Brief regering : Beleidsreactie onderzoek Regioplan modernisering regelgeving kinderarbeid
25 883 Arbeidsomstandigheden
               29 544
                Arbeidsmarktbeleid
         
Nr. 459
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 april 2023
Maatschappelijke ontwikkelingen noodzaken om de huidige wet- en regelgeving voor kinderarbeid
                  tegen het licht te houden. Nieuwe vormen van kinderarbeid als young influencing en
                  jong ondernemerschap zijn steeds populairder onder kinderen, maar kunnen ook risico’s
                  voor de gezondheid, veiligheid en schoolprestaties met zich meebrengen. Ook is hierbij
                  niet altijd duidelijk wie ervoor verantwoordelijk is dat het kind op een gezonde en
                  veilige wijze arbeid verricht1. In de huidige wet- en regelgeving kunnen de verantwoordelijkheden scherper worden
                  vastgelegd om zo de naleving en handhaving daarop te bevorderen.
               
In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Regioplan
                  onderzoek verricht naar de mogelijkheden om binnen de geldende internationale kaders
                  de wet- en regelgeving voor kinderarbeid te moderniseren. Met deze brief bied ik uw
                  Kamer het onderzoek van Regioplan aan en geef ik u mijn reactie hierop. Ik heb uw
                  Kamer dit toegezegd in het Commissiedebat van 12 mei 2022.
               
Mijn beleidsinzet ten aanzien van kinderarbeid richt zich allereerst op het beschermen
                  van het kind. Kinderarbeid is alleen toegestaan als de veiligheid, gezondheid en ontwikkeling
                  van het kind hier niet onder lijdt. Uit het onderzoek van Regioplan blijkt dat kinderen
                  een positief beeld hebben van het werk dat ze doen. Ze verdienen geld met een bijbaantje
                  en als het om artistiek en cultureel werk gaat, maken zij van een hobby hun werk.
                  Dit kan bijdragen aan hun ontwikkeling. Het onderzoek geeft echter ook aan dat kinderen
                  te maken kunnen krijgen met fysieke en/of emotionele belasting, waaronder ook druk
                  van ouders. Kinderen kunnen de risico’s van het werk bovendien niet altijd goed zelf
                  overzien.
               
Bij de beoordeling van de aanbevelingen van Regioplan weeg ik naast de negatieve ook
                     de positieve aspecten van kinderarbeid mee en zal ik die ook zoveel mogelijk behouden
                     en versterken bij de modernisering van de wet- en regelgeving. Tegelijkertijd mag
                     modernisering in geen geval leiden tot een verslechtering van de (arbeids)omstandigheden,
                     waaronder ook de rusttijd van het kind en de tijd voor andere activiteiten als huiswerk
                     en sociale activiteiten.
                  
De regelgeving moet bij nieuwe vormen van kinderarbeid dezelfde mate van bescherming
                     bieden als bij bestaande vormen van kinderarbeid. Uitwassen waarbij het kind risico’s
                     loopt, fysiek en/of emotioneel, wil ik voorkomen en bestrijden. Daar waar nodig kies
                     ik dan ook voor aanscherping en verduidelijking van wet- en regelgeving.
                  
In deze brief geef ik kort het huidige juridische kader weer. Daarna ga ik in op de
                  conclusies en aanbevelingen van Regioplan. In de bijlage bij deze brief wordt per
                  aanbeveling het huidige kader kort beschreven, de wijziging in regelgeving en de termijn
                  waarop wijzigingen in werking kunnen treden.
               
Het huidige juridische kader
Op grond van Europese regelgeving en bestaande ILO-verdragen2 is in de Arbeidstijdenwet bepaald dat alle arbeid door kinderen jonger dan6 jaar
                  verboden is, tenzij het expliciet is toegestaan. Onder strikte voorwaarden kunnen
                  kinderen van 13 tot 16 jaar arbeid verrichten. Dat is echter gebonden aan het soort
                  werk en het aantal uren dat maximaal gewerkt mag worden.3In de Nadere regeling kinderarbeid zijn de regels betreffende kinderarbeid voor kinderen
                  van 13 jaar en ouder verder uitgewerkt.
               
Voor artistiek werk kan voor kinderen tot 13 jaar een ontheffing worden aangevraagd bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. De
                  voorwaarden staan in de Beleidsregel inzake ontheffing van verbod van kinderarbeid
                  2016 (BOVK). Dit is, naast een alternatieve sanctie vanaf 12 jaar (Bureau Halt), de
                  enige arbeid die voor kinderen tot 13 jaar is toegestaan. De regeling beschermt kinderen
                  tegen te lang of te zwaar werk.
               
Uitkomsten onderzoek en beleidsreactie
Regioplan heeft voor het onderzoek met een veelheid van partijen gesproken waaronder
                  kinderen, ouders, deskundigen uit de wetenschap zoals (media)pedagogen, werkgevers,
                  begeleiders van kinderen en een aantal inspecteurs van de Nederlandse Arbeidsinspectie.
                  Daarnaast is ook naar de wet- en regelgeving in de ons omringende landen gekeken.
                  In het onderzoek draagt Regioplan een aantal opties aan voor modernisering van de
                  wet- en regelgeving.
               
De belangrijkste conclusies van het rapport van Regioplan zijn als volgt samen te
                     vatten:
                  
• Voor de verschillende vormen van kinderarbeid gelden verschillende regels. Voor reguliere
                           bijbaantjes en artistiek en cultureel werk zijn in de wet- en regelgeving duidelijke
                           afspraken vastgelegd over werk- en rusttijden. Daar waar de risico’s beperkt zijn
                           en waar dat nodig is, is er volgens Regioplan ruimte voor modernisering. Ook is in
                           het algemeen van belang dat ouders, kinderen, werkgevers en opdrachtgevers beter op
                           de hoogte zijn van de regels voor kinderarbeid en zich bewust zijn van mogelijke risico’s
                           van kinderarbeid, zoals voor schoolprestaties.
                        
• Voor jonge topsporters, jonge ondernemers en jonge influencers is de huidige wet-
                           en regelgeving minder duidelijk en niet toegesneden op deze nieuwe ontwikkelingen.
                           Dit terwijl er reële risico’s zijn op fysieke en emotionele overbelasting. Bij deze
                           activiteiten speelt de vraag waar de grens tussen hobby en werk ligt. Hier bleek ook
                           onder de door Regioplan geconsulteerde deskundigen geen overeenstemming over. Het
                           onderzoek geeft op deze punten geen pasklare antwoorden. Wel noemt het rapport de
                           optie om bij normering voor jonge influencers net als in Frankrijk uit te gaan van
                           het kader voor artistiek en cultureel werk. Regioplan wijst ook op het belang van
                           een goede begeleiding van jonge topsporters en van kinderen die artistiek en cultureel
                           werk doen.
                        
• Voor alle vormen van kinderarbeid geldt dat het moeilijk is om juridisch aan te tonen
                           bij wie de verantwoordelijkheid ligt voor niet toegestane vormen van kinderarbeid.
                           Dit is zeker het geval als er sprake is van meerdere opdrachtgevers in de keten. Met
                           het oog op de handhaving dient te worden bezien of het mogelijk is om de verantwoordelijkheden
                           voor kinderarbeid scherper vast te leggen, en of een ketenverantwoordelijkheid kan
                           worden geïntroduceerd. Regioplan geeft op dit punt geen nadere uitwerking. Naast de
                           verantwoordelijkheid van de werkgever of de (hoofd)opdrachtgever hebben de ouders
                           of voogd altijd een verantwoordelijkheid voor het kind.
                        
Ik onderschrijf in hoofdlijnen deze conclusies en de opties van Regioplan voor modernisering,
                  verduidelijking en aanscherping van de wet- en regelgeving voor kinderarbeid. Onderstaand
                  ga ik in op de verschillende vormen van kinderarbeid. Daarbij geef ik steeds kort
                  de uitkomsten van Regioplan en de aanbeveling(en) aan. Vervolgens ga ik in op mijn
                  voornemens tot aanpassingen in wet- en regelgeving. Niet alle aanbevelingen van Regioplan
                  neem ik volledig over. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de aanbeveling over de ontheffingen
                  tot 13 jaar voor cultureel en artistiek werk. Ook geeft het onderzoek van Regioplan
                  op een aantal punten wel handvatten, maar is nadere uitwerking nodig. Dit is bijvoorbeeld
                  het geval bij de normering van opkomende vormen van kinderarbeid zoals jonge ondernemers
                  en jonge influencers. Nadere uitwerkingsvraag is onder andere hoe kan worden bepaald
                  wanneer het gaat om een hobby en wanneer er sprake is van werk dat in de commerciële
                  sfeer plaatsvindt. Ook speelt hier de vraag hoe de rol van ouders zich verhoudt tot
                  de rol van de overheid. Een belangrijk deel van de arbeid speelt zich immers thuis
                  af, waardoor het niet zichtbaar is. Mogelijk speelt ook druk van ouders een rol. Belangrijk
                  is dan ook hoe bij deze vormen van kinderarbeid zichtbaar te krijgen wat er speelt
                  en hoe van overheidswege toezicht te houden, op uitwassen met als sluitstuk de handhaving.
                  Uitwerking van deze aanbevelingen vraagt meer tijd alvorens kan worden overgegaan
                  tot een mogelijke wijziging van wet- en regelgeving.
               
1. Wijzingen wet- en regelgeving voor de verschillende vormen van kinderarbeid op
                  korte termijn
               
Flitsbezorging
Uitkomsten Regioplan en aanbeveling: In de Nadere regeling kinderarbeid geldt sinds 1 juli 2020 een expliciet verbod op
                     maaltijdbezorging tot 16 jaar waarbij door het kind zelfstandig en op commerciële
                     basis maaltijden worden bezorgd en waarbij sprake is van deelname aan het verkeer
                     met behulp van een voertuig (vaak een elektrische fiets).
                  
Hoewel er volgens de Nederlandse Arbeidsinspectie4 nog geen duidelijke signalen zijn dat bij flitsbezorging gebruik gemaakt wordt van
                     jonge koeriers, is het volgens de Nederlandse Arbeidsinspectie en Regioplan gelet
                     op de ontwikkelingen verstandig om dit te voorkomen en het verbod uit te breiden naar
                     flitsbezorging tot 16 jaar op een (elektrische) fiets. Hier gelden dezelfde risico’s
                     voor kinderen tot 16 jaar als bij maaltijdbezorging.
                  
Reactie: Dit advies neem ik over. In het tweede kwartaal van 2023 zal ik hiertoe een expliciet
                  verbod voor flitsbezorging tot 16 jaar vastleggen in de Nadere regeling kinderarbeid5. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Kahtmann en Maatoug6.
               
Bijbaantjes en vakantiewerk
Uitkomsten Regioplan en aanbeveling: Veel kinderen hebben een bijbaantje en/of doen vakantiewerk. Kinderen denken positief
                     over het werk. Ze geven aan dat ze het werk leuk vinden en willen graag wat geld bijverdienen.
                     Ouders stimuleren het ook, zolang school er niet onder lijdt. In het rapport worden
                     cijfers van het Nibud aangehaald, waaruit blijkt dat ongeveer 30% van de 13–14-jarigen
                     een bijbaantje of vakantiewerk doet en ongeveer 60% van de 15–16-jarigen. Voor 12-jarigen
                     geldt dat 1 op de 7 in de praktijk werk doet dat niet mag (zoals in de horeca of in
                     een winkel)7. Regioplan beveelt aan in de voorlichting aan werkgevers, ouders, en kinderen aan
                     te geven wat wel en niet mag als het gaat om werk van kinderen, specifiek het verbod
                     op kinderarbeid tot 13 jaar.
                  
Regioplan geeft verder in overweging om voor 13–15-jarigen zowel werken tot 20.00
                     uur (op niet-schooldagen en in niet schoolweken) mogelijk te maken als werken op zondag.
                     Het is immers niet ongebruikelijk dat de wat oudere kinderen door de week allerlei
                     (sport)activiteiten ontplooien na 19.00 uur. Op zondag werken is steeds meer ingeburgerd
                     in bijvoorbeeld de detailhandel. Dit toestaan sluit aan bij de maatschappelijke ontwikkelingen.
                     Ook beveelt Regioplan aan om het mogelijk te maken om kinderen van 15 jaar achter
                     de kassa te laten werken en om 14–15-jarigen te laten werken in horeca en andere gelegenheden
                     waar alcohol geschonken wordt.
                  
Reactie: Ik neem de aanbeveling over om het voor 13–15-jarigenop niet-schooldagen en in niet-schoolweken
                     mogelijk te maken om tot 20:00 uur te werken. Ook neem ik de aanbeveling over om het
                     mogelijk te maken om op zondag (onder strikte voorwaarden) te werken. Hierbij stel
                     ik wel de voorwaarde dat de totale rust- en werktijd op een dag en in de week gelijk
                     blijft. Dit in verband met het belang van rusttijd en tijd die nodig is voor bijvoorbeeld
                     huiswerk en sociale activiteiten. Het betreft dus wel een modernisering, maar geen
                     versoepeling.
                  
De Nederlandse Arbeidsinspectie wijst ook op het risico dat kinderen zichzelf overschatten
                     en werkgevers, ouders en kinderen soms te makkelijk denken over een bijbaantje.
                  
Begin 2024 wijzig ik daarom de Nadere regeling kinderarbeid voor 13–15-jarigen als
                     volgt:
                  
– Op een niet-schooldag en in een niet-schoolweek mogen 15-jarigen en 13–14-jarigen8 tot 20.00 uur in plaats van tot 19.00 uur gaan werken.9 De werktijd en rusttijd blijven wel in omvang gelijk doordat de jongere pas een uur
                           later mag beginnen met werken als hij tot 20.00 uur werkt. Voor 13–14-jarigen stel
                           ik gelet op het grotere belang van rusttijd, tijd voor huiswerk en sociale activiteiten,
                           strikte voorwaarden voor het werken tot 20.00 uur. Zo moet er aantoonbaar toestemming
                           zijn van de ouders/voogd en instemming van de personeelsvertegenwoordiging/Ondernemingsraad.
                        
– Op zondag mogen 13-en 14-jarigen ook alleen onder de genoemde strikte voorwaarden
                           gaan werken (15-jarigen mogen al alleen onder deze strike voorwaarden op zondag werken).
                           De rusttijd blijft gelijk doordat bij werken op zondag de zaterdag ervoor vrij moet
                           zijn. Hierdoor is er in het weekend ook bij werk op zondag tijd voor huiswerk en sociale
                           activiteiten. Er mag maar een beperkt aantal zondagen gewerkt worden zoals dat ook
                           voor jeugdigen en volwassenen geldt op grond van de Arbeidstijdenwet.
                        
Voor de verdere wijzigingen voor 13-, 14- en 15-jarigen die Regioplan noemt zie ik
                     geen basis. Bij kassawerk geeft de afhandeling van geldzaken voor het kind een te
                     grote psychische belasting en een risico op agressie en geweld.
                  
Ook werken in de horeca of een andere gelegenheid waar alcohol geschonken wordt blijft
                     verboden onder de 16 jaar. Het omgaan met klanten die alcohol drinken, levert veel
                     risico’s op. Een uitzondering op grond van de Alcoholwet10 zijn 14- en 15-jarigen die in het kader van een stage in het VMBO werken waar alcohol
                     geschonken wordt. Dit mag alleen als dit onder begeleiding gebeurt. Het bedrijf dient
                     een stageovereenkomst met de school af te sluiten, die ook getekend dient te worden
                     door de ouders/verzorgers van het kind. Hier zijn dus belangrijke waarborgen dat deze
                     kinderen geen risico’s lopen.
                  
De constatering dat 1 op de 7 twaalfjarigen werk doet dat niet mag, betrekt de Nederlandse
                     Arbeidsinspectie bij de analyses in het kader van haar risicogericht toezicht. In
                     de voorlichting zal ik ouders, kinderen, werkgevers en de omgeving (bijvoorbeeld school)
                     uitdrukkelijk wijzen op het verbod op kinderarbeid tot 13 jaar. Klachten en signalen
                     over kinderarbeid kunnen altijd (telefonisch of via het meldformulier) bij de Arbeidsinspectie
                     gemeld worden.
                  
Jonge sporters
Uitkomsten Regioplan en aanbeveling: In het onderzoek van Regioplan wordt ook ingegaan op jonge (top)sporters. Alhoewel het bij deze groep veelal
                  niet om arbeid in juridische zin zal gaan, spelen bij deze groep kinderen risico’s
                  die vergelijkbaar zijn met de risico’s waar de regelgeving rond kinderarbeid op gericht
                  is (risico’s voor de fysieke en mentale gezondheid en voor schoolprestaties). Regioplan
                  doet de aanbeveling om meer regulering in te zetten om zo te bevorderen dat kinderen
                  in een sociaal veilige omgeving sporten met goed opgeleide trainers. Het is tot nu
                  toe aan de sector zelf om dit in te vullen.
               
Reactie: De inzichten en aanbevelingen gericht op de groep jonge topsporters gaan over het
                  beleidsterrein topsport, dat valt onder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
                  en Sport. In oktober 2021 heeft de toenmalige Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS)
                  aan de Tweede Kamer toegezegd dat er een breed en onafhankelijk onderzoek naar de
                  huidige topsportcultuur in Nederland komt. Hij deed deze toezegging om een gezonde
                  topsportcultuur na te streven. De wens bestaat vanuit deze toezegging om een nieuwe
                  beleidsrichting te volgen: niet reactief naar aanleiding van excessen, maar proactief
                  gericht op de maatschappelijke waarde van topsport, op een gezonde en verantwoorde
                  topsportomgeving waarbij de negatieve aspecten zo veel mogelijk verkleind worden en
                  de positieve elementen verder versterkt.
               
Het Ministerie van VWS werkt met NOC*NSF namens de sportsector en de VNG/VSG (Vereniging
                  Sport Gemeenten) namens de gemeenten een gezamenlijk strategisch kader topsport uit
                  voor de beleidsperiode 2023 en verder. De aanbevelingen en inzichten uit het onderzoek
                  van Regioplan ten aanzien van de sociale veiligheid voor jonge topsporters, de soms
                  grote druk van ouders om te presteren en de kwaliteit van de opleiding van trainers
                  en coaches zullen bij deze uitwerking worden meegenomen. De Kamer wordt medio 2023
                  geïnformeerd over het strategische kader topsport door de Minister voor Langdurige
                  Zorg en Sport.
               
Informatievoorziening
Uitkomsten en aanbeveling Regioplan: Regioplan constateert dat de huidige informatie over de wet- en regelgeving over
                  de verschillende vormen van kinderarbeid voor ouders, kinderen en werkgevers versnipperd
                  is. Dit komt de bekendheid over en naleving van de regels niet ten goede.
               
Reactie: In lijn met de aanbeveling van Regioplan zet ik in op verbetering van de voorlichting
                  in begrijpelijke taal over wet- en regelgeving omtrent kinderarbeid aan ouders, werkgevers,
                  kinderen en de omgeving (bijvoorbeeld school). Hiermee wil ik bereiken dat ook de
                  bewustwording van de mogelijke risico’s van kinderarbeid verbetert en dat ouders,
                  kinderen en werkgevers en de omgeving beter op de hoogte zijn van de regels. Daarbij
                  zal ik ingaan op alle risico’s voor gezond en veilig werken voor kinderen bij de uitvoering
                  van het werk, bijvoorbeeld het blootstaan aan geluid of een ongeval. In de voorlichting
                  zal ik diverse kanalen benutten, zoals het Arboportaal en sociale media. Bij wijziging
                  van wet- en regelgeving zal ik werkgevers, ouders en kinderen daarop attenderen. Gelet
                  op de rapportage van de Nederlandse Arbeidsinspectie over maaltijd- en flitsbezorging11 zal ik de voorlichting ook richten op het vergroten van de bekendheid van het al
                  bestaande verbod op maaltijdbezorging voor kinderen onder de 16 jaar. Ook besteed
                  ik in de voorlichting aandacht aan het verbod tot 16 jaar om in een gelegenheid te
                  werken waar alcohol geschonken.
               
2. Wijzigingen in wet- en regelgeving die nader onderzoek vragen
               
Jonge ondernemers en jonge influencers
Uitkomsten en aanbeveling Regioplan: Regioplan constateert dat voor jonge ondernemers en jonge influencers een helder regelgevend
                     normenkader ontbreekt.
                  
Als er sprake is van werk ter naleving van een overeenkomst geldt de normale regelgeving
                     kinderarbeid en kan de werkgever verantwoordelijk worden gehouden12. In veel gevallen is echter geen sprake van werk ter naleving van een overeenkomst
                     en is het ook lastig te bepalen wanneer sprake is van werk of van een hobby. Ook is
                     lastig te bepalen wie als «werkgever» kan worden aangemerkt en daarmee degene die
                     verantwoordelijk gehouden kan worden als het mis gaat. Veelal speelt het werk zich
                     af in de privésfeer, waarbij dan alleen de ouders verantwoordelijk zijn dat er veilig
                     en gezond en niet te lang, te vaak en te laat gewerkt wordt. Het risico bestaat echter
                     dat belangen van ouders en kinderen niet overeenkomen. Het kind kan druk ervaren van
                     de ouders of de buitenwereld om te ondernemen, filmpjes te plaatsen op sociale media
                     of aan een familievlog deel te nemen. Zowel de Nederlandse Arbeidsinspectie13 als Regioplan zien belangrijke risico’s zoals emotionele belasting, een eenzijdige
                     omgeving, altijd «aan staan», en (heftige) negatieve reacties waarmee moet worden
                     omgegaan.
                  
De aanbeveling van Regioplan is om jonge ondernemers en jonge influencers onder het
                  (normen)kader voor artistiek en cultureel werk te brengen. Hoewel deze activiteiten
                  minder georganiseerd zijn dan cultureel en artistiek werk, kan bij de activiteiten
                  waarbij bijvoorbeeld agentschappen en bemiddelaars betrokken zijn (als het dus zeker
                  commercieel wordt) de regelgeving voor cultureel en artistiek werk 14 worden toegepast voor kinderen tot 16 jaar.15
Reactie: Ik acht het van belang om een duidelijk en richtinggevend (normen)kader voor kinderarbeid
                     in de vorm van jonge ondernemers en jonge influencers te ontwikkelen en vast te leggen
                     in wet- en regelgeving16. Uitwassen waarbij kinderen als verdienmodel worden ingezet door hun ouders of bedrijven
                     moeten beter kunnen worden aangepakt. Een belangrijk deel van deze snel opkomende
                     vormen van kinderarbeid onttrekt zich nu aan de geldende wet – en regelgeving voor
                     kinderarbeid en het toezicht daarop. Hierdoor zijn deze uitwassen zeer moeilijk te
                     voorkomen en te handhaven. Ik zal bij het opstellen van het kader voor jonge ondernemers
                     en jonge influencers het bestaande normenkader zoals dat nu geldt voor artistiek en
                     cultureel werk met arbeids- en rusttijden tot 16 jaar in beginsel als uitgangspunt
                     nemen. Wel wil ik – zoals Regioplan ook aangeeft – rekening houden met de aard van
                     het werk door jonge ondernemers en jonge influencers. Dat is immers veel minder georganiseerd
                     dan artistiek en cultureel werk, voornamelijk gericht op commerciële belangen en vindt
                     grotendeels in de privésfeer plaats. Ouders spelen regelmatig een grote rol (o.a.
                     familievlogs). Het is van belang om te komen tot een normenkader afgestemd op deze
                     vormen van kinderarbeid. Een kader dat voldoende onderscheid maakt tussen hobby en
                     werk, dat rekening houdt met het omgaan met druk en dat ook handhaafbaar is. Een normenkader
                     dat het kind beschermt tegen overbelasting en druk om continu te presteren en geld
                     te verdienen.
                  
Daarbij is het zo dat het op niet-commerciële basis (bijvoorbeeld het als hobby vloggen)
                     door een kind niet onder de regelgeving valt. Ook in de hobbysfeer kan de sociale
                     druk die een kind voelt om te vloggen echter groot zijn. Signalen dat bij jonge influencers
                     tot 13 jaar sprake is van werk kunnen (telefonisch of via het meldformulier17) bij de Arbeidsinspectie gemeld worden.
                  
Het rapport van Regioplan bevat geen concrete handvatten voor het nieuwe normenkader
                  en wat hiervoor nodig is. Hier was ook geen eensluidende opvatting over bij de deskundigen
                  die door Regioplan zijn geïnterviewd. De uitwerking van het kader en de aanpak, inclusief
                  de handhaving van overheidswege van uitwassen en misstanden en de rol van de ouders,
                  pak ik op. Hierbij betrek ik onder andere experts op het terrein van influencing en
                  kinderen. Ook betrek ik de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die verantwoordelijk
                  is voor de Mediawet en mijn collega van Economische Zaken en Klimaat vanwege de relatie
                  met het ondernemerschap. Over de resultaten van de uitwerking informeer ik uw Kamer
                  in de eerste helft van 2024.
               
Ketenverantwoordelijkheid
Uitkomsten en aanbeveling Regioplan: Regioplan constateert dat het voor de overheid niet altijd mogelijk is om bij schijnbare
                  overtredingen van de wet – en regelgeving voor kinderarbeid aan te tonen wie er verantwoordelijk
                  is en dus aansprakelijk kan worden gesteld. Het begrip «verantwoordelijk persoon»
                  (artikel 3:2 Arbeidstijdenwet) is nu namelijk beperkt gedefinieerd (dit is de werkgever
                  en dan de ouder of voogd). De handhaving voor niet alleen de nieuwe vormen van kinderarbeid,
                  maar alle vormen van kinderarbeid wordt hierdoor bemoeilijkt. De aanbeveling van Regioplan
                  is om te bezien of een ketenverantwoordelijkheid voor opdrachtgevers kan worden vastgelegd.
               
Reactie: Ik onderschrijf dat het wenselijk is om het begrip «verantwoordelijk persoon» (artikel
                  3.1 Arbeidstijdenwet) nader te definiëren, De (hoofd) opdrachtgever/producent18 (niet zijnde de directe werkgever) of andere werkgevers in de keten zijn nu juridisch
                  niet eenvoudig verantwoordelijk te stellen. Dit leidt tot ontduiking c.q. ontbreken
                  van een verantwoordelijk aanspreekpunt/opdrachtgever (en onduidelijke tussenpersonen).
                  Met het oog op een effectieve handhaving ga ik bezien of het mogelijk is om de verantwoordelijkheden
                  voor kinderarbeid scherper vast te leggen. In het verlengde daarvan kijk ik ook of
                  een ketenverantwoordelijkheid voor opdrachtgevers geïntroduceerd kan worden. Het vaststellen
                  van de verantwoordelijkheid van opdrachtgevers en de ketenverantwoordelijkheid speelt
                  breder binnen het arbobeleid. Ik neem dit dan ook mee in de uitwerking van de Arbovisie
                  2040 waarin ook aandacht is voor de rol van opdrachtgevers.19
Protocol kinderbegeleiding en sociale veiligheid
Uitkomsten en aanbeveling Regioplan: Regioplan concludeert dat het welzijn van kinderen die meedoen aan uitvoeringen (cultureel
                  en artistiek werk) doorgaans goed in de gaten gehouden wordt gehouden. Wel zijn er
                  ouders bij wie twijfels leven over de kwaliteit van de kinderbegeleiding bij artistiek
                  werk. In regelgeving is nu vastgelegd dat er goede begeleiding moet zijn. De sector
                  (Filmproducenten Nederland (FPN)) heeft een protocol kinderbegeleiding opgesteld.
                  Hierin zijn ook functievereisten voor de functie van kinderbegeleider opgenomen. De
                  sector controleert zelf de toepassing daarvan. Bij de aanvraag door een producent
                  bij de Nederlandse Arbeidsinspectie voor een ontheffing voor een kind tot 13 jaar
                  moet ook worden aangegeven hoe deskundige begeleiding, opvang en nazorg is geregeld20. Regioplan geeft aan dat geïnterviewde experts pleiten voor betere scholing en bijscholing
                  van de begeleiders. Ook vragen de onderzoekers in het algemeen aandacht voor sociale
                  veiligheid en het welbevinden van kinderen in het werk.
               
Reactie: Ik treed in 2023 in overleg met de producenten, ouders en kinderen om de kwaliteit
                  van de begeleiding te verbeteren door middel van scholing en bijscholing. Mijn collega
                  van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bekijkt hoe de sportsector de monitoring en
                  begeleiding van jonge (top)sporters oppakt.
               
Recht op vergetelheid
Uitkomsten en aanbeveling Regioplan: In Frankrijk is in de wet vastgelegd dat jonge influencers het recht hebben om aan
                  een organisatie die persoonsgegevens van hen publiceert op internet te vragen om deze
                  gegevens te verwijderen. Zij kunnen dat doen zonder toestemming van de ouders. In
                  Nederland kan dit nu alleen met toestemming van de ouders. Het zou gaan om een specifieke
                  toepassing van het recht op vergetelheid. Momenteel is dat recht opgenomen in de Uitvoeringswet
                  Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG). Dit recht op vergetelheid voor het
                  kind kan een goede toevoeging zijn. Dit vanuit privacyoverwegingen, maar ook als de
                  belangen van de ouders anders liggen dan die van het kind of als er als kind iets
                  is gebeurd dat de carrière later kan schaden.
               
Reactie: De betreffende wetgeving valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor
                     Rechtsbescherming. De Minister is voornemens om de Uitvoeringswet Algemene Verordening
                     Gegevensbescherming (UAVG) zodanig te wijzigen dat de minderjarige vanaf 12 jaar,
                     naast de wettelijk vertegenwoordiger, zelfstandig het recht heeft om de gegeven toestemming
                     in te trekken en andere rechten uit te oefenen, waaronder het recht om te verzoeken
                     om verwijdering van zijn persoonsgegevens (het recht op vergetelheid).
                  
Een jongere van 12 jaar of ouder zou immers niet afhankelijk moeten zijn van een actie
                     van zijn wettelijk vertegenwoordiger om een einde te kunnen maken aan een verwerking
                     van zijn persoonsgegevens, ook al is deze gebaseerd zijn op een eerdere initiële toestemming
                     van diens wettelijke vertegenwoordiger. Minderjarigen van 12 jaar en ouder worden
                     in staat geacht om deze beslissing zelf te nemen. Zij zijn in het Nederlands recht
                     deels en vanaf 16 jaar geheel zelfstandig om persoonlijke keuzes te maken. De Minister
                     voor Rechtsbescherming heeft het wetsvoorstel eind 2022 aan uw Kamer aangeboden.
                  
3. Niet overnemen
               
De volgende aanbeveling van Regioplan neem ik niet over.
Cultureel en artistiek
Uitkomsten Regioplan en aanbeveling: Regioplan constateert dat kinderen het leuk vinden om op te treden en dat er nauwelijks
                     risico’s zijn.
                  
Voor kinderen tot 13 jaar die artistiek en cultureel werk doen is de werkgever verplicht
                     voor ieder individueel optreden een ontheffing van de Nederlandse Arbeidsinspectie
                     aan te vragen. Achtergrond is de bescherming van het kind tegen overbelasting. Jaarlijks
                     gaat het om ongeveer 1.400 ontheffingen.
                  
Bij de arbeids- en rusttijden wordt onderscheid gemaakt in leeftijdscategorieën, namelijk
                     0–6 jaar, 7–12 jaar en kinderen van 13 – 15 jaar. In de praktijk werkt dit volgens
                     Regioplan vooral voor de kinderen vanaf 10 jaar beperkend.
                  
Regioplan stelt voor om het systeem van ontheffingen aan te passen zodat alleen boven
                     een bepaalde grens van optredens een ontheffing nodig is. Werkgevers die veel met
                     kinderen werken zouden volgens Regioplan kunnen volstaan met één ontheffing in plaats
                     van individuele ontheffingen per kind. Ook stelt Regioplan voorde arbeids- en rusttijden
                     aan te passen: ofwel meer dan 24 dagen per jaar en meer uren per dag voor kinderen
                     van 10–12 jaar (ontheffing nodig) en voor kinderen van 13–15 jaar.
                  
Reactie: Ik neem deze adviezen niet over. Ik handhaaf het systeem van individuele ontheffingen en ga dus niet over op een systeem van ontheffingen, zoals Regioplan
                     voorstelt. Dit verhoudt zich niet met de EU-richtlijn jongeren.21    De Arbeidsinspectie is ook van mening dat het systeem dat Regioplan voorstelt
                     geen meerwaarde heeft voor de bescherming van het kind. Ik acht het dan ook niet verantwoord.
                     Kinderen tot 13 jaar zijn nog zeer jong en moeten juist maximaal beschermd worden
                     tegen overbelasting en voldoende vrije tijd hebben voor school, sociale activiteiten
                     en rust. Ik kies dan ook voor eenduidigheid bij de aanvraag van een ontheffing: individueel
                     en voor ieder optreden.
                  
Ook het advies over de uitbreiding van werktijden voor de groep 13–15-jarigen neem
                     ik niet over. Voor kinderen van 13–15 jaar gelden nu al ruimere normen wat betreft
                     werk -en rusttijden. Een verruiming leidt ook voor deze leeftijdsgroepen tot te hoge
                     risico’s.
                  
Tot slot
Met de uitwerking van de aanbevelingen van Regioplan wil ik inzetten op modernisering,
                  verduidelijking en aanscherping van de wet- en regelgeving voor kinderarbeid in Nederland.
                  Doel is het behouden van de positieve kanten van kinderarbeid en tegelijkertijd het
                  beschermen van kinderen tegen risico’s bij nieuwe en bestaande vormen van kinderarbeid.
                  Er zijn wijzigingen die ik op korte termijn oppak, zoals het expliciete verbod op
                  flitsbezorging voor kinderen tot 16 jaar. Het reguleren van de meer moderne vormen
                  van kinderarbeid vraagt nadere uitwerking. Dit pak ik op. Over de resultaten daarvan
                  en over de wijzigingen in wet- en regelgeving die ik in deze brief heb aangekondigd
                  informeer ik uw Kamer in de eerste helft van 2024.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid