Brief regering : Hoofdlijnen over de voortgang van de verduurzaming van het mkb
32 637 Bedrijfslevenbeleid
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 562
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2023
Met deze brief informeer ik u op hoofdlijnen over de voortgang van de verduurzaming
van het mkb. In deze brief besteed ik aandacht aan de aangepaste coördinatie die op
het onderwerp verduurzaming mkb is afgesproken in het kabinet. Daarnaast informeer
ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister
voor Klimaat en Energie en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
over de programma’s ter ondersteuning van de verduurzaming van het mkb.
Aanleiding
«We helpen het mkb met verduurzamen» is een van de doelstellingen uit het coalitieakkoord
(Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Zowel de hoge energieprijzen als onze klimaatambities zorgen ervoor dat de noodzaak
hiertoe groter is dan ooit. Dit moet niet alleen gebeuren in de grote industriële
bedrijven maar ook in het mkb. Door te verduurzamen besparen mkb’ers op energiekosten,
dragen ze bij aan het halen van onze klimaat-, milieu en circulaire doelen en verminderen
we de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en zeldzame materialen uit derde landen
zoals Rusland en China.
Het mkb is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van ons nationale verdienvermogen
én voor een groot aantal arbeidsplaatsen. Mkb’ers worden hard geraakt door de hoge
energieprijzen. Op de korte termijn verlichten we deze pijn met een gerichte ingreep
via de Tegemoetkoming Energie Kosten (zie Kamerstuk 32 637 nr. 507). Dit is geen duurzame oplossing, terwijl verduurzaming dat wel is. Door energiebesparing,
overstap naar (zelf geproduceerde) duurzame energie en circulair produceren kan het
mkb zijn CO2 uitstoot verlagen en de blootstelling aan snel wisselende energie- en grondstofprijzen
verminderen. Om de verduurzaming van het mkb te versnellen wordt gebruik gemaakt van
een mix van programma’s en regelingen gericht op informeren, inspireren, innoveren,
stimuleren en normeren. In deze brief informeer ik u over de nieuwe coördinatie op
dit onderwerp en geef ik u een overzicht van de ondersteuningsmix die wij aan het
mkb bieden.
Motie Romke de Jong en Amhaouch (Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 45)
Deze motie verzoekt de regering te onderzoeken wat ondernemers zelf kunnen doen en
waar zij kunnen worden geholpen inzicht te krijgen in het verduurzamen van het productieproces
van hun bedrijf. In deze brief geef ik u, in lijn met de motie, een overzicht van
de verschillende regelingen en programma’s die het kabinet aanbiedt om ondernemers
te ondersteunen bij het verduurzamen van het productieproces. Daarnaast kondig ik
een interdepartementale werkwijze aan om beter overzicht te creëren in de ondersteuning
aan mkb ondernemers als het gaat om verduurzamen. Hiermee beschouw ik het verzoek
uit uw motie als beantwoord.
Motie Grinwis en Peter de Groot en Erkens en Boucke
De motie van de leden Grinwis en Peter de Groot (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 100) verzoekt de regering om, onder andere, te bezien of het reeds bestaande Warmtefonds
en/of financiële regelingen beschikbaar kunnen komen voor het doorvoeren van energiebesparende
maatregelen bij het mkb en maatschappelijk vastgoed. De motie van de leden Erkens
en Boucke (Kamerstuk 32 813, nr. 1073) vraagt om het kleine MKB toegang te geven tot het Warmtefonds. De financieringsmogelijkheden
voor maatschappelijk vastgoed worden momenteel verkend. In deze brief beschrijf ik
kredietregelingen die de afgelopen tijd zijn vastgesteld om de financiering van de
verduurzaming van het mkb te versoepelen en te versnellen. Onder deze regelingen vallen
ook isolatie- en andere energiebesparende maatregelen. De belangrijkste kredietregeling
voor verduurzaming in het mkb is het groenluik in de BMKB (BMKB-Groen). De BMKB-Groen
wordt gemonitord en zal meelopen in de evaluatie 2021–2025 van de gehele BMKB-regeling1. De effectiviteit van de BMKB-Groen valt nu nog niet te beoordelen omdat door de
alternatieve financiers recent, en door de banken vanaf februari dit jaar, pas mogelijk
wordt gemaakt om gebruik te maken van deze borgstelling. Wel is deze kredietregeling
precies gericht op de behoefte aan krediet zoals die zijn opgehaald bij het mkb en
kredietverstrekkers. Hiermee verwacht ik dat er voldoende specifiek op het mkb gerichte
instrumenten zijn. Het Warmtefonds is gericht op particulieren en voor de helderheid
en uitvoerbaarheid van de regeling wil het kabinet dit ook zo houden. In het programma
verduurzaming gebouwde omgeving is dit ook aangegeven. Ik houd blijvend aandacht voor
het aansluiten van de toegankelijkheid van de BMKB-Groen en de andere kredietmaatregelen
bij de behoefte van het mkb. Mochten daar in toekomst toch aanvullende maatregelen
nodig zijn dan houd ik u daarvan op de hoogte. Daarmee beschouw ik dit deel van het
verzoek uit de moties als beantwoord. Het overige deel van de motie Grinwis en De
Groot wordt door mijn collega van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op een
andere plek beantwoord.
Overige moties
Er zijn twee moties ingediend die de regering vragen (1) te onderzoeken of er een
fonds beschikbaar kan worden gemaakt met duurzaamheidsleningen voor kleinbedrijf tegen
een lage rente via Qredits (Motie van de leden Grinwis en Romke de Jong; Kamerstuk
36 200 XIII, nr. 64) én (2) duidelijkheid te geven of de BMKB groenregeling toegankelijk genoeg is voor
kleine ondernemers en als de regeling kleine ondernemers onvoldoende bereikt naar
aanvullend instrumentarium te kijken (Motie van het lid Boucke c.s.; Kamerstuk 36 200, nr. 157).
Ik wil eerst de resultaten van de benutting van de BMKB groen afwachten. Zo kan ik
vaststellen of de BMKB groen ook voldoende benut wordt voor kleinere investeringen
in verduurzaming. Ik zal uw Kamer hier voor het einde van het derde kwartaal van 2023
over informeren. Dan heb ik ook meer data van de banken, die sinds het eerste kwartaal
van 2023 de BMKB groen ingezet hebben.
Coördinerend Minister verduurzaming mkb: Creëren van meer overzicht en afstemming
Het mkb is een groot begrip. Onder deze noemer vallen zowel eenmansbedrijven als industriële
bedrijven tot 250 medewerkers en een jaaromzet tot maximaal € 50 mln én/óf een jaarbalans
tot met € 43 mln. Mkb bedrijven zijn daarnaast actief in de volle breedte van de Nederlandse
economie. Door de omvang van het begrip mkb zijn verschillende bewindspersonen deels
verantwoordelijk voor de verduurzaming van het mkb (zie overzicht pagina 3). De afgelopen
jaren is hard gewerkt aan een breed scala aan programma’s en regelingen om het mkb
te ondersteunen bij de verduurzaming. In oktober 2022 heb ik met u de Stand van RVO
gedeeld (zie kamerstuk 29 362, nr. 312). Hierin wordt geschetst hoe RVO als publieke dienstverlener ziet dat stapeling van
programma’s en regelingen bij ondernemers leidt tot een complex geheel. Daarnaast
zijn er soms ook regelingen die, onbedoeld, met elkaar conflicteren of concurreren.
Dit werkt belemmerend voor ondernemers. Ik wil zorgen dat programma’s en regelingen
toegankelijk zijn, voorzien in de behoeften en goed op elkaar aansluiten.
Om dit te bereiken, is meer overzicht nodig van de verschillende programma’s en regelingen
en hoe deze het mkb ondersteunen. Daarnaast is meer afstemming nodig tussen de departementen,
zodat programma’s en regelingen beter op elkaar aansluiten en mogelijk kunnen worden
geïntegreerd. In samenspraak met de betrokken bewindspersonen is daarom besloten dat
ik de rol van coordinator verduurzaming mkb op mij neem. Doel van deze rol is om te
zorgen voor overzicht en afstemming als het gaat om het geheel van ondersteuning vanuit
het Rijk voor mkb ondernemers bij de verduurzaming van hun bedrijf. De verantwoordelijkheid
voor specifieke programma’s en regelingen blijft liggen bij de bewindspersonen die
daar nu ook al voor verantwoordelijk zijn.
Dit betekent dat mijn ministerie in samenspraak met alle andere betrokken ministeries
inventariseert welke programma’s en regelingen er Rijksbreed zijn én welk specifiek
doel deze dienen. Dit overzicht analyseren we, waarbij we zoeken naar overlap, conflicten,
concurrentie en blinde vlekken. Deze analyse bespreken we interdepartementaal. Hierin
worden ook de conclusies van de gedragsanalyses van mkb-subdoelgroepen betrokken die
opgesteld worden conform de toezegging om meer kennis over het mkb te verzamelen.
2
In een Kamerbrief informeer ik u over de uitkomsten van dit interdepartementale proces
en de conclusies die mijn collega bewindspersonen en ik hieraan verbinden. Doel daarbij
is om de ondersteuning aan de verduurzaming van het mkb efficiënter en effectiever
te maken en daarnaast te zorgen dat er voor het gehele mkb een dekkend aanbod is van
ondersteuning. We zijn al gestart met deze werkwijze.
Taak verduurzaming mkb
Bewindspersoon
Kennis & coördinatie
Minister van Economische Zaken en Klimaat
Industrieel mkb
Minister van Economische Zaken en Klimaat
Reductie procesemissies niet-industrieel mkb
Minister van Economische Zaken en Klimaat
Energiebesparing
Minister voor Klimaat en Energie
Productie hernieuwbare energie
Minister voor Klimaat en Energie
Energie infrastructuur (elektriciteit en waterstof)
Minister voor Klimaat en Energie
Gebouw gerelateerde CO2 reductie
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Verduurzaming zakelijke mobiliteit
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Milieu
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Circulaire economie
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bedrijfsprocessen land- en tuinbouw, veeteelt en visserij mkb
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bedrijfsprocessen zorg mkb
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Opbouw verduurzaming mkb
Zoals al geconstateerd, is mkb een breed begrip waaronder bedrijven vallen van verschillende
groottes uit een breed scala van sectoren. Onder verduurzaming van het mkb vallen
dan ook uiteenlopende zaken, van het overschakelen naar elektrisch vervoer tot het
isoleren van een kantoor, van het aanschaffen van een inductiekookplaat of een industriële
warmtepomp tot het gebruik van andere materialen in het bedrijfsproces. Om overzicht
te creëren in de ondersteuning die het Rijk aan het mkb bij de verduurzaming helpt
het om zowel het begrip «verduurzaming» als het begrip «mkb» op te delen.
Indeling verduurzaming
Binnen de verduurzaming van het mkb onderscheid ik drie grote domeinen:
1. Verduurzaming van productieprocessen, faciliteiten en dienstverlening. Bedrijven kunnen hun bedrijfsprocessen verduurzamen door verbetering van proces-/energie-efficiëntie,
omschakeling naar schonere energiedragers (bijv. elektrificatie) en andere grondstofkeuze,
grondstofbesparing of substitutie door circulair werken als onderdeel van de circulaire
transitie maar ook door betere duurzamere materialen, apparatuur of energie in te
kopen. Verduurzaming leidt niet alleen tot vermindering van CO2-uitstoot en andere milieubelasting, maar biedt ook een kans om kosten te drukken
en klanten een duurzamer product te bieden als onderdeel van maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Daarnaast vallen veel mkb’ers ook onder de energiebesparingsplicht om
maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder te nemen.
2. Verduurzaming van zakelijke mobiliteit. Bij veel mkb’ers is sprake van een vorm van bevoorrading en levering van producten
met bedrijfswagens. Met de introductie van milieuzones en «nul-emissiezones» in binnensteden
wordt het mkb al aangemoedigd om zijn wagenpark te verduurzamen of andere transportmiddelen
in te zetten. Verder is er bij het mkb ook sprake van uitstoot door personenvervoer
voor woon-werkverkeer of voor dienstverlening. Daarom wordt ook gewerkt aan de CO2-reductie van de zakelijke personenmobiliteit.
3. Verduurzaming van bedrijfsruimtes. Veel mkb’ers bezitten eigen bedrijfsruimtes voor productie, opslag en/of kantoor.
Implementatie van energiebesparende maatregelen op het gebied van verwarming, koeling
en verlichting van bedrijfsruimtes scheelt direct kosten. Daarnaast kunnen bedrijfsruimten
bijdragen aan de opwek van duurzame energie voor eigen gebruik of levering aan het
net. En ook voor bedrijfsruimtes geldt dat hier de energiebesparingsplicht kan gelden.
In samenwerking met MKB-Nederland is een opdeling gemaakt van het mkb naar primair
energiegebruik. Gezien de klimaatambities en de hoge energieprijzen is dit, zeker
op de korte termijn, een zinvolle indeling om te zien of verschillende onderdelen
van het mkb voldoende worden ondersteund. Tegelijkertijd heeft deze indeling ook zijn
beperkingen, omdat niet alle emissies verbonden zijn aan primair energieverbruik.
En ook de circulaire transitie niet in deze indeling te vatten valt. Daarom onderzoeken
we ook andere indelingen om onze ondersteuning te richten.
Indeling mkb naar eigen energieverbruik
1. Vergelijkbaar met een huishouden. Onderneming die minder dan 10.000 kWh per jaar verbruikt en 5.000 m3 aardgas. Denk hierbij aan schoenmakers, kleine detailhandel, kleine kantoren.
2. Enige energieprocessen, geen energiebesparingsplicht. Onderneming met een energieverbruik van 10.000 tot 50.000 kWh of 5.000 m3 tot 25.000 m3 aardgas of equivalent daarvan per jaar.
3. Meerdere energie-intensieve processen, wel energiebesparingsplicht. Onderneming met een energiegebruik van 50.000 kWh tot 10.000 MWh of 25.000 tot 170.000
m3 aardgas of equivalent daarvan per jaar. Denk hierbij aan een grote bakkerij, supermarkt,
garage of hotel.
4. Veel energie-intensieve processen, grootverbruiker energie. Onderneming met een energieverbruik van meer dan 10.000 MWh of 170.000 m3 aardgas of equivalent daaraan per jaar.
Op basis van deze twee indelingen geef ik een overzicht van de bestaande maatregelen
en nieuwe maatregelen die wij inzetten om het mkb te ondersteunen bij de verduurzaming.
Die ondersteuning is nodig. Uit recente onderzoeken blijkt dat voornamelijk bij kleine
mkb’ers er beperkte kennis is over de mogelijkheden om hun bedrijf te verduurzamen
en de terugverdientijd van de investering.3, 4 Door achtereenvolgens de coronamaatregelen en de hoge energieprijzen hebben ondernemingen
in het mkb bovendien niet altijd de middelen om investeringen te doen in duurzame
technieken met een langere terugverdientijd. De onderstaande maatregelen hebben tot
doel obstakels weg te nemen en de verduurzaming te versnellen.
Wat doen we nu?
In dit deel geef ik een korte beschrijving van de ondersteuning die wij het mkb bieden
bij het verduurzamen. In bijlage 1 van deze brief vindt u een uitgebreidere beschrijving
per domein (productieproces, mobiliteit en bedrijfsruimte) van de verschillende programma’s
en reglingen. In bijlage 2 vindt u een overzicht van diezelfde programma’s en regelingen
met daarin voor welk type mkb de regeling of programma is én een link naar meer informatie.
Informatie, inspiratie en kennisontsluiting
Weten hoe te verduurzamen is de eerste stap naar duurzame bedrijfvoering. Daarom hebben
we rijksbreed een pallet aan programma’s en regelingen voor kennisbevordering over
duurzaamheid. Dat gaat van algemene programma’s gericht op onderwerpen zoals energiebesparing
of elektrisch rijden tot hele specifieke regelingen waarmee een bedrijf een gericht
verduurzamingsadvies kan krijgen.
Onderzoek en ontwikkeling
Voor lang niet elke verduurzaming is de juiste kennis of techniek al beschikbaar of
is de techniek al toepasbaar. Daarom bieden we programma’s en regelingen die het mkb
ondersteunen om wel tot deze kennis en/of technieken en toepassingen te komen. Dat
gebeurt door bedrijven belastingaftrek te bieden voor investeringen in onderzoek en
innovatie maar ook met directe subsidies om circulaire ketensamenwerking, innovatie
en onderzoek te financieren.
Stimulering
De afgelopen jaren zijn veel technieken op de markt gekomen waarmee bedrijven duurzamer
kunnen worden. Om deze technieken toe te passen, moet vaak geïnvesteerd worden. Soms
hebben ondernemers geen investeringsruimte. In andere gevallen zorgen de extra investeringen
ervoor dat duurzame productie (nog) niet competitief is op de (internationale) markt.
Om bedrijven te stimuleren deze investeringen in verduurzaming te nemen, is een breed
pakket aan maatregelen beschikbaar. Hierin zitten fiscale maatregelen die het mogelijk
maken om energie- en/of milieu-investeringen af te trekken en om financiering van
duurzame voorbeeldprojecten te stimuleren, directe subsidies om duurzame businesscases
rendabeler te maken, en kredietmaatregelen om het voor het mkb gemakkelijker te maken
om financiering aan te trekken. We verkennen hoe we de mkb’er hier nog verder bij
moeten ondersteunen.
Normering
Door het opstellen van heldere normen ondersteunen we onze klimaat en circulaire ambities
en geven we ondernemers duidelijkheid over wanneer welke stappen genomen moeten worden.
Voor grote uitstoters geldt dat emissiereductie voor een belangrijk deel is geborgd
door het Europese Emissions Trading System (ETS) en de nationale CO2 heffing industrie. Maar ook voor (delen van) het mkb zijn er heldere normen zodat
ook deze ondernemers weten wat er wanneer verwacht wordt. Dit geldt o.a. voor energiebesparing,
emissieloze logistiek en energie labels.
Vervolg
De komende maanden wordt in een interdepartementale werkgroep verduurzaming mkb (IWVM)
gewerkt aan een analyse van de verschillende programma’s en regelingen zoals beschreven
in deze brief. Ik verwacht voor het einde van het jaar u te informeren over onze analyse
en mogelijke verbeterstappen. In het vervolg hiervan monitort de IWVM de eerder geformuleerde
verbeterstappen, werkt eventuele nieuwe verbeterstappen uit en rapporteert hierover
aan mij. Jaarlijks zal ik u een brief sturen over de stand van de verduurzaming van
het mkb op basis van het werk van de IWVM.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.