Brief regering : Stand van zaken Belastingdienst maart 2023
31 066 Belastingdienst
Nr. 1205 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2023
Op 23 maart aanstaande ga ik met uw Kamer in gesprek over de Belastingdienst in een
                  commissiedebat. Ook is uw Kamer uitgenodigd voor een werkbezoek bij de Belastingdienst
                  op 20 maart. Zoals toegezegd in mijn brief van 16 maart 2022 informeer ik uw Kamer
                  aanvullend op de eerder verzonden brieven voorafgaand aan het commissiedebat over
                  de voortgang op een aantal actuele en lopende onderwerpen. Deze zijn bijgevoegd als
                  bijlage 1. Over het jaarplan en de Stand van de uitvoering heeft uw Kamer feitelijke
                  vragen gesteld. De beantwoording van deze vragen is gedrukt onder Kamerstuk 31 066, nr. 1206.
               
Stand van zaken Belastingdienst
De Belastingdienst verwerkt 1 miljard euro aan belastinginkomsten per dag en vele
                  honderden miljoenen transacties per jaar. Het overgrote deel daarvan wordt verwerkt
                  zonder problemen. Door kundige medewerkers en door systemen die voor 99,9% zonder
                  problemen werken. We vinden dat allemaal vanzelfsprekend, maar dat is het niet. De
                  medewerkers van de Belastingdienst zetten zich iedere dag in om te zorgen dat alle
                  verschillende belastingen worden geïnd en aan Nederland worden teruggeven via publieke
                  voorzieningen zoals de zorg, het onderwijs of de infrastructuur.
               
De Belastingdienst werkt constant aan het verbeteren van de dienstverlening. Bijvoorbeeld
                  door de hulp aan burgers en ondernemers via loketten en steunpunten uit te breiden.
                  En via de uitbreiding van de eenvoudigere verkorte aangifte zet de Belastingdienst
                  meer in op ondersteuning vooraf zodat fouten in aangiften worden voorkomen. Er gaat
                  veel goed. Dat komt ook door de medewerkers van de Belastingdienst. Zij zetten zich
                  elke dag in voor alle Nederlanders die met uiteenlopende belastingvragen zitten over
                  hun situatie of bedrijf.
               
Om dit op een goede manier te kunnen blijven doen brengt de Belastingdienst de basis
                  op orde. Bijvoorbeeld door het ICT-landschap planmatig te moderniseren, en te zorgen
                  voor rust en stabiliteit. Zodat grote beleidswijzigingen in de nabije toekomst weer
                  mogelijk zijn. En door het behouden en opleiden van voldoende en deskundig personeel.
               
Om de basis van de organisatie op orde te krijgen is het van belang dat de ingezette
                  verbetertrajecten worden voltooid en ook de herstelwerkzaamheden zo goed en snel als
                  mogelijk worden afgerond. Zoals de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV), project vervolgingskosten
                  en het rechtsherstel box 3.
               
De afgelopen periode heb ik uw Kamer verschillende brieven gestuurd over de activiteiten
                  die de Belastingdienst uitvoert, de uitdagingen die er liggen en de ambities die de
                  Belastingdienst heeft voor de toekomst:
               
• In december heb ik uw Kamer geïnformeerd over de ambities van de Belastingdienst met
                        het jaarplan 2023. In het jaarplan is toegelicht welke activiteiten zijn gepland voor 2023 en hoe de
                        Belastingdienst invulling geeft aan de strategische prioriteiten uit de Meerjarenvisie
                        2020–2025.1
• Met de Stand van de uitvoering 2022 heeft de Belastingdienst knelpunten in de uitvoering zichtbaar gemaakt. De Stand
                        is gebaseerd op de signalen en knelpunten die zowel binnen als buiten de organisatie
                        zijn opgehaald. De Stand geeft aan waar de knelpunten zich voordoen en waar de Belastingdienst,
                        samen met beleid en politiek, werkt aan oplossingen.
                     
• Afgelopen maand heb ik uw Kamer geïnformeerd over het ICT-landschap van de Belastingdienst met een brief2 en een technische briefing op 21 februari door ambtenaren van de Belastingdienst.
                        Hierin heb ik aangegeven dat het van belang is om de Belastingdienst de ruimte te
                        gunnen om alle ingezette verbeteringen en essentiële moderniseringen succesvol en
                        volgens planning uit het Meerjarenportfolio (MJP) af te ronden.
                     
• Ten slotte heb ik uw Kamer op 9 maart jl. geïnformeerd over de terugbetalingen van
                        coronaschulden.3
Voor het dagelijks functioneren van de Belastingdienst en het realiseren van een wendbare
                  en toekomstbestendige organisatie is het van belang om samen met uw Kamer te spreken
                  over deze aan u gezonden onderwerpen. Over FSV en box 3 voer ik vanwege de aard van
                  de onderwerpen graag separate debatten met uw Kamer.
               
Stand van zaken actuele onderwerpen
In bijlage 1 bij deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van een
                  aantal openstaande onderwerpen. De onderwerpen zijn gestructureerd volgens de thema’s
                  van het jaarplan:
               
Onderwerp
Motie of toezegging
Thema I: Voor burgers en bedrijven
Fiscaal partnerschap Oekraïense ontheemden
n.v.t.
Solidariteitsbijdrage
Toezegging verslag te doen van de uitvoering van de tijdelijke solidariteitsbijdrage,
                              WGO Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage, 21 november 2022
                           
Thema II: Herstelwerkzaamheden
Ambtshalve proces
Toezegging de Kamer te blijven informeren over de verbeteracties in het ambtshalve
                              aanslagenproces, brieven van 31 januari1 en maart2 2022.
                           
Project Vervolgingskosten
Toezegging de Kamer te blijven informeren over de voortgang op het Project Vervolgingskosten,
                              brief 2 maart 2020.3
Project Invorderingsrente
Toezegging de Kamer te blijven informeren over de voortgang op het Project Invorderingsrente,
                              brief 19 februari 2021.4
Herstel multiplier
Toezegging de Kamer te informeren over de mogelijkheden voor herstel, brief 21 juni
                              2022.5
Verstrekking inkomensgegevens inzake scheefwonen
n.v.t.
Thema III: Wendbare en toekomstbestendige organisatie
Personeel, werving en opleiding
Toezegging aan dhr. Idsinga in de volgende Stand-van-zakenbrief een passage op te
                              nemen over het personeelsvraagstuk inclusief een uitsplitsing t.a.v. bijzondere groepen
                              specialisten (IT, vaktechnische Fiscale achtergrond) en benchmarks, (natuurlijke)
                              uitstroom van personeel en hoe personeel vast te houden), Commissiedebat Belastingdienst
                              2 september 2022.
                           
Invoeringstoets
Toezegging om begin 2023 invoeringstoetsen aan te bieden over enkele onderwerpen in
                              het Belastingplan 2022, behandeling Belastingplanpakket 2022 van 10 november 2021.
                           
Programma Herstellen, Verbeteren en Borgen
Toezegging de Kamer te blijven informeren over de voortgang van het programma HVB
                              via de stand-van-zakenbrieven, brief 15 december 2022.6
Waarborgenkader voor selectie-instrumenten
Toezegging de Kamer het waarborgenkader voor selectie-instrumenten toe te sturen,
                              plenair debat Fraudesignaleringsvoorziening van 13 september 2022.
                           
Onderzoek oud EH&I-producten
Toezegging een aanvullend extern onderzoek te laten doen om een volledig en onafhankelijk
                              getoetst beeld te krijgen van de mogelijke privacy implicaties in de processen bij
                              de afnemers van de oud EH&I-producten, voortgangsrapportage HVB van 30 mei 2022.7
Extern onderzoek werkwijze voormalig CAF
Toezegging de Kamer te informeren over de selectie van een externe partij voor het
                              onderzoek naar de werkwijze voormalig CAF, brief van 21 februari 2022.8
AVG-compliantie
n.v.t.
Wet Politiegegevens
Toezegging de Kamer nader te informeren over de te zetten stappen evenals over de
                              audit die nog plaatsvindt bij andere onderdelen van de Belastingdienst waarbij buitengewone
                              opsporingsambtenaren (BOA’s) werken die onder de Wpg vallen, brief van 30 januari
                              2023.9
Programma Fiscale Meldingen & Informatiestromen
Toezegging de Kamer te informeren over de nulmeting, de prioritering van processen,
                              het steekproefsgewijze onderzoek en het Programma Fiscale Meldingen & Informatiestromen
                              van de Belastingdienst, brief van 16 december 2022.10
Oplossen van onvolkomenheden Verantwoordingsonderzoek Algemene Rekenkamer
n.v.t.
X Noot
                     
1
Kamerstuk 31 066, nr. 986.
X Noot
                     
2
Kamerstuk 31 066, nr. 991.
X Noot
                     
3
Kamerstuk 31 066, nr. 603.
X Noot
                     
4
Kamerstuk 31 066, nr. 798.
X Noot
                     
5
Kamerstuk 35 927, nr. 134.
X Noot
                     
6
Kamerstuk 31 066, nr. 1145.
X Noot
                     
7
Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 1030.
X Noot
                     
8
Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1797.
X Noot
                     
9
Kamerstuk 31 066, nr. 1162.
X Noot
                     
10
Kamerstuk 31 066, nr. 1146.
Conclusie
In mei 2023 ontvangt u zoals gebruikelijk de Jaarrapportage Belastingdienst 2022,
                  waarin uw Kamer geïnformeerd wordt over de behaalde resultaten voor het jaar 2022.
                  Hierin zal ook worden ingegaan op de toezegging aan de heer Idsinga over boekenonderzoeken
                  en fraudebestrijdingsinitiatieven.
               
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken bij de Belastingdienst.
                  Op 23 maart ga ik graag met uw Kamer in gesprek. Daar ga ik graag met u in op de uitdagingen
                  die er spelen en de ambities voor de toekomst. Met dit debat kunnen we verder vormgeven
                  aan de samenwerking tussen politiek, beleid en uitvoering. De Belastingdienst zal
                  ook trialogen organiseren om samen met politiek en beleid verder te spreken over de
                  knelpunten die in de Stand van de Uitvoering naar voren zijn gekomen. Zo werken we
                  samen aan de realisatie van een wendbare en toekomstbestendige Belastingdienst.
               
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Bijlage 1 – Stand van zaken actuele onderwerpen en moties en toezeggingen
                  
Met deze bijlage informeer ik uw Kamer over verschillende lopende moties en toezeggingen,
                     en de stand van zaken op een aantal actuele onderwerpen. Zodoende ontvangt u voorafgaand
                     aan het Commissiedebat Belastingdienst de laatste stand van zaken op onderwerpen waar
                     uw Kamer eerder vragen over heeft gesteld, of waarover toezeggingen zijn gedaan. De
                     onderwerpen zijn ingedeeld volgens de thema’s van het jaarplan.
                  
I. Voor burgers en bedrijven
                  
a. Fiscaal partnerschap Oekraïense ontheemden
                  
De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een toestroom van Oekraïense ontheemden4 naar Nederland. Particuliere gasthuishoudens vangen een aanzienlijk deel van deze
                     ontheemden op. Dit kan leiden tot «fiscaal partnerschap» tussen een gastheer5 en een Oekraïense ontheemde en daar kunnen positieve en negatieve fiscale gevolgen
                     uit voortvloeien. Nadelen van het fiscaal partnerschap kunnen bijvoorbeeld zijn dat
                     de Nederlandse gastheer niet meer in aanmerking komt voor de inkomensafhankelijke
                     combinatiekorting of dat hogere drempelbedragen gaan gelden voor de giftenaftrek en
                     aftrek uitgaven voor specifieke zorgkosten.
                  
De Belastingdienst ontvangt bij de aangiftecampagne voor het jaar 2022 vragen over
                     het fiscale partnerschap als gevolg van het opvangen van Oekraïense ontheemden. Het
                     past in de consistente overheidsbrede ingezette lijn om in voorkomende gevallen de
                     negatieve gevolgen weg te nemen (zoals bij toeslagen en uitkeringen). Daarom zal ik
                     in die gevallen de negatieve gevolgen wegnemen via een wetswijziging. Vanwege de doorlooptijd
                     van een wetswijziging zal ik daarop vooruitlopen met een beleidsbesluit. De omvang
                     van de gevallen waarin nadelige gevolgen aan de orde zijn, lijkt in het geval van
                     Oekraïense ontheemden zeer beperkt vanwege de voorwaarden die gelden.
                  
Er is communicatie opgesteld door de Belastingdienst, onderdeel daarvan is een toelichtende
                     tekst in de aangifte Inkomstenbelasting bij de bestaande aangifteregel «fiscaal en
                     algemene berichtgeving op de website». Het is alleen mogelijk om de negatieve gevolgen
                     (vóór het opleggen van een aanslag) weg te nemen als belastingplichtigen zich bij
                     de inspecteur melden zodat die maatwerk kan bieden. Dit is een handmatig proces. De
                     Belastingdienst vindt het wenselijk om dit proactief te doen en in communicatie uit
                     te dragen dat eventuele negatieve fiscale gevolgen in geval van fiscaal partnerschap
                     tussen een gastheer en Oekraïense ontheemde worden weggenomen. Zij hebben daarmee
                     vroegtijdig zekerheid over hun financiële positie, in plaats van dat zij bij het ontvangen
                     van hun aanslag worden geconfronteerd met de gevolgen.
                  
b. Solidariteitsbijdrage
                  
Bij het WGO Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage van 21 november jl. (Kamerstuk 36 235, nr. 14) heb ik uw Kamer toegezegd verslag te doen van de uitvoering van de tijdelijke solidariteitsbijdrage.
                     De solidariteitsbijdrage geldt voor fossiele bedrijven met activiteiten in de ruwe
                     olie, aardgas, kolen en de raffinage van aardolie. Door middel van deze solidariteitsbijdrage
                     wordt het surplus aan winsten als gevolg van onvoorziene omstandigheden – die met
                     name zijn veroorzaakt door verstoringen op de markt in de aanloop naar en als gevolg
                     van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne – additioneel belast. De solidariteitsbijdrage
                     wordt geheven over het jaar 2022. De aangiften worden voorzien voor medio 2024, maar
                     de grondslag is (mede) afhankelijk van de vaststelling van de belastbare winsten Vpb
                     over de periode 2018–2022. In normale gevallen eindigt de aanslagtermijn Vpb voor
                     het belastingjaar 2022 eind 2026. Naar verwachting kan het daarom nog enige tijd duren
                     voordat hierover verslag gedaan kan worden.
                  
II. Herstelwerkzaamheden
                  
a. Ambtshalve proces
                  
Vanuit de Nationale ombudsman, de commissie praktische rechtsbescherming in belastingzaken
                     en een intern onderzoek van de Belastingdienst waren er signalen dat het ambtshalve
                     proces voor sommige mensen hard uitpakt. Het ambtshalve aanslagenproces wordt opgestart
                     als een belastingplichtige na herinnering en aanmaning nog steeds geen aangifte doet.
                     De Belastingdienst maakt dan een schatting van het inkomen op basis van de anderszins
                     beschikbare gegevens.6 Circa 78.000 mensen krijgen jaarlijks een ambtshalve aanslag. Ongeveer 31.000 mensen
                     maken bezwaar tegen de ambtshalve aanslag.7 In januari en maart 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stappen die worden
                     gezet om het ambtshalve aanslagenproces te verbeteren.8, 9 Hieronder informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van de acties en verbeteringen
                     in dit proces.
                  
• Er is in 2021 onderzoek gedaan naar de samenstelling en kenmerken van de groep burgers
                           die in het ambtshalve proces terechtkomt met als oogmerk om ze proactief te benaderen.
                           Vervolgens heeft een pilot plaatsgevonden rondom het aangifteverzuim, waarbij burgers
                           die nog geen aangifte Inkomensheffing (IH) 2021 hadden gedaan actief werden gebeld.
                           Ook jongeren werden actief benaderd met een SMS-service. Na evaluatie zijn de acties
                           uit deze pilot staand beleid geworden bij de directies Particulieren en Midden- en
                           Kleinbedrijf van de Belastingdienst. Jaarlijks zal via query’s worden onderzocht of
                           nieuwe doelgroepen ontstaan om proactief te benaderen.
                        
• Er heeft een steekproefsgewijs onderzoek plaatsgevonden op basis van een aantal representatieve
                           opgelegde ambtshalve aanslagen. Het doel hiervan was om meer inzichtelijk te krijgen
                           of bij de vaststellingen van de ambtshalve aanslag binnen de grenzen van wet, jurisprudentie
                           en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is gebleven. In deze juridische analyse
                           zijn geen structurele onvolkomenheden geconstateerd.
                        
• Voor het opleggen van een ambtshalve aanslag dient een redelijke schatting te worden
                           gedaan. Sinds september 2022 worden nieuwe werkinstructies gebruikt voor het bepalen
                           van de redelijke schatting, waarbij beter rekening wordt gehouden met persoonlijke
                           situaties en omstandigheden. In 2023 wordt een nieuwe steekproef gedaan om na te gaan
                           of de acties ook de gewenste resultaten bieden. Dat wil zeggen: of er met de nieuwe
                           werkinstructies daadwerkelijk beter rekening wordt gehouden met persoonlijke situaties
                           en omstandigheden bij het maken van een redelijke schatting.
                        
• Er wordt nader onderzocht hoe meer maatwerk bij het opleggen van boetes bij een ambtshalve
                           aanslag gerealiseerd kan worden. Dit onderzoek wordt meegenomen in het algemene onderzoek
                           naar het verzuimboetesysteem, waar op dit moment een onderzoeksvoorstel voor wordt
                           uitgewerkt.
                        
• Het onderzoek naar onder andere mogelijke aanpassingen van beleid en wet- en regelgeving,
                           bijvoorbeeld de mogelijkheid van een ambtshalve teruggaaf, is afgerond. De voorgestelde
                           wetswijziging wordt meegenomen in de Fiscale verzamelwet 2025.
                        
b. Vervolgingskosten
                  
In de periode 2011 tot en met september 2020 is de vermindering van vervolgingskosten
                     niet altijd goed doorgevoerd. Dit betekent dat de kosten voor een aanmaning of een
                     dwangbevel niet consequent door de Belastingdienst zijn verlaagd bij een vermindering
                     van de belastingaanslag.10 Er is toegezegd om uw Kamer te informeren over de voortgang van het herstellen van
                     deze fout.11 In totaal betreffen het ca. 1,5 miljoen aanslagen waarbij de vermindering van vervolgingskosten
                     niet goed is doorgevoerd, waarvan meer dan 96% inmiddels hersteld is. Uit doelmatigheidsoverwegingen
                     is ervoor gekozen om aanslagen met minder dan € 750 aan vervolgingskosten generiek
                     te herstellen, wat betekent dat alle op de aanslag vermelde vervolgingskosten zonder
                     nadere beoordeling zijn verrekend of terugbetaald.
                  
De laatste 4% van de aanslagen hebben betrekking op eerder bij het herstel uitgevallen
                     aanslagen en op overledenen. De erven van deze overledenen worden geïnformeerd in
                     maart 2023, waarna de Belastingdienst overgaat tot administratieve afhandeling van
                     deze aanslagen. De financiële verwerking daarvan zal in de tweede helft van april,
                     wellicht op een beperkt aantal administratief lastige gevallen na, zijn verwerkt,
                     waarna het project kan worden afgerond. De doorlooptijd neemt met ca. 5 weken toe
                     vanwege een recent opgetreden damage en door een niet voorziene toestroom van te herstellen
                     aanslagen vanuit UHT bij de afdeling die de financiële verwerking verzorgt. Het project
                     Vervolgingskosten kan dus niet binnen eerder ingeschatte periode worden afgerond.
                     Over dit onderwerp vindt regelmatig overleg plaats met de Nationale ombudsman. In
                     2023 is voor het project Vervolgingskosten een bedrag van ca. € 19 miljoen nodig om
                     de resterende aanslagen te herstellen. De kosten van het project Vervolgingskosten
                     komen ten laste van de niet-belastingontvangsten op artikel 1 van de Rijksbegroting
                     Financiën.
                  
c. Invorderingsrente
                  
In de vorige stand van zakenbrief van 2 september 2022 is uw Kamer geïnformeerd over
                     de voortgang van het project Invorderingsrente. Bij dit project betreft het een vergelijkbare
                     problematiek als het project Vervolgingskosten, waarbij in sommige gevallen ten onrechte
                     invorderingsrente in rekening is gebracht. Na afronding van het project Vervolgingskosten
                     wordt het automatiseringssysteem waarmee de te herstellen aanslagen worden verwerkt
                     voorbereid en ingericht op het project Invorderingsrente. Hier is zes tot acht weken
                     voor nodig. Daarna kan het project Invorderingsrente starten. Daarbij dient een voorbehoud
                     te worden gemaakt vanwege het feit dat de Hoge Raad zich buigt over de vraag vanaf
                     welk moment vergoeding van wettelijke rente dient plaats te vinden. De uitspraak wordt
                     in augustus verwacht. Op dit moment wordt onderzocht of de start van het project in
                     april, gezien deze kwestie, opportuun is. Het voorbereidende werk voor dit project
                     zal wel al plaatsvinden.
                  
Het betreft ca. 270.000 aanslagen waar mogelijk herstel dient plaats te vinden. Naar
                     verwachting zal het benodigde budget voor het herstel van de aanslagen vanuit het
                     project Invorderingsrente ca. € 35–40 miljoen bedragen. De kosten van het project
                     Invorderingsrente komen ten laste van de niet-belastingontvangsten op artikel 1 van
                     de Rijksbegroting Financiën. Afronding van dit project wordt voorzien in het vierde
                     kwartaal 2023. Over de voortgang van dit herstel zal ik uw Kamer blijven informeren.
                  
d. Herstel multiplier
                  
De inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) kent een berekeningsmethode (multiplier)
                     voor het bepalen van de aftrek van giften aan culturele algemeen nut beogende instellingen
                     (ANBI). Op 21 juni 2022 is uw Kamer geïnformeerd dat de multiplier voor giften aan
                     culturele ANBI’s bij fiscale partners uit de Wet IB 2001 op basis van de juridische
                     interpretatie op onjuiste wijze wordt toegepast.12 Hierdoor zijn in het verleden jaarlijks ongeveer 1.500 belastingaanslagen op een
                     onjuist bedrag vastgesteld. Ook bent u geïnformeerd dat, mede gelet op de termijn
                     voor ambtshalve vermindering, wordt onderzocht op welke wijze de Belastingdienst de
                     multiplier voor de belastingjaren vanaf 2017 overeenkomstig een uitgevoerde juridische
                     analyse kan toepassen en dat daarbij ook wordt gewogen wat uitvoerbaar is.
                  
Het met terugwerkende kracht toepassen van de multiplier overeenkomstig de juridische
                     analyse zal op de volgende wijze worden uitgevoerd. Belastingplichtigen zullen als
                     onderdeel van het herstel een brief ontvangen waarin staat dat zij een bedrag krijgen
                     omdat in de jaren 2017 tot en met 2021 de aftrek van giften aan culturele algemeen
                     nut beogende instellingen (ANBI's) niet goed is toegepast voor fiscale partners. De
                     belastingplichtigen hoeven niets te doen. Omdat de komende maanden in het teken staan
                     van het herstel van box 3 en de aangiftecampagne 2022 kan dit herstel op zijn vroegst
                     plaatsvinden in september 2023.
                  
e. Verstrekking inkomensgegevens inzake scheefwonen
                  
Om scheefwonen tegen te gaan worden door de Belastingdienst sinds 1 maart 2013 op
                     verzoek aan verhuurders inkomensverklaringen inzake huurders afgegeven.
                  
Bij arrest van 16 december 2022 heeft de Hoge Raad kort gezegd geoordeeld dat art.
                     7:252a lid 3 BW zoals dat vóór 1 april 2016 luidde, geen duidelijke wettelijke verplichting
                     voor de Inspecteur van de Belastingdienst bevatte tot verstrekking van de inkomenscategorieën
                     van huurders aan verhuurders. Sinds 1 april 2016 is een wettelijke verplichting voor
                     verstrekking in de wet opgenomen.
                  
In het arrest heeft de Hoge Raad geen oordeel gegeven over de vraag of er schade is
                     geleden door de huurders en of de Staat gehouden is eventuele schade te vergoeden.
                     Tot op heden hebben ongeveer 7.300 personen zich bij de Belastingdienst gemeld met
                     een verzoek om schadevergoeding. De mogelijkheden van een proefprocedure worden momenteel
                     onderzocht waarin de nog openstaande juridische aspecten aan de orde kunnen worden
                     gesteld.
                  
III. Wendbare en toekomstbestendige organisatie
                  
a. Personeel
                  
De Belastingdienst wil nu en in de toekomst over voldoende, gemotiveerd en gekwalificeerd
                     personeel blijven beschikken, dit is ook benoemd als topprioriteit in het jaarplan
                     2023. De Belastingdienst werft actief met het oog op diversiteit van het personeel.
                  
De uitdagingen voor de Belastingdienst op het gebied van werving en selectie van personeel
                     zijn evident. De uitstroom van medewerkers wegens pensioengerechtigdheid en krapte
                     op de arbeidsmarkt vergen focus bij de Belastingdienst. Hieronder ga ik in op de personele
                     capaciteit, daarvoor in gang gezette acties en het toekomstperspectief.
                  
Ontwikkeling formatief kader en bezetting
De Belastingdienst is sinds 2018 met meer dan 3.000 fte netto gegroeid. Door de intensivering
                     van de dienstverlening en aanvullende opdrachten is ook de formatie gegroeid en zijn
                     meer medewerkers nodig om deze activiteiten te realiseren. Denk bijvoorbeeld aan de
                     uitbreiding van de capaciteit op het gebied van ICT, de Belastingtelefoon en Belastingdienst-steunpunten,
                     de uitvoering van nieuw beleid, maar ook de herstelwerkzaamheden voor box 3 en FSV.
                  
In de figuur hieronder is weergegeven hoe de formatie en de bezetting zich sinds 2018
                     hebben ontwikkeld.
                  
Figuur 1: Formatie en bezetting Belastingdienst 2018–2023
Op basis van de verwachte (natuurlijke) uitstroom en ontwikkeling van het formatief
                     kader stelt de Belastingdienst elk jaar een instroomdoel op, zodat helder wordt hoeveel
                     instroom er gerealiseerd dient te worden. Hiermee houdt de Belastingdienst de dienstverlening
                     op peil.
                  
In 2022 was er een instroomopgave van 2.200–2.400 fte. Uiteindelijk zijn in 2022 2.712 fte
                     ingestroomd. Door de verder toegenomen formatie is nog steeds sprake van onderbezetting
                     van 959 fte eind 2022. Voor 2023 is er een instroomopgave van 2.500–3.000 fte. Op
                     peildatum 1 maart jl. bedraagt de instroom in 2023 690 fte.
                  
Er wordt rekening gehouden met een toenemende pensioenuitstroom. In de periode 2023–2027
                     wordt er een uitstroom op basis van leeftijd13 van 3.770 fte verwacht. Een deel van de pensioenuitstroom zal Regeling Vervroegde
                     Uittreding14-gerelateerde uitstroom zijn. Ook neemt door de huidige competitieve arbeidsmarkt
                     de reguliere uitstroom verder toe. De arbeidsmarkt is momenteel aantrekkelijk voor
                     werknemers, waardoor mensen zich makkelijker en sneller verplaatsen. De toenemende
                     (pensioen)uitstroom leidt er mede toe dat de Belastingdienst zich nog meer inzet om
                     de kennis in de organisatie te borgen en de bezetting op peil te houden. Er wordt
                     bijvoorbeeld extra capaciteit ingezet om procesbeschrijvingen op orde te brengen.
                  
Toezegging specifieke functies en benchmark ICT
Aan de heer Idsinga heb ik in het vorige Commissiedebat (Kamerstuk 31 066, nr. 1112) toegezegd nader in te gaan op de werving van een aantal specifieke functies waarvan
                     de markten schaars zijn. Er is bij de Belastingdienst vooral een tekort aan ICT’ers,
                     dataspecialisten, accountants – financials, en fiscaal en juridische specialisten.
                     In de tabel hieronder is aangegeven per functie hoeveel medewerkers zijn aangetrokken
                     in 2022 en hoeveel posities momenteel open staan. De aantallen externe instroom in
                     2022 laten zien dat de Belastingdienst nog steeds in staat is om mensen van buiten
                     aan te trekken ondanks de competitieve arbeidsmarkt.
                  
Functies
Instroom in 2022
Openstaande posities1
                                    
ICT
412
373
Dataspecialisten
140
91
Accountants/financials
228
325
Fiscaal en juridisch
815
915
X Noot
                        
1
Openstaande posities op peildatum 8 maart. Het aantal open posities is het aantal
                           medewerkers dat op het moment van de peildatum wordt gezocht.
                        
Wel geldt dat de vacatures – met name op seniorniveau – voor deze groepen langer openstaan
                     en steeds moeilijker zijn in te vullen. Er wordt daarom meer gebruik gemaakt van centrale
                     wervingen (voor meerdere posities tegelijkertijd) en sourcing (i.c. het actief benaderen
                     van potentiële kandidaten). In 2022 zijn via sourcing 42 moeilijk vervulbare vacatures
                     ingevuld. In 2022 is gestart met referral-recruitment, waarbij Belastingdienstmedewerkers
                     mensen attenderen op vacatures bij de Belastingdienst. In totaal zijn in 2022 langs
                     deze weg 330 vacatures ingevuld.
                  
Specifiek voor een aantal ICT-functies is in 2022 een arbeidsvoorwaardenbenchmark
                     uitgevoerd door een extern bureau. Het blijkt dat de Belastingdienst een marktconform
                     salaris biedt voor junior functies. Er kan echter minder goed worden geconcurreerd
                     op het vlak van bonussen en andere financiële secundaire arbeidsvoorwaarden. De werk/privébalans
                     en opleidingsfaciliteiten bij de Belastingdienst zijn relatief beter dan bij andere
                     partijen. Uit het onderzoek blijkt echter dat de doorgroeimogelijkheden bij de Belastingdienst
                     voor ICT-functies beperkter zijn. De uitkomsten van het onderzoek worden meegenomen
                     in de verdere ontwikkeling van de (ICT) wervings- en opleidingsstrategie.
                  
Voor bijvoorbeeld junior ICT-functies wordt meer en succesvol ingezet op leer-werktrajecten
                     en traineeships. Zo leidt de Belastingdienst zelf medewerkers op door tech developmentships
                     (ICT-traineeships). Mede naar aanleiding van de benchmark worden ontwikkelpaden ingericht
                     voor ICT-functies om medewerkers door te ontwikkelen van junior naar medior en senior.
                     Voor talentvolle startende fiscalisten bestaat het Tax Talentprogramma.
                  
In de Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n) van 16 december jl. (Kamerstuk
                     31 311, nr. 246) is uw Kamer geïnformeerd over extern inhuur binnen het Rijk. Vanwege het tekort
                     aan ICT’ers schakelt de IV-organisatie van de Belastingdienst meer dan bij andere
                     onderdelen van de Belastingdienst in specifieke gevallen via tussenpersonen zzp’ers
                     in. Er is vrijwillig premie afgedragen voor die zzp’ers waarvoor een vermoeden bestaat
                     dat er sprake is van een dienstbetrekking, om uitholling van de sociale zekerheid
                     te voorkomen.
                  
Opleiding en ontwikkeling
De Belastingdienst is volgens onderzoek van Intelligence Group op dit moment één van
                     de favoriete publieke werkgevers in Nederland15 en het is mijn ambitie dat dit zo blijft. Om nieuwe collega’s aan te trekken stelt
                     de Belastingdienst talent steeds meer centraal en niet zozeer opleiding. Dit vereist
                     meer inspanning om nieuwe medewerkers startbekwaam te maken. In het wervings- en opleidingsproces
                     wordt de focus nog meer gelegd op het beter inwerken, begeleiden en opleiden van collega’s.
                  
De focus op de brede arbeidsmarkt leidt tot een structurele intensivering van inwerk-
                     en opleidingsinspanningen, waarvoor ook Werk aan Uitvoering middelen via het programma
                     Talentgericht Werven, Werken en Ontwikkelen16 worden ingezet. Deze inspanningen kunnen echter ook tijdelijk een negatieve impact
                     hebben op de productie. Het inwerken van nieuwe medewerkers kost namelijk tijd en
                     capaciteit die niet voor de reguliere productie kan worden ingezet.
                  
De Belastingdienst investeert in de ontwikkeling van medewerkers. Dit wordt onder
                     meer gedaan door het moderniseren van het bestaande opleidingsaanbod en het toekomstgericht
                     maken van nieuw aanbod. Om personeel te behouden wordt medewerkers (onder andere degenen
                     die net 100 dagen in dienst zijn) actief gevraagd naar hun ervaringen.
                  
De Belastingdienst neemt eventuele belemmeringen voor doorontwikkeling en doorstroom
                     weg. Zo is de driejarige verblijfsstermijn op de huidige functie en de diploma-eis
                     afgeschaft. Hierdoor kunnen medewerkers makkelijker naar een andere functie binnen
                     de Belastingdienst overstappen. De Belastingdienst kijkt actief naar het aanbieden
                     van een aantrekkelijke loopbaan voor schaarse medewerkers. Daarbij wordt ook gekeken
                     naar het belonen van medewerkers, zoals bijvoorbeeld bij de Belastingtelefoon waar
                     een hoger startsalaris en meer ontwikkelmogelijkheden en loopbaanperspectief wordt
                     geboden.
                  
Tot slot wordt medio 2023 Belastingdienst-breed de exitmonitor operationeel, zodat
                     er meer inzicht ontstaat in de vertrekredenen van medewerkers.
                  
Conclusie
Op 20 februari jl. heb ik de notitie «continuïteitsproblemen Belastingdienst 2019 en verder» uit 2018 aan uw Kamer gestuurd (Kamerstukken 31 066 en 26 643, nr. 1174). In mijn brief van 20 februari jl. ben ik ingegaan op de stand van het ICT-landschap.
                     Hierboven ben ik ingegaan op de personeelsopgave en vertrouw ik er op dat eventuele
                     vragen over de geschetste personeelsopgave in de notitie uit 2018 hiermee zijn beantwoord.
                  
Met de inzet van meerjarige personeelsplannen, de uitkomsten van arbeidsmarktonderzoek
                     en benchmarks én steeds stevigere inzet van meer, doorlopende en verschillende wervingsactiviteiten
                     anticipeert de Belastingdienst op zijn personeelsvraagstuk. De focus op de verbetering
                     van inwerk- en opleidingstrajecten en doorgroeimogelijkheden draagt bij aan de ambitie
                     om blijvend te beschikken over voldoende, vitaal en gekwalificeerd personeel. Zo realiseert
                     de Belastingdienst onder steeds moeilijkere arbeidsmarktomstandigheden nog steeds
                     forse instroom.
                  
Het personeelsvraagstuk is én blijft uitdagend. Ik heb uw Kamer al eerder geïnformeerd
                     dat personele capaciteit maar één keer kan worden ingezet. Daarom legt de Belastingdienst
                     met deze maatregelen de focus op het opleiden en behouden van voldoende en deskundig
                     personeel.
                  
b. Invoeringstoets
                  
De invoeringstoets richt zich op nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving en heeft
                     als doel om eerder, meer gestructureerd en beter in te kunnen spelen op signalen van
                     burgers, organisaties, bedrijven en de uitvoering over de werking van nieuwe wet-
                     en regelgeving in de (uitvoerings)praktijk. De invoeringstoets wordt Rijksbreed ingevoerd om beter te kunnen sturen
                     op beleid dat in de praktijk anders uitpakt dan beoogd. Tijdens de behandeling van
                     het Belastingplanpakket 2022 (BPP2022) is uw Kamer toegezegd om begin 2023 invoeringstoetsen
                     aan te bieden over enkele onderwerpen in het Belastingplan 2022. Naar aanleiding van
                     deze toezegging is in de oefenfase van het project invoeringstoets in een vroeg stadium
                     een onderwerpselectie gemaakt. In de aanbiedingsbrief bij het Belastingplanpakket
                     2023 (BPP2023) (Kamerstuk 36 202, nr. 6) is toegelicht welke zes onderwerpen uit het BPP2022 zijn geselecteerd voor een invoeringstoets
                     en op welk moment de invoeringstoetsen naar verwachting gereed zijn. De eerste invoeringstoets
                     zal in april 2023 worden afgerond en in de eerstvolgende stand-van-zakenbrief volgend
                     op het gereedkomen van de invoeringstoets worden meegezonden.
                  
Tijdens de voorbereidingswerkzaamheden van de zes invoeringstoetsen is echter gebleken
                     dat het onderwerp «Verduidelijking dat de bpm is bedoeld voor motorrijtuigen die van de weg gebruik
                        maken» niet geschikt is voor een invoeringstoets. Dit onderwerp betreft een verduidelijking
                     van een bestaande regeling en niet zozeer een nieuwe of gewijzigde wet of regeling.
                     Hierdoor is de verwachting dat de signalen die kunnen worden opgehaald via extern
                     onderzoek onder de doelgroep zeer beperkt zijn en niet over de verduidelijking van
                     de regeling zullen gaan, maar juist over de bestaande regeling. Dit geeft ruis in
                     de resultaten en daardoor kunnen de centrale vragen van de invoeringstoets niet zuiver
                     worden beantwoord. Er zal daarom geen invoeringstoets worden uitgevoerd op dit onderwerp.
                     Er zal een alternatief onderwerp worden geselecteerd dat hiervoor in de plaats komt.
                     Uw Kamer wordt hierover in de volgende stand-van-zaken-brief geïnformeerd.
                  
Inmiddels is binnen de Belastingdienst een afwegingskader vastgesteld voor het selecteren
                     van onderwerpen voor een invoeringstoets. Door hiermee ervaring op te doen verwacht
                     de Belastingdienst in de toekomst steeds beter en doeltreffender de onderwerpselectie
                     te kunnen doen. Het afwegingskader zal voor het eerst worden toegepast voor de onderwerpselectie
                     van invoeringstoetsen voor 2024 en daarna worden geëvalueerd. U vindt het afwegingskader
                     in bijlage.
                  
c. Herstellen, Verbeteren en Borgen
                  
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang op enkele acties uit het programma
                     Herstellen, Verbeteren en Borgen (HVB) waarmee verbeteringen zijn ingezet in het gebruiken
                     van gegevens en de waarborgen in het toezicht. Het programma wordt in maart 2023 afgerond.
                     De nog openstaande werkzaamheden worden bij de meest verantwoordelijke directie belegd.
                     Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 15 december17 zal ik uw Kamer niet meer separaat informeren maar dit onderwerp meenemen in de stand-van-zakenbrieven.
                     Over de voortgang op de verschillende onderzoeken naar problemen uit het verleden
                     en het herstelbeleid FSV zal ik uw Kamer nader informeren voorafgaand aan het Commissiedebat
                     Fraudesignaleringsvoorziening op 25 mei.
                  
Waarborgenkader voor selectie-instrumenten
Een van de verbeterpunten van het programma HVB is het maken van een kader voor de
                     Belastingdienst, Toeslagen en Douane waarin waarborgen zijn opgenomen voor het gebruik
                     van selectie-instrumenten. In de voortgangsrapportage HVB die op 30 mei 2022 naar
                     uw Kamer is gestuurd, is aangegeven dat het waarborgenkader zich in de fase van bestuurlijke
                     besluitvorming bevond. Omdat de Belastingdienst, Toeslagen en Douane verschillende
                     organisaties zijn en verschillende processen en werkstromen kennen, heeft ieder organisatieonderdeel
                     een verkenning uitgevoerd in welke al dan niet aangepaste vorm het gezamenlijk opgestelde
                     waarborgenkader kan worden vastgesteld voor het eigen organisatieonderdeel. Deze verkenning
                     is afgerond. Het waarborgenkader voor selectie-instrumenten voor de Belastingdienst
                     is gereed en bied ik graag aan uw Kamer aan als bijlage.
                  
Het waarborgenkader heeft als doel de rechtmatigheid en de transparantie van de risicoselectie
                     (beter) te kunnen garanderen. Selectie-instrumenten in welke vorm dan ook moeten voldoen
                     aan wet- en regelgeving, waaronder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
                     Daar hoort bij dat selectie-instrumenten onderbouwd worden en uitlegbaar zijn in het
                     licht van het doel waarvoor ze worden ingezet. In het waarborgenkader is onder meer
                     uitgewerkt hoe de beginselen van de AVG bij de toepassing van selectie-instrumenten
                     geborgd worden. De bepalingen dragen bij aan het verantwoord gebruiken van gegevens
                     waaronder de proportionele verwerking van gegevens. Deze transparantie draagt bij
                     aan het verantwoordingsbeginsel (aantoonplicht) dat in de AVG is opgenomen. Bij het
                     maken van het waarborgenkader is onder meer gebruik gemaakt van de kennis en ervaringen
                     van vergelijkbare overheidsorganisaties en van aanbevelingen van de Audit Dienst Rijk
                     (ADR) op de conceptversie.
                  
Dit waarborgenkader is daarmee ook een belangrijke stap in de implementatie van het
                     mensenrechtelijk toetsingskader voor risicoprofielen van het College voor de Rechten
                     van de Mens. Met het gereedkomen van het waarborgenkader is het verbeterpunt nog niet
                     afgerond. Het is een uitgebreid kader en de implementatie daarvan is complex in een
                     grote organisatie. Ook zal in de praktijk moeten blijken of het kader verduidelijking
                     of aanpassing behoeft, of waar zich knelpunten in de uitvoering voordoen. De Belastingdienst
                     is gestart met een traject om tot een gedegen implementatie te komen. Dit zal gefaseerd
                     plaatsvinden. De eerste stap heeft als doel om met de betrokken directies gezamenlijk
                     een of twee pilots te initiëren die uitgevoerd worden in 2023, zodat eerst op kleinere
                     schaal ervaring opgedaan wordt met het kader en een scherper zicht ontstaat op de
                     impact op reguliere processen en de in te vullen randvoorwaarden voor de implementatie.
                     De resultaten uit de pilots worden vervolgens gebruikt, om eind 2023 voor de Belastingdienst
                     een breed gedragen implementatieplan inclusief tijdpad opgesteld te hebben voor het
                     waarborgenkader.
                  
Onderzoek oud EH&I-producten
KPMG heeft onderzoek gedaan bij oud-EH&I-producten (producten van de voormalige afdeling
                     Expertise en Handhaving Intelligence) bij de Belastingdienst, o.a. naar de naleving
                     van de AVG. Dat onderzoek heb ik op 25 november 2021 aan uw Kamer gestuurd.18 In de voortgangsrapportage HVB van 30 mei 202219 heb ik uw Kamer toegezegd een aanvullend extern onderzoek te laten doen om een volledig
                     en onafhankelijk getoetst beeld te krijgen van de mogelijke privacy implicaties in
                     de processen bij de afnemers van de oud EH&I-producten met name de mogelijk hoog risicovolle.
                     Dat onderzoek is uitgevoerd en het rapport treft u aan in bijlage.
                  
In dit rapport wordt de conclusie getrokken dat er in de informatie-uitwisseling toentertijd
                     tussen EH&I en de afnemende dienstonderdelen geen sprake was van tot individuele belastingplichtigen
                     herleidbare gegevens. Daarom wordt er geconcludeerd dat bij het delen van onderzochte
                     fenomenen er noch sprake was van verwerking van gegevens in strijd met de AVG, noch
                     van anderszins onzorgvuldige behandeling van individuele belastingplichtigen. Hiermee
                     is dit onderzoek afgerond.
                  
Extern onderzoek werkwijze voormalig CAF
In mijn brief van 25 januari jl. heb ik uw kamer laten weten het wenselijk te achten
                     dat er volledige duidelijkheid komt over de onderzoeken en werkwijze van het voormalig
                     Combiteam Aanpak Facilitators (CAF). En daarom het door mijn ambtsvoorganger toegezegde
                     onderzoek extern uit te besteden.20 In mijn brief van 21 februari 202221 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het externe onderzoek als een partij
                     hiervoor was geselecteerd. In februari 2023 is het externe onderzoek naar de werkwijze
                     van het voormalig Combiteam Aanpak Facilitators gestart. Dit wordt uitgevoerd door
                     KPMG naar aanleiding van een gunning. Het doel van dit onderzoek is om duidelijkheid
                     te geven over de onderzoeken en werkwijze van het voormalig CAF.
                  
Het onderzoek wordt uitgevoerd als extern en onafhankelijk onderzoek. KPMG heeft toegang
                     tot voor het onderzoek noodzakelijke informatie en kan interviews houden met (oud-)medewerkers
                     die betrokken zijn geweest bij het voormalig CAF. De (oud-)medewerkers zijn niet verplicht
                     daaraan mee te werken. Er wordt een begeleidingscommissie ingesteld die bestaat uit
                     interne en externe experts, vanuit fiscaal toezicht, de academische wereld en de rechterlijke
                     macht. KPMG en de opdrachtgever kunnen advies vragen aan deze begeleidingscommissie.
                  
Het onderzoek bestaat uit twee delen. Het eerst deel van het onderzoek richt zich
                     op het vaststellen van de werkwijze van het voormalig CAF. In het tweede deel zal
                     door middel van een toetsingskader het dossieronderzoek worden uitgevoerd. De planning
                     is om het onderzoek op 1 juni 2023 af te ronden, waarna de eindrapportage met uw Kamer
                     zal worden gedeeld.
                  
d. AVG-compliantie
                  
Afgelopen jaren zijn er vele activiteiten uitgevoerd bij de Belastingdienst m.b.t.
                     het voldoen aan de AVG. Daarbij is ten eerste het bewustzijn van de medewerkers voor
                     het zorgvuldig gebruiken van gegevens van belang. Om dit bewustzijn te vergroten,
                     moeten alle medewerkers een «online security awareness game» doen. Inmiddels heeft ruim 85% van de medewerkers dit gedaan. Komende jaren zal regelmatig
                     een nieuwe versie van de game worden ontwikkeld die door alle medewerkers wordt doorlopen. Ook wordt privacy en
                     gegevensbescherming in 2023 een vast, verplicht onderdeel van het opleidingsprogramma
                     van nieuwe medewerkers in de uitvoering.
                  
Met het actieplan «Privacy op orde», opgesteld voor het beleidsdepartement, Belastingdienst,
                     Douane en Toeslagen, is de privacyorganisatie versterkt. Er wordt een nulmeting gedaan
                     om de volwassenheid van de organisatie te bepalen. Ook is, naast de bestaande structuur
                     voor fiscaal recht, een vaktechnische structuur voor privacyrecht ingericht. De bemensing
                     hiervan vindt momenteel plaats. Per 1 januari 2023 zijn circa 50 extra medewerkers
                     inzetbaar voor het uitvoeren van privacy-gerelateerde werkzaamheden op verschillende
                     plekken in de organisatie van de Belastingdienst.
                  
Nieuwe processen en systemen worden beoordeeld op voldoen aan de vereisten van AVG,
                     Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en Archiefwet voordat zij worden geïmplementeerd.
                     Nieuwe processen zijn dus AVG-compliant. Daarnaast moeten ook de al bestaande processen
                     hierop worden beoordeeld. De Belastingdienst heeft honderden vitale bedrijfsprocessen,
                     dat maakt dit een omvangrijke actie. In de afgelopen jaren zijn de randvoorwaarden
                     hiervoor ingevuld: de privacy-organisatie is versterkt, de processen in kaart gebracht,
                     ondersteunende capaciteit vrijgemaakt en er is geïnvesteerd in opleiding en awareness.
                  
De bedrijfsprocessen bestaan uit verschillende werkprocessen. In 2021 en 2022 zijn
                     deze werkprocessen op orde gebracht met het programma Administratieve Organisatie
                     en Interne Controle (AO/IC). Dit is een basis voor het kunnen toetsen van de bedrijfsprocessen
                     als geheel op AVG-compliantie. Gezien het grote aantal processen kost de beoordeling
                     van alle processen tijd en capaciteit, zowel binnen de uitvoering als bij de ICT-organisatie.
                     Dit is geprioriteerd in het meerjarenportfolio 2023–2027, zodat hier capaciteit voor
                     is. De toetsing van de bedrijfsprocessen loopt op dit moment. In 2022 zijn de processen
                     met hoog risico voor burgers en bedrijven getoetst en wordt ook bij de verdere beoordeling
                     voorrang gegeven aan het toetsen van processen op basis van risico en impact. De ambitie
                     is dat per 1 januari 2025 de meest kritische bedrijfsprocessen zijn getoetst. Er wordt
                     een dashboard gemaakt om in 2023 een overzicht van de voortgang van de AVG-compliantie
                     te hebben en dit te kunnen monitoren. Ik zal uw Kamer over de voortgang op dit onderwerp
                     blijven informeren.
                  
Er lopen aanvullend nog verschillende andere activiteiten om te voldoen aan de vereisten
                     uit het gegevensbeschermingsrecht (zoals de AVG en de Wet politiegegevens). Het gaat
                     onder andere om het actualiseren van het register van de verwerkingsactiviteiten en
                     het opstellen en kwalitatief verbeteren van gegevensbeschermingseffectbeoordelingen
                     (i.e. data protection impact assessments; DPIA’s).
                  
De Adviescommissie Analytics is gevormd en de leden worden binnenkort bekend gemaakt.
                     De commissie is een onafhankelijke commissie die gevraagd en ongevraagd advies geeft
                     over actuele analytics-vraagstukken. De adviezen van de Adviescommissie Analytics
                     zullen in de praktijk leiden tot een kritische blik van buiten op het gebruik van
                     analytics.
                  
Er lopen tegelijkertijd verschillende onderzoeken naar de naleving van de AVG door
                     de Belastingdienst. De functionaris voor gegevensbescherming van het Ministerie van
                     Financiën heeft de ADR gevraagd een vraaggestuurd onderzoek uit te voeren naar de
                     naleving van de AVG bij de Belastingdienst. Daarnaast voert de ADR als wettelijke
                     taak een Rijksbreed onderzoek uit naar de AVG. De Belastingdienst zal de bevindingen
                     van de onderzoeken gebruiken om de naleving van de AVG te verbeteren.
                  
e. Wet politiegegevens (Wpg)
                  
Op 30 januari jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de Wpg-audit
                     (privacy audit) die de ADR heeft uitgevoerd bij Bureau Economische Handhaving (BEH)
                     van de Belastingdienst.22 In deze brief heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de te zetten stappen
                     evenals over de audit die nog plaatsvindt bij andere onderdelen van de Belastingdienst
                     waarbij buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s) werken die onder de Wpg vallen.
                     Ik zal uw Kamer hierover via de stand-van-zakenbrieven blijven informeren.
                  
Vervolgstappen Wpg-audit BEH
Ik heb aangegeven dat BEH zich herkent in de geconstateerde tekortkomingen en alle
                     aanbevelingen met grote urgentie oppakt. Dit heeft er inmiddels toe geleid dat er
                     een plan van aanpak is opgesteld met alle maatregelen op korte, middellange en lange
                     termijn die op dit moment in zicht zijn. Een groot deel van de maatregelen is inmiddels
                     opgestart. Het plan van aanpak zal continu geüpdatet worden en wordt momenteel omgevormd
                     tot het wettelijk verplichte verbeterrapport.
                  
Het plan van aanpak laat zien dat volledig voldoen aan de Wpg om verschillende maatregelen
                     vraagt waar veel onderlinge afhankelijkheid tussen zit. Ook laat het plan van aanpak
                     zien dat een deel van de maatregelen niet eerder dan eind 2025 volledig en aantoonbaar
                     zal zijn gerealiseerd. Dat laatste houdt verband met Wpg-specifieke eisen die uitsluitend
                     met behulp van IT-ondersteuning zijn op te lossen.23 De aanschaf of ontwikkeling van een ondersteunend systeem dat voorziet in de specifieke
                     verplichtingen uit de Wpg is een grote opgave. Wat de aanschaf of ontwikkeling van
                     een ondersteunend systeem extra complex maakt en qua doorlooptijd verlengt, is dat
                     het indien mogelijk ook gelijktijdig een oplossing moet bieden voor de Wpg-informatie
                     die de Belastingdienst in zijn reguliere processen bij andere onderdelen verwerkt.
                     De privacy-audit op deze verwerkingen loopt. Op dit moment worden ook opties voor
                     een overbruggingsoplossing en mogelijkheden voor versnelling in het voortbrengingsproces
                     onderzocht.
                  
Wpg-audit andere onderdelen Belastingdienst
De ADR voert in maart 2023 de privacy audit uit voor andere onderdelen van de Belastingdienst
                     waar BOA’s werken die onder de Wpg vallen. De Belastingdienst heeft eind januari jl.
                     een plan van aanpak opgesteld waarin de inventarisatie van de processen in het kader
                     van de Wpg, en ondersteuning van de uit te voeren Wpg-audit door de ADR voorzien is.
                     De inventarisatie zal medio maart 2023 gereed zijn. Naar verwachting zal de ADR in
                     het tweede kwartaal van 2023 over de uitkomsten van de audit rapporteren. Het tweede
                     gedeelte van dit plan van aanpak voorziet in het opstellen van een verbeterplan (aanvang
                     april 2023) met te implementeren verbetermaatregelen voor de directies Particulieren,
                     Midden- en Kleinbedrijf en Grote Ondernemingen. Ik zal uw Kamer en de Autoriteit Persoonsgegevens
                     het rapport na afronding van de audit toesturen en uw Kamer met de stand van zakenbrieven
                     over de voortgang op dit onderwerp blijven informeren.
                  
f. Programma Fiscale Meldingen & Informatiestromen
                  
In de Kamerbrief van 16 december 202224 heb ik toegezegd u te informeren over de nulmeting, de prioritering van processen,
                     het steekproefsgewijze onderzoek en het Programma Fiscale Meldingen & Informatiestromen
                     van de Belastingdienst.
                  
De Belastingdienst handhaaft het naleven van fiscale wet- en regelgeving. Hiertoe
                     verwerkt de Belastingdienst onder meer externe en interne meldingen, om te beoordelen
                     of deze mogelijk fiscaal relevant zijn. Na het uitzetten van FSV in februari 2020
                     is besloten verschillende soorten signalen voorlopig niet te behandelen. Zoals mijn
                     voorganger op 28 april25 en 10 juli 202026 schreef, betekent dit niet dat er geen enkel signaal meer wordt verwerkt. Zo selecteert
                     de FIOD de strafrechtelijk relevante signalen om deze te onderzoeken. Verder gaat
                     bijvoorbeeld het programma Verhuld Vermogen door. Bovendien houdt de Belastingdienst
                     ook zonder signalen toezicht, bijvoorbeeld via reguliere controles en steekproeven
                     bij aangiftes van burgers en ondernemers.
                  
In de brief aan uw Kamer van december 2022 is aangekondigd dat een programma gaat
                     starten om de signaalprocessen op te starten. Dit programma is in februari 2023 van
                     start gegaan. Het programma heeft als doel het zo spoedig mogelijk herstarten van
                     geprioriteerde informatiestromen waarin meldingen worden ontvangen, die als gevolg
                     van het stopzetten van FSV zijn stilgelegd.
                  
Hierbij is het nodig om verder te definiëren wat er onder meldingen en de bijbehorende
                     informatiestromen wordt verstaan, zodat op korte termijn een blauwdruk kan ontstaan
                     om stromen op te starten.
                  
In februari 2023 is gestart met de «nul-meting», te weten het in kaart brengen van
                     de afzonderlijke Belastingdienstbrede informatiestromen, de zowel stilgelegde als
                     de doorlopende, waar meldingen binnenkomen die mogelijk fiscaal relevant zijn.
                  
Vervolgens zal per informatiestroom nagegaan worden wat de benodigde waarborgen zijn
                     zodat de gegevensbescherming van burgers en bedrijven gegarandeerd wordt. Zoals aangegeven
                     in de eerdergenoemde brief wordt prioriteit gegeven aan de informatiestromen vanuit
                     overheidspartners. Mede omdat deze meldingen al door een deskundige instantie onderzoekswaardig
                     zijn bevonden voor de Belastingdienst en deze mogelijk een hoge fiscale relevantie
                     kennen. Voorbeelden zijn meldingen van Justitie en Veiligheid en opsporingsdiensten.
                  
Begin 2023 is een steekproefsgewijs onderzoek gestart om inzicht te verkrijgen in
                     de (fiscale) relevantie van de signalen die niet zijn opgepakt. Dit onderzoek is ondersteunend
                     aan de beslissing wat er met de voorraad onbehandelde fiscale meldingen dient te gebeuren
                     als de behandelingen van deze meldingen weer wordt hervat.
                  
Ik zal u in de brief die ik u medio mei stuur ter voorbereiding van het FSV-debat,
                     nader informeren over het onderzoek. In deze brief zal ik u ook nader informeren over
                     het programma Fiscale Meldingen & Informatiestromen en zal ik met uw Kamer in gesprek
                     gaan over de genoemde onderwerpen tijdens het geplande FSV debat in mei.
                  
g. Oplossen van onvolkomenheden Verantwoordingsonderzoek Algemene Rekenkamer
                  
De Algemene Rekenkamer (AR) heeft in het Verantwoordingsonderzoek 2021 van het Ministerie
                     van Financiën en Nationale Schuld zes onvolkomenheden en twee aandachtspunten toegekend
                     aan de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft zich ingezet om de interne beheersing
                     in opzet, bestaan en werking op orde te brengen. De focus was om zoveel mogelijk onvolkomenheden
                     en aandachtspunten in 2022 weg te werken. De Algemene Rekenkamer werkt momenteel aan
                     het Verantwoordingsonderzoek over 2022. Het is nog niet bekend of, en zo ja welke
                     onvolkomenheden en aandachtspunten definitief zijn opgelost.
                  
De inspanningen hebben ertoe geleid dat voor de onvolkomenheden en aandachtspunten
                     in opzet en bestaan duidelijke verbetering waarneembaar is. Voor de onvolkomenheden
                     managementinformatie, verplichtingenbeheer en prestatieverklaringen, en de aandachtspunten
                     interne fiscale beheersing en logische toegangsbeveiliging, zijn ook verbeteringen
                     te signaleren in de werking van de verbetermaatregelen. Een aantal onvolkomenheden,
                     zoals inkoopbeheer, wijzigingsbeheer en het Misbruik en Oneigenlijk gebruik-beleid
                     (M&O-beleid) kent een meerjarig karakter, waardoor het vaststellen van de werking
                     meer tijd nodig heeft. De Belastingdienst vindt het belangrijk om de aandacht voor
                     deze punten vast te houden en zal wederom voor komend jaar de prioriteit handhaven
                     om deze onvolkomenheden conform de gestelde ambitie op te lossen.
                  
Nr.
Onvolkomenheid
Stand van zaken
1.
Managementinformatie
Het programma MI/RM is overeenkomstig planning eind 2022 afgerond. Het programma heeft
                                 stuur-, beheersings- en verantwoordingsinformatie over de bedrijfsvoering van de Belastingdienst
                                 opgeleverd. De doorontwikkeling is structureel geborgd binnen de organisatie van de
                                 Belastingdienst. De ADR heeft een onderzoek uitgevoerd naar het programma MI/RM en
                                 het rapport is met de Tweede Kamer gedeeld.1
2.
Verplichtingenbeheer
De Belastingdienst had al eerder de opzet en het bestaan van verbetermaatregelen ingeregeld.
                                 In 2022 is verder gewerkt aan het implementeren van de maatregelen.
                              
3.
Prestatieverklaringen
De Belastingdienst had al eerder de opzet en het bestaan van verbetermaatregelen ingeregeld.
                                 In 2022 is verder gewerkt aan het implementeren van de maatregelen.
                              
4.
M&O-beleid
Het oplossen van de onvolkomenheid kent een doorlooptijd tot en met 2024. De Belastingdienst
                                 heeft in 2022 diverse centrale kaders ontwikkeld om de onvolkomenheid op te lossen.
                                 De centrale kaders worden met ingang van 2023 door de Belastingdienst geïmplementeerd.
                                 De uitvoeringsdirecties ontplooien daarnaast initiatieven met betrekking tot de verbetering
                                 van de Plan-Do-Check-Act-cyclus.
                              
5.
Wijzigingsbeheer IT-systemen
De Belastingdienst heeft in 2022 de procedures voor wijzigingsbeheer aangescherpt.
                                 In het verlengde hiervan wordt een uniform proces uitgewerkt en geïmplementeerd. Hierbij
                                 is geconstateerd dat extra aandacht nodig is voor de vastleggingen rondom het testen.
                                 De Belastingdienst werkt in 2023 verder aan het oplossen van deze onvolkomenheid.
                              
6.
Inkoopbeheer
De Belastingdienst heeft in 2022 de procedures voor inkoopbeheer aangescherpt. Niettemin
                                 zal ook over 2022, vooral in verband met het niet in overeenstemming met de wetgeving
                                 aanbesteden van goederen en diensten, sprake zijn van een overschrijding van de rapporteringsgrens
                                 voor de rechtmatigheid van aangegane inkopen. Dit betreft vaak waivers (het bewust
                                 aangaan van een contract zonder aan de aanbestedingsregels te voldoen) om de continuïteit
                                 van de bedrijfsvoering te borgen.
                              
De Belastingdienst laat momenteel extern onderzoek uitvoeren naar de veranderingen
                                 die moeten worden doorgevoerd om het inkoopproces verder te verbeteren en werkt in
                                 2023 verder aan het oplossen van deze onvolkomenheid.
                              
Nr.
Aandachtspunt
Toelichting
1.
Interne fiscale beheersing
De Belastingdienst heeft in 2022 de opzet, bestaan en werking van de beheersingsmaatregelen
                                 voor het intern toepassen van fiscale wet- en regelgeving verbeterd.
                              
2.
Logische toegangsbeveiliging
De Belastingdienst heeft in 2022 opzet, bestaan en werking van de beheersmaatregelen
                                 voor het beheer op de lijsten voor functiescheiding verbeterd.
                              
X Noot
                        
1
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/12/20/evaluatie-….
Indieners
- 
              
                  Indiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën