Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het signaleringsrapport van de IGJ
31 839 Jeugdzorg
Nr. 942 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2023
De afgelopen maanden hebben wij reeds veelvuldig met uw Kamer gesproken over de problematiek
in de jeugdbescherming. En dat is niet zonder reden. De zorgen over de jeugdbescherming
zijn groot. Ouders en kinderen krijgen niet altijd de zorg en aandacht die ze nodig
hebben. De werkdruk voor jeugdbeschermers is dusdanig groot dat er sprake is van een
hoog verzuim, groot verloop en oplopende wachttijden. Onze zorgen, die we met u bespraken
in het notaoverleg van 30 januari (Kamerstuk 36 096, nr. 10) en het tweeminutendebat van 14 maart jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 61, Tweeminutendebat
jeugdbescherming), zijn op dit moment, gezien de signalen de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (hierna: IGJ) en Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: IJenV) nog steeds
actueel.1
Op 24 februari heeft uw Kamer een verzoek ingediend om een reactie op:
1) De belangrijkste bevindingen uit het signaleringsrapport over de jeugdbescherming
van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd d.d. 23 februari jl.
2) Het bericht van de FNV en de rol van het Ministerie J&V in de onderhandelingen.
3) De vraag of de aangekondigde maatregelen in het Kamerdebat van 15 september voldoende
zijn en zo ja, waaruit dat blijkt.
Met deze brief wordt voldaan aan dit verzoek.
De belangrijkste bevindingen van de Inspecties
In september 2022 hebben we een signaalbrief ontvangen van de IGJ en IJenV.2 Daarin spraken zij ons beiden aan op onze stelselverantwoordelijkheid en gaven zij
aan dat hun instrumentarium om te interveniëren in de jeugdbescherming was uitgeput.
Naar aanleiding van deze signaalbrief hebben de beide Inspecties aangegeven de situatie
in de jeugdbescherming wel te zullen blijven monitoren en signaleren. De recente publicatie
is de invulling van deze monitoring.
De Inspecties geven onder andere aan dat de jeugdbescherming genoodzaakt is tot het
werken met wachtlijsten en doorstroomlijsten. Negen van de dertien jeugdbeschermingsorganisaties
slagen er begin 2023 niet in om elk kind met een kinderbeschermingsmaatregel tijdig
aan een jeugdbeschermer te koppelen. Ook signaleren de Inspecties dat de werkdruk
van jeugdbeschermers onverminderd hoog is, wat leidt tot scherpe keuzes in wat zij
wel en niet doen. Tot slot signaleren de Inspecties dat de wachtlijsten bij de Raad
voor de Kinderbescherming (hierna: RvdK) en bij de Gecertificeerde Instellingen (hierna:
GI’s) resulteren in een hogere druk bij de lokale teams. De lokale teams blijven dan
verantwoordelijk voor de vrijwillige hulp en ondersteuning aan deze gezinnen.
Effect verbetermaatregelen
We herkennen de signalen die IGJ en IJenV hebben afgegeven en delen onverminderd de
noodzaak tot verbeteringen. Vanwege de grote acute problematiek hebben wij schriftelijk
in september 2022 een pakket aan maatregelen aangekondigd, die wij hebben ontwikkeld
met onder andere GI’s, gemeenten en de RvdK.3 In onze brief van november 2022 hebben wij de maatregelen nog verder aangescherpt.4 Het maatregelenpakket doet naar onze mening recht aan de zorgen die er zijn. Het
draagt bij aan het beperken van de instroom, het vergroten van de doorstroom bij de
jeugdbescherming door tijdige hulp te bieden en het werven en opleiden van meer jeugdbeschermers.
Samen met de GI’s en gemeenten hebben we er vertrouwen in dat dit pakket de werkdruk
significant zal gaan verlagen en zal bijdragen aan betere en tijdige hulp voor kinderen
en gezinnen. We horen van GI-bestuurders dat de eerste effecten van de subsidieregeling
voor werkdrukverlaging5 merkbaar zijn. Onder andere doordat er meer jeugdbeschermers worden aangenomen, door
gebruik te maken van functiedifferentiatie en door vereenvoudiging van processen.
Daarbij zijn nog wel regionale verschillen, mede doordat er verschillen zijn in de
mate waarin gemeenten extra middelen beschikbaar stellen voor de jeugdbescherming.
Daarnaast zien we ook dat de instroom in de jeugdbescherming afneemt. Echter blijven
de zorgen, zoals ook de inspecties terecht constateren, nog groot. De problematiek
in de jeugdbescherming is niet van de ene op de andere dag opgelost. Hoe vervelend
ook, echte structurele verbeteringen vergen een lange adem en nog de nodige inzet.
Dit plaatst ons, maar ook gemeenten en GI’s voor een complex vraagstuk. Want wij voelen
ons gezamenlijk verantwoordelijk voor zowel goede, tijdige hulp en begeleiding aan
kwetsbare kinderen en gezinnen, als voor goede werkomstandigheden voor de jeugdbeschermers
en de andere professionals in de keten. Vanuit dat gedeelde gevoel van verantwoordelijkheid
nemen we gezamenlijk maatregelen om de werkdruk te verlichten. Invoering hiervan vraagt
van iedereen daadkracht, zorgvuldigheid en vasthoudendheid. Hieronder informeren wij
u over de voortgang van deze maatregelen.
De voortgang van de verbetermaatregelen
Uitvoering van de maatregelen
Sinds september 2022 wordt samen met de VNG, GI’s en RvdK gewerkt aan de uitwerking
en uitvoering van de aangekondigde maatregelen. Ook vinden daarover gesprekken plaats
met de FNV. In de voortgangsbrief Jeugd, die wij voor de zomer naar uw Kamer zullen
sturen, informeren wij u over de voortgang op het gehele pakket aan maatregelen. Hieronder
gaan wij in op enkele ontwikkelingen.
Aanvullende middelen voor GI’s ten behoeve van werving en opleiding jeugdbeschermers
De GI’s hebben eind 2022 de financiële bijdrage voor workloadverlaging van € 10 miljoen
ontvangen vanuit het Rijk. Het Rijk en gemeenten stellen hiervoor in 2023 beiden € 10
miljoen beschikbaar. Hiervoor is een subsidieregeling opgesteld, die op 7 maart jl.
is gepubliceerd. Gemeenten en GI’s kunnen hiervoor gezamenlijk een plan indienen.
Daarnaast is op 13 december jl. de subsidieregeling voor zijinstroom gepubliceerd,
waarmee tot en met 2024 in totaal € 10 miljoen beschikbaar is gesteld ter ondersteuning
van de zijinstroom bij de GI’s en de inzet van een landelijk ondersteuningsteam. Inmiddels
toe hebben twee GI’s een aanvraag ingediend voor subsidie voor zijinstromers. Op basis
van deze twee aanvragen kunnen er 44 zijinstromers worden aangetrokken in 2023. De
verwachting is dat alle GI’s voor 1 juli 2023 een aanvraag zullen indienen voor de
subsidie.
Aanpassing werkwijze tuchtreglement
De Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (hierna: de SKJ) heeft per 1 januari 2023 een
nieuwe werkwijze ingevoerd. Deze werkwijze hebben wij in onze brief van september
2022 toegelicht.6 Doel van deze werkwijze is om het lerend effect voor de professional centraal te
stellen, waardoor de zorg verbetert. Vóór 1 januari 2023 gold een overgangsperiode
van twee maanden waarin mensen met klachten konden kiezen voor de oude of de nieuwe
werkwijze. In de laatste weken van december is een toename geweest aan zaken waarin
door mensen met klachten is gekozen voor de oude werkwijze. Deze overgangsperiode
is nu voorbij, maar er zijn nog wel lopende zaken die onder de oude werkwijze worden
afgehandeld. De eerste ervaringen zijn dat de nieuwe werkwijze door de meeste professionals
als minder belastend wordt ervaren. Het is echter nog te vroeg om verdere uitspraken
te doen over de nieuwe werkwijze.
Aanpassing normenkader Keurmerkinstituut
Als vervolg op de Kamerbrief van september 2022 heeft het Ministerie van Justitie
en Veiligheid advies gevraagd over de mogelijkheden om de regeldruk te verminderen
die het normenkader oplevert. Dit advies is gevraagd aan het hiervoor bestaande adviesorgaan,
de Commissie van Belanghebbenden (CvB).7 De CvB heeft een enquête uitgevoerd onder gemeenten, cliëntenorganisaties en GI’s
en brengt op basis hiervan in april een advies uit aan de Minister voor Rechtsbescherming.
Dat gaat in op mogelijkheden tot verlichting van de normen, het toezichthouden op
de certificering en een (mogelijk) alternatief daarvoor.
Aanpak wachtlijsten bij de Raad voor de Kinderbescherming
Zoals de inspectie terecht constateert heeft ook de RvdK heeft helaas nog te maken
met wachtlijsten. Dit kan per regio verschillen. De aanpak van wachtlijsten heeft
de volle aandacht van de RvdK, en van de Minister voor Rechtsbescherming als verantwoordelijk
bewindspersoon voor de RvdK. Zo werkt de RvdK met flexteams van medewerkers die inspringen
op locaties waar de wachtlijsten hoog zijn. De eerste verbeteringen worden zichtbaar:
de wachtlijst voor beschermingsonderzoeken is ultimo januari 2023 39% minder dan in
januari 2022 (1.066 zaken in plaats van 1.735 zaken). De totale wachtlijst is met
24% gedaald: van 3.767 naar 2.810 zaken. Deze dalende trend zet zich in februari 2023
voort. Sinds 2018 voeren de IJenV en IGJ intensief toezicht uit op de problematiek
van de wachtlijsten bij de RvdK. Momenteel doen zij themaonderzoek naar het zicht
op veiligheid van kinderen op de wachtlijst. Dit bevindt zich in de afrondende fase.
Wij zullen uw Kamer informeren na definitieve oplevering van dit rapport.
Het Samenvattend Kwaliteitskader Jeugdbescherming en de daarop gebaseerde Prestatiebeschrijvingen
Jeugdbescherming
In de afgelopen maanden is door Significant Public, in opdracht van de Minister voor
Rechtsbescherming en in nauwe samenwerking met gemeenten, GI’s en Rijk gewerkt aan
een Samenvattend Kwaliteitskader Jeugdbescherming en de daarop gebaseerde Prestatiebeschrijvingen
Jeugdbescherming (hierna: kwaliteitskader en prestatiebeschrijvingen), dat onlangs
is opgeleverd.8
In het kwaliteitskader is voor het eerst een samenvattend overzicht gemaakt van de
geldende normen en regels. In de prestatiebeschrijvingen staat uitgewerkt welke activiteiten
en welk tijdsbeslag van jeugdbeschermers gemoeid is met de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen,
op basis van bestaande normen en regelgeving. Het kwaliteitskader en de prestatiebeschrijvingen
zijn bouwstenen voor contractonderhandelingen, om te komen tot afspraken over tarieven
die voldoende dekking geven voor een reële workload, gegeven de geldende kwaliteitseisen.
Voor de jeugdreclasseringsmaatregelen, die ook onderdeel zijn van de taken van de
GI’s volgen medio 2023 vergelijkbare documenten.
Verkenning mogelijkheid landelijk tarief
Het kwaliteitskader en de prestatiebeschrijvingen zijn belangrijke bouwstenen bij
de verkenning naar de mogelijkheid van een landelijk tarief. Rijk, gemeenten en GI’s
werken de komende tijd de mogelijkheden en consequenties van een mogelijk landelijk
tarief uit voor alle producten van de GI’s. Als onderdeel daarvan zal een onderzoek
plaatsvinden naar de verschillende kostencomponenten van een mogelijk landelijk tarief.
Ook wordt de optimale bekostigingsvorm voor jeugdbescherming en jeugdreclassering
onderzocht, bijvoorbeeld variabel met het volume van kinderbeschermingsmaatregelen,
een vast bedrag of een mix van beide.9 Deze onderzoeken zijn 1 juli gereed.
Monitoring van de effecten van de verbetermaatregelen
In september 2022 heeft uw Kamer de gewijzigde motie van het lid Hijink aangenomen,
die ons oproept om drie maal per jaar aan de Kamer te rapporteren over de effecten
van de maatregelen op de ontwikkeling van het aantal jeugdbeschermers, de gemiddelde
caseload en de wachttijden voor de verschillende jeugdbeschermingsmaatregelen.10 In het kader van deze monitor hebben we in december 2022 een eerste uitvraag gedaan
bij GI’s, met als peildatum 1 december 2022. Deze meting moet worden gezien als nulmeting.
Voor een volledig beeld verwijzen wij u naar onze brief van januari 2023.11 De eerstvolgende rapportage is voorzien voor de zomer van 2023. De verwachting is
dat dan eerste inzichten kunnen worden gegeven in de effecten van de landelijke subsidies
en de verhoging van de kostprijzen die in enkele regio’s zijn doorgevoerd.
We sluiten onze ogen niet voor de problemen in de jeugdbescherming en we zien dat
er nog veel stappen gezet moeten worden om recht te kunnen doen aan de positie van
deze kwetsbare gezinnen en kinderen in de opmaat van de verbetering naar het stelsel
via onder andere het toekomstscenario. De signaleringsbrief van de inspecties benadrukt
nogmaals de noodzakelijkheid van deze maatregelen. De werkdruk is hoog. We zien hoe
belangrijk het werk van jeugdbeschermers is, en daarmee hoe belangrijk het is dat
zij dit werk onder goede omstandigheden kunnen doen. Wij ontmoeten jeugdbeschermers
die trots zijn en die ons naast de problemen ook wijzen op de mooie kanten van het
vak. Zowel deze verhalen als de eerste positieve signalen die we van GI-bestuurders
krijgen, zijn voor ons een aanmoediging om met de sector door te gaan met de maatregelen
die we nemen.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Indieners
-
Indiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Medeindiener
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport