Brief regering : Geannoteerde agenda met inzet voor de Wereldbank Voorjaarsvergadering 2023
26 234 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee
Nr. 276 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2023
Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Financiën, de geannoteerde agenda
voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de Voorjaarsvergadering van
de Wereldbank van 10–16 april 2023. Voor de zitting van het Development Committee op 12 april staan de volgende onderwerpen op de agenda: (i) Evolving World, Evolving MDBs, en (ii) de Capital Adequacy Framework review. De geannoteerde agenda gaat ook in op de inzet voor de rondetafelconferentie Oekraïne,
die tijdens de Voorjaarsvergadering plaatsvindt.
De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Wereldbankdeel
Aanleiding
Van 10–16 april 2023 vindt de Voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep («de Bank»)
plaats. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vertegenwoordigt
het Koninkrijk bij deze vergadering. Als plaatsvervangend gouverneur draagt de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking samen met de Minister van Financiën,
als gouverneur, de verantwoordelijkheid voor het Nederlandse beleid bij de Bank.
De president van de Bank David Malpass kondigde in februari 2023 aan zijn functie
na deze Voorjaarsvergadering te willen neerleggen. De werving voor een nieuwe president
loopt inmiddels met naar verwachting een besluit in mei.1
Voor het Koninkrijk is de Bank een belangrijke en effectieve partner voor het behalen
in 2030 van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals – SDGs), de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en de invulling van
de afspraken van de 27e Conferentie van Partijen bij het Klimaatverdrag in 2022 in Sharm-al-Sheikh (COP27).
De Bank heeft een wereldwijd bereik. Voorbeelden hiervan zijn de rol van de Bank bij
de bestrijding van de COVID-19-pandemie, de noodhulp die de Bank geeft, de herstelactiviteiten
die de Bank ontwikkelt in fragiele en door crises getroffen landen en het aandeel
van de Bank in de wereldwijde klimaatfinanciering. Ook speelt de Bank een cruciale
rol in het ondersteunen van Oekraïne, de buurlanden alsmede de ontwikkelingslanden
die getroffen worden door de impact van de Russische invasie in Oekraïne.
Voor de sessie van het Development Committee (DC) op 12 april staan op de agenda de onderwerpen (1) Evolving World, Evolving MDBs en (2) de Capital Adequacy Framework review. Op 12 april vindt opnieuw en marge van de Voorjaarsvergadering een rondetafelconferentie over Oekraïne plaats.
Evolving World, Evolving MDB’s
Algemeen
Op initiatief van de Verenigde Staten is in de zomer van 2022 een discussie gestart
over de vraag in hoeverre de architectuur van de multilaterale ontwikkelingsbanken
nog adequaat antwoord geeft op wereldwijde uitdagingen als COVID-19, klimaatverandering
en de oorlog in Oekraïne. De oproep van de Verenigde Staten onder de titel Evolving World, Evolving MDBs heeft ertoe geleid dat aandeelhouders2 de Bank tijdens de Jaarvergadering in oktober 2022 verzocht hebben om hervormingsvoorstellen
uit te werken die de Bank beter in staat stellen om het hoofd te bieden aan de vele
crises en wereldwijde uitdagingen die zich thans voordoen: deze bedreigen in sterke
mate het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen. De Bank denkt bij wereldwijde
uitdagingen3 vooral aan klimaat, pandemic preparedness en fragiliteit.
De Bank ging tijdens de Jaarvergadering akkoord met het verzoek tot verkenning van
mogelijke hervormingen en presenteerde in december 2022 het document Evolving the World Bank Group’s Mission, Operations and Resources: a Roadmap4. Deze roadmap bevat belangrijke voorstellen voor aanpassingen op het gebied van (1) de doelstelling,
(2) de operationele werkwijze, en (3) het financiële model van de Bank. Het betreft
onder meer de prioritering van het tegengaan van wereldwijde uitdagingen (global challenges) op basis van nader te bepalen criteria en allocatiemechanismen; mogelijke verbreding
van de armoededefinitie om ook de armoede in middeninkomenslanden beter te adresseren;
aanpassingen in het traditionele -op landen gerichte- operationele model van de Bank,
waarbij de focus meer komt te liggen op de wijze waarop deze wereldwijde uitdagingen
over en weer invloed uitoefenen op nationale ontwikkelingsdoelstellingen en -prioriteiten.
En tenslotte aanpassingen van het kapitaalraamwerk van de Bank (zie onder Capital Adequacy Framework review) gebaseerd op het G20-rapport Boosting MDBs’ Investing Capacity: An Independent Review of Multilateral Development
Banks’ Capital Adequacy Frameworks (de CAF review).
Tijdens de komende Voorjaarsvergadering zal de Bank rapporteren over de status van
de diverse voorstellen en plannen uit deze roadmap. Tijdens de Jaarvergadering in oktober 2023 zal een besluit over de hervormingsplannen
en de financiële gevolgen hiervan worden genomen.
Inzet Koninkrijk
Het Koninkrijk is van mening dat Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) zoals
de Bank een essentiële rol spelen in het adresseren van wereldwijde uitdagingen, zoals
klimaatverandering en armoede. Het Koninkrijk waardeert hierbij de belangrijke rol
die de Bank op dit moment al speelt bij klimaatfinanciering en financiering van SDG’s.
Het Koninkrijk erkent dat de financieringsnoden door de COVID-19-pandemie, klimaatverandering
en de oorlog in Oekraïne verder zijn toegenomen. Dit vereist een betere integratie
van deze uitdagingen in de programmering van de Bank, alsook aanpassingen in de architectuur
van de Bank. Het Koninkrijk erkent ook de rol die de Bank en andere IFI’s spelen bij
het mobiliseren van (additionele) financiering.
De opeenvolgende crises waarmee de wereld wordt geconfronteerd hebben belangrijke
vorderingen die de afgelopen decennia gemaakt zijn in het bereiken van de SDG’s tenietgedaan.5 Om deze reden steunt het Koninkrijk het initiatief om de missie, het operationele
en het financiële model van de Bank te evalueren en waar nodig te verbeteren in het
licht van de wereldwijde uitdagingen die financiering en uitvoering van de missie
van de Bank compliceren.
Het Koninkrijk is van mening dat de huidige doelstellingen van de Bank, die zijn gefocust
op bestrijding van extreme armoede en het bevorderen van gedeelde welvaart, behouden
dienen te blijven. In aanvulling daarop is het Koninkrijk voorstander van het opnemen
van duurzaamheid en weerbaarheid in de missie van de Bank om de armste landen beter
te beschermen tegen de dreiging van deze wereldwijde uitdagingen. De bijzondere aandacht
voor genoemde wereldwijde uitdagingen mag echter niet ten koste gaan van de benodigde
investeringen van de Bank in met name armoedebestrijding. Meer aandacht voor duurzaamheid
en weerbaarheid in het licht van genoemde wereldwijde uitdagingen vereist derhalve
ook aanvullende middelen. Het Koninkrijk is van mening dat deze additionele financiële
middelen gevonden dienen te worden door efficiënter gebruik te maken van de huidige
kapitaalbasis van de Bank (zie hieronder). Het Koninkrijk is daarom van mening dat
de aanbevelingen van de CAF review onderdeel moeten uitmaken van de voorgestelde hervormingen bij de Bank.
Een deel van de lenende landen is voorstander van het versterken van financiële prikkels
om investeringen in wereldwijde uitdagingen, zoals het verzekeren van duurzaamheid,
aantrekkelijker te maken. Dit kan bijvoorbeeld door verruiming van concessionele financiering
aan middeninkomenslanden. Voor het Koninkrijk blijft voorop staan dat dit niet ten
koste mag gaan van de benodigde concessionele financiering voor de lage-inkomenslanden.
Wat het Koninkrijk betreft, kan ook technische assistentie een prikkel hiervoor vormen
en speelt de Bank hierin een belangrijke rol.
De Verenigde Naties erkent de status van Curaçao als een Small island development
state. Dit leidt tot specifieke sociaal-economische uitdagingen, in het bijzonder
ten aanzien van aspecten verbonden aan klimaatverandering. De Landspakketten en de
daaruit voortvloeiende uitvoeringsagenda’s beogen de veerkracht en economische ontwikkeling
van de Landen te versterken. Het beleidsadvies en de technische advisering vanuit
IMF en de Wereldbank leveren een belangrijke bijdrage aan deze uitdagingen.
Tenslotte zijn verschillende aanpassingen in het operationeel model wenselijk, waarbij
de operationele landenaanpak van de Bank in verband met grensoverschrijdende uitdagingen
aangevuld kan worden met een thematische of regionale focus.
Het Koninkrijk vindt het tenslotte van groot belang dat lenende landen nauw betrokken
worden bij deze hervormingen zodat deze breed gedragen worden.
De Capital Adequacy Framework review
Algemeen
Gezien de hierboven beschreven ongeëvenaard hoge financieringsnoden van lage-inkomenslanden,
opkomende economieën en middeninkomenslanden om de SDG’s te behalen dient efficiënter
gebruik van het ingelegde kapitaal van aandeelhouders bij IFI’s te worden gemaakt.
In opdracht van de G20 is een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de vraag in
hoeverre het kapitaal van IFI’s toereikend is en of het mogelijk is om de financiële
capaciteit van de banken te vergroten door hun kapitaalraamwerken aan te passen. De
resultaten van deze zogeheten Capital adequacy framework review werden in juli 2022 gepresenteerd.6 De review doet voorstellen voor het aanpassen van de kapitaalraamwerken van IFI’s op zodanige
wijze dat het leenvolume vergroot wordt terwijl de kapitaalbasis gelijk blijft. Het
onderzoek poneert 17 concrete acties als onderdeel van vijf aanbevelingen voor het
vergroten van het leenvolume:
(1) het verhogen van de risicobereidheid (risk appetite) van IFI’s;
(2) het vergroten van het leenvolume door oproepbaar kapitaal (callable capital) dat aandeelhouders hebben ingelegd, mee te nemen in de berekening van de kapitaalbasis;
(3) het doorvoeren van financiële innovaties;
(4) het verbeteren van de beoordeling door kredietbeoordelaars van de financiële sterkte
van IFI’s;
(5) het verbeteren van governance en inzicht van de aandeelhouders in de kapitaaltoereikendheid van de desbetreffende
instelling.
Inzet Koninkrijk
Het Koninkrijk erkent dat de financieringsnoden hoog zijn en dat deze nog groter geworden
zijn door de COVID-19-pandemie, klimaatverandering en de oorlog in Oekraïne. Nederland
erkent ook de rol die de Bank en andere IFI’s spelen bij het mobiliseren van (additionele)
financiering.
Het Koninkrijk steunt daarom de aanbevelingen die uit de CAF review voortkomen en vraagt IFI’s om de mogelijkheden voor implementatie van de aanbevelingen
snel en als geheel te verkennen. Een effectievere en efficiëntere inzet van het kapitaal
van IFI’s kan een grote bijdrage leveren aan leniging van de hoge financieringsnoden,
zoals voor klimaat. Dit is ook de inzet van het Koninkrijk binnen de Bank.
Het Koninkrijk vindt het daarom van wezenlijk belang dat elke IFI toezegt de implementatie
van de aanbevelingen van de CAF review te verkennen. Elke IFI – ook de IFI’s die geen krappe kapitaalbuffers kennen – zou
vóór juli 2023 aan aandeelhouders moeten rapporteren over het voorgestelde pakket
van te implementeren opties. IFI’s moeten daarbij naar het oordeel van het Koninkrijk
naar alle aanbevelingen kijken. Het Koninkrijk moedigt hen aan om ambitieus te zijn
bij voorstellen voor de implementatie hiervan. Voor het Koninkrijk is het daarbij
belangrijk dat de kredietwaardigheid van IFI’s («triple A» status) en hun financiële
soliditeit op de lange termijn behouden blijven, evenals de Preferred Creditor Status.
Tot slot ziet het Koninkrijk ook andere mogelijkheden om meer financiering voor ontwikkeling
te genereren, waaronder het verhogen van belastinginkomsten (domestic resource mobilisation). Daarnaast moedigt het Koninkrijk de Bank aan te blijven streven naar mobilisatie
van privaat kapitaal (private capital mobilisation) en deze pogingen te binnen de Bank te intensiveren.
Rondetafelconferentie wederopbouw Oekraïne
Algemeen
Sinds de inval van Rusland in Oekraïne heeft de Bank voor een bedrag van ongeveer
USD 18 miljard steun aan Oekraïne gemobiliseerd7. Andere belangrijke spelers in dit verband zijn de International Finance Corporation
(IFC), de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), de Europese Commissie
en de Europese Investeringsbank (EIB).
Opnieuw organiseert de Bank tijdens de Voorjaarsvergadering samen met Oekraïne een
rondetafelconferentie over de wederopbouw van Oekraïne. Deze bespreking zal plaatsvinden
aan de hand van een update van het in september 2022 gepubliceerde needs assessment dat de Bank samen met Oekraïne en de Europese Commissie heeft opgesteld en dat in
maart 2023 wordt verwacht. Naar verwachting zullen de eerder geraamde kosten van USD
349 miljard voor herstel en wederopbouw zijn gestegen door de aanhoudende oorlog en
de intensivering van aanvallen op kritieke infrastructuur.
Nederland is van plan een fair share aan de herstel- en wederopbouwopgave van Oekraïne te blijven leveren, zoals het kabinet
ook eerder heeft uitgedragen. Nederland wil graag binnen de Europese Unie en met internationale
partners als de Bank verder aan de slag met deze immense opgave.8 Nederland heeft in 2022 via de Wereldbank een garantie van EUR 100 miljoen afgegeven
op leningen van de Bank aan Oekraïne en EUR 90 miljoen EUR bijgedragen aan het Ukraine Reconstruction Trust Fund (URTF).9
Voor 2023 heeft het kabinet EUR 2,5 mrd uit de algemene middelen gereserveerd voor
de verwachte aanvullende steun aan Oekraïne via Defensie, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en Buitenlandse Zaken.10 Een deel van deze steun zal net als in 2022 via de internationale financiële instellingen
lopen.
Om de steun in 2023 en daarna in goede banen te leiden is er in december een internationaal
donorcoördinatieplatform voor de wederopbouw van Oekraïne opgericht die de internationale
steun op elkaar moet gaan afstemmen. Een steering committee, bestaande uit Oekraïne, G7-leden, de Europese Commissie en internationale financiële
instellingen waaronder de Wereldbank zal dit platform aansturen. Het kabinet verwelkomt
de oprichting en verwacht dat hiermee uiteindelijk op internationaal niveau op een
meer gerichte, gestructureerde en voorspelbare wijze steun geboden kan worden aan
Oekraïne.
Inzet Koninkrijk
Het Koninkrijk vindt het belangrijk dat de Bank Oekraïne adequaat ondersteunt. Oekraïne
maakt deel uit van de door Nederland voorgezeten kiesgroep. Mede in die context zet
Nederland zich in voor Wereldbanksteun aan Oekraïne en buurlanden die getroffen worden.
Deze steun beoogt bij te dragen aan economische en financiële stabiliteit in Oekraïne,
met als gevolg daarvan een snellere en minder kostbare wederopbouwfase.
Het Koninkrijk zal er bij de rondetafelconferentie voor pleiten dat Oekraïense initiatieven
leidend zijn bij de wederopbouwinspanning, dat internationale hulp goed gecoördineerd
wordt en dat steun tijdig wordt verleend. Het is belangrijk dat er grote betrokkenheid
en commitment vanuit de internationale gemeenschap is. Dit vergt aan Oekraïense zijde
goed bestuur en slagvaardige nationale en lokale instellingen die verantwoordelijk
zijn voor de uitvoering van de wederopbouw, en een krachtig internationaal coördinatiemechanisme
dat effectieve monitoring van de besteding van deze bedragen waarborgt. Alleen zo
zal ook het Koninkrijk in staat zijn toezicht te houden op de besteding van gegeven
steun.
Indieners
-
Indiener
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.