Brief regering : Reactie op de motie van de leden Bouchallikh en Alkaya over de IMA en de MKBA's aanpassen aan de inzichten van de Integrale Kijk op Bereikbaarheid (Kamerstuk 35925-A-59)
36 200 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023
Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2023
Op 22 maart 2023 heeft u gevraagd om kabinetsreactie op motie met Kamerstuk 35 925 A, nr. 59 voor het commissiedebat van 30 maart. In deze motie verzoekt u het kabinet om de
Integrale Mobiliteitsanalyse (IMA) en Maatschappelijke Kosten-Baten Analyses (MKBA’s)
aan te passen aan de inzichten van de methode Integrale Kijk op Bereikbaarheid (IKOB).
In de Kamerbrief Bestuurlijke Overleggen MIRT 9, 10 en 11 november 2022, voortgang MIRT, moties en
toezeggingen MIRT (Kamerstuk 36 200 A, nr. 9) is reeds aangegeven dat wij de motie binnen de totstandkoming van IMA-2025 en een
addendum op de «Werkwijzer MKBA bij MIRT-verkenningen» hebben opgepakt. In deze brief
wordt nader toegelicht hoe de IKOB-methode doorwerking krijgt in verschillende trajecten.
Beschrijving van de methode «Integrale Kijk op Bereikbaarheid»
De IKOB-methode wordt sinds 2017 ontwikkeld en is bij de start o.a. gefinancierd door
IenW, IPO, diverse stadsregio’s en provincies, Milieudefensie en de Fietsersbond en
wordt inmiddels begeleid door een groeiende groep wetenschappers (CROW, PBL, TU Delft,
UvA, Universiteit Twente). IKOB is open source, en wordt door diverse ingenieursbureaus
als illustratieve rekenmethode toegepast.
De IKOB-methode neemt de modellen van Rijkswaterstaat (NRM) als basis en rekent met
de Welvaart en Leefomgeving-scenario’s (WLO) van de Planbureaus. Inmiddels is de IKOB
methode ingezet voor het bestuderen van de bereikbaarheid van verschillende inkomensgroepen
in Amsterdam, Den Haag en Tilburg. In essentie is IKOB een methode om inzicht te krijgen
in de (huidige) bereikbaarheid van arbeidsplaatsen voor verschillende groepen (bijvoorbeeld
onderscheiden naar inkomen, opleidingsniveau, wel of geen autobezit) en te bekijken
in welke mate een set van maatregelen ten goede komt aan de verschillende groepen.
IKOB is daarmee een methode die vanuit het brede welvaart gedachtegoed is ontwikkeld
om verdelingseffecten in beeld te krijgen.
Aanpassingen naar aanleiding van de IKOB-methode
Het gedachtegoed van brede welvaart zit verweven in de Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie
2050 (Kamerstuk 31 305, nr. 388) en wordt toegepast bij het verder ontwikkelen van de MKBA (addendum Werkwijzer MKBA
bij MIRT-verkenningen) en in de volgende IMA-2025:
• In de hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 is aangegeven dat integrale doelen
voor bereikbaarheid verkend gaan worden. Tevens wordt aangegeven dat inzicht in verdelingseffecten
en de toegankelijkheid tot mobiliteit aanleiding kan vormen voor een gebiedsgerichte
benadering of een doelgroepenaanpak bij het bepalen van integrale bereikbaarheidsdoelen.
De uitwerking van bereikbaarheidsdoelen binnen het vervolg van de hoofdlijnennotitie
mobiliteitsvisie 2050 heeft grote samenhang met de indicatoren die voor de IMA-2025
worden uitgewerkt.
• De voorbereidingen voor de volgende IMA zijn in volle gang. De IMA is een belangrijke
informatieve bron voor de ontwikkeling van mobiliteit. Het schetst bij vaststaand
beleid, de verschillende mogelijke ontwikkelingen omtrent personenmobiliteit en goederenvervoer
richting 2040 en 2050 en agendeert strategische opgaves. De IMA-2025 heeft als doel
de ontwikkelingen van verkeer en vervoer te schetsen op de langere termijn en d.m.v.
kwantitatieve analyses de belangrijkste opgaven inzichtelijk te maken. De IMA functioneert
strategisch agenderend bij een volgende kabinetsformatie. Daarnaast vormt ze een inhoudelijke
basis voor de beleidsvorming op personenmobiliteit en goederenvervoer en is daarmee
een belangrijke schakel in de beleidscyclus.
• De IMA-2025 zal de inhoudelijke afbakening van de IMA-20211 als startpunt nemen en deze verbreden met analyses in de context van brede welvaart.
Hiermee zal in de IMA-2025 aandacht worden gegeven aan de bereikbaarheid van verschillende
groepen in de samenleving in 2040 en 2050. Daarnaast wordt verkend of de inhoudelijke
afbakening kan worden verbreed met mobiliteit en transport gerelateerde onderwerpen
van strategische aard, zoals de energievraag, gezondheidseffecten en overlast van
geluid en trillingen. Hiermee doet de IMA recht aan de beleidscomplexiteit en de duidelijke
behoefte om opgaven integraal te benaderen.
• Zoals eerder beschreven is via een addendum op de «Werkwijzer MKBA bij MIRT-verkenningen»
opvolging gegeven aan aanbevelingen van het PBL en CPB over hoe het brede welvaartsperspectief
beter in MKBA’s kan worden meegenomen. Deze aanbevelingen corresponderen onder andere
met het gedachtegoed van de methode Integrale Kijk op Bereikbaarheid. Het addendum
op de «Werkwijzer MKBA bij MIRT-verkenningen» gaat in op hoe verdelingseffecten van
maatregelen op verschillende groepen beter worden meegenomen in MKBA’s. In het addendum
is onder meer aandacht voor specifieke doelgroepen. In het addendum staat aangegeven
dat het dan van belang is om bij aanvang van het project afspraken te maken: welke
doelgroepen en welke mogelijke effecten worden meegenomen. Ook werkgelegenheidseffecten
zullen expliciet moeten worden benoemd. Dit vergt aanvullende analyses. Een ander
aandachtspunt met betrekking tot doelgroepen die bijvoorbeeld is uitgewerkt in het
addendum betreft de toepasbaarheid van effectinschattingen voor specifieke doelgroepen.
Onderzocht wordt, tot slot, hoe de IKOB rekenmethode kan worden geïmplementeerd in
één van de analysetools (de Mobiliteitsscan) van Rijkswaterstaat. Als dat lukt, kan
snel inzicht worden verkregen in de effecten van verschillende maatregelen voor verschillende
doelgroepen. De Mobiliteitsscan wordt kosteloos ter beschikking gesteld aan studenten,
overheden en aan professionals die werken in opdracht van een overheid.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat