Brief regering : Versnelling aanpak energiearmoede gebouwde omgeving
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
32 813
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1014
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2023
Komende maanden werk ik samen met gemeenten, corporaties en andere betrokkenen aan
de opschaling van de lokale isolatieaanpak en de opschaling van het aantal energiefixers
en energiefixteams. We gaan alles op alles zetten om voor het komend stookseizoen
zoveel mogelijk huizen van huishoudens in energiearmoede te laten bezoeken en verbeteren.
Vooruitlopend op de voorjaarsbesluitvorming stelt het kabinet 300 miljoen euro beschikbaar
in 2023 voor de lokale isolatie aanpak van gemeenten in de kwetsbare koop en voor
de opschaling van energiefixers en energiefixteams. Samen met de reeds beschikbare
budgetten is er daardoor in totaal 500 miljoen euro beschikbaar in 2023 voor deze
doeleinden, waarbij huishoudens actief worden benaderd en geholpen. In de eerste tranche
van de lokale isolatieaanpak zullen gemeenten daardoor hun plannen kunnen opschalen
naar de aanpak van ruim 200.000 slecht geïsoleerde woningen. Ik zal in deze brief
een toelichting geven op de versnelling van de aanpak energiearmoede gebouwde omgeving.
Tegelijkertijd werken we ook aan alle verschillende maatregelen uit het Programma
Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving, zodat in 2030 onze woningen en gebouwen
veel beter zijn geïsoleerd, de cv-ketel niet langer de standaard is, vrijwel iedereen
elektrisch kookt en we zelf meer duurzame energie opwekken.1
Ik zie er naar uit binnenkort weer met uw Kamer hierover te spreken in het Commissiedebat
Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving (Kamerstukken 32 847 en 32 813, nr. 911). Daarbij betrek ik ook graag de eerder door mij aan u gedane toezeggingen en de
stand van zaken met de uitvoering van door u ingediende en aanvaarde moties. Hieronder
vindt u daarvan een overzicht. Ik ga daarbij in op:
• Energiearmoede gebouwde omgeving
• Nationaal Warmtefonds
• Gebouwgebonden financiering
• Nationaal isolatieprogramma: lokale aanpak
• Isolatiecoalitie
• Verbeterjehuis.nl
• De evaluatie van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)
• De start van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW)
• Energieloketten
• Versnellingsagenda Verenigingen van Eigenaars
Aanpak Energiearmoede gebouwde omgeving
Op 22 februari jl. heeft de Minister van Financiën uw Kamer geïnformeerd over de verkenning
van instrumenten voor gerichte compensatie voor huishoudens die kwetsbaar zijn voor
hoge energieprijzen na 2023.2 Zoals in de brief is aangegeven zal het kabinet in de voorjaarsnota beslissen op
welke maatregelen wordt ingezet om het beleid tijdig te kunnen ontwikkelen voor invoering
in 2024. Vooruitlopend daarop wil het kabinet al enkele maatregelen voor de gebouwde
omgeving in gang zetten om op korte termijn een effect te bereiken. Het gaat daarbij
om de versnelde inzet van middelen uit het Nationaal Isolatieprogramma voor de lokale
aanpak door gemeenten en het opschalen van de inzet van energiefixers om huishoudens
in energiearmoede te helpen met energie besparen in hun woningen. Daarmee kunnen voor
de volgende winter al zoveel mogelijk kwetsbare huishoudens worden ondersteund.
Versnelling in de lokale isolatieaanpak
In 2023 versnel ik de inzet van 100 miljoen euro uit de middelen voor het Nationaal
Isolatieprogramma in het Klimaatfonds voor de lokale isolatie aanpak van gemeenten
voor structurele isolatiemaatregelen in de koopwoningen. Dit doe ik door middelen
voor het Nationaal Isolatieprogramma uit latere jaren naar voren te halen. Het totaal
beschikbare bedrag in 2023 stijgt daarmee tot ruim 230 miljoen. Gecombineerd met een
bedrag van 75 miljoen in 2024 dat ook voor deze plannen in de eerste tranche ingezet
wordt, vergroot ik hiermee op korte termijn het bereik van de lokale isolatie aanpak
van ongeveer 142.000 woningen naar ruim 200.000 woningen. De reeds gepubliceerde specifieke
uitkering zal ik hiertoe aanpassen. Gemeenten kunnen hierdoor meer middelen in de
eerste tranche van de lokale aanpak aanvragen.
Opschaling energiefixers en energiefixteams
De afgelopen jaren zijn energiefixers flink in opkomst. Ik zie dat ze de afgelopen
winter veel bewoners actief hebben benaderd en hen hebben geholpen om het energiegebruik
onder controle te krijgen en het wooncomfort te verbeteren. Met energiefixers bedoel
ik alle aanpakken van vrijwilligers tot professionals die bewoners van energieadvies
voorzien en kleine tot middelgrote maatregelen nemen. Veel gemeenten gebruiken nu
ook al de energiearmoedemiddelen die in 2022 zijn verstrekt om energiefixers te ondersteunen.
Ik deel met u het belang van fixteams en energiecoaches om energiearmoede bij kwetsbare
huishoudens te verminderen en de hoogte van de energierekening op korte termijn te
verlagen. Ik wil daar met de inzet van extra middelen een impuls aan geven en daarmee
invulling geven aan de moties met Kamerstuk 32 813, nr. 1092 (27 september 2022, Thijssen en Bromet) en Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 51 (23 november 2022, Thijssen en Erkens). Met de aanpak van energiefixers in combinatie
met het isolatieprogramma wordt invulling gegeven aan de oproep in de motie van de
leden Tijssen en Bromet (Kamerstuk 32 813, nr. 1093) om mensen actief te benaderen en praktische en administratieve zorgen rondom verduurzaming
bij mensen uit handen te nemen.
Ik stel voor de opschaling van energiefixteams 200 miljoen euro in 2023 beschikbaar
waarmee kwetsbare huishoudens in huur- en koopwoningen ondersteund kunnen worden.
De dekking hiervan vindt plaats door inzet van middelen uit de jaren 2023 en 2024
het budget voor het Nationaal Isolatieprogramma en een deel van de Prinsjesmiddelen
bestemd voor kwetsbare huishoudens. We zetten alles op alles om voor het komend stookseizoen
zoveel mogelijk huizen te laten bezoeken. Bij de uitwerking van de voorstellen zal
specifiek rekening worden gehouden met de kwetsbare huishoudens in de 20 focusgebieden
van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
Huurders ondersteunen bij uitoefenen initiatiefrecht
Met de motie van het lid Boulakjar (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 92) is verzocht om huurders van particuliere huurwoningen meer mogelijkheden en recht
op initiatief te geven om zelf een subsidievoorstel te doen, indien de verhuurder
zelf niks onderneemt op het gebied van vocht en tocht. Daarbij werd in de motie de
Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) genoemd als mogelijke
subsidiemaatregel. Tijdens het wetgevingsoverleg op 14 november 2022 gaf ik aan dat
ik geen mogelijkheden zag om huurders het recht te geven om zelf een subsidievoorstel
te doen zoals aangegeven in de motie. Wel zie ik de nodige mogelijkheden om huurders
te ondersteunen bij de uitoefening van hun wettelijk recht op initiatief door ondersteuning
via de gemeenten. Gemeenten kunnen daartoe de middelen voor de aanpak van energiearmoede
inzetten. Veel gemeenten richten zich immers al op ondersteuning van huurders. Dat
doen ze in het kader van armoedebestrijding, verduurzaming door inzet van zogenoemde
fixteams, en door de inzet van huurteams.
Het Nationaal Warmtefonds
Het Nationaal Warmtefonds biedt aantrekkelijke financiering voor woning-eigenaren.
Mede op uw verzoek is de afgelopen tijd gewerkt aan verdere verbetering van de voorwaarden,
vereenvoudiging van de aanvraagprocedure en het fonds is beschikbaar voor nieuwe doelgroepen.
Ik ben hier ook in mijn brief van 7 november 2022 op ingegaan.3
Het betreft de volgende verbeteringen:
• woningeigenaren met een laag inkomen krijgen financiering met 0% rente (over de hele
looptijd van de lening);
• woningeigenaren met een leeftijd van 75 jaar of ouder kunnen lenen;
• woningeigenaren zonder leenruimte kunnen een verantwoorde financiering4 tot 5.000 euro krijgen met 0% rente (over de hele looptijd van de lening) en de eerste
vijf jaar geen aflossing;
• langere looptijden zijn mogelijk gemaakt bij lagere leenbedragen;
• het minimum leenbedrag is verlaagd naar 1.000 euro;
• het volledig financieren van zonnepanelen is mogelijk gemaakt, ook als de woningeigenaar
geen andere verduurzamingsmaatregelen treft;
• niet alleen voor grote, maar ook voor kleine Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) is
financiering nu beschikbaar.
Sterke groei in het aantal aanvragen en verstrekkingen
Bovenstaande aanpassingen van het Warmtefonds (toevoeging van nieuwe doelgroepen en
verbeterde voorwaarden) en de hoge energieprijzen hebben in 2022 geleid tot veel grotere
aantallen aanvragen en verstrekkingen. In heel 2022 verstrekte het Warmtefonds bijna
11.000 nieuwe leningen aan woningeigenaren, met een hoofdsom van 150 miljoen euro.
Dat is ruim twee keer zoveel financieringen als in 2021. Het aantal aanvragen kende
een piek van bijna zesduizend in de maand november, toen de financiering met 0% rente
voor lage inkomens startte. Van 1 november 2022 tot 1 maart 2023 zijn de eerste 1.408
Energiebespaarleningen met 0% rente verstrekt. Het gaat om een totale hoofdsom van
ruim 13 miljoen euro. In dezelfde periode zijn 608 Energiebespaarleningen voor woningeigenaren
zonder leenruimte verstrekt met een hoofdsom van 2,8 miljoen euro.
VvE’s vroegen in 2022 bijna twee keer zo vaak financiering aan als in 2021. De verstrekkingen
aan VvE’s namen sterk toe, net als het gefinancierde bedrag (122 miljoen euro in 2022
ten opzichte van 33 miljoen euro in 2021). Sinds de introductie van financiering voor
kleine VvE’s op 1 december zijn de eerste twee leningen verstrekt met een totale hoofdsom
van 71.000 euro.
Vereenvoudiging en verbetering aanvraagproces
Het Warmtefonds werkt aan verdere vereenvoudiging van het aanvraagproces voor individuele
woningeigenaren om het krijgen van financiering voor verduurzaming te versnellen.
Afgelopen jaar is onderzoek gedaan naar de ervaringen van gebruikers. Op basis hiervan
heeft het Warmtefonds een aantal prototypes getest bij consumenten. Het Warmtefonds
gaat deze verbeteringen stapsgewijs doorvoeren. Voorbeeld is het aanbrengen van een
«knip» tussen financieel akkoord (kredietacceptatie) en verduurzamingsakkoord (aantonen
dat het geld gebruikt wordt voor verduurzaming). Hierdoor krijgen aanvragers eerder
terugkoppeling op hun aanvraag en weten ze sneller waar ze aan toe zijn.
Ook voor VvE’s is het Warmtefonds bezig met een vereenvoudiging van de aanvraagprocedure.
Hierdoor worden de administratieve inspanningen voor de VvE beperkt en neemt de doorlooptijd
af. Niet alleen is de VvE hierdoor sneller in staat de werkzaamheden uit te voeren,
de drempel voor het aanvragen en doorlopen van het financieringsproces wordt lager.
Een kortere doorlooptijd draagt bij aan het beperken van de onzekerheden over de uiteindelijke
investering, wat van belang is voor de besluitvorming binnen de VvE.
Verkenning ondersteuning woningeigenaren in een schuldhulptraject
Zoals aangegeven in mijn brief over het Nationaal Warmtefonds van 7 november 2022
informeer ik u tevens over het ondersteunen van woningeigenaren in een schuldhulptraject
bij verduurzaming van de eigen woning. U heeft mij gevraagd de mogelijkheden nader
te onderzoeken.
Er zijn nu al subsidiemiddelen beschikbaar, onder andere via het Nationaal isolatieprogramma
(NIP) en de aanpak energiearmoede, die gemeenten voor deze groep in kunnen zetten.
Op basis van gesprekken met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW),
de branchevereniging van financiële hulpverleners (NVVK) en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG), begrijp ik dat woningeigenaren in een minnelijk schuldhulptraject
daarnaast onder voorwaarden een financiering zouden kunnen krijgen. Gezien de hoge
energieprijzen vinden de betrokken partijen dit in beginsel een uitvoerbare en urgente
mogelijkheid. De NVVK bekijkt welke leden een pilot willen uitvoeren.
Subsidies zijn een belangrijk instrument om woningeigenaren in een schuldhulptraject
te helpen met verduurzamen. Zo is in de regeling specifieke uitkering voor gemeenten
in het kader van het NIP expliciet een uitzondering opgenomen waardoor er voor woningeigenaren
in een schuldhulptraject of met een bijstandsinkomen geen maximum subsidiebedrag is
opgenomen. Hiernaast hebben gemeenten sinds 2019 meerdere budgetten gekregen om verduurzamingsmaatregelen
aan te bieden zoals de Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW), de aanpak
energiearmoede en het Volkshuisvestingsfonds. Gemeenten kunnen zo mensen in de schuldhulpverlening
helpen, al dan niet via een wijkaanpak van de gemeente.
Naast de genoemde subsidiemogelijkheden kan financiering tegen aantrekkelijke voorwaarden
een interessante aanvullende optie zijn. Het aangaan van financiering is onder voorwaarden
ook mogelijk voor mensen in de minnelijke schuldhulpverlening. Verduurzamingsfinanciering
kan worden aangeboden als een specifieke sociale lening.5 Na overleg met de NVVK blijkt dat zij mogelijkheden zien, en willen inventariseren
onder kredietbanken of er belangstelling is voor een pilot. Verduurzaming van de woning
via financiering met zachte voorwaarden zorgt voor lagere energielasten en creëert
ruimte in de maandbegroting voor aflossing. Verduurzaming biedt het meeste perspectief
voor de woningeigenaar. Daarnaast biedt verduurzaming aan de schuldeisers perspectief
voor een stabiele en goed betalende klant. Met het Warmtefonds en de NVVK en hun leden
wordt daarom gekeken of een verantwoorde financiering beschikbaar kan worden gesteld
en onder welke voorwaarden. Het blijft van belang hierbij de specifieke situatie van
de woningeigenaar te bezien. Het gaat om een kwetsbare groep. Bij deze verkenning
zal ook gekeken worden naar de energiebespaarlening van het Warmtefonds voor mensen
zonder leenruimte, met betalen naar draagkracht, hertoetsing na vijf jaar en 0% rente.
De verkenning van financieringsopties vergt nader onderzoek en aanvullende gesprekken
met de betrokken partijen nodig. Ik kom hier in het najaar 2023 bij u op terug.
Gebouwgebonden financiering
Eind 2022 informeerde ik uw Kamer per brief over gebouwgebonden financierings- en
ontzorgingsconcepten.6 In deze brief schreef ik dat het kabinet het niet kansrijk acht om ruimte te creëren
in Europese regelgeving voor dergelijke initiatieven. De vaste Kamercommissie voor
Binnenlandse Zaken verzocht mij dit toe te lichten, dat doe ik hieronder.
Een aantal spelers in de energietransitie in de gebouwde omgeving pleit voor specifieke
gebouwgebonden financierings- en ontzorgingsconcepten. Zij beogen een gebouwgebonden
financieringslening zonder krediettoets, maar met een «woonlastenimpact-toets» (maandlast
maximeren op de verwachte besparing op de energierekening na verduurzaming van de
woning). Een dergelijke gebouwgebonden financieringslening aan consumenten kwalificeert
als een consumptief krediet. Daarom is de Richtlijn consumentenkrediet7 relevant. Over gebouwgebonden financiering in relatie tot de richtlijn consumentenkrediet
is uitvoerig met de Europese Commissie gesproken. Hierbij is gekeken naar zowel het
belang van consumentenbescherming als het belang van verduurzaming en de potentie
van gebouwgebonden financiering. De Europese Commissie wees erop dat de richtlijn
consumentenkrediet op bepaalde kredieten niet van toepassing is. Dan moet worden voldaan
aan voorwaarden, zoals het krediet aanbieden krachtens een wettelijke bepaling aan
een beperkt publiek met een doelstelling van algemeen belang. Deze voorwaarden gelden
voor het voorstel in mijn brief van november 2022. Mijn conclusie is daarmee dat de
richtlijn voldoende ruimte biedt voor een gebouwgebonden financieringsoplossing. Het
creëren van een extra uitzondering is daarmee niet nodig. De Raad van Ministers, de
Europese Commissie en het Europees Parlement hebben eind vorig jaar een voorlopig
politiek akkoord bereikt over de herziening van de richtlijn.
Nationaal isolatieprogramma: lokale aanpak
Programmatische aanpak isolatie
Begin 2022 heb ik het Nationaal Isolatieprogramma gepresenteerd. Het doel van dit
programma is om 2,5 miljoen woningen te isoleren in de periode tot en met 2030, met
de nadruk op de 1,5 miljoen slechtst geïsoleerde woningen. Een belangrijke actielijn
van dit programma is de lokale aanpak waarbij de isolatie van 750.000 slecht geïsoleerde
koopwoningen via gemeenten de doelstelling is. Vooral gezien de aanhoudend hoge energieprijzen
en de daardoor groeiende energiearmoede is het van belang om woningen met een lage
energetische kwaliteit versneld te isoleren. Daarom publiceerde ik op 2 februari 2023
de regeling specifieke uitkering voor isolatie van slecht geïsoleerde woningen in
het kader van de nationale isolatie aanpak (hierna: SPUK lokale aanpak isolatie).
Met de SPUK lokale aanpak isolatie kunnen gemeenten middelen aanvragen voor het isoleren
van koopwoningen of woningen van leden van een vereniging van eigenaren, wooncoöperaties
of woonverenigingen met energielabel D, E, F en G of een vergelijkbare energetische
staat. Voor de lokale aanpak is in totaal ruim 1 miljard euro8 beschikbaar die wordt verdeeld in drie tranches, in 2023, 2024 en 2025. Met de drie
tranches kunnen gemeenten aan de slag gaan en een grote bijdrage leveren aan het energiezuiniger
maken van de Nederlandse koopwoningvoorraad.
Programmatische aanpak van 200.000 woningen
Gemeenten kunnen sinds 1 maart een aanvraag indienen voor de middelen in de eerste
tranche van de SPUK lokale aanpak isolatie. Hierin is 206 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor in totaal 142.000 woningen. De beschikbare middelen in de SPUK lokale
aanpak isolatie zijn per gemeente gereserveerd en verdeeld op basis van het aantal
slecht geïsoleerde woningen in combinatie met inkomens met een risico op energiearmoede
binnen de betreffende gemeente. Per woning kan 1.460 euro worden aangevraagd. Deze
middelen kunnen door gemeenten naar eigen inzicht worden verdeeld over de te isoleren
woningen. Eén of meer isolatiemaatregelen (eventueel in samenhang met ventilatiemaatregelen)
moeten binnen drie jaar worden getroffen per woning in het aantal woningen waarvoor
de uitkering is verstrekt. Ook inzet op doe-het-zelf maatregelen en aansluiten bij
bewonersinitiatieven is hierbij mogelijk. Maximaal mag 4.000 euro per woning worden
ingezet, met uitzondering van woningen van eigenaar-bewoners die in aanmerking komen
voor een energietoeslag9, schuldhulpverlening, een schuldsaneringsregeling of die in een schuldsanering zitten.
Daar geldt geen maximum. Om te borgen dat de middelen terecht komen bij de eigenaren
die het het hardste nodig hebben, moet minimaal 80% van de woningen in de lokale aanpak
een WOZ-waarde onder het gemiddelde van de koopwoningen in de gemeente of een WOZ-waarde
onder de NHG-grens van 2023 hebben.
Middelen kunnen gecombineerd worden met Warmtefonds en ISDE
De SPUK lokale aanpak isolatie is te combineren met de landelijk beschikbare subsidies,
de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) of de Subsidieregeling
verduurzaming voor verenigingen van eigenaars (SVVE). Ook kan voor de (voor)financiering
gebruik gemaakt worden van het Nationaal Warmtefonds.
Over de voortgang van de lokale aanpak en het Nationaal Isolatieprogramma zal ik jaarlijks
rapporteren zoals de motie van het lid Grinwis c.s.10 verzoekt. Deze rapportage zal ik mee laten lopen in de rapportage van het Programma
Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving, die ik uw Kamer jaarlijks zal toesturen.
Isolatiecoalitie
Versnellingsagenda voor isolatiewerkzaamheden
In de motie van het lid Boulakjar (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 93) wordt verzocht om samen met Bouwend Nederland, de Aannemers-federatie Nederland
en andere stakeholders afspraken te maken om isolatiewerkzaamheden te prioriteren.
Met het beleidsprogramma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) en het
Nationaal Isolatieprogramma wat daar een belangrijk onderdeel van is, zet het kabinet
in op het isoleren van 2,5 miljoen woningen tot en met 2030. Met dit programma heeft
het kabinet isolatie topprioriteit gemaakt. De uitvoering vraagt om een aanzienlijk
hogere productiecapaciteit. «Mensen maken de transitie» is een samenwerkingsverband
van bouwbedrijven, installateurs, netbeheerders, en onderwijs- en onderzoeksinstellingen.
Zij hebben het initiatief genomen om op het thema isolatie met de relevante partijen
de «isolatiecoalitie» op te richten, en een gezamenlijke versnellingsagenda te ontwikkelen
om in de vraag te kunnen voorzien. De versnellingsagenda richt zich op optimalisatie
van de productiviteit en verdere standaardisatie. Doordat de agenda met de uitvoerende
partijen is opgesteld en wordt uitgewerkt, kunnen de acties direct aan de hand van
de praktijk worden getoetst en waar mogelijk al ingezet. Daarnaast wordt in het programma
Verbouwstromen de markt uitgedaagd en ondersteund om het aanbod op te schalen ten
behoeve van vraagbundeling en actieve matchmaking te realiseren. Hier wordt vanuit
de initiatiefnemers van de versnellingsagenda nauw mee samengewerkt. U ontvangt nog
een brief over innovatie en opschaling in de bouw.
Verbeterjehuis.nl
Meer dan 2 miljoen keer bezocht in 2022
Met deze website informeren we woningeigenaren over energiebesparende maatregelen.
Ik heb uw Kamer op 13 september 2022 geïnformeerd over de uitbreiding van www.verbeterjehuis.nl per oktober 2022.11 Hierbij heb ik uw Kamer geïnformeerd hoe het met verbeterjehuis voor iedereen makkelijk
te vinden is wat je in de eigen situatie het beste kan doen, zoals de motie van het
lid Nijboer verzocht.12 Zoals toegezegd op 3 juli 2020 heb ik de nodige bekendheid gegeven aan de site.13 Inmiddels heeft verbeterjehuis.nl een belangrijke rol bij alle communicatie en campagnes
van de rijksoverheid voor verduurzaming van woningen. In 2022 werd verbeterjehuis.nl
ruim 2,2 miljoen keer bezocht. Ten opzichte van 2021 is dit meer dan een verdubbeling.
Evaluatie Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)
Doeltreffend en doelmatig
Graag informeer ik u over de onafhankelijke evaluatie van het interbestuurlijke Programma
Aardgasvrije Wijken (PAW), conform de toezegging uit de brief Voortgang Programma
Aardgasvrije Wijken van 22 januari 2020.14Het doel van de evaluatie was om te onderzoeken of het PAW de beoogde effecten heeft
behaald (doeltreffendheid) en of dit op een doelmatige wijze is gebeurd.15 De evaluatie, die u als bijlage aantreft bij deze brief, is uitgevoerd door KWINK
Groep en Rebel en gaat in op het programma als geheel en op de drie sporen van het
programma: de proeftuinen, het Kennis- en Leerprogramma (KLP) en het beleidsspoor.
De hoofdconclusie luidt dat het PAW de beoogde effecten (doeltreffendheid) heeft behaald
en dat dit, over het algemeen, op een efficiënte wijze (doelmatigheid) is gebeurd.
Op enkele punten is ruimte voor verbetering, en in het rapport worden enkele aanbevelingen
gedaan met oog op de benodigde opschaling in het aardgasvrij maken van de gebouwde
omgeving.
Programmapartners tevreden, verdere verbeteringen noodzakelijk
Uit de evaluatie van het programma als geheel blijkt dat de doelen binnen het PAW
de afgelopen jaren zijn aangescherpt en dat het hoofddoel «leren» inmiddels breed
wordt herkend. De uitkomsten van de jaarlijkse monitoring van het programma resulteren
in producten en activiteiten, die door de gemeenten gewaardeerd worden. Het kost de
proeftuinen echter wel veel tijd om aan alle evaluaties en onderzoeken mee te werken.
De programmapartners, de Ministeries BZK en EZK, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen,
zijn tevreden over de organisatie, governance en bemensing van het PAW. Het vergroten
van de gelijkwaardigheid tussen de programmapartners zou wel beter passen bij het
leren over de aardgasvrije wijkaanpak (het Ministerie van BZK had een grote rol in
het programma als opdrachtgever en beleidsdepartement). Verder bleek dat het in de
praktijk niet meeviel om op basis van signalen aanpassing in bestaand beleid door
te voeren. Ten slotte kwam uit de evaluatie ook naar voren dat het PAW zich uitsluitend
richt op gemeenten (zoals bepaald bij de oprichting van het programma). Hiermee laat
het andere perspectieven onderbelicht, zoals bewonerscollectieven en woningcorporaties,
die worden genoemd als belangrijke mogelijkheden voor verbreding van de doelgroep.
Voor de bevindingen bij de drie sporen van het programma (de proeftuinen, het Kennis-
en Leerprogramma en het beleidsspoor) verwijs ik kortheidshalve naar het bijgevoegde
evaluatierapport.
Bewoners geven aardgasvrij wonen rapportcijfer 8,7
Graag wijs ik u in dit verband op een onlangs door TNO Publiek gefinancierd en uitgevoerd onderzoek naar bewonerstevredenheid onder de proeftuinen.16 TNO heeft in samenwerking met het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) onderzoek gedaan
naar de drijfveren en barrières van bewoners die de laatste stappen van de weg naar
aardgasvrij hebben doorlopen of bewust ervoor hebben gekozen niet over te gaan op
een aardgasvrije woning. Eigenaar-bewoners van proeftuinen die hun woning aardgasvrij
hebben laten maken, geven gemiddeld een 8,7 voor hun woning. Minder tevreden zijn
zij over de communicatie en het participatieproces. De resultaten van dit onderzoek
kunnen gebruikt worden door gemeentes die zich richting de uitvoeringsfase begeven
om een goede participatieaanpak met bewoners vorm te geven.
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW)
Nieuw nationaal programma ondersteunt alle gemeenten
Zoals aangekondigd in mijn brief aan Uw Kamer d.d. 13 september jl.17 zijn de kennis-, leer- en ontwikkelactiviteiten van het PAW en van het Expertise
Centrum Warmte (ECW) integraal opgegaan in het nieuwe Nationale Programma Lokale Warmtetransitie
(NPLW), dat zich met het oog op de benodigde opschaling richt op de ondersteuning
van álle gemeenten (en niet alleen meer de Proeftuin-gemeenten van het PAW).
Het NPLW ondersteunt gemeenten in hun regierol in de lokale warmtetransitie en bij
het versnellen en opschalen van de warmtetransitie. Dit draagt bij aan de opgave om
in 2030 1,5 miljoen woningen-equivalenten binnen de wijkaanpak onder de regie van
de gemeenten te verduurzamen en/of aardgasvrij te maken. Het NPLW is per 1 januari
2023 van start gegaan. Bij de opzet van het NPLW is het advies om stakeholders nauwer
te betrekken ter harte genomen. Aan het interbestuurlijke programma zijn behalve de
opdrachtgevers (BZK, EZK, VNG en IPO) ook Netbeheer Nederland, Aedes en de Unie van
Waterschappen nauw verbonden.
Sturing en eventueel bijsturing op het doelbereik voor 2030 en verder vindt plaats
via het Bestuurlijk overleg gebouwde omgeving op basis van informatie over voortgang
en eventuele knelpunten in beleid en uitvoering. In het voorjaar wordt u nader geïnformeerd
aan de hand van de jaarlijkse voortgangsrapportage van de proeftuinen en de voortgang
bij de uitvoering van de transitievisies warmte.
Energieloketten
Handreiking kwaliteit energieloketten behulpzaam
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat elke gemeente in Nederland over een onafhankelijk
energieloket beschikt. Een energieloket geeft informatie aan bewoners over verduurzaming
van hun woning. Zij spelen in toenemende mate een belangrijke rol in de uitvoering
van het gemeentelijk beleid bij de warmtetransitie en dit zal de komende jaren naar
verwachting niet verminderen. Mijn departement en de Vereniging Nederlandse Gemeenten
(VNG) hebben onderzoek laten doen naar energieloketten. Berenschot onderzocht de werking
van de loketten, de mate waarin de «handreiking kwaliteit energieloketten» wordt toegepast en in hoeverre de inhoud ervan goed aansluit bij de praktijk. Uit
het onderzoek blijkt dat deze handreiking voor de inrichting en uitwerking van een
energieloket voldoende handvatten biedt.18 Gemeenten en energieloketten zetten dit instrument in bij het vaststellen van hun
overeenkomst. Ook blijkt dat de handreiking goed bekend is bij energieloketten, maar
minder bij gemeenten. Er is daarnaast meer duidelijkheid gewenst over de status van
de handreiking.
Variatie in vorm energieloketten
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een enquête onder gemeenten en energieloketten.
Daaraan hebben 68 gemeenten en 28 verschillende energieloketten, actief in 287 gemeenten,
deelgenomen. Er is veel variatie in verschijningsvormen, maar er zijn ook veel overeenkomsten.
Ongeacht de organisatievorm is er sprake van een driehoeksrelatie tussen de gemeente,
het energieloket en de energiecoöperatie. Veel gemeenten kiezen ervoor om (een deel
van) de taken van het loket uit te laten voeren door landelijk opererende partijen.
In verschillende gemeenten is ook een lokale organisatie ingericht door de gemeente
zelf of door een energiecoöperatie. Zowel voor gemeenten als voor (kleinere) energieloketten
is de omvang, continuïteit en kwaliteit van de bemensing een aandachtspunt. Er bestaan
zorgen of hiervoor voldoende mensen beschikbaar zijn. De verbeterpunten van het onderzoek
worden de komende maanden gebruikt om de handreiking aan te passen en zo de ondersteuning
aan burgers te verbeteren.
Voortgang versnellingsagenda verduurzaming VvE-gebouwen
Op 23 december 2022 heb ik een versnellingsagenda aangekondigd voor de verduurzaming
van gebouwen in beheer van Verenigingen van Eigenaars (VvE’s). In mijn brief hierover
aan uw Kamer19 benoemde ik vijf thema’s die ik zie als de kern van de versnellingsagenda: versnelling
grote VvE’s, ondersteunen van (vooral kleine) VvE’s met voorrang in kwetsbare wijken,
aanpassen besluitvorming van een VvE, verbetering informatievoorziening en ontzorging
en tot slot verbetering van financiële ondersteuning. Om tot een gedragen versnellingsagenda
te komen voeren we momenteel gesprekken met diverse belangenorganisaties, brancheorganisaties
en andere spelers. Zij zien deze vijf thema’s ook als de kern van de agenda. Vanaf
april gaan we daarom over deze thema’s gesprekken voeren met het veld. De uitwerking
van de versnellingsagenda verduurzaming van VvE-gebouwen ontvangt u in het tweede
kwartaal van 2023.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening