Brief regering : Stand van zaken betalingsregeling corona belastingschulden
31 066 Belastingdienst
35 420
Noodpakket banen en economie
Nr. 1197
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2023
Het kabinet informeert uw Kamer periodiek over de monitoring van de coronabelastingschuld.
Met de brief van 21 oktober 20221 heeft uw Kamer voor het laatst een integrale voortgangsrapportage ontvangen over
het steunpakket dat het kabinet tijdens de coronacrisis heeft ingezet voor ondernemers
en de Nederlandse economie. Bij het versturen van die brief was de betalingsregeling
van 60 maanden voor de ruim 266.000 ondernemers met coronabelastingschulden net begonnen:
de eerste betaaltermijn was nog niet verstreken.
De betalingsregeling en het betaalgedrag van ondernemers wordt voortdurend gemonitord
door de Belastingdienst. Inmiddels zijn vier maanden verstreken en ontstaat een eerste
beeld van de aflossing van de schuld. Op peildatum 27 februari 2023 zijn er 103.514
ondernemers die achterlopen met aflossingen. Daarvan zijn er 18.322 die daarnaast
ook nieuwe belastingschulden maken.
Het kabinet heeft vorig jaar bij de Voorjaarsnota 2022 (Kamerstuk 36 120, nr. 1) een raming gemaakt van de belastingschuld die naar verwachting uiteindelijk niet
afgelost zou worden. Dit werd toen geraamd op 30%, ruim 6 miljard euro. Hoewel het
beeld rond een deel van de ondernemers zorgelijk is, wil dit niet zeggen dat dat deze
raming omhoog bijgesteld moet worden. Het is mogelijk dat de komende periode de achterstand
weer wordt ingelopen. In de Voorjaarsnota 2023 zal het kabinet een nieuwe raming geven
van het bedrag dat niet afgelost zal worden.
De komende tijd zal de Belastingdienst extra maatregelen nemen om ondernemers met
een coronabetalingsregeling te wijzen op hun mogelijkheden en verplichtingen en hen
naar de juiste instantie te verwijzen als zij hulp nodig hebben bij betalingsachterstanden.
Zo hebben ondernemers met betalingsachterstanden in februari 2023 een brief gekregen
met informatie over de mogelijkheden bij betalingsproblemen. In maart krijgen ondernemers
een actueel schuldoverzicht.
Ondernemers die met betalingsachterstanden blijven kampen, worden in april nogmaals
gewezen op de consequenties als zij niet op korte termijn in actie komen (zie de uitgebreidere
toelichting verderop in deze brief). Hoewel op dit moment de nadruk vooral nog ligt
op het informeren van ondernemers, is de uiteindelijke consequentie voor ondernemers
die hun achterstand niet inlopen, dat de betalingsregeling wordt ingetrokken.
Met deze brief informeer ik u over het verloop van de aflossingen, de betalingsachterstanden
en de interventies van de Belastingdienst. Daarnaast geef ik met deze brief invulling
aan de toezeggingen «monitoren terugbetaling belastingen» van het lid Aartsen (VVD)
en «ontwikkelingen terugbetalingen van belastingen gedurende vijfjaarstermijn» van
de leden Van Dijck (PVV) en Van der Plas (BBB), die zijn gedaan tijdens het debat
over het economisch steunpakket op 2 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 83, items
2 en 6).
Feiten en cijfers
Betalingsregeling voor coronabelastingschulden
Voor het aflossen van de tijdens de coronacrisis opgebouwde belastingschuld krijgen
ondernemers een betalingsregeling van 60 maanden, die op 1 oktober 2022 is ingegaan.
Tabel 1: Overzicht aantal debiteuren en openstaande coronabelastingschuld per peildatum
Aantal ondernemers
Openstaande schuld in €
1 oktober 2022
266.369
19,6 mld
5 december 2022
254.583
18,6 mld
16 januari 2023
244.847
17,7 mld
14 februari 2023
242.925
17,4 mld
27 februari 2023
242.226
17,2 mld
Inmiddels zijn sinds de start van de betalingsregeling vier maandelijkse aflossingstermijnen
verstreken. Gebleken is dat een grote groep ondernemers nog niet alle termijnbedragen
heeft betaald. In tabel 2 is een overzicht van het betaalgedrag opgenomen. Op 27 februari
2023 hebben:
• 21.997 ondernemers volledig afgelost;
• 138.712 ondernemers de eerste 4 termijnen volledig betaald; en
• 103.514 ondernemers een betaalachterstand.
Tabel 2: Betaalgedrag van ondernemers in de coronabetalingsregeling (peildatum 27 februari
2023)
Aflossingsgedrag
Aantal
ondernemers
Aantal
ondernemers %
Openstaande
schuld in €
Totaal peildatum 1 oktober 2022
266.369
100%
€ 19,6 mld
Volledige aflossing
-21.997
8%
Uit de regeling
-2.146
1%
Betaald op afgelopen termijnen1
138.712
52%
€ 11,503 mld
Achterstand op termijnen1
103.514
39%
€ 5,708 mld
waarvan geen enkele aflossing
73.415
€ 2,553 mld
Resterende regelingen
242.226
€ 17,211 mld
X Noot
1
deze categorieën ondernemers participeren nog in de betalingsregeling
Van de 103.514 ondernemers met een betaalachterstand hebben er 73.415 nog geen enkele
aflossing gedaan. Dit betekent dat zij op de peildatum inmiddels vier termijnen achterlopen
op de betalingsregeling.
Van de ondernemers die nog geen enkele aflossing hebben gedaan, hebben bijna 40.000
ondernemers een schuld onder de € 10.000. Bijna 29.000 van de 40.000 ondernemers hebben
een schuld van minder dan € 5.000.
In tabel 3 is, afgeleid uit tabel 2, een overzicht opgenomen van het betaalgedrag
naar bedrijfsgrootte. Hieruit blijkt dat bij grote ondernemingen procentueel gezien
de meeste ondernemers volledig voldoen aan de betaaltermijnen. Betaalachterstanden
komen procentueel gezien het meeste voor bij het kleinbedrijf, zoals duidelijk te
zien is in de grafische weergave van het betaalgedrag.
Tabel 3: Betaalgedrag naar omvang bedrijf o.b.v. aantallen werknemers (peildatum 27 februari
2023)
Grote
ondernemingen
Middenbedrijf
Kleinbedrijf
Buitenland
Totaal peildatum 01/10/2022, waarvan:
6.431
105.584
154.161
193
(100%)
(100%)
(100%)
(100%)
Volledige schuld afgelost
631
10.100
11.248
18
10%
10%
7%
9%
Bij met betaaltermijnen
4.971
63.661
69.984
96
77%
60%
45%
50%
Betalingschterstand
751
30.792
71.899
72
12%
29%
47%
37%
Uit de regeling
78
1.031
1.030
7
1%
1%
1%
1%
Resterende regelingen
5.722
94.453
141.883
168
In tabel 4 wordt aangegeven hoe groot de openstaande schuld naar bedrijfsomvang nog
is, zowel in euro als in een percentage van de totale openstaande schuld van € 17,2
miljard.
Tabel 4: Aantal betalingsregelingen naar omvang bedrijf in relatie tot de totale openstaande
schuld (peildatum 27 februari 2023)
Grote ondernemingen
Middenbedrijf
Kleinbedrijf
Buitenland
Resterende regelingen
5.722
94.453
141.883
168
Nog openstaande schuld
€ 6,344 mld
€ 6,877 mld
€ 3,976 mld
€ 14 mln
In % van totale schuld
37%
40%
23%
0,08%
Het kleinbedrijf heeft de meeste openstaande betalingsregelingen voor een relatief
beperkt bedrag.
Versoepelingen
Om ondernemers extra te ondersteunen zijn verschillende versoepelingen van de betalingsregeling
mogelijk. Zo kunnen ondernemers eenmalig een betaalpauze van maximaal zes maanden
of twee kwartaaltermijnen krijgen2. Ook is het mogelijk om de maandelijkse aflossingen om te zetten in kwartaalaflossingen3. Door een combinatie van deze twee versoepelingen kan in de praktijk een adempauze
van negen maanden gerealiseerd worden. Bedrijven die er financieel slecht voorstaan,
maar die naar verwachting wel levensvatbaar zijn en een schuld hebben van € 10.000
of meer, kunnen onder voorwaarden de betalingsregeling van 60 maanden bovendien verlengen
tot maximaal 84 maanden4.
Tabel 5: Type en aantallen behandelde verzoeken om versoepeling (peildatum 27 februari
2023)
Type verzoek
Aanvragen
Toegewezen
Afgewezen
Verlenging (5–7 jaar)
1.321
513
808
Pauzeren
3.650
3.308
342
Kwartaalbetaling
175
175
Incomplete verzoeken
1.200
Totaal
6.346
3.996
1.150
Er zijn in totaal 3.996 verzoeken om versoepeling toegewezen en 1.150 verzoeken afgewezen.
Bij incomplete verzoeken worden ondernemers verzocht deze aan te vullen. De reden
voor afwijzing van een verzoek is meestal het ontbreken van een gedegen motivering.
Ook zijn verzoeken om verlenging van de betalingsregeling afgewezen omdat de totale
belastingschuld minder dan € 10.000 bedroeg.
Sinds begin januari 2023 is het mogelijk om digitaal een verzoek te doen om een of
meer versoepelingen. Dat maakt de aanvraag laagdrempeliger. Ook is het bij het indienen
van een digitaal verzoek voor de ondernemer duidelijker welke onderbouwing nodig is
bij de verschillende versoepelingen. Daarnaast is de mogelijkheid voor het indienen
van een verzoek om versoepeling meer onder de aandacht gebracht.
Overige (niet-corona) belastingschulden
De 242.226 ondernemers met een nog openstaande coronaschuld op 27 februari 2023 hebben
naast de aflossingsverplichtingen voor de coronabetalingsregeling ook nog gezamenlijk
€ 3,8 miljard aan andere openstaande belastingschulden. Dit zijn belastingschulden
waarvoor de coronabetalingsregeling niet geldt en die grotendeels ontstaan zijn na
1 april 2022. Van deze schuld is € 900 miljoen opeisbaar. Een achterstand bij de betaling
van nieuw opkomende verplichtingen die na 1 oktober 2022 zijn ontstaan is bovendien
een reden voor intrekking van de coronabetalingsregeling. Voor deze schulden kan op
basis van het huidige beleid in algemene zin ook geen aanvullend uitstel worden verleend
of een betalingsregeling worden getroffen. Het is onder voorwaarden wel mogelijk om
aanvullend uitstel van betaling te bieden voor schulden die vóór 1 oktober 2022 zijn
opgebouwd.
Tabel 6: Overige schulden (niet corona) (peildatum 27 februari 2023)
Type schuld
Openstaande
schuld in €
Aantal
ondernemers
Toelichting
(1) Totaal overige schulden
3,8 mld
242.226
Inclusief voorlopige aanslagen 2023, uitstel en uitstel op bezwaar.
(2) Overige schulden opgekomen na 1/10/2022,
waarvan:
€ 169 mln
26.271
Geen achterstand bij betalingsregeling corona
€ 56 mln
7.940
Ook achterstand bij betalingsregeling corona
€ 113 mln
18.331
Er zijn 26.271 ondernemers die een betalingsachterstand hebben ten aanzien van nieuw
opgekomen verplichtingen die zijn opgekomen na 1 oktober 2022, voor een totaalbedrag
van ongeveer € 170 miljoen.
In de groep ondernemers met een betalingsachterstand in het bijhouden van de nieuw
opkomende verplichtingen, zijn er 18.331 die daarnaast ook niet voldoen aan een of
meerdere aflossingstermijnen van de betalingsregeling.
Achtergrond
Na het opheffen van de contactbeperkende coronamaatregelen zijn de belastingschulden
in veel gevallen verder opgelopen. Daarnaast is er inmiddels een groot aantal ondernemers
met achterstanden bij het aflossen van de corona-betalingsregeling. De Belastingdienst
maakt zich met name zorgen om de 73.000 ondernemers die nog helemaal niets hebben
afgelost en om de ruim 18.000 ondernemers die niet alleen achterlopen met de aflossingsverplichtingen,
maar ook hun reguliere belastingen na 1 oktober 2022 niet hebben betaald. 14.000 ondernemers
hebben nog helemaal niets afgelost én komen ook hun verplichtingen na 1 oktober 2022
niet na. Ook voor deze ondernemers geldt zij geen recht meer hebben op de coronabetalingsregeling
en dat deze zal worden ingetrokken.
Met de inzet van zowel belacties als dienstverlenende bedrijfsbezoeken bij meer dan
1.600 ondernemers heeft de Belastingdienst geprobeerd te achterhalen wat de oorzaken
van de betaalachterstand bij de aflossing van coronaschulden zijn. De redenen zijn
divers: er is sprake van onbekendheid met de verplichting tot aflossing en/of de versoepelingen,
van betalingsonmacht, van bewuste keuze en van een afwachtende houding. Zo zijn er
ondernemers die met (ernstige) betalingsproblemen kampen, maar er zijn ook ondernemers
die na het contact met de Belastingdienst hun betalingsachterstand ingelopen hebben.
Ook zijn er ondernemers die hebben aangegeven nog te zullen betalen of een verzoek
om een versoepeling te doen. Er zijn ook ondernemers die bewust niets doen: zij geven
aan te rekenen op generieke kwijtschelding.
Interventies bij MKB-ondernemers en zzp’ers
Vanuit economisch perspectief is het niet wenselijk om als overheid bedrijven langdurig
financieel te blijven ondersteunen. De inzet is erop gericht om in de kern levensvatbare
ondernemingen te helpen. Dat betekent ook dat niet alle ondernemers met schulden deze
periode doorkomen. Het aantal faillissementen is de afgelopen jaren historisch laag
geweest en de verwachting is dat dit zal gaan stijgen. Soms kan hulp aan ondernemers
ook bestaan uit begeleiding bij het stoppen van een onderneming, een sanering of een
faillissement.
Hoewel in deze fase de nadruk ligt op het informeren van ondernemers, is het in een
volgende fase uiteindelijk onvermijdelijk dat de Belastingdienst de coronabetalingsregeling
intrekt van ondernemers die structureel niet voldoen aan hun betalingsverplichtingen,
met als gevolg dat de totale belastingschuld in één keer moet worden betaald. Tegelijkertijd
tracht de Belastingdienst onverminderd oog te hebben voor het belang van continuïteit
van de onderneming. Daarom zal de Belastingdienst nog niet overgaan tot intrekking
van de coronabetalingsregeling als er slechts één aflossingstermijn onbetaald is gebleven,
terwijl aan de overige voorwaarden van de betalingsregeling wel wordt voldaan. In
dat geval stelt de Belastingdienst zich vooralsnog coulant op. Uiteindelijk moet de
achterstallige aflossingstermijn wel betaald worden.
Deze wordt ofwel verrekend bij het vaststellen van een nieuw termijnbedrag als een
versoepeling is aangevraagd (en gehonoreerd) ofwel wordt deze aan het einde van de
betalingsregeling in rekening gebracht.
De Belastingdienst nodigt ondernemers met een betalingsachterstand volgens onderstaand
stappenplan uit om contact op te nemen met instanties die hulp kunnen geven bij (problematische)
schulden. Ondernemers die dat kunnen, worden aangespoord om te betalen.
• Half februari 2023 hebben ondernemers met betalingsachterstanden (bij corona en niet-coronabelastingschulden)
een brief ontvangen waarin zij worden gewezen op hun verzuim. In de brief worden ondernemers
bovendien aangespoord om te betalen als dat mogelijk is en worden zij nogmaals gewezen
op de versoepelingsmogelijkheden en de mogelijkheden om in contact te komen met hulpverleningsinstanties
(zoals gemeenten en Kamer van Koophandel). Ook wordt gewezen op de actuele informatie
op de website van de Belastingdienst.
Er wordt een balans gezocht tussen hulp aan ondernemers die dat nodig hebben en het
tot betaling bewegen van ondernemers die dat kunnen. Als betaling of een verzoek om
versoepeling uitblijft, zal dat er uiteindelijk toe leiden dat de betalingsregelingen
moeten worden beëindigd.
Er is verwarring ontstaan over deze brief. Er zijn bijvoorbeeld gevallen waarbij de
verzending van de brief een betaling heeft doorkruist. Het vaststellen van de nog
openstaande vorderingen gebeurt zorgvuldig en er wordt een marge gehanteerd juist
om het kruisen van de brief en betalingen te voorkomen. Ook bleek het voor veel ondernemers
niet duidelijk dat het voldoen aan de nieuw opkomende verplichtingen vanaf 1 oktober
2022 een voorwaarde is voor de betalingsregeling voor corona-belastingschulden. Ondernemers
worden hierop in de vervolgcommunicatie nogmaals gewezen.
Bij een betalingsregeling voor belastingschulden gaat het altijd om een regeling voor
een individuele belastingschuldige. Bij de corona betalingsregelingen is dat anders:
het gaat daar om een massale betalingsregeling voor grote aantallen ondernemers. Het
is voor de Belastingdienst niet mogelijk om in massale berichten aan te geven wat
het exacte bedrag van de betalingsachterstand is. Dat moet handmatig worden vastgesteld
en daarvoor ontbreekt de capaciteit. Wel is in de brief aangegeven hoe de hoogte van
de achterstand met behulp van stukken uit de eigen administratie van de ondernemer
kan worden bepaald.
• Vanaf maart 2023 ontvangen ondernemers een schuldoverzicht met de openstaande vorderingen voor de
totale belastingschuld (corona en overige belastingschuld). Ook ontvangen zij in april 2023 een overzicht van reeds betaalde bedragen op de coronaschulden. Het was door technische
complicaties niet mogelijk om het schuldoverzicht eerder te versturen. Met deze overzichten
(en het termijnbedrag uit de beschikking betalingsregeling) kan de ondernemer het
bedrag van de betalingsachterstand bepalen. Eventueel kan de BelastingTelefoon om
hulp worden gevraagd.
Ondernemers die niet op de eerste brief reageren, ontvangen in de eerste helft van april 2023 een tweede «rappelbrief» waarin staat dat zij binnen 14 dagen hun achterstand op
de betalingsregeling moeten betalen. Daarnaast moeten de belastingschulden die na
1 oktober 2022 zijn ontstaan volledig betaald worden binnen die termijn. Doen zij
dat niet, dan zal de betalingsregeling uiteindelijk worden ingetrokken. Ook worden
ondernemers nogmaals gewezen op de mogelijkheid om een verzoek te doen om een of meer
versoepelingen van de betalingsregeling.
De rappelbrieven worden gefaseerd verzonden, om de belasting van de uitvoering enigszins
te spreiden en piekbelasting te voorkomen.
Begin mei wordt geïnventariseerd welke ondernemers niet hebben gereageerd op deze
brief.
• Ondernemers die geen actie ondernemen naar aanleiding van de rappelbrief, ontvangen
vanaf half mei 2023 (na het verstrijken van de genoemde termijn) een beschikking waarmee de betalingsregeling
daadwerkelijk wordt ingetrokken. Ondernemers hebben dan nog 14 dagen de tijd om hun
totale coronabelastingschuld te betalen en invorderingsmaatregelen (en bijbehorende
kosten) te voorkomen. Voor de nieuwe schulden geldt dat daarvoor de reguliere invordering
wordt opgestart, als deze niet tijdig betaald worden. Ook de verzending van deze beschikkingen
vindt gefaseerd plaats om een piekbelasting bij de Belastingdienst te voorkomen.
Een categorie ondernemers die voor het intrekken van de betalingsregeling in aanmerking
komt, is bijvoorbeeld de categorie ondernemers met zowel een pre-coronaschuld waarvoor
de dwanginvordering was opgestart, als een achterstand in de aflossingsverplichtingen
voor coronaschulden als een achterstand bij de betaling van reguliere belastingen
sinds 1 oktober 2022. Dit is een groep ondernemers die naar verwachting niet levensvatbaar
is.
Met een deel van deze groep wordt sinds februari 2023 al persoonlijk contact opgenomen
(telefonisch of met een dienstverlenend bezoek) om de ernst van de situatie te bespreken
en waar mogelijk al eerder over te kunnen gaan tot het intrekken van de betalingsregeling.
• Na het intrekken van de betalingsregeling en het niet voldoen van de schuld, volgt
een (schriftelijk) contactmoment. Daarna wordt de invordering opgestart. Het opstarten
van de invordering vindt gefaseerd plaats vanaf juni 2023.
Interventies bij grote ondernemingen
Voor grote ondernemingen geldt een andere aanpak als het gaat om betalingsachterstanden.
Op de peildatum 27 februari 2023 hadden 751 grote ondernemingen (13%) achterstanden
in het betalen van de termijnen van de coronabetalingsregeling, waarvan er 279 minder
dan 1 termijn. De aantallen grote ondernemingen met betalingsachterstanden met meer
dan 1 termijn zijn relatief laag5. Eind 2022 is er al telefonisch contact gezocht met alle grote ondernemingen met
een betalingsachterstand in combinatie met een corona-uitstel.
Gevolg hiervan is dat al in januari 2023 brieven zijn verstuurd om grote ondernemingen
te wijzen op de achterstand. Voor de categorie grote ondernemingen geldt dan ook dat
betalingsregelingen waar nodig al ingetrokken kunnen worden.
Begrotingsgevolgen
Bij de start van het uitstel heeft het kabinet er rekening mee gehouden dat een deel
van de ondernemers hun schuld niet zal aflossen. De mate waarin dit zich zal voordoen
is onzeker en afhankelijk van allerlei factoren.
In de raming van de Voorjaarsnota 2022 is er rekening mee gehouden dat circa 30% (€ 6
miljard6) van het totaal van de uitstaande schuld uiteindelijk oninbaar zal blijken. Dit hoge
percentage is destijds gebaseerd op de samenstelling van de groep bedrijven met een
openstaande coronaschuld. Het bleek namelijk dat 26% van de schuld (bij VPB-plichtige
bedrijven) uitstond bij bedrijven die in de periode 2017–2019 gemiddeld verlieslijdend
waren en nog eens 27% bij bedrijven voor wie vijf gemiddelde jaarwinsten niet voldoende
zouden zijn om de schuld volledig terug te betalen. De raming van de niet-belastingontvangsten
(invorderingsrente) sluit hierop aan. Ook de Kamer is ingelicht over de verwachting
dat de schulden deels niet afgelost worden. Het voornemen is deze raming jaarlijks
in het voorjaar te actualiseren naar nieuwe inzichten. De meest recente informatie
over de betalingsachterstanden wordt in deze actualisatie meegewogen. Aangezien de
coronasteun buiten de kaders geplaatst is, leidt een actualisatie niet tot een lastenrelevant
budgettair effect voor het inkomstenkader.
Uitvoeringsgevolgen
De hiervoor beschreven interventies zijn noodzakelijk in deze fase van het proces
van de afronding van het uitstel van betaling van coronabelastingschulden.
Het doel van de interventies is om de betaalachterstanden en de schulden niet verder
op te laten lopen. Daar zijn ondernemers immers niet bij gebaat. Daarnaast is er een
grote groep ondernemers die wel vrijwillig voldoet aan de verplichtingen. Ten opzichte
van die ondernemers en degenen die hun schuld al afgelost hebben, is het onrechtvaardig
als er geen interventies worden gedaan jegens ondernemers die hun verplichtingen niet
nakomen.
Voor de uitvoering schuilt er een risico in de aantallen ondernemers die niet aan
de betalingsverplichtingen kunnen of willen voldoen.
De interventies en vervolgstappen zullen tot een grote capaciteitsinzet bij de uitvoeringsdirecties
leiden (contactmomenten, invordering, saneringsverzoeken, faillissementsaanvragen,
etc.). Waar nodig worden de verschillende stappen gefaseerd uitgevoerd. Er wordt onderzocht
hoe inzet tijdelijk kan worden vergroot. Daarbij moeten mogelijk keuzes gemaakt worden
voor het niet uitvoeren van bepaalde andere prioriteiten.
Als het om te grote aantallen gaat, kan de Belastingdienst mogelijk niet tijdig ondersteuning
inzetten en kan niet tijdig rechtszekerheid worden geboden. Dit risico wordt gedeeltelijk
ondervangen door het intrekken van de betalingsregeling en het opstarten van de invorderingsmaatregelen
te spreiden in de tijd.
Binnen de directies die verantwoordelijk zijn voor de invordering bij MKB-ondernemers
en zzp’ers is er overigens in beperkte mate capaciteit beschikbaar voor het grootschalig
en gelijktijdig toepassen van de dwanginvordering als grote aantallen ondernemers
na het intrekken van de betalingsregeling hun schuld niet betalen.
De Belastingdienst bereidt zich zo goed mogelijk voor op de aankomende interventies
door spreiding van processen en optimalisering van werkstromen. Een inschatting van
de werkstroom die op de uitvoering af komt is van verschillende aspecten afhankelijk
en daarom niet exact te maken. De beschreven interventies zijn echter noodzakelijk
om in beeld te krijgen welke ondernemers hun belastingschulden echt niet kunnen betalen.
De capaciteitsinzet wordt nauwlettend gemonitord.
Vervolg
De Kamervragen die gesteld zijn naar aanleiding van de «februari-brief» aan ondernemers,
worden eind deze week beantwoord.
De verzending van de volgende integrale voortgangsrapportage coronasteunpakket is
voorzien in juni 2023. In die brief wordt de meest recente informatie opgenomen over
de betalingsregeling voor coronabelastingschulden, het gebruik van de versoepelingen
en de resultaten van de interventies.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën