Brief regering : Stand van zaken gasleveringszekerheid
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 417 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE
ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2023
Ruim een jaar geleden startte de Russische militaire agressie in Oekraïne. De EU heeft
mede dankzij noodmaatregelen en sanctiepakketten de Europese afhankelijkheid van Russisch
gas kunnen inperken. Nederland blijft zich binnen EU-verband inzetten om deze afhankelijkheid
zo snel mogelijk nog verder af te bouwen.
Nederland en de rest van de EU zijn zonder gastekorten afgelopen winter doorgekomen.
We staan er ook richting de volgende winter beter voor dan een jaar geleden. In Nederland
en in onze buurlanden is extra LNG-importcapaciteit gerealiseerd. We zijn met volledig
gevulde gasopslagen de winter ingegaan. Door de zachte winter, gedragsverandering
(energiebesparing) en maatregelen die het kabinet heeft getroffen voor gasopslag Bergermeer
liggen de vulgraden nu boven het door Gasunie Transport Services (hierna: GTS) geadviseerde
minimumniveau.
We zijn daarmee goed op weg richting volgende winter. Daarbij realiseert het kabinet
zich dat de ongekend hoge gasprijzen, die hebben bijgedragen aan de besparing, veel
impact hebben gehad op huishoudens en bedrijven. Op dit moment zijn de prijzen flink
lager dan vorig jaar, maar nog steeds hoog in historisch perspectief.
Echter, het risico op gastekorten (verschil tussen vraag naar gas en aanbod van gas)is
nog niet geweken richting en tijdens de volgende winter. Hier waarschuwen meerdere
experts voor. Het is daarom cruciaal dat we blijven inzetten op gasbesparing en versnelde
verduurzaming. In deze brief geeft het kabinet het actuele beeld en een opsomming
van aanvullende mitigerende maatregelen die in gang zijn gezet. Ook heeft het kabinet
GTS gevraagd om de scenario-analyse van vorig jaar «Een jaar lang zonder Russisch
gas» dit voorjaar te actualiseren. Ik wil in juni komen met een nader geactualiseerd
beeld hoe we voorbereid zijn op komende winter en zal dan ook ingaan op eventuele
aanvullende maatregelen.
Als er tekorten zouden ontstaan die niet door de markt, besparing en verduurzaming
kunnen worden opgevangen, dan is er het Bescherm- en Herstelplan Gas (hierna: BHG).
Het BHG bevat een serie maatregelen die de maatschappelijke en economische gevolgen
van een tekort zo veel mogelijk beperken en die erop zijn gericht om de gasleveringszekerheid
aan beschermde afnemers, waaronder huishoudens, veilig te stellen. Hierover is uw
Kamer in de Kamerbrief van 6 april 2023 geïnformeerd.
Op 31 maart 2023 heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over het in gang zetten van
het sluitingsproces voor zes productielocaties van het Groningenveld.1 Daarbij is aangegeven dat de sluiting van deze productielocaties nog niet onomkeerbaar
is en dat vóór 1 oktober het besluit wordt genomen over de inzet van het Groningenveld
in het volgende gasjaar. Het ontwerpbesluit hiervoor zal in juni worden gepubliceerd.
Deze brief bestaat, kort samengevat, uit de volgende vier delen:
1. In het eerste deel schets ik een beeld van de huidige status van onze gasleveringszekerheid op basis van adviezen en rapporten van het Internationaal Energie Agentschap (hierna:
IEA)2, GTS3 en de Europese Commissie. Deze adviezen en rapporten tonen aan dat we door de inzet
op gasleveringszekerheid goed door de winter zijn gekomen. Er wordt echter ook gewaarschuwd
dat er voor de winter 2023–2024 en de winters daarna nog tekorten worden verwacht.
Zij benadrukken dat het belangrijk is door te gaan met het reduceren van de vraag,
het realiseren van extra LNG-infrastructuur in combinatie met het aantrekken van aanvullend
gasaanbod en het tijdig en adequaat vullen van gasopslagen om de Nederlandse en Europese
gasleveringszekerheid te kunnen borgen.
2. In deel twee van de brief ga ik in op de maatregelen die toezien op de vermindering en verduurzaming van ons energieverbruik. Afgelopen winter en vorig jaar is er minder gas verbruikt dan eerdere jaren, doordat
huishoudens energie hebben bespaard en doordat bedrijven (industriële) productieprocessen
hebben afgeschaald of stopgezet. Dit waren soms zware offers. Energiebesparing blijft
van groot belang. Daarom is Nederland ook voorstander van het voorstel van de Europese
Commissie om de noodverordening gasbesparing te verlengen tot 31 maart 2024.
3. Het derde deel behandelt de maatregelen aan de aanbodkant, te weten:
a) De Nederlandse gaswinning uit de kleine velden op land en zee levert een belangrijke
bijdrage aan de leveringszekerheid. Daarom is de Staatssecretaris van EZK gekomen
met een versnellingsaanpak van gaswinning op de Noordzee4.
b) Om voldoende gas naar Nederland te kunnen halen, werkt het kabinet aan het vergroten
van de LNG-importcapaciteit. Het is positief dat in Nederland meerdere partijen bezig
zijn met haalbaarheidsstudies voor nieuwe LNG-terminals. Dit is volgens GTS de komende
jaren zeker nodig (zie ook bijgevoegd GTS-advies). Het kabinet houdt daarbij oog voor
toekomstige toepassingen van deze infrastructuur, gezien de dalende vraag naar gas.
c) Tot slot zet Nederland ten behoeve van de gasleveringszekerheid in op gezamenlijke
inkoop van gas in EU-verband en op de versterking van de relaties met gas-producerende
landen in het kader van de energiediplomatie. Daarbij ziet het kabinet ook een rol
voor het door de Europese Commissie opgezette platform voor de gezamenlijke inkoop
van gas weggelegd.
4. In het vierde deel ga ik in op overige maatregelen die raken aan gasleveringszekerheid:
a) Nederland is met goed gevulde gasopslagen de winter doorgekomen en het kabinet ambieert
om bij de aanvang van de winter 2023–2024 de gasopslagen gemiddeld voor minimaal 90%
gevuld te hebben. Hiertoe heeft het kabinet dezelfde maatregelen als vorig jaar, echter
eerder in de tijd in gang gezet, waardoor het vullen van de gasopslagen beter verspreid
over het vulseizoen gebeurt.
b) Wat betreft het marktcorrectiemechanisme (MCM): er zijn tot op heden geen significante
marktverschuivingen waargenomen die direct een gevolg zijn van het MCM. Europese toezichthouders
ESMA en ACER geven echter aan dat er wel risico’s kleven aan het mechanisme. Het kabinet
volgt nauwgezet de ontwikkelingen op de gasmarkt, net als de Europese toezichthouders.
Daarnaast bestudeert het kabinet nu het Commissievoorstel betreffende de integriteit
en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (REMIT). Uw Kamer wordt via
de gebruikelijke BNC-procedure geïnformeerd over de kabinetsinzet.
Deel 1: Beeld huidige gasleveringszekerheid
Afgelopen winter lag de gasvraag door besparingsmaatregelen, zacht weer en hoge gasprijzen
significant lager. Daarnaast waren de gasopslagen bij aanvang van de winter zeer goed
gevuld. Deze combinatie van factoren heeft ervoor gezorgd dat we zonder tekorten de
winter door zijn gekomen. Onder meer IEA, GTS en de Europese Commissie waarschuwen
echter dat er voor komende tijd nog een belangrijke opgave ligt, omdat de kans aanwezig
is dat zich aankomende winter tekorten zullen voordoen. Daarom is het belangrijk dat
we actief door blijven gaan met het nemen van maatregelen voor het verminderen van
de gasvraag.
EU
Het IEA beschrijft in zijn rapport van december 20225 dat wat betreft gasleveringszekerheid 2023 nog lastiger kan worden dan 2022. Het
wijst onder andere op de grotere vraag naar LNG dan het wereldwijde aanbod daarvan,
zeker als de Chinese vraag naar LNG weer terugkeert naar het niveau van voor 2021.
In februari is het IEA met een update van het genoemde rapport gekomen.6 Daarin geeft het IEA aan dat de vooruitzichten voor de winter 2023–2024 verbeterd
zijn. Dit komt onder andere doordat de gasconsumptie in de EU in de periode mid-december
tot mid-februari 10 miljard kubieke meter (hierna: bcm) lager was dan van te voren
door de IEA werd verwacht en doordat de Europese gasopslagen zo’n 15 bcm boven de
eerdere verwachte vulgraden gevuld waren. In deze geactualiseerde analyse waarschuwt
het IEA voor een mogelijk aanbodtekort het komend gasjaar ter grootte van 40 bcm aan
gas in de EU in het stress-scenario dat er helemaal geen Russisch gas meer naar de
EU komt, LNG-aanbod krap blijft en de gasvraag toeneemt in een koude winter. Daarom
adviseert het IEA onder andere structureel gas te besparen en de markttransparantie
te vergroten. De situatie op de gasmarkt en de aanbevelingen van het IEA zijn op 15 februari
door de Staatssecretaris Economische van Zaken en Klimaat in een ministeriele bijeenkomst
van het IEA besproken.7
De Europese Commissie (EC) heeft op 20 maart jl. het voorstel gepubliceerd voor een
verlenging van de Verordening 2022/1369 (hierna: de Noodverordening gasbesparing)8, die hierna wordt besproken in deel 2 van de brief. In dit kader heeft de EC tevens
de genomen maatregelen en de opgave voor aankomende winter geanalyseerd. Uit deze
analyse blijkt dat op EU-niveau in de tweede helft van 2022 de aanvoer van Russisch
gas via pijpleidingen tot vrijwel nul is gereduceerd. Dit kon worden opgevangen doordat
er onder meer 54 bcm extra LNG is geïmporteerd. Daarnaast is er tussen augustus 2022
en januari 2023 41,5 bcm minder gas verbruikt dan in de eerdere jaren het geval was
in de periode augustus-januari.9 Voor de aankomende winter geldt dat er niet of nauwelijks nog import uit Rusland
wordt verwacht. Dat is anders dan in 2022, waarin in de eerste helft nog zo’n 60 bcm
is geïmporteerd. Voor de aankomende winter wordt er per saldo een tekort verwacht:
er is namelijk 41–56 bcm extra LNG-import nodig ten opzichte van hetgeen vorig jaar
aan LNG is geïmporteerd. Er komt echter wereldwijd slechts 21 bcm extra LNG beschikbaar.
De EC geeft aan dat daarom de noodzaak bestaat om maatregelen te nemen, waarbij besparingsmaatregelen
een cruciale rol spelen. Dit om er voor te zorgen dat de gasprijzen, die momenteel
3 tot 4 keer lager zijn dan in de herfst van 2022, niet weer naar dat niveau stijgen
maar tot het einde van de winter 2023–2024 op het huidige niveau kunnen blijven.
Nederland
Wettelijk adviseur GTS heeft belangrijke inzichten gedeeld ten aanzien van het beeld
voor gasleveringszekerheid in Nederland. Op 31 januari bent u geïnformeerd over de
raming van GTS voor het aankomende gasjaar 2023/2024.10 Hierin concludeert GTS dat er door de geopolitieke situatie nog steeds krapte is
op de gasmarkt, er in de winter van 2023/2024 onzekerheid is over de ontwikkeling
van de gasvraag en er mogelijk onvoldoende geïmporteerd (hoogcalorisch) gas beschikbaar
is om in de totale gasvraag te voorzien. Tot nu toe zijn tekorten opgevangen door
de markt (hoge prijzen en resulterende lagere vraag). Om tekorten het hoofd te bieden
adviseert GTS om additionele maatregelen te nemen om de leveringszekerheid te borgen
waaronder het realiseren van extra LNG-infrastructuur (liefst op zo kort mogelijke
termijn) en aanvullend gasaanbod in Noordwest Europa.
Gelet op dit eerste beeld uit de raming voor gasjaar 2023/2024 heeft GTS op 20 februari
een nader advies uitgebracht (als bijlage aangehecht) over de bijdrage van additionele
LNG-import (volume) aan de vraag-aanbod balans. Hierin maakt GTS een analyse met een
set specifieke aannames: een vraagontwikkeling conform de Klimaat en Energieverkenning
2022 (KEV), waarbij behaalde besparing niet volledig wordt doorgezet en vraagdestructie
zich gedeeltelijk herstelt en 100% benutting van alle bestaande middelen, waaronder
volledige benutting van de importcapaciteit. In de analyse is geen volume uit het
Groningenveld meegenomen. In een dergelijk scenario zou komende winter sprake kunnen
zijn van significante tekorten. Ook in de daaropvolgende winters kan nog sprake zijn
van krapte. Om die reden herhaalt GTS haar advies om additionele LNG-importcapaciteit
te realiseren, naast maatregelen op gebied van vraagreductie en verduurzaming.
In het advies van 20 februari onderstreept GTS dat sprake is van een breed spectrum
aan onzekerheden. Ik heb GTS daarom gevraagd om een nadere scenarioanalyse. Vorig
jaar heeft GTS een scenarioanalyse gemaakt «een jaar lang zonder Russisch gas». GTS
heeft in oktober 2022 op basis van afgelopen winter haar onderzoek geactualiseerd.11 Op mijn verzoek zal GTS deze scenarioanalyse opnieuw actualiseren met het oog op
de komende winter. Ik verwacht deze geactualiseerde scenario-analyse in mei te ontvangen.
In de Kamerbrief over gasleveringszekerheid van 9 december 2022 is toegelicht dat
uit de analyses die op dat moment beschikbaar waren bij benadering moest worden uitgegaan
van een tekort van 5–8 bcm per jaar (ook wel bcm per annum of bcma) aan importcapaciteit
in Nederland. Het milde verloop van de afgelopen winter geeft een positievere uitgangspositie
voor het vullen van de gasopslagen voor de volgende winter dan voorzien was eind 2022.
Niettemin laten de hiervoor beschreven nieuwe analyses nog steeds het beeld zien dat
sprake is van krapte, in ieder geval komende winters en dat aanvullende LNG-capaciteit
nodig is om de vraag- en aanbodbalans te verbeteren. Dit geldt met name in de komende
2 tot 3 jaar. Ook voor de langere termijn, zo lang er nog vraag is naar aardgas, geldt
dat LNG een belangrijke rol blijft spelen. Immers, de Nederlandse gasproductie is
– ondanks de versnelling voor winning op de Noordzee op de kortere termijn – eindig
en niet voldoende om te voorzien in de vraag. Uitbreidingsmogelijkheden voor import
via pijpleidingen zijn beperkt. Uiteindelijk zal dus alleen via aanvullende import
van LNG kunnen worden voorzien in de resterende vraag.
Deze adviezen en inzichten geven duidelijk aan dat de gasleveringszekerheid een blijvend
aandacht en inzet vereist.
Richting aankomende winter, te beginnen met het vulseizoen dat 1 april van start is
gegaan, zijn we dankzij de maatregelen die al genomen zijn goed op weg met de voorbereiding.
Echter, in geval van een koude winter worden er in Europa en in Nederland nog zeker
tekorten voorzien.
Daarom neemt het kabinet aanvullende maatregelen, zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde.
Deze maatregelen worden achtereenvolgens in deel 2 en deel 3 van deze brief beschreven.
Deel 2: Verduurzaming en energiebesparing
Om de leveringszekerheid van gas te vergroten heeft de Europese Unie in augustus 2022
de Noodverordening gasbesparing aangenomen. Deze verordening bepaalt dat alle Europese
lidstaten 15% gas dienen te besparen ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen
vijf jaar. De meetverplichting van deze verordening loopt van augustus 2022 tot en
met maart 2023. In de periode tot en met januari is EU breed 19% gas bespaard. De
hoogste besparing werd gerealiseerd in Finland (-57%), terwijl in Malta juist meer
gas werd verbruikt (+12%). Nederland zit met gemiddeld 30% gasbesparing ruim boven
het doel.12 In Nederland zijn de grootste besparingen behaald in de industrie, gevolgd door huishoudens.
Ongeveer een derde van de besparingen is toe te schrijven aan de zachte winter. Een
gedeelte van de besparing wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de hoge energierekening,
waardoor bedrijven en burgers minder gas hebben verbruikt. Door middel van de campagne
Zet ook de knop om heeft de rijksoverheid tips geboden aan huishoudens en bedrijven
om energie te besparen. Na verschillende gesprekken met branches en medeoverheden
zijn er veel maatregelen uitgevoerd die hun vruchten af lijken te werpen. In de industrie
heeft een sterke vermindering van het gasverbruik plaatsgevonden. Uit cijfers van
het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de totale industriële productie
tot en met december 2022 stijgt, maar in januari 2023 voor het eerst afneemt.13 Deze daling wordt verklaard door een stevige daling van productie in de chemische,
kunststof- en rubber- en basismetalenindustrie. De productie in de chemische industrie
toont al vanaf juni 2022 een dalende trend. Van deze sector is bekend dat productie
op grote schaal is afgeschaald ten tijde van de hoge energieprijzen. Ook weten we
dat in een aantal sectoren het gasverbruik is verminderd door omschakeling naar andere
typen brandstoffen. Daarnaast is het aannemelijk dat de besparing niet alleen komt
door het afschalen en stopzetten van productieprocessen en het omschakelen naar andere
energiedragers, maar ook omdat er efficiëntiemaatregelen zijn getroffen.
Zoals benoemd in deel 1 van deze brief, heeft de Europese Commissie op 20 maart een
voorstel gepubliceerd om de Noodverordening gasbesparing te verlengen tot 31 maart
2024. Tijdens de Energieraad van 28 maart jl. is een politiek akkoord bereikt over
de verlenging van deze noodverordening. Vrijwel alle lidstaten hebben voor dit voorstel
steun uitgesproken. Met dit voorstel streeft de Commissie naar een gezonde vraag-aanbod
balans met stabiele prijzen en naar een zo optimaal mogelijke balans tussen het herstellen
van de economie en het voorkomen van een te grote stijging van de gasvraag. Verder
wil de Commissie met het voorstel het vullen van de bergingen op een kosten efficiënte
wijze mogelijk maken en de volatiliteit van prijzen beperken.
Deel 3: Maatregelen aanbodkant
Om te voorkomen dat er, ondanks vraagreductie, tekorten ontstaan is het cruciaal om
een divers aanbod van aardgas te borgen en te vergroten. Hierna ga ik achtereenvolgens
in op maatregelen op het gebied van gasproductie, importcapaciteit en de internationale
inzet op het gebied van het aantrekken van volumes (energiediplomatie).
Gasproductie in Nederland
De Nederlandse gaswinning uit de kleine velden op land en op zee levert de komende
jaren een belangrijke bijdrage aan de leveringszekerheid. Zoals in de Kamerbrief «Versnellingsplan
gaswinning Noordzee»14 staat: een verhoging van de gaswinning op de Noordzee kan in aanvulling op energiebesparing
en het opschalen van de productie van duurzame energie een belangrijke bijdrage leveren
aan een beperking van de importafhankelijkheid.
De Nederlandse gasproductie uit kleine velden neemt reeds 20 jaar af door natuurlijke
depletie en beperkte aanvulling van nieuwe vondsten.
Vanuit het oogpunt van gasleveringszekerheid is de afname van de gasproductie uit
de Noordzee zorgelijk. Om die afname van de productie uit de Nederlandse kleine velden
op zee af te vlakken (zie ter illustratie onderstaande grafiek) heeft de Staatssecretaris
van EZK in juli 2022 een versnellingsplan voor de gaswinning op de Noordzee gepresenteerd.
Bron: Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, Jaarverslag 2021
In totaal kan een versnelling van de gaswinning uit de Noordzee leiden tot een additionele
productie van 2 tot 4 bcm per jaar over een periode van 10 jaar bovenop de huidige
productie van 9 bcm die naar verwachting geleidelijk afneemt in de komende decennia.
Zie ook de tabel hieronder. GTS heeft deze potentiële versnelling niet meegenomen
in haar analyse.
Tabel Potentieel versnelling gaswinning
Wat
Potentieel per jaar
Nieuwe projecten in reeds producerende velden
0,5 – 1,6 miljard m3
Ontwikkelen reeds bestaande velden
1 – 2 miljard m3
Opsporen nieuwe velden
1 – 1,5 miljard m3
Totaal per jaar1
Max. 2 – 4 miljard m3
X Noot
1
Het totale volume per jaar is lager dan de som van afzonderlijke mogelijkheden, omdat
de verschillende opties niet op hetzelfde moment materialiseren.
Wat betreft winning op land uit de kleine velden: de prognose is dat tot 2047 in totaal
nog zo’n 35 bcm wordt gewonnen uit de kleine velden op land15.
Uit het Groningenveld wordt in de periode oktober 2022 tot en met september 2023 2,8
bcm gas gewonnen. In het vaststellingsbesluit Groningenveld voor het lopende gasjaar
is opgenomen dat zes van de elf productielocaties kunnen sluiten per 1 april 2023.
Daarbij is het voorbehoud gemaakt dat de definitieve besluitvorming hierover volgt
voor 1 april 2023. Op 31 maart 2023 heeft het kabinet besloten dat de sluiting van
de zes productielocaties doorgang kan vinden.16 Er wordt geen gas meer gewonnen uit deze locaties en het sluitingsproces is ingang
gezet. Met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is afgesproken dat NAM geen
onomkeerbare stappen zet zonder dit vooraf met de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat af te stemmen. Vóór 1 oktober 2023 neemt het kabinet een besluit
over de gaswinning uit het Groningenveld in het volgende gasjaar. In juni 2023 zal
hiertoe een ontwerpbesluit gepubliceerd worden.Inzet van het kabinet blijft om het
Groningenveld in 2023 of uiterlijk 2024 definitief te sluiten.
Zoals in de contourennota aanpassing Mijnbouwwet17 gesteld: de Nederlandse gaswinning op land en op zee levert de komende jaren een
belangrijke bijdrage aan leveringszekerheid. Echter, het kabinet ziet ook dat er maatschappelijk
weerstand is tegen fossiele winning in Nederland. Daarnaast is het in het kader van
de afspraken zoals vastgelegd in het Noordzeeakkoord18, van belang dat gaswinning op de Noordzee te allen tijden onder het niveau van de
binnenlandse vraag blijft. Uw Kamer wordt in mei 2023 nader geïnformeerd over de uitvoering
van de motie van de leden Kröger en Thijssen om te komen tot een wetenschappelijk
onderbouwd afbouwpad voor fossiele winning in Nederland.19 Hierbij wordt ook de gasleveringszekerheid meegewogen.
Importcapaciteit
Door de geopolitieke situatie zijn de gasstromen op de Noordwest Europese markt, waar
Nederland onderdeel van uitmaakt, fundamenteel gewijzigd. Waar het transport eerst
primair van oost naar west liep, is er nu voornamelijk transport nodig in omgekeerde
richting. Gas dat binnenkomt via pijpleidingen uit Noorwegen, België en het Verenigd
Koninkrijk én via de LNG-terminals wordt op de Nederlandse markt gebracht en deels
verder getransporteerd binnen Noordwest Europa. Dit vraagt veel van het gastransportnet
en de importvoorzieningen. Afgelopen jaar is de importcapaciteit waar mogelijk maximaal
benut. Om additionele import mogelijk te maken, is verdere optimalisatie en uitbreiding
nodig.
Import via pijpleidingen
Nederland is via de Balgzand Bacton Leiding (BBL) verbonden met het Verenigd Koninkrijk.
Deze leiding kan in beide richtingen gas transporteren. Het transport richting Nederland
vindt doorgaans vooral plaatsvindt in de zomer, in het vulseizoen. In 2022 is er meer
import geweest uit het VK; tot ver in november is er gas geïmporteerd. Het transport
naar Nederland wordt beperkt door de transportcapaciteit van de leiding. Op 6 maart
2023 heeft Ofgem, de regulerende autoriteit in het VK, positief besloten op het verzoek
om uitbreiding van deze capaciteit van 7 naar 10 GWh/h.20 Hierdoor is aankomend vulseizoen extra transport van gas naar Nederland mogelijk
in de orde grootte van circa 0,5 bcm. Hierbij geldt de kanttekening dat niet zeker
is of deze capaciteit benut zal worden. Bovendien moeten nog de nodige voorbereidingen
worden getroffen rondom de gewijzigde drukdienst. Een mogelijke complicatie is dat
ook bestaande contracten in het VK moeten worden aangepast.
De Noorse productie is maximaal en wordt verdeeld over het VK, Frankrijk, België,
Nederland, Duitsland en Denemarken. Sinds de zomer van 2022 gaat het grootste deel
van het transport naar Duitsland, omdat de tekorten daar het grootst zijn. Daarnaast
gaat er sinds 1 oktober 2022 Noors gas naar Polen via de nieuwe Baltic Pipeline. De
import naar Nederland is daarom teruggelopen. Doordat de productie in Noorwegen maximaal
is zal dit de komende jaren zo blijven, tenzij er door extra aanvoer van LNG naar
Duitsland opnieuw een herschikking van de stromen mogelijk blijkt, maar dit lijkt
vooralsnog onwaarschijnlijk.
In België komt veel gasimport binnen, meer dan nodig is om in de nationale vraag te
voorzien, o.a. vanuit het VK en via de LNG-terminal in Zeebrugge. België exporteert
daarom veel gas. Het grootste deel wordt rechtsreeks naar Duitsland getransporteerd.
Daarnaast exporteert België via Zelzate naar Nederland. Afgelopen jaar is de export
naar Nederland flink verhoogd binnen de mogelijkheden van de transportcapaciteit.
De Belgische netbeheerder Fluxys werkt aan optimalisatie van de transportmogelijkheden
naar Duitsland. Dit zou op termijn van invloed kunnen zijn op de stromen binnen de
Noordwest Europese markt.
Uitbreiding LNG-importcapaciteit
Vanwege het wegvallen van de gasaanvoer via pijpleidingen uit Rusland is Nederland
in 2022 afhankelijker geworden van de aanvoer van LNG, als onderdeel van de nationale
«gasmix». Vorig jaar is de LNG-importcapaciteit in Nederland in korte tijd uitgebreid
van 12 naar 24 bcm per jaar. Dit is gerealiseerd door de snelle realisatie en opening
van de EemsEnergy Terminal (EET) in de Eemshaven (totaal 8 bcm per jaar extra) en
door de uitbreiding met 4 bcm per jaar van de bestaande GATE-terminal in Rotterdam.
Door deze additionele importcapaciteit kunnen marktpartijen momenteel aanzienlijk
meer LNG-volumes laten aanlanden.
Terminal
GATE
(bcm/jaar)
EET
(bcm/jaar)
Totaal
(bcm/jaar)
Toename (t.o.v. 2021)
Eind 2021
12
–
12
–
Eind 2022
161
8
241
100%
X Noot
1
Hiervan is 4 bcm interruptible. Dit wil zeggen dat er geen garantie is dat deze capaciteit
daadwerkelijk beschikbaar is.
Om de voorzieningszekerheid verder te verbeteren staan meer uitbreidingen gepland
bij zowel EET als bij GATE.
De EET wordt door optimalisering van de operationele processen stapsgewijs uitgebreid,
in de eerste plaats van 8 naar 9–10 bcm per jaar, waarbij gewerkt wordt aan de voorbereidingen
voor een uitbreiding tot 9 in 2023 en daarna verder naar 10 bcm per jaar.
Daarnaast werkt GATE aan verdere uitbreiding van haar importcapaciteit van 16 naar
20 bcm per jaar, door nieuwbouw van een extra opslagtank, waarbij wordt ingezet op
beschikbaarheid vanaf het vierde kwartaal van 2026.
Een verdere capaciteitsuitbreiding vergroot in het bijzonder ook de mogelijkheden
om Nederland te voorzien van voldoende gasaanbod, bijvoorbeeld tijdens een strenge
winter of in geval van langdurige storing of niet-beschikbaarheid bij één van de bestaande
terminals, met daarbij een geringere kans op significante prijseffecten bij onvoorziene
omstandigheden.
Terminal
GATE
(bcm/jaar)
EET
(bcm/jaar)
Totaal
(bcm/jaar)
Toename (t.o.v. 2021)
Eind 2021
12
–
12
–
Eind 2022
161
8
241
100%
Eind 2023
161
9
251
108%
Eind 2024
16
10
26
116%
Eind 2025
16
10
26
116%
Eind 2026
20
10
30
150%
Eind 2027
20
–
20
67%
X Noot
1
Hiervan is 4 bcm interruptible. Dit wil zeggen dat er geen garantie is dat dit volume
daadwerkelijk beschikbaar is.
De EET-faciliteit is tijdelijk, voor 5 jaar. Daarom is in bovenstaand overzicht vanaf
oktober 2027 alleen GATE nog beschikbaar en valt een aanzienlijk deel aan LNG-importcapaciteit
in Nederland weer weg.
Twee partijen hebben in de afgelopen periode haalbaarheidsstudies uitgevoerd voor
het realiseren van een nieuwe LNG-terminal op twee verschillende locaties in Zeeland.
Eén van deze partijen betrof Gasunie. Begin februari is echter gebleken dat een tijdelijke
terminal in Terneuzen niet realiseerbaar is21. Verdere voorbereidingen voor dit project zijn daarom gestaakt. In plaats daarvan
werkt Gasunie, zoals hiervoor toegelicht, verder aan de uitbreidingen in de Eemshaven
en Rotterdam. De haalbaarheidsstudie voor het tweede initiatief in Zeeland loopt nog.22
Nieuwe projecten die zich aandienen worden op hun merites beoordeeld. Alle LNG-ontwikkelingen
geldt dat de ruimtelijke inpassing en vergunningentrajecten (o.a. stikstof, Wet natuurbeheer,
externe en nautische veiligheid) een belangrijke uitdaging vormen. Hierover onderhoud
ik nauw contact met alle betrokken stakeholders en bevoegde gezagen.
Ten slotte zijn er diverse uitbreidingen in de omliggende landen voorzien. In Duitsland
wordt gewerkt aan nieuwe LNG-terminals. In België wordt de terminal in Zeebrugge uitgebreid.
Deze ontwikkelingen kunnen een positief effect hebben op het gasaanbod in de Noordwest-Europese
markt. Hierbij wil ik benadrukken dat ik deze ontwikkelingen op de voet volg en dat
tot op heden richting 2030 er geen overschot wordt voorzien. Niemand heeft belang
bij een overschot aan terminals, ook niet de marktpartijen. Zij moeten immers de grote
investeringen in terminals kunnen terugverdienen.
Toelichting: «Waterstofready»
De motie van de leden Kröger en Thijssen van 20 december 202223 verzoekt de regering alle LNG-terminals een tijdelijke oplossing te laten zijn en
tevens vast te leggen dat alle terminals die gedurende langere termijn dreigen te
worden gebruikt ook waterstof-ready zijn. Onder «waterstofready» wordt daarbij mede verstaan het geschikt zijn voor andere
groene energiedragers als waterstof en ammoniak24.
Conform deze motie zet ik in op het zo spoedig mogelijke hergebruik van de infrastructuur
voor duurzame toepassingen. In het bijzonder betrek ik dit aspect bij de besluitvorming
rondom nieuwe initiatieven. Indien er geen zicht is op een duidelijk transitiepad,
zal er sprake moeten zijn van een duidelijke afbakening in de tijd van het project.
De EET-terminal heeft zoals aangegeven slechts een looptijd van 5 jaar voor specifiek
de import van LNG. Gasunie heeft aangegeven dat het voornemen is om deze locatie in
de toekomst te gebruiken voor het importeren van groene waterstof. Dit is ook meegewogen
bij het ontheffingsbesluit voor EET. Dit is ook meegewogen bij het ontheffingsbesluit
voor EET.25
Voor deze en (andere) nieuwe initiatieven geldt wel de kanttekening dat het voor marktpartijen
nog lastig is in te schatten wanneer de overstap naar duurzame energiedragers kan
worden gemaakt. Hiervoor is onder meer de toename in de vraag naar (en een gelijktijdige
sterke toename van het aanbod van) deze energiedragers bepalend. Ook speelt de competitie
van het aanbod van «eigen» (Nederlandse) waterstofproductie gekoppeld aan offshore
windparken (middels elektrolysers) een rol. Eerder heeft de regering haar ambities
kenbaar gemaakt op het gebied van waterstofproductie, o.a. via het Nationaal Waterstof
Programma (NWP). Bij snelle doorgroei van de waterstofeconomie zal het gebruik van
en de vraag naar LNG snel verminderen, en zullen terminal-eigenaren worden uitgedaagd
om snel «om te schakelen».
Europese/Internationale inzet
Wat betreft de gezamenlijke inkoop op basis van vraagbundeling hebben inmiddels zowel
het kabinet als de Europese Commissie sessies georganiseerd om bedrijven te informeren
over de mogelijkheid tot deelnemen. Met de vraagbundeling tracht de Commissie meer
inkoopkracht te ontwikkelen zodat de marktpartijen onder betere voorwaarden kunnen
inkopen26. Inmiddels heeft de Commissie een dienstverlener geselecteerd die het proces verder
moet structureren en organiseren. Ik hoop en verwacht dat daarover snel meer duidelijkheid
komt. Deze maand kunnen partijen zich melden en vindt de eerste vraagbundeling plaats.
Medio mei schrijft de Europese Commissie de eerste tenders uit om volumes in te kopen
ter voorbereiding van de winter 2023–2024. De focus ligt daarbij op de handel in LNG-volumes.
Vanuit bedrijven lijkt er veel belangstelling te zijn voor het inkoopplatform, wel
blijkt dat men wat terughoudend is ten aanzien van het delen van informatie met derden.
Dit geldt overigens niet alleen in Nederland, maar ook in een groot aantal andere
lidstaten die overigens zelf ook soms vraagtekens zetten bij nut en noodzaak van gemeenschappelijke
inkoop.
EBN bekijkt de mogelijkheid om deel te nemen aan de activiteiten van het platform.
Op deze manier kan ook invulling worden gegeven aan de verplichting dat lidstaten
15% van het volume dat nodig is om de gasopslagen voor 90% te vullen, inbrengen bij
het platform.
De gewijzigde motie van de leden Erkens en Boucke van 20 december 202227 verzoekt de regering zich in het eerste kwartaal in te zetten voor langetermijncontracten
met betrouwbare partners. Ook heb ik in het Commissiedebat over de Energieraad van
22 maart 2023 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1014) toegezegd in deze Kamerbrief in te gaan op de samenwerking met Noorwegen en Equinor.
Hierover wil ik graag benadrukken dat er jaarlijks bilaterale ambtelijke energieconsultaties
plaatsvinden tussen Nederland en Noorwegen. Daarbij heeft Nederland in november 2022
een Memorandum of Understanding ondertekend met Noorwegen over samenwerking op het gebied van CCS, waterstof en hernieuwbare
energie. Ook vindt er in breder verband samenwerking plaats via de North Seas Energy
Cooperation.28
Op Europees niveau neemt EZK actief deel aan de activiteiten die vanuit de Europese
Commissie op dit gebied worden ondernomen in het kader van het EU Inkoopplatform.
De Europese Commissie heeft een gezamenlijke EU – Noorwegen verklaring afgegeven over
versterkte samenwerking op energiegebied29 en de gezamenlijke verklaring over hoge energieprijzen30. Dit heeft onder andere geleid tot een stijging van de Noorse gasproductie richting
Europa wat een positieve bijdrage levert aan het stabiliseren van de Europese gasmarkt.
Daarnaast heeft de Europese Commissie met de Verenigde Staten vorig jaar ook een gezamenlijke
Taskforce Energiezekerheid opgezet. Op 10 maart jl. heeft de Europese Commissie een
verklaring afgegeven dat dit heeft geleid tot meer dan een verdubbeling van de geleverde
LNG-volumes uit de Verenigde Staten aan Europa31.
Met het bovengenoemde komt het kabinet tegemoet aan de wens van de Kamer, zoals verwoord
in de motie van de leden Erkens en Boucke. Daarbij geldt uiteraard dat het marktpartijen
vrij staat om zelf te bepalen voor hoe lang zij deze contracten afsluiten. Ik beschouw
hiermee mijn toezegging tijdens het commissiedebat over de Energieraad van 22 maart
2023 als afgedaan en wil daarbij benadrukken dat de Staat zelf niet met marktpartijen
zoals Equinor in gesprek gaat over het leveren van gasvolumes. Dit is aan de marktpartijen
zelf.
In het kader van energiediplomatie ontvangt uw Kamer naar verwachting eind deze maand
een brief, waarbij de nadruk vooral op waterstof zal liggen.
Deel 4: overige ontwikkelingen gasleveringszekerheid
Gasopslagen
Stand van zaken gasopslagen op 1 april
Afgelopen winter was relatief mild. Mede daardoor was de vraag naar gas ook relatief
laag. Hierdoor zijn de gasopslagen beperkt geleegd. Dit betekent dat Nederland met
goed gevulde gasopslagen het nieuwe vulseizoen begint: op 1 april 2023 was de gemiddelde
vulgraad van de Nederlandse bergingen 58,1%.32 Dit ligt boven het door GTS geadviseerde minimum van 53,3%. Ter vergelijking: op
1 april 2022 was de gemiddelde vulgraad van de Nederlandse bergingen 21,3%.33
Gasopslag Bergermeer is momenteel voor 53,3% gevuld. EBN heeft in het vorige vulseizoen
voor 12,2 TWh aan gas in Bergermeer opgeslagen. Hiervan heeft EBN inmiddels 7,5 TWh
doorgerold: dit betekent dat EBN gas wat in de opslag zat, laat zitten tot het eerste
kwartaal van 2024 en ander gas heeft aangekocht om aan de voor het eerste kwartaal
van 2023 aangegane verkoopverplichtingen te voldoen.
Op 24 februari 2023 heeft de Europese Raad het tiende sanctiepakket34 aangenomen. Dit sanctiepakket bevat een sanctiemaatregel op grond waarvan er geen
ondergrondse opslagcapaciteit meer ter beschikking mag worden gesteld aan Russische
entiteiten. Deze sanctie geldt ook voor Nederlandse ondergrondse gasopslagen. Deze
maatregel verhindert dat Gazprom Export gebruik kan maken van de voor haar gereserveerde
opslagcapaciteit in gasopslag Bergermeer. Uw Kamer wordt nader over de uitvoering
van dit sanctiepakket geïnformeerd in de Kamerbrief stand van zaken sanctienaleving.
Gasopslag Norg is op dit moment voor 83,8% gevuld en gasopslag Alkmaar voor 76,8%.
Gasopslag Grijpskerk is deze winter geleegd en daarom nagenoeg leeg. Deze gasopslag
wordt omgezet van een opslag voor hoogcalorisch gas naar een opslag voor laagcalorisch
gas. De omzetting van de gasopslag draagt bij aan de definitieve sluiting van het
Groningenveld in 2023 of uiterlijk 2024. Om deze omzetting mogelijk te maken moet
deze gasopslag volledig geleegd worden en geïnjecteerd worden met laagcalorisch gas.
Het kabinet houdt de vulgraad en de situatie op de gasmarkt nauwlettend in de gaten.
De stand van zaken is te volgen met de wekelijkse update gasleveringszekerheid.35 De vulgraad van alle gasopslagen in Europa is op dagelijkse basis te volgen op agsi.gie.eu.
Vooruitblik naar volgende zomer en winter
Dat de gasopslagen bij aanvang van het vulseizoen relatief goed gevuld zijn, verkleint
de opgave om op 1 november voldoende gas in de opslagen te hebben. Het is de ambitie
van het kabinet om de gasopslagen bij aanvang van de winter 2023–2024 voor minimaal
90% gevuld te hebben. Om dit te bereiken heeft het kabinet in de Kamerbrief van 9 december
202236 aangekondigd een aantal maatregelen te nemen, dan wel te verkennen. Deze worden hieronder
kort toegelicht.
1. Subsidieregeling Bergermeer
Het vorige vulseizoen (2022) heeft het kabinet een subsidieregeling opengesteld waarmee
het vullen van de gasopslag Bergermeer werd gestimuleerd door een garantie te bieden
voor een eventuele gemiddelde negatieve zomer/winterspread.
Omdat de ontwikkeling van de markt onzeker is, heeft het kabinet besloten om ook voor
het komende vulseizoen 2023 – 2024 een dergelijke subsidieregeling uit te werken.
Het weer inzetten van een dergelijke subsidieregeling heeft als voordeel dat marktpartijen
deze maatregel inmiddels kennen, RVO de regeling snel kan uitvoeren en dat deze regeling
alleen tot kosten leidt als de spread gemiddeld negatief is. Ook laat deze subsidieregeling
een prikkel bij de markt om te vullen.
Uw Kamer is in de Kamerbrief van 24 februari 202337 geïnformeerd over de voorgestelde contouren van de subsidieregeling. Op dit moment
loopt de goedkeuringsprocedure bij de Europese Commissie. Het kabinet hoopt dat zowel
de Eerste en Tweede Kamer als de Europese Commissie uiterlijk 21 april hun goedkeuring
geven aan deze subsidieregeling. Dit betekent dat de tender voor de subsidieregeling
zo vroeg mogelijk in het vulseizoen wordt opengesteld. Hierdoor hebben marktpartijen
duidelijkheid over de subsidie die ze ontvangen en kan de subsidieregeling gunstiger
worden vormgegeven, doordat de vulperiode langer is. In het geval de autorisatie door
de Tweede en Eerste Kamer van het in de incidentele suppletoire begroting opgenomen
benodigde budget niet voor 21 april verkregen is, doe ik een beroep op het tweede
lid van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet gelet op het belang van het voldoende
vullen van gasopslag Bergermeer voor de leveringszekerheid van gas.
2. EBN belast met taak
EBN heeft de taak gekregen om in totaal maximaal 20 TWh aan gas in de interruptible space van gasopslag Bergermeer op te slaan, voor zover marktpartijen dit niet doen. Hier
valt ook de 7,5 TWh gas onder die EBN momenteel al in de gasopslag heeft opgeslagen.
Het kabinet heeft EBN gevraagd om 10 TWh van deze vultaak bij het EU-inkoopplatform
uit te zetten.
3. Vullen van Norg
GasTerra gebruikt de gasopslag Norg onder andere voor de verplichtingen die GasTerra
heeft op basis van het Norg Akkoord. De vulgraad van Norg die op grond van het Norg
akkoord moet worden bereikt is vanwege van de krimpende L-gasmarkt dit gasjaar lager
dan het voorgaande gasjaar. GasTerra gebruikt de opslag daarnaast ook voor, onder
andere, het nakomen van haar verkoopverplichtingen. Om daar aan te voldoen zal de
gasopslag op 1 oktober naar verwachting in ieder geval met 3,4 bcm gevuld zijn. Of
Norg op 1 oktober verder gevuld zal zijn dan dit niveau, hangt af van marktomstandigheden
en mogelijke afspraken tussen de overheid en Shell en ExxonMobil.
Ontwikkelingen groothandel gas
Marktcorrectiemechanisme
De Energieraad heeft op 19 december 2022 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1003) een verordening vastgesteld waarin een marktcorrectiemechanisme (MCM), voor de Europese
groothandelsmarkt voor gas is opgenomen.38 Met deze verordening wordt een «dynamisch prijsplafond» geïntroduceerd waarmee wordt
beoogd buitensporig hoge prijsstijgingen op de gasmarkt te voorkomen39. Deze MCM verordening is sinds 1 februari 2023 van kracht en het mechanisme kan sinds
15 februari worden geactiveerd.
Door de zachte winter en goed gevulde gasopslagen, met een relatief lage gasvraag
als gevolg, is het beeld van de gasmarkt sinds begin 2023 betrekkelijk stabiel. Het
feit dat het MCM sinds 15 februari 2023 kan worden geactiveerd, heeft vooralsnog geen
invloed gehad op dit marktbeeld. De huidige gasprijs kent een dalende trend en staat
momenteel tussen de 40 en 50 euro per megawattuur. Dit is aanmerkelijk lager dan de
prijspieken tijdens de zomer van 2022 en staat nog ver af van de activatieprijs uit
de MCM verordening.
Voorafgaand aan de vaststelling van de MCM verordening zijn, onder andere door Nederland,
zorgen geuit over mogelijke onbedoelde gevolgen die het bestaan van het marktcorrectiemechanisme
kan hebben voor de handel in gas in de EU in het algemeen en de gasbeurzen die de
handel in TTF-derivaten faciliteren in het bijzonder. Zo werd er gevreesd dat deze
maatregel zou leiden tot een verplaatsing van deze handelsactiviteiten naar handelsplaatsen
die buiten de reikwijdte van de verordening vallen. Deze zorgen zijn ondervangen door
in de verordening te voorzien in een effectbeoordeling van het marktcorrectiemechanisme.
De Europese toezichthouders ESMA en ACER dienden daarbij voor 1 maart 2023 te analyseren
of de snelle uitvoering van het marktcorrectiemechanisme kan leiden tot onbedoelde
negatieve gevolgen voor de financiële of energiemarkten of voor de voorzieningszekerheid.
Op 1 maart 2023 brachten de Europese toezichthouders ESMA en ACER hun finale rapporten
uit over het MCM. Uit de rapporten blijkt dat er nog geen significante marktverschuivingen
zijn waargenomen die direct aan het MCM kunnen worden toegeschreven. De toezichthouders
doen geen aanbevelingen om de technische elementen van het MCM, zoals activatie- en
deactivatievoorwaarden, te herzien. Volgens ESMA en ACER betekent dit niet dat het
MCM zonder gevolgen zal blijven. Het is goed mogelijk dat marktdeelnemers pas anticiperen
wanneer de activatieprijs van het MCM dichterbij komt. Zo geven de gasbeurzen die
de handel in de betreffende TTF derivaten faciliteren, ICE Endex en EEX, aan voorbereidingen
te hebben getroffen om de handel in gascontracten ordentelijk te laten verlopen indien
het MCM wordt geactiveerd. Hiertoe bieden zij, onder meer, de mogelijkheid om gascontracten
buiten het toepassingsgebied van de MCM verordening af te wikkelen40. Ondanks het huidige marktbeeld zijn de potentiële risico’s van het marktcorrectiemechanisme
dus niet geweken. Het MCM kan nog steeds het ordelijk functioneren van de markten
en de financiële stabiliteit aantasten, aldus ESMA en ACER. Net als de Europese toezichthouders,
blijf ik de gasmarkten dan ook nauwgezet monitoren en wordt er contact gehouden met
relevante partijen in de gasmarkt.
Tot slot voorziet de MCM Verordening in het belang van een gelijk speelveld, een uitbreiding
van het toepassingsbereik van MCM naar andere virtual trading platforms (VTP’s) in de EU. Deze uitbreiding was afhankelijk van de uitwerking van technische
details (zoals activatievoorwaarden) in een uitvoeringshandeling van de Europese Commissie.
De Europese Commissie heeft op 31 maart 2023 deze uitvoeringshandeling vastgesteld.
Met de vaststelling van deze uitvoeringshandeling geldt vanaf 1 mei 202341 voor alle andere VTP’s in Europa onder dezelfde activatievoorwaarden dezelfde dynamische
biedlimiet.
De MCM verordening heeft een looptijd tot 1 februari 2024. In november 2023 beoordeelt
de Europese Commissie de werking van de MCM verordening en kan het een voorstel doen
voor eventuele verlenging.
REMIT
Op 14 maart heeft de Europese Commissie in het kader van de hervorming van de EU elektriciteitsmarkt
ook een wijziging voorgesteld van Verordening (EU) nr. 1227/2011 betreffende de integriteit
en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (REMIT).42 Het kabinet bestudeert de voorstellen, en zal uw Kamer via de gebruikelijke BNC-procedure
informeren over de kabinetsinzet.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief
Indieners
-
Indiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Medeindiener
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat