgen tot de Wlz. Deze toegang
tot de Wlz is bedoeld voor mensen die vanwege hun psychische stoornis een blijvende
behoefte hebben aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht om ernstig
nadeel te voorkomen. Anders dan in de andere wettelijke domeinen voor zorg en ondersteuning
aan deze doelgroep, namelijk de Wmo en de Zorgverzekeringswet (Zvw), is de zorg in
de Wlz niet gericht op herstel en maatschappelijke participatie, maar voornamelijk
op het bieden van stabiliteit en rust. De Wlz is daarmee niet het aangewezen domein
voor zorg en ondersteuning aan mensen die nog mogelijkheden hebben tot herstel.
In voorbereiding op de openstelling van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis
is er uitvoerig onderzoek gedaan door HHM3 om de verwachte doelgroep in kaart te brengen. Hierbij zijn ook gemeenten, aanbieders
en het CIZ betrokken. VWS is op basis van dit onderzoek uitgegaan van een groep van
11.750 mensen die gebruik zouden gaan maken van ggz-wonen in de Wlz. De verwachting
was dat een deel daarvan, 9.250 mensen, nieuw en eenmalig instromen door de openstelling
van de Wlz en dat 2.500 mensen vanuit andere onderdelen van de Wlz in ggz-wonen instromen.
Het is niet mogelijk gebleken om alle mensen die in aanmerking komen voor toegang
tot de Wlz vooraf in beeld te brengen, met name als het gaat om mensen die voorheen
extramurale zorg ontvingen4. De verwachting was dat het zou gaan om een kleine groep, gezien het doel van de
Wlz, waarbij de focus ligt op cliënten met de meest intensieve zorgvraag. Inmiddels
hebben ca. 27.000 mensen een ggz-wonen indicatie in de Wlz.
Van de groep mensen die vanwege een psychische aandoening en een intensieve zorgvraag
een indicatie voor de Wlz hebben gekregen, ontving een groot deel eerst beschermd
wonen vanuit de Wmo. Daarmee wordt in de langdurige ggz en beschermd wonen een verschuiving
zichtbaar: de groep cliënten die ggz-wonen vanuit de Wlz ontvangt blijft groeien,
terwijl de groep die beschermd wonen in de Wmo ontvangt inmiddels kleiner is dan voordat
de Wlz werd opengesteld voor mensen met een psychische aandoening. Er is op meerdere
manieren onderzoek gedaan naar de mensen die de Wlz zijn ingestroomd en zij die beschermd
wonen of ambulante ondersteuning krijgen vanuit de Wmo. Het CBS heeft kwantitatief
onderzoek gedaan naar de herkomst en persoonskenmerken van de groep mensen die in
2021 de Wlz zijn ingestroomd5. Met herkomst wordt bedoeld uit welk wettelijk kader zij de zorg of ondersteuning
ontvingen alvorens zij toegang kregen tot de Wlz. In onderstaande figuur wordt weergegeven
uit welk domein de mensen die tot 1 januari 2023 een Wlz-indicatie voor ggz-wonen
hebben gekregen eerder zorg of ondersteuning ontvingen (uitgezonderd de instroom van
cliënten die al een Wlz-indicatie hadden voor een zorgprofiel anders dan ggz-wonen).
Ten aanzien van het onderzoek naar de persoonskenmerken van de groep mensen met een
psychische aandoening in de Wlz zijn de belangrijkste bevindingen van het CBS als
volgt:
– Van de groep in de Wlz is 1% van de cliënten 26 jaar of jonger, circa 84% is ouder
dan 26 jaar en bij circa 14% is de leeftijd onbekend.
– In de Wmo (beschermd wonen) is de groep mensen in de leeftijdscategorie van 26 jaar
of jonger groter, namelijk ca. 45%6.
Onderzoek cliëntgroepen en zorgaanbod Wlz en Wmo
Daarnaast heeft Significant onderzoek gedaan naar de verschillen en overeenkomsten
tussen mensen met een psychische aandoening die zorg en ondersteuning ontvangen vanuit
de Wmo en zij die zorg ontvangen vanuit de Wlz, bijvoorbeeld ten aanzien van zorgbehoefte,
doorlopen zorgpad en persoonskenmerken. Ook was er de behoefte om zicht te krijgen
op welke toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van beide doelgroepen (o.a. zorgbehoefte
en omvang) te verwachten zijn. Op verzoek van VWS zijn in het onderzoek van Significant
ook vragen opgenomen over de financiële gevolgen voor gemeenten na de openstelling
van de Wlz voor mensen met een psychische aandoening. Verderop in deze brief wordt
daar nader op ingegaan. De uitkomsten van het onderzoek zijn vooral gebaseerd op (rode
draden uit) interviews met betrokken stakeholders. Voor het financiële deel van het
onderzoek is een kwantitatieve analyse uitgevoerd. Het volledige rapport ontvangt
u bij deze brief.
Hieronder zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport van Significant benoemd:
– Belangrijke verschillen tussen de mensen die zorg vanuit de Wmo en de mensen die zorg
vanuit de Wlz ontvangen zijn onder meer:
• Perspectief op zelfstandigheid (in de Wmo), waar er in de Wlz meer sprake is van een
behoefte aan zekerheid en veiligheid, gezien de aard van de zorgbehoefte.
• Het ontbreken van een (sociaal) netwerk rond de cliënt is volgens respondenten vaak
een reden om een Wlz-indicatie aan te vragen.
• Bij cliënten die naar de Wlz zijn overgegaan is vaker sprake van een dubbele diagnose
en/of multi-problematiek dan bij cliënten die in de Wmo zijn gebleven.
• Cliënten die naar de Wlz zijn overgegaan zijn gemiddeld ouder en hebben een langduriger
zorgverleden dan de cliënten die in de Wmo zijn gebleven.
– De meeste geïnterviewden verwachten een toename van zowel het aantal cliënten in beschermd
wonen in de Wmo als in ggz-wonen in de Wlz, onder meer vanwege maatschappelijke ontwikkelingen
(zoals wachtlijsten in de ggz in brede zin en de situatie op de woningmarkt) en de
toenemende complexiteit van de samenleving.
– Daarnaast geeft Significant aan dat prikkels voor het al dan niet aanvragen van een
Wlz-indicatie van invloed kunnen zijn op de aantallen cliënten in de Wmo en de Wlz.
Het verschil tussen de Wmo en de Wlz is niet zwart-wit, maar de financiële prikkels
in het systeem blijken in de praktijk de doorstroom vanuit de Wmo naar de Wlz te bevorderen,
ook als dat vanuit cliëntperspectief niet altijd de best passende optie is.
– Er zijn oplossingen genoemd om de instroom van mensen met een psychische aandoening
vanuit de Wmo in de Wlz te beperken, zoals het investeren in preventie (bijvoorbeeld
inloopvoorzieningen in het sociaal domein) en investeren in meer passende woonplekken
met (intensieve) ambulante begeleiding en/of geclusterde woonvormen (beschermd thuis).
De Wlz is bedoeld voor de groep vaak zeer kwetsbare mensen met een beperkt ontwikkelperspectief
en daaruit volgend een intensieve, langdurige zorgvraag waarvan het niet in de lijn
der verwachting ligt dat dit in de toekomst zal veranderen. In de verkenning die we
als verantwoordelijke bewindspersonen met het veld hebben gedaan komt naar voren dat
een psychische aandoening vaak wordt gekenmerkt door een grillig verloop en (daarmee)
een zorg- en ondersteuningsbehoefte die qua aard en omvang van tijd tot tijd kan verschillen.
Een deel van de mensen die toegang tot de Wlz hebben gekregen, is daar op zijn plek
en is het meeste gebaat bij de rust en de stabiliteit die de Wlz biedt.
Tegelijkertijd, zo laat ook het onderzoek van Significant zien, sluiten de uitgangspunten
van de Wlz niet in alle gevallen aan bij de zorgvraag en mogelijkheden van de mensen
die een aanvraag doen en toegang tot de Wlz krijgen. Een deel van deze groep heeft
(op termijn) mogelijk toch meer baat bij een aanpak die is gericht op herstel en verdere
deelname aan de maatschappij vanuit de mogelijkheden die daarvoor in de Wmo en Zvw
worden geboden. De verwachting is dat het daarbij met name gaat om mensen die voorheen
ambulante zorg en ondersteuning vanuit de Wmo ontvingen en nu zorg ontvangen vanuit
de Wlz. Het onderzoek van het CBS laat zien dat dit aandeel («Wmo-overig») binnen
de totale instroom van mensen met een psychische aandoening in de Wlz de afgelopen
twee jaar groter aan het worden is. Hoewel het een relatief kleine groep betreft,
zijn in de gesprekken met het veld ook vraagtekens gezet bij instroom van mensen die
op jongere leeftijd vanwege een psychische stoornis toegang krijgen tot de Wlz (in
de leeftijdscategorie van 18–27 jaar), in hoeverre zij nog mogelijkheden hebben om
zich verder te ontwikkelen en of de Wlz voor deze groep het aangewezen domein is.
Dat geldt mogelijk ook voor andere groepen die een Wlz indicatie voor ggz-wonen hebben
gekregen.
Als verantwoordelijk bewindspersonen vinden wij het samen met het veld een onwenselijke
situatie als mensen niet de zorg en ondersteuning krijgen die aansluit bij de mogelijkheden
die zij nog hebben. Daarbij past om bij twijfel eerst in te zetten op tijdelijke of
lichtere vormen van ondersteuning en zorg vanuit het sociaal domein, alvorens de stap
te zetten naar vaak meer intensieve en blijvende zorg vanuit de Wlz.
Toegang Wlz
Het CIZ zorgt voor een onafhankelijke beoordeling van de toegang tot de Wlz op basis
van objectieve zorginhoudelijke criteria die zijn vastgelegd in de Wlz. Het gaat daarbij
om een blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid of permanent toezicht, om
ernstig nadeel te voorkomen. Het CIZ beoordeelt enkel of wordt voldaan aan deze objectieve
toegangscriteria en heeft niet de opdracht om te beoordelen welke ondersteuning en
zorg (vanuit welk wettelijk kader) het meest passend is. Dat betekent dat passende
ondersteuning en zorg mogelijk zowel vanuit de Wmo als vanuit de Wlz geboden kan worden.
We ontvangen signalen dat zowel aanbieders als gemeenten cliënten soms te snel adviseren
een aanvraag voor de Wlz bij het CIZ in te dienen, wat in sommige gevallen ten koste
kan gaan van de inzet van passende zorg en ondersteuning en de mogelijkheden die hiervoor
in de Wmo nog kunnen worden geboden. In de gesprekken die wij met het CIZ hebben gevoerd
horen we enkele dilemma’s terug die grotendeels raken aan de groepen die eerder in
deze brief zijn genoemd, waaronder mensen die ambulante zorg en ondersteuning ontvangen
en een Wlz-indicatie aanvragen. Hierover vindt binnen het CIZ geregeld intervisie
plaats. Ook zijn er verschillen tussen gemeenten. Vanwege de rol van het CIZ in de
keten is het CIZ betrokken bij de bestuurlijke afspraken die we op dit moment met
de partijen opstellen.
2. Toekomstbestendige langdurige ggz (Wlz/Wmo)
De ontwikkeling van de hoge instroom van mensen met een psychische aandoening in de
Wlz speelt zich af tegen de achtergrond van grote uitdagingen in de zorg, waarbij
onder andere onnodige inzet van intensieve zorg en personele inzet zoveel mogelijk
moeten worden voorkomen om de zorg op de lange termijn toegankelijk te houden. Een
verschuiving naar intensieve zorg (in de Wlz) vraagt vaak om meer of andere personele
inzet. Gezien de schaarste van personeel dient hiermee zorgvuldig te worden omgegaan.
Ook binnen het (brede) sociaal domein is er sprake van uitdagingen ten aanzien van
schaarse inzet van personele en financiële middelen.7
Daarnaast staat de betaalbaarheid van de langdurige zorg in brede zin onder druk.
De aanhoudende hoge instroom van mensen met een psychische aandoening in de Wlz zorgt
daarbinnen voor druk op het Wlz-kader. Ten opzichte van de oorspronkelijke raming
is het Wlz-kader al meerdere keren opgehoogd om de hogere instroom te accommoderen.
De instroom blijft hoog, waardoor wij ons genoodzaakt zien tot ingrijpen om ervoor
te zorgen dat een trendbreuk op de instroom wordt gerealiseerd en om ervoor te zorgen
dat de instroom zich op termijn stabiliseert op het conform de demografische groei
te verwachten niveau. Dit maakt dat er een grote opgave voor de komende jaren ligt
om de zorg voor mensen met een psychische aandoening en een langdurige, intensieve
zorgvraag op een houdbare wijze vorm te geven.
De NZa brengt twee keer per jaar advies uit aan mij als Minister voor LZS over de
toereikendheid van het Wlz-kader. Daarnaast doet de NZa kostprijsonderzoek naar de
tarieven in de Wlz. Momenteel voeren zij dit onderzoek uit naar de tarieven voor ggz-wonen
in de Wlz. De resultaten hiervan zijn naar verwachting in 2024 beschikbaar, waarna
de NZa de nieuwe tarieven voor 2025 vaststelt die passen bij de zorg die wordt geboden.
Uitgaven en budget Wmo
De uitkomsten van het financiële deel van het onderzoek van Significant hebben betrekking
op de directe uitgaven die gemeenten doen voor beschermd wonen, beschermd thuis en
ambulante begeleiding. Uitgaande van het meest aannemelijke scenario schat Significant
de opgave van gemeenten voor 2022 voor de gehele doelgroep op € 1,25 miljard, met
een bandbreedte tussen € 1,15 miljard en € 1,4 miljard. Deze uitgaven liggen onder
de uitkering die gemeenten ontvangen voor beschermd wonen. Dit was namelijk circa
€ 1,49 miljard in 2022. Daarnaast ontvangen gemeenten vanuit de algemene uitkering
van het Gemeentefonds middelen voor alle overige Wmo ondersteuning, zoals ambulante
ondersteuning. De onderzoekers geven aan dat verschillende onzekerheden en beperkingen
spelen bij het maken van de inschatting van de directe uitgaven in de Wmo voor beschermd
wonen, beschermd thuis en ambulante begeleiding. Bijvoorbeeld omdat gemeenten verschillende
productafbakeningen van beschermd wonen hanteren, deze verschillend administreren
en omdat het onderzoek plaats heeft gevonden in een periode waarin cijfers snel aan
verandering onderhevig waren. Daardoor hebben de onderzoekers verschillende aannames
moeten doen.
Gemeenten hebben aangegeven zich niet te herkennen in het financiële deel van het
rapport van Significant en benadrukken dat de bevindingen niet los gezien kunnen worden
van de huidige ontwikkelingen in de samenleving waarin de bestaanszekerheid van kwetsbare
mensen in toenemende mate onder druk staat en er sprake is van een tekort aan passende
woonvormen en woningen. Dat stelt gemeenten voor een bredere opgave om passende ondersteuning
en zorg te bieden aan kwetsbare mensen.
Bestuurlijke afspraken langdurige ggz en beschermd wonen
Het voorgaande maakt duidelijk dat het noodzakelijk is om te komen tot een andere
aanpak. Het primaire doel van deze aanpak is om mensen met een ernstige psychische
aandoening passende zorg en ondersteuning te bieden die aansluit bij de zorgbehoefte
die zij hebben en het perspectief op herstel. Er zijn meerdere verdiepingssessies
met de betrokken veldpartijen georganiseerd om te komen tot acties die nodig zijn
voor passende zorg, ook in het licht van de hoge instroom van mensen met een psychische
aandoening in de Wlz en de inzet van personeel en middelen. Op dit moment vindt bestuurlijke
afstemming plaats over bestuurlijke afspraken met daarin zowel korte- als lange termijn
maatregelen. We verwachten dat de bestuurlijke afspraken later dit voorjaar gereed
zijn en zullen hier uw Kamer op dat moment nader over informeren.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport