Brief regering : Reactie op diverse verzoeken commissie in relatie tot de politie
29 628 Politie
25 124
Nieuwe infrastructuur mobiele communicatie (C2000)
29 517
Veiligheidsregio’s
Nr. 1161
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2023
Op 19 april spreek ik met uw Kamer over de politie, een onderwerp dat mij nauw aan
het hart ligt. De afgelopen periode bleef de druk op de politie hoog, maar stonden
politiemedewerkers klaar voor onze veiligheid. Andersom, staan wij voor hun veiligheid.
Voor politiemedewerkers is omgaan met geweld een onderdeel van het vak. Dit laat onverlet
dat ik mij hard maak voor een fysiek en sociaal veilige werkomgeving waarin geweld
niet wordt getolereerd en systemen bijdragen aan de veiligheid van onze politiemensen.
Middels deze brief informeer ik uw Kamer over een aantal thema’s dat raakt aan de
veiligheid van onze politiemedewerkers, naar aanleiding van diverse verzoeken van
de Vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid.
C2000
Vorige maand vonden twee incidenten plaats waarbij hulpverleners geen verbinding met
collega’s en de meldkamer via het C2000 netwerk konden maken. Uw Kamer heeft hier
terecht aandacht en prioriteit aan gegeven, alsook de politievakorganisaties. De veiligheid
van hulpverleners heeft altijd mijn grootste zorg. Hulpverleners moeten weten dat
alles in het werk wordt gesteld om te zorgen dat zij hun werk op een zo veilig mogelijke
manier kunnen doen.
In deze brief wil ik uw Kamer graag meenemen in de ontwikkelingen die al langer lopen
rondom de missiekritische communicatievoorziening C2000; de maatregelen die zijn genomen
naar aanleiding van de incidenten van vorige maand en hoe ik kijk naar de toekomst
van missiekritische communicatie. Tot slot zal ik nog specifiek ingaan op de brief
van de politievakorganisaties en het verzoek van de Vaste Kamercommissie Justitie
en Veiligheid.
C2000 – missiekritische communicatievoorziening hulpdiensten
C2000 is een vitaal systeem dat elke dag door tienduizenden hulpverleners wordt gebruikt
om met elkaar en de meldkamer te communiceren. Het systeem is sinds 2004 in gebruik
en wordt sinds 2015 stapsgewijs vernieuwd. Deze vernieuwing ziet op het alarmeringsnetwerk
P2000, de radiobediening op de meldkamers en het spraaknetwerk voor portofoons en
mobilofoons. Het spraaknetwerk is in 2020 vernieuwd en naar verwachting wordt dit
jaar de laatste fase van de vernieuwing voltooid, te weten de ingebruikname van de
nieuwe radiobediening in de meldkamers. Het netwerk is vernieuwd om een goede mobiele
communicatie tussen hulpverleners te kunnen blijven faciliteren en hun veiligheid
te garanderen. Over de laatste stand van zaken met betrekking tot de vernieuwing is
uw Kamer bij brief van 5 juli 20221 geïnformeerd.
Van hulpverleners wordt verwacht dat ze een stap naar voren doen als het nodig is.
Zij moeten daarom ook kunnen rekenen op goede communicatie onderling en met de meldkamer.
Het C2000-netwerk is ontworpen en ingericht op buitendekking en wordt daarop ook beoordeeld.
Het netwerk kent een dekkingsgraad van meer dan 97%, waar bij het bouwen van het netwerk
is afgesproken dat er een dekkingsgraad is van 95%.
Net als bij elk ander communicatiesysteem is het soms mogelijk dat er geen verbinding
tot stand kan worden gebracht of dat de gesprekskwaliteit niet optimaal is. De redenen
hiervoor zijn divers, kennen verschillende (technische) oorzaken en kunnen zich zowel
voordoen aan de kant van het netwerk als de gebruiker. Omdat C2000 een vitaal en missiekritisch
systeem is, monitort de beheersorganisatie, de Landelijke Meldkamer Samenwerking,
de werking van het systeem dag en nacht, en zorgt zij continu dat het systeem in de
lucht is en blijft.
De Landelijke Meldkamer Samenwerking is continu bezig de dekkingsgraad van C2000 zo
hoog mogelijk te houden. Een aantal zaken heeft namelijk invloed op de buitendekking
van C2000. Als gevolg van veranderingen in het landschap, de bebouwde omgeving en
storende radiobronnen kunnen plekken ontstaan waar de dekking minder goed is of zelfs
ontbreekt. Daarnaast kunnen verkeerd geïnstalleerde en ondeugdelijke zonnepaneelinstallaties
interfereren met het C2000 netwerk, waardoor op een zonnige dag de dekking van C2000
minder kan worden in een specifieke omgeving. Deze problematiek, die samenhangt met
het intensief gebruik van (een steeds beperktere ruimte van) radiofrequenties, neemt
naar verwachting de komende jaren verder toe en heeft mijn volle aandacht. Mijn ministerie
en de beheerder van C2000 zijn met leveranciers en het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat in overleg hoe interferentie van andere radiobronnen zoveel mogelijk
kan worden opgelost en voorkomen.
Incidenten zoals die vorige maand hebben plaatsgevonden worden dan ook aangepakt en
geanalyseerd door de Landelijke Meldkamer Samenwerking. Gelijktijdig met deze brief
ontvangt uw Kamer de antwoorden op de vragen van het lid Helder (PVV) en het lid Mutluer
(PvdA) waarbij onder meer wordt ingegaan de oorzaak van een incident in Rijsbergen
op 10 maart jl. In dit geval was er sprake van een kapotte antenne-installatie in
een mobiel opstelpunt. Dit defect is dezelfde dag nog hersteld.
Om de dekking van het netwerk te optimaliseren worden continu maatregelen getroffen.
Enerzijds aan de software kant door nieuwe updates in het systeem aan te brengen,
anderzijds door nieuwe opstelpunten te bouwen of andere technische mogelijkheden in
te zetten.2 De aanpak van gebieden met minder goede dekking wordt geprioriteerd aan de hand van
een dekkingsissues prioriteringsprocedure. De lijst met gebieden die uit de dekkingsissues
prioriteringsprocedure voortvloeit wordt jaarlijks herijkt, zodat inzichtelijk is
welke gebieden de meeste problemen ervaren en met prioriteit dienen te worden aangepakt.
Op weg naar een nieuwe missiekritische voorziening
De uitdagingen rondom het behouden van een hoge dekkingsgraad voor het C2000 communicatiesysteem
laten zien dat een nieuwe missiekritische communicatievoorziening nodig is om deze
problemen te verhelpen. Het programma NOOVA, waar ik in de volgende paragraaf nader
op in ga, werkt sinds april 2022 samen met de politie, veiligheidsregio’s, regionale
ambulancevoorzieningen en Defensie hard aan de inrichting van de programmaorganisatie
die de vervanging en vernieuwing van de missiekritische communicatie moet realiseren.
In de tussentijd is een fall-backvoorziening aanbesteed, ontwikkeld en in gebruik
genomen voor het geval C2000 niet of niet goed functioneert, te weten de Push-To-Talk-app.
Deze app kan groepscommunicatie verzorgen en maakt gebruik van het reguliere providernetwerk
via een smartphone en is daarvan afhankelijk. De eerste signalen over het gebruik
van de Push-To-Talk-app door de gebruikers zijn positief. Omdat de Push-To-Talk-app
nu niet aan alle missiekritische vereisten voldoet, zal deze app doorontwikkeld worden
als onderdeel van de nieuwe missiekritische communicatievoorziening waar het programma
NOOVA aan werkt. Ondertussen zijn we aan de hand van de ervaringen met de Push-To-Talk-app
aan het bezien hoe een soortgelijke app op een veilige en adequate manier voor de
dagelijkse inzet van onze hulpdiensten kan worden gebruikt en onder welke omstandigheden.
De nieuwe missiekritische voorziening
De vervanging van het C2000 communicatiesysteem is noodzakelijk, ook voor het aanpakken
van de gebieden waar momenteel minder of geen dekking is. Zoals ik uw Kamer ook in
mijn eerdergenoemde brief van 5 juli 2022 heb beschreven hanteren we drie belangrijke
uitgangspunten:
1. De gebruikers staan in de nieuwe voorziening centraal. Het succes van een communicatiesysteem staat of valt met het gebruiksgemak dat de
gebruikers met het nieuwe systeem ervaren.
2. We maken gebruik van een gefaseerde aanpak. Eerst worden de randvoorwaarden voor de nieuwe missiekritische voorziening gerealiseerd
(zoals beveiliging) en daarna de missiekritische functionaliteiten (zoals spraak,
data, video, en wat verder voor de gebruikers belangrijk is).
3. De migratie zal gefaseerd plaatsvinden. Zo hebben de gebruikers niet alleen voldoende tijd om te migreren naar de nieuwe
missiekritische voorziening, maar kan ook optimaal worden ingespeeld op technische
ontwikkelingen in de markt.
Bij het werken aan de nieuwe missiekritische voorziening volgen we de ontwikkelingen
in het buitenland op de voet. Het overgrote deel van de landen om ons heen dat ook
hun verouderde TETRA-systemen3 dient te vervangen, kiest voor een overstap naar mobiel breedband. Hier is het programma
NOOVA ook op gericht. We houden nauw contact met de landen om ons heen, delen informatie
en leren van elkaars processen en keuzes. Ook bij onze buren is het realiseren van
een nieuwe missiekritische voorziening een uitdagend en tijdrovend traject. We gebruiken
de ervaringen in het buitenland om meer focus en snelheid aan te brengen bij het ontwerp
en de realisatie van de nieuwe voorziening.
Gesprek politievakorganisaties
Op vrijdag 31 maart hebben mijn ministerie en de korpsleiding gesproken met de vertegenwoordigers
van de politiebonden en de Centrale Ondernemingsraad Politie in het Centraal Georganiseerd
Overleg Politie over C2000 en de daarbij behorende uitwijkprocedures. Tijdens het
overleg hebben de bonden hun zorgen toegelicht over het functioneren van C2000 en
de veiligheid van politiemedewerkers.
Zoals aan het begin van deze brief gemeld berichtten de afgelopen weken verschillende
media over voorvallen waarbij agenten geen contact konden krijgen met collega’s en
de meldkamer. Op het moment dat tijdens een inzet het contact wegvalt of niet tot
stand komt heeft dat grote impact voor de betrokken agenten. De communicatiesystemen
van de hulpdiensten, waaronder C2000, zijn bedoeld om te zorgen dat hulpverleners
beschikken over de informatie en de communicatiemiddelen die zij nodig hebben om hun
werk op een veilige manier te doen. Hulpverleners moeten kunnen rekenen op C2000:
bij hun dagelijkse werkzaamheden én als elke seconde telt. Zodat zij het vertrouwen
hebben om die «stap naar voren» te kunnen zetten. Het contact met collega’s en de
meldkamer is een onmisbare randvoorwaarde om het werk veilig te doen.
Veiligheid medewerkers centraal
Mijn ministerie, het korps, de bonden en de centrale ondernemingsraad (de partijen)
voelen de urgentie en onderschrijven het belang van een vitale missiekritische communicatievoorziening
als belangrijke randvoorwaarde voor een veilige werkomgeving voor medewerkers.
Mijn ministerie (als eigenaar), het korps (als werkgever) en de Landelijke Meldkamer
Samenwerking (als beheerder) zorgen, vanuit ieders eigen rol en verantwoordelijkheid,
dat C2000 werkt en de veiligheid van medewerkers voorop staat. Het ministerie en het
korps blijven geld en middelen investeren in C2000 en werken tegelijkertijd aan de
opvolger voor dit systeem.
Wat we al doen, wat we gaan doen
Mijn ministerie en het korps zorgen gezamenlijk dat het systeem zo optimaal mogelijk
functioneert. Ik heb u hierboven reeds toegelicht wat momenteel gedaan wordt om C2000
beschikbaar en up-to-date te houden. Deze maatregelen zijn ook in het gesprek met
de politievakorganisaties aan de orde gekomen. De partijen zijn van mening dat de
gebruikers van C2000 meer inzicht moeten krijgen in wat er nu al gebeurt en welke
optimalisatiemaatregelen nog worden genomen. Ook worden gebruikers expliciet uitgenodigd
om mee te denken over communicatiemiddelen nu en in de toekomst. Mijn ministerie en
de politie nemen hiervoor het initiatief. De bonden en de COR volgen dit proces de
komende maanden op de voet.
Vervolg
In mei vindt er een vervolgbijeenkomst plaats met de bonden en Centrale Ondernemingsraad
Politie waar verder wordt gesproken over de optimalisatiemaatregelen die ministerie,
korps en Landelijke Meldkamer Samenwerking de komende tijd nemen. Voor de zomer vindt
daarnaast nog een verdiepende sessie plaats over de inzet om te komen tot een nieuwe
missiekritische communicatievoorziening NOOVA. Tijdens deze sessie wordt gesproken
over het tijdpad en de manier waarop gebruikers worden betrokken bij het ontwerp van
de nieuwe voorziening.
Verzoek Vaste Kamercommissie
Tijdens de vergadering van de Vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid van 29 maart
jongstleden heeft uw Kamer aangegeven een adviesaanvraag in te willen dienen bij het
Adviescollege ICT over C2000 en het programma NOOVA.
Het vernieuwde C2000 dat vanaf 2020 in gebruik is genomen is in de voorbereidingsfase
getoetst door het Bureau ICT-toetsing, de voorloper van het Adviescollege ICT. Naar
aanleiding van deze zogenoemde BIT-toets zijn aanpassingen in het ontwerp doorgevoerd.
Voor het programma NOOVA is eveneens een toets door het Adviescollege ICT-toetsing
voorzien. Deze toets maakt onderdeel uit van onze planning en is een verplicht onderdeel
voordat een verwervingstraject kan worden gestart. Ik verwacht het programma NOOVA
later dit jaar bij het Adviescollege aan te melden voor toetsing.
In deze brief heb ik aangegeven wat we doen en gaan doen om de radiodekking van C2000
te verbeteren en het proces om tot de vernieuwing van de missiekritische communicatievoorziening
van de hulpdiensten te komen. Zoals in mijn brief van 5 juli 20224 aangegeven bekijken we welke toepassingen daar op de korte termijn een rol in kunnen
spelen op weg naar de nieuwe voorziening. Ik geef de Kamer in overweging het Adviescollege
ICT-toetsing te vragen te kijken hoe we in deze tussenliggende fase met de veranderende
behoefte van de hulpverleners en de toepassing van nieuwe technieken zoals push-to-talk
kunnen omgaan.
Ik houd uw Kamer halfjaarlijks op de hoogte van de ontwikkelingen rondom de nieuwe
missiekritische voorziening. Gelet op de vele ontwikkelingen en de urgentie van het
onderwerp blijft het aanbod staan voor een technische briefing om de leden van de
Tweede Kamer nader te informeren en de gelegenheid te geven vragen te stellen. Conform
het verzoek van de Vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid vindt u als bijlage
bij deze brief een afschrift van de reactie van mij en de Korpschef op de brief van
de bonden.
Discriminatie en racisme
Op 19 oktober jl. (Bijlage bij Kamerstuk 29 628, nr. 1127) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het Plan van aanpak Uitsluiting, Discriminatie
en Racisme. In dit plan van aanpak staan vier thema’s centraal: het expliciteren en
uitdragen van de norm op het gebied van racisme en discriminatie, het vernieuwen van
de sanctioneringssytematiek, verzoening en herstel en het intensiveren van leiderschapsontwikkeling.
Er is helder aangegeven dat op gevallen van racisme en discriminatie altijd een reactie
volgt, ook in de reactie van de korpsleiding, die zich na de vertoning van de documentaire
«de Blauwe Familie» stevig heeft uitgesproken om de norm strenger te handhaven. Daarnaast
wordt van leidinggevenden verwacht dat zij het goede voorbeeld geven bij het creëren
van een inclusieve werkomgeving en daarbij niet wegkijken bij ongewenst gedrag.
De documentaire heeft veel losgemaakt binnen de politieorganisatie, omdat deze op
ingrijpende wijze heeft laten zien hoezeer uitsluiting, discriminatie en racisme ook
aanwezig zijn in de politieorganisatie en hoe dit ingrijpt in de persoonlijke levens
van mensen. De politie is begonnen met een beweging van herkennen, erkennen, bespreekbaar
maken en optreden. Daar hoort ook bij dat misstanden niet langer onder de radar blijven,
maar dat deze worden gemeld. Bij recente incidenten zie ik dat de Korpsleiding ingrijpt.
De normerende reactie van de Korpsleiding op de recente incidenten stemt dan ook hoopvol.
Het voeren van gesprekken door zowel de Korpsleiding als mijzelf is onderdeel van
die aanpak. Ik voer in de breedte gesprekken met betrokkenen, zowel in het kader van
de documentaire als met diegenen die een beeld hebben over deze problematiek, zoals
bijvoorbeeld met vertegenwoordigers van het Netwerk Divers Vakmanschap van de politie.
Alle gesprekken beschouw ik als zeer waardevol. Die gesprekken blijf ik de komende
tijd dan ook voortzetten. Ik blijf mij hard maken en een actieve bijdrage leveren
aan de bestrijding van discriminatie en racisme.
Geweld tegen politieambtenaren
Op 4 april jl. is tijdens de regeling van werkzaamheden (Handelingen II 2022/23, nr.
69, Regelingen van Werkzaamheden) verzocht om een reactie op de cijfers aangaande
geweld tegen politieambtenaren voorafgaand aan het aankomende commissiedebat politie
op 19 april 2023.
Uit de cijfers van politie blijkt dat het aantal meldingen en aangiftes van geweld
tegen politieambtenaren structureel hoog blijft.5 In 2022 zijn er 12.895 meldingen en aangiftes door politieambtenaren gedaan. Dit
aantal meldingen komt overeen met voorgaande jaren, namelijk 12.543 in 2020 en 12.940
in 2021. Geweld tegen politiemedewerkers en andere hulpverleners die zich inzetten
voor een veilige samenleving is onacceptabel. We zien dat de oorzaken van geweld tegen
politieambtenaren en andere hulpverleners complex zijn en dit verminderen een lange
adem vergt. Hier blijf ik mij voor inzetten.
Van de in totaal 12.895 meldingen gaat het bij bijna de helft van de incidenten om
belediging van de ambtenaar in functie, namelijk 6.053 keer. Ook is te zien dat het
aantal incidenten tijdens het uitgaansleven, bij evenementen en voetbalwedstrijden
beduidend is toegenomen in 2022. Deze stijging is te verklaren door de coronamaatregelen
die golden in 2020 en 2021 en daarmee op het niveau van voor 2020 zit. Horeca, evenementen
en sportwedstrijden hadden toen te maken met sluitingen en/of beperkte aanwezigheid
van bezoekers. Er is ook een stijging te zien in het aantal incidenten bij niet geplande
aanhoudingen, mede te verklaren door de hoeveelheid demonstraties in 2022. Daarentegen
is in 2022, ten opzichte van 2020 en 2021, een daling van incidenten zichtbaar tijdens
bekeuringssituaties. De cijfers laten op een aantal vlakken een (lichte) verschuiving
zien als het gaat om het soort geweld. Daarin is een stijging te zien in de meldingen
van mishandeling en belediging en een daling bij zware mishandeling en poging tot
zware mishandeling en doodslag.
Kennisontwikkeling en opleiding zijn van groot belang om politiemedewerkers in staat
te stellen om geweld daar waar mogelijk te voorkomen en hen erop voor te bereiden
om passend te handelen in situaties van agressie. Daarom wordt tijdens de initiële
opleiding, maar ook daarna, hier aandacht aan besteed. Voor politiemedewerkers is
omgaan met geweld en het eventueel toepassen ervan een onderdeel van het vak. Zij
zijn dan ook getraind om in te grijpen als de situatie daar om vraagt. Dit rechtvaardigt
echter geen geweld tegen politiemedewerkers. Van belang is dat de norm voor iedereen
duidelijk is: geweld tegen politieambtenaren is onacceptabel en mag nooit normaal
worden. In samenwerking met de Taskforce Onze Hulpverleners Veilig wordt daarom constant
gewerkt aan het uitdragen van deze norm. Daarnaast wordt er gewerkt aan het vergroten
van de melding- en aangiftebereidheid onder hulpverleners.
De politie biedt een politieambtenaar die in aanraking komt met geweld professionele
hulp, zoals psychologische nazorg en (juridische) bijstand. Recent heeft de politie
de uitvoeringsregeling «Protocol Geweld tegen Politie ambtenaren» en het «Handelingskader
doxing» vernieuwd. Daarnaast werkt politie continu aan de bekendheid en vindbaarheid
van de faciliteiten die de politieambtenaren tot hun beschikking hebben ten behoeve
van nazorg, onder meer in de Zorgwijzer.
Samen met politie ben ik alert op nieuwe vormen van geweld, zoals het vragen en delen
van persoonsgegevens van politieambtenaren voor intimiderende doeleinden (doxing).
In de meldingscijfers is het aantal meldingen van doxing niet afzonderlijk zichtbaar.
Vanaf het moment dat doxing een strafbaar feit is, zal specifiek op dit feit worden
geregistreerd. Het wetsvoorstel doxing ligt op dit moment in de Eerste Kamer.
Daarnaast zijn er, om geweld tegen hulpverleners tegen te gaan, afspraken gemaakt
over een hardere daderaanpak. Hierbij is onder andere afgesproken dat de strafeis
met 200% kan worden verhoogd en wordt de schade zoveel mogelijk verhaald op de dader.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid