Brief regering : Kabinetsappreciatie Windsor Raamwerk
35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk
Nr. 51 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2023
Op 27 februari jl. hebben de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk (hierna:
VK) een principeakkoord bereikt over de implementatie van het Protocol Ierland/ Noord-Ierland
(hierna: Protocol), genaamd het Windsor Raamwerk. Via deze brief ontvangt uw Kamer,
mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Staatssecretaris Douane en Toeslagen,
de Minister van Economische Zaken en Klimaat, en de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, een kabinetsappreciatie van dit principeakkoord.
De Commissie en het VK spraken sinds het begin van 2021 over de gebrekkige implementatie
van het Protocol door het VK, met tot doel het vinden van gemeenschappelijke oplossingen
om de implementatie te verbeteren. Over het verloop van deze gesprekken heeft vicepresident
van de Commissie Maroš Šefčovič de Raad Algemene Zaken regelmatig geïnformeerd. Over
de Nederlandse steun voor de koers van de Commissie in deze gesprekken is uw Kamer
eerder geïnformeerd, onder meer in de beantwoording van Kamervragen over dit onderwerp1, en de geannoteerde agenda’s voor en verslagen van de afgelopen Raden voor Algemene
Zaken2.
Tijdens de gesprekken is meermaals gebleken dat de inhoudelijke posities van de Europese
Unie (EU) en het VK op verscheidene punten uit elkaar lagen. Ook heeft het VK via
verschillende modaliteiten overwogen unilateraal maatregelen te nemen die de werking
van het Protocol ernstig ondermijnd zouden hebben. Het kabinet vindt het positief
dat de Commissie en het VK er na een lange periode van gesprekken in geslaagd zijn
om een gemeenschappelijke oplossing voor de implementatie van het Protocol te bereiken.
Het kabinet ziet het bereiken van het principeakkoord dan ook als vertrouwenwekkende
stap en is hoopvol dat dit een positieve impuls geeft aan de betrekkingen tussen de
EU en het VK. Mede gelet op de huidige geopolitieke context acht het kabinet het van
belang dat de EU en het VK werken aan een positief en stabiel partnerschap om mondiale
uitdagingen gezamenlijk aan te gaan. Dit is nadrukkelijk in het Nederlandse belang,
gelet op de gedeelde waarden en de brede en diepe relatie die Nederland en het VK
op alle niveaus onderhouden.
Het kabinet heeft tevens een positieve grondhouding tegenover de inhoud van het Windsor
Raamwerk. Het kabinet is van mening dat het Windsor Raamwerk de precaire balans tussen
de beleidsdoelen van het Protocol, namelijk 1) de bescherming van het Goede Vrijdag
(Belfast-) akkoord, 2) het voorkomen van een harde grens op het Ierse eiland, en 3) het
beschermen van de integriteit van de interne markt van de EU, behoudt. Het kabinet
acht het Windsor Raamwerk een kansrijke weg om te komen tot de volledige implementatie
van het Protocol, waarmee de integriteit van de interne markt van de EU beter gewaarborgd
wordt ten opzichte van de huidige situatie.
Tegelijkertijd erkent het kabinet dat het verbeteren van de implementatie van het
Protocol afhankelijk is van diverse (praktische) stappen die het VK tot en met medio
2025 moet zetten. Het kabinet zal kritisch monitoren of het VK deze stappen neemt
en heeft er bij de Commissie op aangedrongen hetzelfde te doen, waarbij de Raad nauw
betrokken zal blijven. Het kabinet is hoopvol dat concrete en zichtbare vooruitgang,
waarvoor een gefaseerde aanpak tot en met medio 2025 voorzien is, zal bijdragen aan
het verder opbouwen van wederzijds vertrouwen tussen de EU en het VK. Bovenstaande
overwegende, is het kabinet voornemens om de verschillende stappen te steunen die
aan de zijde van de Raad nodig zijn om het principeakkoord te formaliseren.
Besluitvormingsproces
De Raad zal naar verwachting tijdens de Raad Algemene Zaken van 21 maart a.s. (Zie
Kamerstuk 21 501-02, nr. 2621) instemmen met de twee voorliggende Raadsbesluiten over standpuntinname van de Unie
in het gemengd comité van het Terugtrekkingsakkoord, waarna deze via het gemengd comité
tussen de EU en het VK zullen worden vastgesteld (voorzien voor eind maart). Vanaf
dat moment zal de gefaseerde implementatie van het Windsor Raamwerk van start gaan.
Parallel daaraan zal de gewone wetgevingsprocedure voor de drie voorgestelde verordeningen
doorlopen worden, waarin de Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid en besluitvorming
in het Europees Parlement verloopt op basis van medebeslissing. Gelet op de positieve
ontvangst in de Raad en het Europees Parlement is het de verwachting van het kabinet
dat het proces aan zijde van de Unie zonder inhoudelijke wijzigingen doorlopen zal
worden. Het kabinet zal uw Kamer op de gebruikelijke wijze, via geannoteerde agenda’s
en verslagen van Raden waar de betrekkingen tussen EU en VK besproken worden, informeren
over de voortgang van de formalisatie en implementatie van het Windsor Raamwerk.
Inhoud Windsor Raamwerk
Het Windsor Raamwerk bevat afspraken over douaneformaliteiten en controles, sanitaire
en fytosanitaire (SPS) maatregelen, BTW en accijnzen, staatssteun, tariefcontingenten,
medicijnen en de governance van het Protocol, naast politieke afspraken over de betrekkingen tussen de EU en
het VK. Het Windsor Raamwerk bestaat aan de zijde van de Unie uit een met het VK overeengekomen
gemeenschappelijke politieke verklaring3, twee Raadsbesluiten over standpuntinname van de Unie in het gemengd comité van het
Terugtrekkingsakkoord inclusief annexen (over de aanpassingen aan het Protocol en
de uitvoering daarvan4 en over de wijziging van het reglement van orde voor de Joint Consultative Working Group5), twee nieuwe EU-verordeningen (over regels voor sanitaire en fytosanitaire (SPS) producten in Noord-Ierland6 en over regels voor medicijnen in Noord-Ierland7), een uitvoeringsbesluit (over bepaalde hoog-risico planten8), een wijzigingsverordening (over regels voor het gebruik van EU tariefcontingenten
in Noord-Ierland9), twee Commissie position papers (over agro-food producten, planten en huisdieren10 en over vereenvoudigingen op het terrein van douane11) en een Commissie verklaring (over versterkte betrokkenheid van Noord-Ierse stakeholders12). Deze documenten moeten in samenhang bezien worden en zullen de implementatie van
de afspraken in het Windsor Raamwerk aan de zijde van de Unie formaliseren. Vanwege
de onderlinge samenhang en de verwachte snelheid van het proces aan Raadszijde vervangt
deze kabinetsappreciatie de BNC-fiches over de verschillende (wetgevende) onderdelen
van het principeakkoord (COM(2023)12213, COM(2023)12414 en COM(2023)12515). De bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen, de implicaties
voor de uitvoering en het krachtenveld worden aan het einde van deze brief uitgewerkt.
Het Windsor Raamwerk wijzigt de beleidsdoelen van het Protocol niet en laat zo de
essentie van het Protocol ongemoeid. Het principeakkoord voorziet enkel in wijzigingen
van de manier waarop het Protocol geïmplementeerd en toegepast wordt, met als doel
het oplossen van praktische problemen die Noord-Ierse belanghebbenden de afgelopen
twee jaar bij de implementatie van het Protocol ondervonden hebben. Dit is mogelijk
binnen de kaders van het Terugtrekkingsakkoord, op basis van artikel 164, lid 5, onder d
waarin is vastgelegd dat het gemengd comité, het politiek orgaan dat onder andere
toezicht houdt op de implementatie van het Terugtrekkingsakkoord, besluiten kan nemen
om fouten, omissies of andere tekortkomingen te verhelpen of andere situaties te adresseren
die niet voorzien waren op het moment dat het Terugtrekkingsakkoord ondertekend werd,
met uitzondering van onderdelen 1, 4 en 6 van het Terugtrekkingsakkoord16 en mits deze aanpassingen de essentie van het Protocol niet wijzigen. Dit artikel
kan enkel binnen vier jaar na afloop van de overgangsperiode (dus uiterlijk tot en
met 31 december 2024) geactiveerd worden, en schept dus geen precedent.
Het Windsor Raamwerk zal de implementatie van het Protocol vereenvoudigen, verduidelijken
of technisch aanpassen op basis van drie kernprincipes die het kabinet onderschrijft.
Ten eerste worden enkel vereenvoudigingen en aanpassingen doorgevoerd nadat het VK
waarborgen heeft geïmplementeerd en aan gestelde voorwaarden voldoet, om de integriteit
van de interne markt van de EU te beschermen. Ten tweede wordt in het Windsor Raamwerk
rekenschap gegeven van de noodzaak om een gelijk speelveld tussen Noord-Ierland en
de EU te bewaren. Ten derde worden aanpassingen aangebracht die het Protocol toekomstbestendig
maken, door beter rekening te houden met de specifieke context van Noord-Ierland en
Noord-Ierse stakeholders duurzame oplossingen te bieden voor praktische problemen.
Deze kernprincipes acht het kabinet in lijn met de EU-inzet voor de gesprekken over
het Protocol, die de Commissie met het VK heeft gevoerd en die zijn vastgelegd in
de position papers uit juni 202217, die een verdere uitwerking zijn van de non-papers uit oktober 202118.
Politiek
De gezamenlijke politieke verklaring moet worden gezien als een overzicht van de afspraken
die de Commissie en het VK onder het Windsor Raamwerk voorzien. De verklaring markeert
bovenal de gezamenlijke wens voor een positieve bilaterale relatie tussen de EU en
het VK, gebaseerd op het Terugtrekkingsakkoord en de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst.
De verklaring bevat tevens een toezegging van het VK om de parlementaire behandeling
van de Northern Ireland Protocol Bill – het Britse wetsvoorstel dat in strijd is met een groot aantal onderdelen van het
Protocol – stop te zetten. Dit vindt het kabinet een belangrijke stap vooruit in de
betrekkingen op alle niveaus. De politieke verklaring stelt tegelijkertijd dat, zolang
de afspraken correct en volledig geïmplementeerd worden door het VK, er geen reden
meer is voor de Commissie om de zeven lopende inbreukprocedures te continueren. Het
kabinet kan zich daar in vinden. Tevens komen de Commissie en het VK overeen het volledige
potentieel van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst te benutten. Tot slot spreken
zij af alle oplossingen te goeder trouw en voortvarend te implementeren. Het kabinet
acht deze elementen passend bij de wens van alle partijen om de betrekkingen te verbeteren.
Douaneformaliteiten Noord-Ierland
Het Windsor Raamwerk beoogt een significante vereenvoudiging van de vereiste douaneprocedures
voor goederen verhandeld vanuit Groot-Brittannië met eindbestemming Noord-Ierland,
waarvoor geen risico op doorvoer naar de interne markt van de EU wordt onderkend.
Dit geldt enkel voor goederen die worden verhandeld door bedrijven die zich geregistreerd
hebben onder het gewijzigde Trusted Traders Scheme. Om voor een registratie in aanmerking te komen, moet een bedrijf aan voorwaarden
voldoen, welke het voor de EU mogelijk maken om de goederenstroom te monitoren en
die het voor de EU en het VK mogelijk maken om te handhaven bij overtredingen of misbruik.
Voor goederen waarvoor een risico op doorvoer naar de interne markt van de EU bestaat,
of welke verhandeld worden door bedrijven die niet geregistreerd zijn onder het Trusted Traders Scheme, gelden de reguliere EU douane procedures. Soortgelijke vereenvoudigingen zijn voorzien
voor het versturen van pakketten tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en
consumenten. Pakketpost tussen consumenten wordt volledig vrijgesteld van formaliteiten.
De voornoemde vereenvoudigingen worden slechts van kracht op voorwaarde dat de EU
in real time toegang heeft tot de relevante Britse douane IT-systemen. Ook is goed beheer en adequate
monitoring en handhaving van het Trusted Traders Scheme door het VK een noodzakelijke voorwaarde. De EU en het VK kunnen de vereenvoudigingen
opschorten of stopzetten wanneer niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan.
Het kabinet heeft een positieve grondhouding tegenover de voorgestelde oplossingen.
Het kabinet meent dat het toekennen van de vereenvoudigingen pas nadat het VK aan
de noodzakelijke voorwaarden heeft voldaan, de integriteit van de interne markt van
de EU beschermt. De exacte impact hangt af van de manier waarop deelaspecten van deze
oplossing, zoals het opzetten en het monitoren van het Trusted Traders Scheme, zullen worden ingevuld. Het kabinet zal de ontwikkelingen hieromtrent volgen en
heeft de Commissie gevraagd om nadere details over de uitwerking. Tevens ziet het
kabinet de real time toegang tot de Britse douane IT-systemen als belangrijke voorwaarde. Het kabinet
zal daarom nu en in de toekomst bij de Commissie informeren naar het functioneren
daarvan. Bij het niet (langer) vervullen van de gestelde voorwaarden door het VK,
worden de vereenvoudigingen niet toegekend, dan wel opgeschort. Het is aan de Commissie
om hierop toe te zien.
Agro-food producten en Sanitaire en Fytosanitaire (SPS) maatregelen
De betreffende verordening onder het Windsor Raamwerk zorgt voor een vereenvoudiging
en vermindering van de reguliere EU SPS maatregelen voor de toegang van bepaalde agro-food
producten die vanuit Groot-Brittannië naar Noord-Ierland worden vervoerd en bedoeld
zijn voor eindconsumptie in Noord-Ierland. Ook geldt toepassing van de Britse volksgezondheidswet
op goederen bedoeld voor eindconsumptie in Noord-Ierland. Hiermee wordt het mogelijk
om producten van dierlijke of plantaardige oorsprong – vanuit Groot-Brittannië en
derde landen – die binnen de EU verboden zijn als retail goederen op de Noord-Ierse
markt aan te bieden (zoals gekoeld vlees).
Tevens worden de certificeringsvereisten voor zendingen planten en bepaalde landbouwmachines
vanuit Groot-Brittannië naar Noord-Ierland vereenvoudigd. Die moeten daarvoor wel
aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook kunnen pootaardappelen afkomstig uit Groot-Brittannië
die bedoeld zijn voor de Noord-Ierse markt onder voorwaarden toegang krijgen tot Noord-Ierland.
Voor bovengenoemde drie categorieën is een speciaal plantgezondheidslabel vereist
voor toegang tot Noord-Ierland.
Tenslotte zijn er afspraken gemaakt over het vergemakkelijken van het reizen met huisdieren
tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Voorwaarde voor de vereenvoudiging is dat
de huisdieren gechipt zijn, en voorzien zijn van een reisdocument en een verklaring
van de eigenaar dat het huisdier niet naar de EU zal reizen. Huisdieren die met hun
eigenaren van Noord-Ierland naar Groot-Brittannië reizen en weer terug naar Noord-Ierland
hoeven alleen voorzien te zijn van een chip.
Bovenstaande vereenvoudigingen zijn enkel mogelijk op voorwaarde dat voornoemde producten
en huisdieren aan de relevante EU SPS-wetgeving voldoen (met uitzondering van producten
die onder de Britse volksgezondheidwet toegestaan zijn), het VK correct functionerende
SPS grenscontroleposten inricht en de retail goederen bestemd voor eindconsumptie
Noord-Ierland gelabeld worden met «Not for EU». De reductie van identiteitscontroles en fysieke controles is bovendien afhankelijk
van de mate waarin producten individueel gelabeld worden. Daarnaast moet het VK het
markttoezicht versterken en moet de oorsprong, plaats en bestemming van retail goederen
door de EU gemonitord kunnen worden. Ook is toegang voor de EU tot de relevante Britse
douane IT-systemen voorwaardelijk voor de vereenvoudigingen op het gebied van SPS-maatregelen.
Wanneer niet langer aan de voorwaarden is voldaan kunnen de EU of het VK de vereenvoudigingen
en reductie van controles opschorten of stopzetten.
Het kabinet heeft een positieve grondhouding tegenover de voorgestelde oplossingen.
Het kabinet meent dat – indien het VK aan alle noodzakelijke voorwaarden heeft voldaan
– het toekennen van het vereenvoudigde systeem de integriteit van de interne markt
van de EU voldoende waarborgt. Daarbij erkent het Kabinet dat dit mede zal afhangen
van de manier waarop deelaspecten van deze oplossing, zoals het in toenemende mate
individueel labelen van producten, zullen worden ingevuld en nageleefd door het VK.
Het kabinet zal de ontwikkelingen hieromtrent nauwgezet volgen. Het kabinet heeft
de Commissie ook verzocht om specifiek aandacht te hebben voor mogelijk misbruik omtrent
de labeling.
BTW en accijnzen
Het Windsor Raamwerk maakt het mogelijk dat in Noord-Ierland voor bepaalde producten
waarvoor geen risico op doorvoer naar de EU bestaat, kan worden afgeweken van geldende
Btw-tarieven. Het gaat bijvoorbeeld om onroerende zaken zoals geïnstalleerde warmtepompen.
Bovendien mag het VK haar eigen Btw-vrijstellingsregeling hanteren voor het Noord-Iers
MKB, zolang het VK zich houdt aan de EU-definitie voor het MKB. Daarnaast zullen de
Commissie en het VK gezamenlijk de mogelijkheden verkennen om een lijst op te stellen
van goederen zonder risico op doorvoer naar de EU, zodat deze niet langer onder de
EU Btw-regels hoeven te vallen. Ook mag het VK, in afwijking van de door EU-regelgeving
voorgeschreven accijnsstructuur, alcoholische producten belasten naar sterkte zoals
in de rest van het VK het geval is. Bovendien mag een verlaagd tarief gehanteerd worden
voor alcoholische dranken die voor directe consumptie bedoeld zijn.
Voornoemde afwijkingen van EU-regelgeving zijn alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden,
zoals het naleven van minimum tarieven en de regelmatige evaluatie van effecten, zodat
het gelijk speelveld tussen Noord-Ierland en de EU niet verstoord wordt. Met dit doel
richten de Commissie en het VK een enhanced coordination mechanism op, waar Protocol-gerelateerde BTW- en accijnsvraagstukken besproken zullen worden.
Het kabinet heeft een positieve grondhouding tegenover de voorgestelde oplossingen.
Het kabinet ziet uit naar de oprichting van het enhanced coordination mechanism en heeft de Commissie in het algemeen verzocht om de monitoring van het gelijk speelveld
voortvarend op te pakken, net zoals dat gebeurt voor afspraken die onder de Handels-
en Samenwerkingsovereenkomst vallen.
Staatssteun
Het Windsor Raamwerk verduidelijkt de omstandigheden waaronder EU staatssteunregels
van toepassing zijn in Noord-Ierland. Er wordt verduidelijkt dat het enkel gaat om
situaties waarin er een materieel en niet slechts hypothetisch of verondersteld effect
te verwachten is op handel tussen Noord-Ierland en de EU. Het betreft hier geen nieuwe
afspraken, maar enkel een verduidelijking richting belanghebbenden.
Het kabinet heeft een positieve grondhouding tegenover deze verduidelijking en zal
zich blijvend inzetten voor een consistente toepassing, ten behoeve van het waarborgen
van een gelijk speelveld.
Tariefcontingenten
Onder de huidige afspraken gelden de tariefcontingenten van de EU vrijwaringsmaatregelen
voor staalproducten niet voor staalproducten die vanuit Groot-Brittannië naar Noord-Ierland
worden geëxporteerd. Hierdoor geldt er op dit moment een 25% invoerheffing tussen
Groot-Brittannië en Noord-Ierland. De betreffende verordening onder het Windsor Raamwerk
maakt het mogelijk voor bedrijven in Noord-Ierland om voor de import van bepaalde
staalproducten uit het Groot-Brittannië gebruik te maken van de EU- tariefcontingenten.
Daarnaast wordt voorgesteld dat de Commissie de bevoegdheid krijgt om de lijst van
staalproducten waarvoor de tariefcontingenten beschikbaar worden gesteld, aan te passen
door middel van gedelegeerde handelingen. Deze bevoegdheid is aan een aantal voorwaarden
onderworpen. De Commissie en het VK zullen tevens samen bekijken of er aanvullende
afspraken over tariefcontingenten voor andere producten noodzakelijk zijn.
Gezien de specifieke omstandigheden in Noord-Ierland, en de unieke rechtsverhouding
tussen de Unie en het VK, heeft het kabinet begrip voor de voorgestelde oplossing.
Wel is het van belang dat wordt gewaarborgd dat alleen producten met oorsprong uit
het VK onder deze uitzondering vallen. Het kabinet heeft de Commissie gevraagd hoe
hierop wordt toegezien. Ook heeft het kabinet de Commissie om verduidelijking gevraagd
over eventuele aanvullende afspraken voor andere goederen dan staal. De Commissie
zal hier op terugkomen.
Medicijnen
Binnen het Windsor Raamwerk doet de Commissie een voorstel voor een verordening tot
vaststelling van specifieke voorschriften betreffende geneesmiddelen voor menselijk
gebruik die bestemd zijn voor Noord-Ierland. Dit voorstel maakt het mogelijk dat goedkeuring
van nieuwe medicijnen en beschikbaarstelling voor de Noord-Ierse markt plaats zal
vinden op basis van Britse regels en autorisatieprocedures. Om (her)introductie op
de EU-markt te voorkomen, is levering van geneesmiddelen vanuit Groot-Brittannië aan
de Noord-Ierse markt gebonden aan voorwaarden. Zo mogen op recept plichtige geneesmiddelen
de EU-veiligheidskenmerken niet langer zichtbaar zijn. Verder moet op de verpakking
zijn vermeld dat het medicijn enkel voor het VK bestemd is middels labeling. Het VK
dient zich tevens te committeren aan versterkte monitoring en handhaving. De EU kan
deze afspraken opschorten of stopzetten, indien er sprake is van risico’s of misbruik.
Deze oplossing vormt een aanvulling op de eerdere aanpassing van EU-wetgeving uit
april 2022 voor generieke medicijnen19, die tezamen met dit voorstel de beschikbaarheid van medicijnen in Noord-Ierland
op peil moet houden.
Het kabinet heeft een positieve grondhouding tegenover de voorgestelde oplossing,
aangezien deze recht doet aan de specifieke situatie van Noord-Ierland en geen impact
op Nederland heeft.
Governance
Het Windsor Raamwerk geeft Noord-Ierse stakeholders een grotere rol bij deelaspecten van de governance van het Protocol. De rol van het EU Hof van Justitie (EUHvJ) is ongewijzigd: het
EUHvJ blijft de enige en finale arbiter in geschillen over de implementatie van de
delen van het Protocol als gevolg waarvan Unierecht van toepassing is op Noord-Ierland.
Meer specifiek zullen Noord-Ierse belanghebbenden, bijvoorbeeld het georganiseerd
bedrijfsleven, geconsulteerd worden bij het opstellen van nieuwe EU-regelgeving die
onder de reikwijdte van het Protocol valt. Bovendien zal de Commissie een specifiek
onderdeel voor de effecten op Noord-Ierland voor regelgeving die valt onder de reikwijdte
van het Protocol aan haar impact-assessment toevoegen. In algemene zin hebben de partijen
afgesproken om op alle niveaus het contact met belanghebbenden te bestendigen. Tevens
wordt het reglement van orde van de zgn. joint consultative working group, het ambtelijk uitwisselingsforum over de implementatie van het Protocol tussen de
Commissie en het VK, aangepast, zodat deze werkgroep bijgestaan kan worden door nog
op te richten subgroepen, die thematisch te werk zullen gaan.
Ook wordt in het Windsor Raamwerk een mechanisme geïntroduceerd dat het voor de Britse
regering mogelijk maakt om niet in te stemmen met de automatische overname van aangepaste
of vervangende bepalingen van EU-regelgeving die onder de reikwijdte van het Protocol
vallen, de zogenaamde Stormont Brake20. De Britse regering kan hier enkel gebruik van maken op verzoek van minimaal 30 leden
van minimaal twee verschillende partijen van het Noord-Ierse parlement (Stormont),
uitsluitend in zeer uitzonderlijke omstandigheden, wanneer alle andere mogelijkheden
uitgeput zijn. Dit mechanisme is gebaseerd op de zogenaamde petition of concern-bepalingen in het Goede Vrijdag (Belfast-) akkoord.
Een beroep op dit mechanisme is enkel mogelijk indien het gaat om aanpassing of vervanging
van EU-regelgeving met significante en duurzame impact op het alledaags leven van
Noord-Ierse gemeenschappen. Een arbitragepanel kan gevraagd worden uitspraak te doen
over de rechtmatigheid van een beroep op dit mechanisme. Indien dit arbitragepanel
oordeelt dat niet aan de voorwaarden voldaan is, zal de gewijzigde EU-regelgeving
alsnog van toepassing zijn. Als de Britse regering een passend beroep doet op dit
mechanisme, zal de betreffende wetgeving niet automatisch op Noord-Ierland van toepassing
worden. Bovendien zullen consultaties in het gemengd comité worden opgestart om een
oplossing te vinden die de werking van het Protocol moet verzekeren. Wanneer het gemengd
comité niet tot een oplossing komt, kan de EU evenwichtsherstellende maatregelen nemen.
In de politieke verklaring hebben de Commissie en het VK afgesproken eventuele toekomstige
geschillen in gezamenlijkheid, in de structuren voorzien onder het Terugtrekkingsakkoord,
op te lossen en dat voornoemd mechanisme dus enkel in het uiterste geval in werking
zal worden gesteld.
Het kabinet ziet de toegevoegde waarde van nauwere betrokkenheid van Noord-Ierse belanghebbenden
bij het Protocol, gelet op de unieke geschiedenis van het landsdeel en de situatie
die in Noord-Ierland als gevolg van het vertrek van het VK uit de EU is ontstaan.
De manier waarop de Commissie dit vorm geeft, lijkt doeltreffend om toekomstige problemen
te voorkomen. Het kabinet vindt het zowel positief als essentieel dat de rol van het
EUHvJ ongewijzigd is. Dit borgt juridische zekerheid en voorspelbaarheid. Het kabinet
is tevens positief over het voornemen van de partijen om toekomstige geschillen via
consultaties binnen de bestaande organen voor de governance van het Protocol op te lossen en alleen als laatste mogelijkheid een beroep te doen
op de geschillenbeslechtingsmechanismes. Het kabinet verwacht dat zowel de impact
als het gebruik van de Stormont Brake beperkt zullen blijven, mede ingegeven door strenge voorwaarden waaronder een beroep
op dit mechanisme mogelijk is. Deze verwachting wordt nog verder kracht bij gezet
door de unilaterale verklaring van het VK, waarin de strikte voorwaarden voor een
beroep op het mechanisme verduidelijkt worden. Dit moet een situatie waarin de EU
en het VK verschillend denken over de mogelijkheden om dit mechanisme in te roepen,
zoals eerder het geval was voor artikel 16 uit het Protocol21, voorkomen. In het geval dat het VK gebruik maakt van de Stormont Brake, hecht het kabinet aan het snel kunnen nemen van evenwichtsherstellende maatregelen
ten behoeve van het waarborgen van een gelijk speelveld.
Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
Onderstaande appreciatie gaat specifiek in op de verschillende (wetgevende) onderdelen
van het principeakkoord (COM(2023)12222, COM(2023)12423 en COM(2023)12524).
Verordening inzake medicijnen (COM(2023)122)
a) Bevoegdheid
Het kabinet beoordeelt de bevoegdheid positief. De Unie baseert het voorstel op artikel 114
VWEU. Artikel 114 biedt de bevoegdheid maatregelen vast te stellen inzake de onderlinge
aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die
de instelling en de werking van de interne markt betreffen. Het kabinet kan zich vinden
in deze rechtsgrondslag. Artikel 114 is een gedeelde bevoegdheid tussen de Unie en
lidstaten op basis van artikel 4, lid 2, onder a, VWEU.
b) Subsidiariteit
Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit positief. De verordening heeft tot doel om
de beschikbaarheid van medicijnen in Noord-Ierland op peil te houden door middel van
een uitzondering op de EU-wetgeving voor medicijnen die alleen op de markt van het
VK terecht komen. Gezien het feit dat de EU-wetgeving rondom geneesmiddelen ook ziet
op Noord-Ierland kan dit onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal
niveau worden verwezenlijkt. Het is noodzakelijk dat deze uitzondering geregeld wordt
op EU-niveau.
c) Proportionaliteit
Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit positief. De verordening heeft tot doel
om de beschikbaarheid van medicijnen in Noord-Ierland op peil te houden door middel
van een uitzondering op EU-wetgeving. Het voorgestelde optreden is geschikt om het
doel te bereiken omdat middels de verordening een uitzondering op EU-regels wordt
gemaakt mits die geneesmiddelen alleen beschikbaar worden voor de markt op het VK.
Het voorstel gaat niet verder dan strikt noodzakelijk omdat het slechts beperkte en
gerichte wijzigingen bevat die enkel voorzien in het op peil houden van de beschikbaarheid
van medicijnen in Noord-Ierland door middel van een uitzondering op de EU-wetgeving
voor medicijnen die alleen op de markt van het VK terecht komen.
Verordening inzake SPS (COM(2023)123)
a) Bevoegdheid
Het kabinet beoordeelt de bevoegdheid positief. Het voorstel voor een verordening
heeft betrekking op specifieke regels voor bepaalde zendingen van retail goederen,
planten bedoeld voor planten, pootaardappelen, machines die gebruikt zijn voor landbouw-
of bosbouwdoeleinden en het reizen met huisdieren voor niet-commerciële doeleinden
die vanuit Groot-Brittannië Noord-Ierland binnengaan. Het voorstel heeft als rechtsbases
de artikelen 43, lid 2, artikel 114 en artikel 168, lid 4, onderdeel b van het VWEU.
Deze bepalingen zien respectievelijk op het gemeenschappelijke landbouw- en visserijbeleid
(GLB), de interne markt en maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied gericht
op de bescherming van de volksgezondheid. In dit geval past het voorstel bij de genoemde
rechtsbases en daarom kan het kabinet zich vinden in deze rechtsgrondslagen.
Het GLB en de interne markt betreffen gedeelde bevoegdheden tussen de Unie en lidstaten
in de zin van artikel 4, lid 2, onder a en d, van het VWEU. Ook artikel 168, lid 4,
onder b, betreft een gedeelde bevoegdheid tussen de Unie en lidstaten, zoals neergelegd
in artikel 4, lid 2, onder k, van het VWEU.
b) Subsidiariteit
Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit positief. Het voorstel heeft tot doel de
verschillende problemen die volgens het VK zijn ontstaan bij de implementatie van
het Protocol Noord-Ierland te adresseren. Het gaat hier om kwesties die spelen bij
de procedures en controles op handel tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland en heeft
een nauwe relatie met afspraken tussen de EU als geheel enerzijds en het VK anderzijds.
Gelet daarop kunnen de doelen van dit voorstel onvoldoende door de lidstaten op centraal,
regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt. Daarom is een EU-aanpak nodig.
c) Proportionaliteit
Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit positief. Dit voorstel heeft tot doel
om het vervoer van bepaalde goederen tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland te vergemakkelijken.
De achterliggende belangen hierbij zijn het in stand houden van het Goede Vrijdag
Akkoord en de bescherming van de integriteit van de interne markt van de EU. Het voorgestelde
optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken. Enerzijds wordt het vervoeren
en verhandelen van bepaalde goederen van Groot-Brittannië naar Noord-Ierland vergemakkelijkt
en anderzijds zijn er in het voorstel voorwaarden ingebouwd om de integriteit van
de interne markt te beschermen.
Verordening inzake Tariefcontingenten (COM(2023)125)
a) Bevoegdheid
Het kabinet beoordeelt de bevoegdheid positief. De Commissie baseert de bevoegdheid
van de EU op artikel 207, lid 2, VWEU. Hieruit volgt dat het Europees Parlement en
de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordening de maatregelen vaststellen
die het kader voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek bepalen.
Het kabinet kan zich vinden in de voorgestelde rechtsgrondslag. De EU is op basis
van artikel 3, eerste lid, sub e, VWEU exclusief bevoegd als het gaat om de gemeenschappelijke
handelspolitiek.
b) Subsidiariteit
Gezien de exclusieve bevoegdheid van de Unie op het terrein van de gemeenschappelijke
handelspolitiek, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.
c) Proportionaliteit
Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit positief. De voorgestelde wijzigingen
gaan niet verder dan noodzakelijk om mogelijk te maken dat het VK gebruik kan maken
van de betreffende EU-tariefcontingenten.
Financiële gevolgen
Uit alle voorstellen ter formalisatie van het Windsor Raamwerk aan de zijde van de
Unie vloeien geen kosten of consequenties voor de EU-begroting en nationale begroting
voort. Voor onvoorziene kosten die voortvloeien uit het Windsor Raamwerk zullen op
EU-niveau middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van de EU-begroting 2021–2027, zodat deze passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting. Nationale onvoorziene kosten zullen moeten worden ingepast op
de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van
de budgetdiscipline.
Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Het Windsor Raamwerk heeft geen gevolgen voor Nederlandse uitvoeringsorganisaties.
De verantwoordelijkheid voor de handhaving van de gemaakte afspraken ligt volledig
bij verschillende dienstonderdelen en agentschappen van de Commissie en het VK.
Krachtenveld
Het Windsor Raamwerk is positief ontvangen in de Raad. De nauwe betrokkenheid bij
en expliciete steun van de Raad voor de gesprekken tussen de Commissie en het VK,
alsmede het voor de Raad leidende principe van EU-eenheid bij de onderhandelingen
met het VK, hebben bijgedragen aan de goede ontvangst van het principeakkoord. Het
is de verwachting dat de Raad het Windsor Raamwerk kan steunen en dat de verschillende
procedures om het Windsor Raamwerk aan de zijde van de Unie te formaliseren voortvarend
zullen worden doorlopen.
Het Europees Parlement (EP) heeft het principeakkoord tevens verwelkomd. Het EP zal
enkel de drie verordeningen met specifieke regels over tariefcontingenten, medicijnen
en SPS als EU-medewetgever moeten behandelen. Het is de verwachting dat het Europees
Parlement met voornoemde verordeningen in zal stemmen. Het Europees Parlement heeft
op grond van de verdragen geen rol bij het aannemen van de twee voorziene Raadsbesluiten
die zien op de standpuntinname van de Unie in het gemengd comité van het Terugtrekkingsakkoord
waarin het Windsor Raamwerk zal worden geformaliseerd.
De Britse premier Sunak zal vanuit het politieke belang dat er in het VK aan de onderhandelingen
wordt gehecht het Windsor Raamwerk ter politieke instemming voorgeleggen aan het Britse
Lagerhuis. De eerste stemming over het principeakkoord is voorzien voor 22 maart as.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken