Brief regering : D-brief project ‘Vervanging M-fregatten (ASWF)’
27 830 Materieelprojecten
Nr. 393
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2023
Inleiding
Nederland is afhankelijk van de handel over zee. Met de verslechtering van de internationale
veiligheidssituatie groeit de noodzaak om wereldwijd onze belangen op zee te beschermen,
onder andere tegen de dreiging van onderzeeboten. De Koninklijke Marine beschikt over
twee Multipurpose-fregatten (M-fregatten) die zijn gespecialiseerd in onderzeebootbestrijding.
De M-fregatten zijn in dienst gekomen tussen 1991 en 1995 met een verwachte levensduur
van 25 jaar. Weliswaar zijn de schepen nog steeds geschikt voor inzet, maar zij hebben
het oorspronkelijk voorziene einde van hun levensduur al bereikt.
Samen met België, dat ook beschikt over twee M-fregatten, vervangt Defensie de M-fregatten
door Anti Submarine Warfare (ASW-) fregatten. Het ASW-fregat wordt een robuust en toekomstbestendig fregat dat
naast het bestrijden van onderzeeboten ook kan optreden tegen oppervlaktedoelen op
zee en op het land. Daarnaast kan het fregat ook andere maritieme taken uitvoeren,
bijvoorbeeld in het Caribisch gebied.
Met deze D-brief informeer ik u over de verwervingsvoorbereidingsfase van het project
«Vervanging M-fregatten (ASWF)».1 De Nederlandse industrie speelt een grote rol bij de bouw en kan straks ook een rol
spelen bij het onderhoud van de schepen. De twee belangrijkste fabrikanten van het
ASW-fregat zijn scheepsbouwer Damen en Thales Nederland. Defensie heeft een onderhandelingsresultaat
bereikt met Damen en tevens met Thales Nederland over het radar- en vuurleidingssyteem.
De onderhandelingsresutaten met deze leveranciers bieden voldoende basis om uw Kamer
te kunnen informeren met deze D-brief.
Achtergrond
Fregatten vormen de ruggengraat van de oppervlaktevloot van de Koninklijke Marine.
Zij zorgen voor veiligheid op zee en voor de maritieme verdediging van Nederland en
zijn bondgenoten, inclusief het Caribische deel van het Koninkrijk. Naast de M-fregatten
beschikt de Koninklijke Marine over vier Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten)
die zijn gespecialiseerd in luchtverdediging op de lange afstand.
In de jaren negentig van de vorige eeuw heeft Defensie acht M-fregatten in dienst
genomen. Zes daarvan zijn in de loop der tijd verkocht, waarvan in 2005 twee aan België.
De Koninklijke Marine voert sindsdien voor België het onderhoud uit aan deze fregatten.
Beide landen willen deze samenwerking voortzetten als onderdeel van de bredere Belgisch-Nederlandse
samenwerking op marinegebied (BENESAM).
Kenmerken
Het ontwerpproces is een intensieve samenwerking geweest van Defensie, de kennisinstituten
en de industrie. De B-brief van juni 2020 beschrijft het verloop van het ontwerpproces
tot op dat moment. Midden 2020 was een scheepsontwerp bepaald met een waterverplaatsing
van bijna 5.500 ton, tegen ongeveer 3.300 ton van de huidige M-fregatten. Na de B-fase
is het scheepsontwerp verder uitgewerkt. Gaandeweg bleek dat een verdere aanpassing
nodig was om te kunnen voldoen aan de eisen voor onder andere onderwatergeluid en
schokbestendigheid. Het ontwerp moest daarvoor groter worden. Het definitieve ontwerp
heeft een waterverplaatsing van ongeveer 6.400 ton.
Taken – Het ASW-fregat kan zowel zelfstandig optreden als geïntegreerd in een (internationale)
taakgroep van marineschepen. De belangrijkste taak van het ASW-fregat is de bestrijding
van onderzeeboten op afstand. De NH-90 boordhelikopter speelt daarbij een grote rol.
Het ASW-fregat kan met behulp van de helikopter een onderzeeboot op grote afstand
waarnemen, maar omgekeerd is het fregat voor een onderzeeboot lastig op te merken
omdat het fregat bijzonder stil is, veel stiller dan andere marineschepen. Het fregat
probeert samen met de helikopter om de onderzeeboot uit te schakelen of te verdrijven
voordat deze een torpedo kan lanceren.
Naast onderzeebootbestrijding kan het fregat wereldwijd ook andere maritieme gevechtsoperaties
uitvoeren zoals de bestrijding van oppervlaktedoelen op zee of op het land, of de
beveiliging van kwetsbare eenheden zoals amfibische schepen, bevoorradingsschepen
of mijnenbestrijdingsvaartuigen. Daarbij beschikt het fregat over escalatiedominantie,
wat wil zeggen dat het in een gevecht als winnaar uit de strijd kan komen. Ook maritieme
veiligheidsoperaties zoals terrorismebestrijding, drugsbestrijding of het optreden
tegen piraterij behoren tot de capaciteiten. Verder is het fregat geschikt voor kustwachttaken
en maritieme assistentie zoals noodhulp of evacuaties, of voor een diplomatieke of
economische missie door middel van vlagvertoon.
Bewapening en sensoren – Voor het opsporen en bestrijden van onderzeeboten beschikt het ASW-fregat over
een nieuw geïntegreerd systeem: de Under Water Warfare Suite (UWWS). TNO en Defensie hebben intensief samengewerkt bij de ontwikkeling daarvan.
Met dit systeem krijgt de bemanning tijdig inzicht in de onderzeebootdreiging en kan
het die beter bestrijden. De UWWS integreert de torpedolanceerinstallatie met de data
van verschillende sonarsystemen. Het betreft de sonar onder de romp, een andere sonar
bedoeld voor het waarschuwen tegen mijnen en obstakels, en een gesleepte sonar. Het
belangrijkste wapensysteem tegen onderzeeboten is de Mk54 torpedo die over enkele
jaren beschikbaar komt.2 Zowel het fregat als de NH-90 kan deze torpedo lanceren.
Voor de verdediging tegen vijandelijke torpedo’s heeft het fregat een softkill systeem dat de torpedo’s misleidt. Voor de fysieke uitschakeling van vijandelijke
torpedo’s wordt gewerkt aan een anti-torpedo torpedo. Dit systeem is echter nog in
ontwikkeling.
Ten behoeve van de bestrijding van oppervlaktedoelen op zee en op het land beschikt
het ASW-fregat over een 76mm kanon. Voor oppervlaktedoelen is het fregat bovendien
uitgerust met de Noorse Naval Strike Missile (NSM), de opvolger van de Harpoon-antischipraket.3 Voor de zelfverdediging tegen kleine oppervlaktedoelen krijgt het fregat twee kleinere
kanons en op afstand bedienbare mitrailleurs.
Lucht- en oppervlaktedoelen kan het ASW-fregat opsporen en bestrijden met behulp van
het Above Water Warfare System (AWWS) van Thales Nederland. Dit geïntegreerde radar- en vuurleidingssysteem brengt
de informatie van meerdere sensoren, waaronder radars bij elkaar. Daarmee helpt het
de bemanning bij het nemen van beslissingen over de inzet van de bewapening. Een menselijke
beslissing blijft nodig bij de inzet van offensieve bewapening. Voor defensieve bewapening
is vergaande automatisering noodzakelijk omdat de reactietijd bij een aanval zeer
kort kan zijn.
Het 76mm kanon heeft naast de bestrijding van oppervlaktedoelen een taak bij de verdediging
tegen luchtdoelen op de korte afstand. Het kanon kan tegen luchtdoelen conventionele
granaten inzetten. Bovendien kan dit kanon met behulp van de Pharos-doelgeleidingsradar,
die beschikbaar komt na de oplevering van de ASW-fregatten, radargeleide DART-granaten
tegen luchtdoelen afvuren. Naast het kanon beschikt het fregat voor de luchtverdediging
op de korte afstand over RAM-luchtdoelraketten (Rolling Airframe Missile). De huidige M-fregatten beschikken voor deze taak over het Goalkeeper-snelvuurkanon
dat wordt uitgefaseerd.4
Voor de luchtverdediging op de middellange afstand beschikt het ASW-fregat over de
ESSM Block 2 raket waarmee ook twee Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten)
worden uitgerust.5 Het ASW-fregat kan hiermee ook schepen in de onmiddellijke nabijheid beschermen.
De ESSM Block 2 biedt onder andere bescherming tegen de dreiging van moderne antischipraketten.
De luchtverdediging op de lange afstand is een taak van de LC-fregatten.
Voorzieningen – Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap van het ASW-fregat. Afhankelijk van
de opdracht kan het fregat de benodigde uitrusting aan boord nemen. Naast onderzeebootbestrijding
kan het bijvoorbeeld gaan om piraterijbestrijding, de naleving van een embargo of
hulp bij rampenbestrijding. Het schip biedt ruimte aan vijf containers met goederen
voor de geplande missie. Daarnaast heeft het fregat ruimte voor kleine onbemande vaartuigen
of vliegtuigen, of een interventievaartuig zoals de FRISC.
Bemanning – Het ASW-fregat heeft een basisbemanning van 117 personen tegen 153 personen bij
een M-fregat. Daarnaast is er ruimte voor 35 personen die meevaren voor een specifieke
missie, zoals de inzet van de NH-90 of de inzet voor bijvoorbeeld antipiraterij. De
vermindering van de basisbemanning is mogelijk gemaakt door automatisering. Maximaal
vier personen slapen in een hut, tegen negen personen in het huidige M-fregat.
Duurzaamheid – Om het brandstofverbruik zoveel mogelijk te verlagen krijgt het ASW-fregat een
voortstuwing met diesel- en elektromotoren zonder gasturbines. De dieselmotoren voldoen
aan de laatste emissie-eisen. Met deze motoren kan Defensie op de langere termijn
mogelijk duurzaam geproduceerde brandstoffen gaan gebruiken. Het brandstofverbruik
afgezet tegen het tonnage waterverplaatsing is gunstiger bij het ASW-fregat dan bij
het M-fregat. Aangezien de waterverplaatsing van het ASW-fregat echter bijna twee
keer zo groot is, ligt het brandstofverbruik in absolute zin hoger.
Groeipotentieel en innovatie
De ASW-fregatten zijn voorbereid op toekomstige ontwikkelingen zoals de High Energy Lasers. Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer deze wapens beschikbaar komen. Het lanceersysteem
voor de ESSM-luchtdoelraketten kan geschikt worden gemaakt om in de toekomst ook andere
raketten te lanceren, als Defensie daarvoor zou kiezen.
Innovatie heeft bij het ontwerp een belangrijke rol gespeeld. Defensie, kennisinstituten
en de industrie hebben daarbij intensief samengewerkt. Veel aandacht is besteed aan
het zo stil mogelijk laten varen van de fregatten en aan de schokbestendigheid. Voor
de masten en de bovenbouw van het schip worden composietmaterialen toegepast die wel
sterk zijn maar lichter in gewicht. Voor het ontwerp van de commandobrug zijn ergonomische
studies gebruikt. Automatisering speelt een grote rol en met de commandovoeringssystemen,
waaronder het AWWS (bovenwater) en het UWWS (onderwater), loopt Defensie internationaal
voorop.
Internationale samenwerking
België en Nederland werken al decennia intensief samen op marinegebied in BENESAM
(Belgisch-Nederlandse Samenwerking). Daarmee lopen onze landen voorop in Europa. Deze
samenwerking voorziet in gezamenlijke en geïntegreerde staven, opleidingen, trainingen
en operaties, en taakspecialisatie in onderhoud en logistiek en is daarmee toonaangevend
in Europa. Daarbij onderhoudt België de mijnenbestrijdingsvaartuigen van beide landen
en doet Nederland dat bij de M-fregatten.
In 2018 hebben beide landen afgesproken om onder Belgische leiding de mijnenbestrijdingsvaartuigen
te vervangen en onder Nederlandse leiding de M-fregatten. In 2019 heeft België na
een Europese aanbesteding het contract voor in totaal twaalf mijnenbestrijdingsvaartuigen,
zes per land, gegund aan het Franse Naval Group.6 Op 29 maart jl. is het eerste Belgische vaartuig in Frankrijk tewatergelaten en naar
verwachting neemt België dit vaartuig eind 2024 in gebruik. In juni 2022 is de kiel
gelegd van het eerste Nederlandse schip, de toekomstige Zr.Ms. Vlaardingen. Naar verwachting
ontvangt de Koninklijke Marine dit schip in 2025.
Nederland sluit de contracten voor vier ASW-fregatten, waarvan twee voor rekening
van België. De verwerving van de ASW-fregatten is het resultaat van een intensieve
Belgisch-Nederlandse samenwerking in een binationaal projectbureau dat wordt aangestuurd
door een binationaal Joint Steering Committee. Het vaststellen van de eisen en het ontwerp is door de twee landen samen gedaan.
Het binationale Memorandum of Understanding uit 2018 over de fregattenvervanging zal aan de ontwikkelingen van de D-fase worden
aangepast.7
De verwerving van de ASW-fregatten is duurder uitgevallen, terwijl het door België
geleide project van de mijnenbestrijdingsvaartuigen vrijwel binnen het oorspronkelijke
budget is gebleven. Tegen de achtergrond van de grote rol van de Nederlandse industrie
bij de ASW-fregatten zijn België en Nederland overeengekomen dat Nederland voor een
bedrag van € 355 miljoen (prijspeil 2022) aan goederen en diensten zal besteden bij
de Belgische industrie. Beide landen hebben de intentie om de duurzame industriële
samenwerkingsverbanden tussen Nederland en België te versterken. Daarbij wordt onder
andere gekeken naar de productie van munitie. Dit sluit aan bij de motie van het lid
Dassen c.s. die de regering verzoekt in overleg met Duitsland en België te onderzoeken
hoe de gezamenlijke productiecapaciteit voor kapitale munitie kan worden vergroot.8
Behalve met België zijn er ook met Duitsland samenwerkingsmogelijkheden. De Duitse
F126-fregatten die door Damen worden gebouwd, beschikken net als de Nederlandse ASW-fregatten
over het AWWS-systeem van Thales Nederland. Samenwerking op dit gebied ligt voor de
hand.
Verwerving
Verwervingsstrategie – Voor het ASW-fregat sluit Defensie een reeks van ongeveer 40 contracten. De twee
grootste contracten betreffen de bouw van het schip («platform») door Damen en het
radar- en vuurleidingssysteem AWWS door Thales Nederland. Zoals aangekondigd in de
A-brief van 3 mei 2018 heeft Defensie voor deze contracten een beroep gedaan op artikel 346
VWEU (Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie). Een beroep op dit artikel
stelt Nederland in staat om ten behoeve van het nationale veiligheidsbelang bij overheidsaankopen
af te zien van een Europese aanbesteding. Defensie heeft zonder concurrentiestelling
offertes aangevraagd bij Damen en Thales Nederland. De Auditdienst Rijk (ADR) heeft
bij Damen en Thales Nederland de prijsstelling van de offertes onderzocht, zoals gebruikelijk
bij aanbestedingen zonder concurrentiestelling.
Voor de overige contracten is per contract een verwervingsstrategie vastgesteld. Soms
was dat een beroep op artikel 346 VWEU, maar voor andere projecten zijn de Aanbestedingswet
Defensie en Veiligheid of de Aanbestedingswet 2012 van toepassing. Voor sommige Amerikaanse
componenten wordt de Foreign Military Sales (FMS) regeling gebruikt.
Deelcontracten – Naast het scheepsplatform van Damen en het AWWS-systeem van Thales Nederland werkt
Defensie aan een reeks van ongeveer 40 contracten over subsystemen die Defensie aanlevert
aan de bouwer (Government Furnished Equipment, GFE). Dit betreft bijvoorbeeld het 76mm kanon en andere wapensystemen voor de bestrijding
van oppervlaktedoelen en luchtdoelen, sonarapparatuur, communicatieapparatuur, en
apparatuur voor elektronische oorlogvoering. Over enkele van deze contracten bestaat
inmiddels ook overeenstemming.
Op grond van de bereikte onderhandelingsresultaten en de ontvangen offertes is duidelijk
dat het budget toereikend is. Naar verwachting zal Defensie de contracten nog dit
jaar of in 2024 kunnen sluiten. Hiermee is rekening gehouden in de planning. Defensie
is voornemens de contractuele verplichtingen van de twee grootste contracten met Damen
en Thales Nederland, alsmede enkele andere contracten, in juni aanstaande aan te gaan.
Nederlandse industrie en kennisinstellingen – Met het betrekken van Damen en Thales Nederland heeft Defensie uitvoering gegeven
aan de beleidsprioriteiten van de Defensie Industrie Strategie9 ten aanzien van de zelfscheppende marinebouw en de radar- en sensorindustrie. Verder
spelen ook de kennisinstellingen TNO en MARIN een belangrijke rol bij dit project.
Als de fregatten in gebruik zijn genomen, is voor het bedrijfsleven een rol voorzien
bij het onderhoud, net als dat nu al het geval is bij de huidige fregatten. Defensie
treft voorbereidingen om pakketten onderhoudswerk systematisch te kunnen uitbesteden.
Planning
De projectplanning is gewijzigd ten opzichte van de B-brief van juni 2020. Voorzien
is nu dat de fysieke bouw van de schepen in 2025 begint. De casco’s van de schepen
worden gebouwd in Roemenië, zoals dat bijvoorbeeld nu ook gebeurt bij het Combat Support Ship.10 Vervolgens worden de schepen in Nederland afgebouwd. Als gevolg van onder andere
de complexiteit van het ontwerp en extra ontwerpactiviteiten die nodig waren om te
voldoen aan de eisen heeft de D-fase langer geduurd dan verwacht.
Nederland en België hebben afgesproken dat Nederland het eerste en derde ASW-fregat
krijgt en België het tweede en vierde. Aanvankelijk zou Nederland de eerste twee fregatten
krijgen en België het derde en vierde schip. Voor beide marines is het gunstiger voor
de bedrijfsvoering als de twee nieuwe schepen niet vlak na elkaar instromen. Nederland
ontvangt het eerste ASW-fregat in 2028 en dit schip komt in 2029 in dienst. Voor het
tweede Nederlandse fregat – het derde in de productiereeks – is dat in respectievelijk
2030 en 2031. De huidige twee M-fregatten worden uit dienst gesteld in 2026 en 2030.
Met dit tijdschema van invoering en uitdienststelling is het voor de Koninklijke Marine
mogelijk om gedurende de overgangsperiode steeds minimaal een M-fregat dan wel een
ASW-fregat operationeel inzetbaar te hebben. Daarmee blijft ook de kennis van onderzeebootbestrijding
in stand.
Twee deelcomponenten zijn naar verwachting bij de oplevering van de fregatten nog
niet beschikbaar. Dat betreft in de eerste plaats de eerdergenoemde Pharos-radar van
Thales Nederland, die nodig is voor de DART-granaten voor het 76mm kanon. Omdat het
fregat beschikt over de RAM-raketten en conventionele 76mm granaten, bestaat wel een
verdedigingscapaciteit tegen luchtdoelen op korte afstand. Bij de bouw van de fregatten
treft Defensie voorbereidingen om de Pharos-radar, zodra die beschikbaar is, spoedig
op de Belgische en Nederlandse schepen te installeren.
Het tweede subsysteem dat waarschijnlijk later beschikbaar is, betreft de verdediging
tegen vijandelijke torpedo’s door een anti-torpedo torpedo, ook wel «Hardkill Torpedo Defensiesysteem» genoemd. Dit systeem is nog in ontwikkeling. De verwerving
van de anti-torpedo torpedo maakte aanvankelijk deel uit van het ASW-fregattenproject.
Inmiddels is het een apart project omdat Defensie op termijn de anti-torpedo torpedo
ook in andere marineschepen wil inbouwen. Het is nog onzeker wanneer het systeem beschikbaar
is.
Gerelateerde projecten
De verwerving van de ASW-fregatten heeft een relatie met meerdere lopende investeringsprojecten.
– Het project «Vervanging Close-in Weapon System» betreft de aanschaf van systemen voor de luchtverdediging op de korte afstand voor
meerdere marineschepen. Het gaat om het 76mm kanon en de DART-granaten van het Italiaanse
Leonardo, de Pharos-radar van Thales Nederland en de RAM-raketten van RAMSys. Al deze
systemen komen ook op de ASW-fregatten. De systemen voor de ASW-fregatten worden betaald
uit het ASW-investeringsbudget.
– Het project «Vervanging Surface-to-surface missile» betreft de vervanging van de Harpoon-antischipraketten door NSM-raketten. De operationele
inzetvoorraad antischipraketten wordt betaald uit het investeringsbudget «Vervanging
Surface-to-surface missile». Ook de LC-fregatten krijgen de NSM-raketten.
– Het project «ESSM Block 2: Verwerving en integratie» betreft de aanschaf van deze
luchtdoelraketten voor de middellange afstand, en de integratie daarvan op twee LC-fregatten.
De integratie op de ASW-fregatten is meegenomen in de ontwikkeling van het radar-
en vuurleidingssysteem AWWS. De operationele inzetvoorraad luchtdoelraketten voor
de ASW-fregatten wordt betaald uit het investeringsbudget van «ESSM Block 2: Verwerving
en integratie».
– De projecten «Verwerving softkill Torpedo Defensiesysteem» over systemen om een vijandelijke torpedo te misleiden en
«Verwerving anti-torpedo torpedo» om een vijandelijke torpedo uit te schakelen, hebben
betrekking op meerdere marineschepen. De systemen voor de ASW-fregatten worden grotendeels
betaald uit deze aparte projectbudgetten.
– Het project «Vervanging Mk 46 Lightweight torpedo» betreft de aanschaf van de Mk54
torpedo ter vervanging van de Mk46. De torpedo’s voor de ASW-fregatten en de NH-90
helikopter komen uit de algemene munitievoorraad. Deze worden niet betaald uit het
ASW-investeringsbudget.
Risico’s
Defensie heeft een risicoanalyse uitgevoerd en maatregelen genomen om de risico’s
te verminderen. De volgende vier grootste risico’s zijn nog van belang.
– Het risico dat producten, diensten of informatie van deelprojecten of gerelateerde
projecten later worden geleverd dan gepland. Defensie houdt de planning van deze leveringen
nauwgezet in de gaten om de gevolgen te beperken.
– Het risico dat de geplande verkleining van de bemanning van 153 naar 117 bemanningsleden
niet wordt gehaald omdat technische oplossingen en automatisering onvoldoende personeelsbesparingen
opleveren. Defensie zal in dat geval bekijken hoe de verkleining van de bemanning
alsnog kan worden gehaald, bijvoorbeeld door meer ondersteuning vanaf de wal.
– Het risico dat de integratie van de sensor-, wapen- en communicatiesystemen langer
duurt dan gepland. Defensie bewaakt de voortgang daarvan nauwgezet en huurt indien
nodig extra capaciteit in.
– Het risico van kwetsbaarheid voor cyberaanvallen. Bescherming tegen cyber is nu al
voorzien. Defensie houdt de dreiging van cyber in de gaten en intensiveert deze beschermingsmaatregen
indien nodig.
De risicoreservering is naar verwachting voldoende van omvang om deze en de overige
geïdentificeerde risico’s op te vangen.
Financiële aspecten
Het budget van het project «Vervanging M-fregatten (ASWF)» bedraagt € 1.882,9 miljoen,
inclusief risicoreservering. Dit budget komt ten laste van het investeringsbudget
van Defensie. Naar verwachting zullen de exploitatiekosten van de ASW-fregatten niet
stijgen ten opzichte van de exploitatiekosten van de huidige M-fregatten.
Projectbudget «Vervanging M-fregatten (ASWF)»
Studies tijdens onderzoeksfase
20,5
Basisraming investering, incl. risicoreservering
1.862,4
Totaal projectvolume 2018–2031
1.882,9
Bedragen in € miljoen, prijspeil 2022, incl. BTW
Het projectbudget is sinds de A-brief van 2018 jaarlijks geïndexeerd conform de reguliere
systematiek. Daarnaast is voor kostenstijgingen, onder andere als gevolg van de COVID-19
pandemie en de oorlog in Oekraïne, voor in totaal € 183 miljoen (prijspeil 2022) extra
budget voor prijsstijgingen toegevoegd. Bovendien is het projectbudget verhoogd met
€ 251 miljoen (prijspeil 2022) in verband met het stiller en schokbestendiger maken
van het fregat conform de eisen, de hogere kosten van modernere deelsystemen, en de
aanschaf van extra munitie.
Ten slotte
De nieuwe ASW-fregatten zorgen voor een belangrijke versterking van de slagkracht
van de Koninklijke Marine. België en Nederland zetten met onze samenwerking bij het
ontwerp, de aanschaf en straks het gebruik en onderhoud van deze schepen een volgende
stap op het gebied van internationale defensiesamenwerking. Onze landen lopen hiermee
voorop in Europa. Voor de Nederlandse industrie zorgt de bouw van deze hoogwaardige
schepen voor een sterkere internationale marktpositie.
Zoals eerder toegezegd zullen de twee Nederlandse ASW-fregatten worden vernoemd naar
vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid. Daarmee geeft Defensie
uitvoering aan de motie-Van den Nieuwenhuijzen.11 Over de naamgeving van de fregatten, met inachtneming van de gebruikelijke procedure,
zal de Kamer in een later stadium verder worden geïnformeerd.
Defensie is voornemens om in juni contractuele verplichtingen aan te gaan met Damen,
Thales Nederland en enkele andere leveranciers. Ik verzoek de Kamer daarmee rekening
te houden bij de behandeling van deze D-brief.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie