Brief regering : Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 februari 2023, reactie op toezeggingen uit Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 9 februari jl. 2023 en over de beëindiging compensatiemechanisme ESM
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1934
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2023
Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 februari
2023 in Brussel.
In het verslag ga ik tevens in op drie toezeggingen uit het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad
van 9 februari jl. Het gaat hierbij om de toezegging aan de heer Slootweg (CDA) en
Van der Lee (GL) om in het verslag terug te komen op het beoogde proces en tijdpad
(en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom de herziening van het Stabiliteits- en Groeipact
(SGP), de toezegging aan lid Van Weyenberg (D66) om in verslag terug te komen op de
ruimte voor hervormingen en vergroening binnen de herziening van het SGP en de toezegging
aan lid Alkaya (SP) om in het verslag terug te komen op het informeel ontbijt voor
aanvang van de Ecofinraad.
Daarnaast informeer ik u graag over de beëindiging van het compensatiemechanisme voor
het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). In 2019 heeft het toenmalige kabinet toegezegd
om de door het ESM aan De Nederlandsche Bank (DNB) betaalde negatieve depositorente
te compenseren en uw Kamer daarover geïnformeerd.1 Zoals opgenomen in de Financiënbegroting zijn de in 2020 en 2021 door het ESM betaalde
rente op aangehouden deposito’s in 2021 en 2022 door DNB via de winstuitkering aan
de Staat betaald en vervolgens door de Staat aan het ESM. Dit heeft geen gevolgen
voor het begrotingssaldo, omdat de inkomsten en uitgaven aan elkaar gelijk zijn.
Het verlenen van de compensatie met een zo breed mogelijke groep landen was destijds
een belangrijke Nederlandse wens bij de toezegging. Zo hebben naast Nederland ook
Frankrijk, Duitsland en Italië een vergelijkbaar mechanisme opgezet. Recent is bekend
geworden dat twee van de vier landen geen compensatie zullen verlenen aan het ESM
over het jaar 2021. Duitsland heeft ervoor gekozen om de vergoeding stop te zetten
voor 2021 aangezien de Bundesbank in 2021 geen winst heeft gemaakt. Frankrijk heeft
een vergelijkbare afweging gemaakt.
Daarnaast is het compensatiemechanisme gezien het huidige positieve renteklimaat voor
de financiële positie van het ESM niet nodig. Daarom heb ik, na overleg met DNB inzake
de uitvoerbaarheid, besloten om in 2023 het ESM niet meer te compenseren voor de aan
DNB betaalde rente op daar aangehouden deposito’s in 2022 en te stoppen met het mechanisme.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 13 en 14 februari 2023
Eurogroep
Recente ontwikkelingen op de energiemarkten en begrotingsbeleid in de eurozone
De Eurogroep heeft van gedachten gewisseld over de ontwikkelingen op de energiemarkten
en de impact hiervan op begrotingsbeleid. De bespreking werd ingeleid door een presentatie
van de directeur van ACER (Agency for the Cooperation of Energy Regulators), dhr. Christian Zinglersen. Hij benoemde dat de condities op de energiemarkten beter
zijn ten opzichte van 2022, waaronder beter gevulde gasvoorraden bij de lidstaten.
Alleen blijven er nog veel onzekere factoren voor 2023. Hierbij valt te denken aan
de ontwikkeling van de gasprijzen en de vraag naar energie vanuit China nu zij haar
zero-covid beleid heeft versoepeld.
Om de hoge energieprijzen te mitigeren, hebben veel lidstaten maatregelen genomen
en/of aangekondigd om de koopkracht van huishoudens te ondersteunen. Tijdens de discussie
in de Eurogroep benoemden meerdere lidstaten dat deze maatregelen tijdelijk en gericht
dienen te zijn.
Arbeidsmarkten in de eurozone: recente ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen
De Eurogroep heeft gesproken over de recente ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen
voor de arbeidsmarkten in de eurozone, op basis van een notitie van de Europese Commissie
(Commissie).2 Het betrof een gedachtewisseling in het kader van thematische discussies die de Eurogroep
vaker heeft. Doel daarvan is om onderling te reflecteren op gezamenlijke economische
uitdagingen en op de mogelijke beleidsreactie daarop.
De Commissie gaf aan dat de economieën van de eurozone zich sterk hebben hersteld
na het opheffen van de covid-maatregelen. In lijn hiermee is de werkgelegenheid toegenomen
en is de werkloosheid gedaald tot een historisch laag niveau, waardoor de krapte op
de arbeidsmarkt snel is opgelopen. Daarnaast gaf de Commissie aan dat er structurele
uitdagingen zijn, waaronder de vergrijzing van de samenleving en de behoefte aan nieuwe
vaardigheden van personeel om de «twin transitions» – naar een duurzame en digitale toekomst – te verwezenlijken. Deze uitdagingen werden
door meerdere lidstaten beaamd. Daarnaast was in de discussie aandacht voor loonontwikkelingen
in de lidstaten, bijvoorbeeld de verhoging van het minimumloon.
Macro-economische ontwikkelingen en beleidscoördinatie in de eurozone
Als laatste onderwerp heeft de Eurogroep stilgestaan bij de huidige macro-economische
en financiële ontwikkelingen in de eurozone.
De Commissie heeft haar nieuwe winterraming toegelicht, welke is gepubliceerd op 13 februari
jl.3 Het beeld in deze raming is positiever dan eerder verwacht. De Commissie schat dat
de groei in de eurozone voor 2023 zal uitkomen op 0,9% bbp (opwaartse bijstelling
van 0,6%-punt ten opzichte van de herfstraming) en weer zal aantrekken tot 1,5% in
2024.
De Commissie gaf aan dat de inflatie in de eurozone in januari verder is afgenomen
tot 8,5% op jaarbasis. Deze daling wordt voornamelijk gedreven door de verlaging van
energieprijzen. Voedselprijzen blijven daarentegen doorstijgen. De Commissie verwacht
dat de inflatie in de eurozone over 2023 en 2024 respectievelijk 5,6% en 2,5% zal
bedragen.
Ecofinraad
Ecofinraad-ontbijt
Tijdens het Ecofinraad-ontbijt heeft de voorzitter van de Eurogroep een terugkoppeling
gegeven van de Eurogroep en is de Commissie kort ingegaan op de huidige economische
ontwikkelingen en het Green Deal Industrial Plan (GDIP) – de recent gepubliceerde mededeling van de Commissie om wereldwijd een leidende
positie te behouden in de realisatie van een klimaatneutrale industrie en economie.4
Verschillende lidstaten zijn ingegaan op de (on)wenselijkheid van de voorgestelde
aanpassingen van de staatssteunregels. Zo gaf een aantal lidstaten aan voorstander
te zijn om anti-relocatiesteun te verlenen waarmee landen subsidies uit derde landen
kunnen matchen, terwijl andere lidstaten wezen op het gevaar voor een ongelijk speelveld voor bedrijven
binnen de EU. Daarnaast gaven diverse lidstaten aan dat het van belang is om eerst
goed te kijken naar het gebruik van bestaande fondsen en inzet van bestaande middelen
voor lidstaten om bedrijven te ondersteunen. Een aantal lidstaten ging daarbij in
op het voornemen van de Commissie om voor de zomer een voorstel te publiceren voor
een nieuw «Europees soevereiniteitsfonds».
Nederland heeft het belang van investeren in de klimaattransitie benadrukt. Daarbij
is het goed om gebruik te maken van een «impact assessment» om de gevolgen van een veranderend geopolitiek klimaat, waaronder de Inflation Reduction Act, op het Europese concurrentievermogen in beeld te krijgen. Wat betreft financiering
gaf Nederland aan dat er reeds veel publieke middelen beschikbaar zijn. Er dient dan
ook gekeken te worden naar hoe deze bestaande middelen zo effectief mogelijk ingezet
kunnen worden. Ook kan worden bezien welke rol de Europese Investeringsbank kan spelen
in het stimuleren van de benodigde private investeringen. Tevens gaf Nederland aan
open te staan voor vereenvoudiging en versnelling van staatssteunprocedures, maar
dat brede versoepeling van de staatssteunregels (negatieve) consequenties kan hebben
voor een gelijk speelveld voor bedrijven. Daarnaast heeft Nederland benoemd dat het
stimuleren en faciliteren van private financiering van belang is om de doelstellingen
van de GDIP te behalen en dat daarom voortgang op de versterking van de kapitaalmarktunie
noodzakelijk is.
A-punt – Herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve
jurisdicties
Tijdens de Ecofinraad is de herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve
jurisdicties en coöperatieve jurisdicties als hamerpunt aangenomen.5
Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten
de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan
voldoen komen te staan op de Europese lijst van non-coöperatieve jurisdicties (EU
fiscale zwarte lijst). Daarnaast is er ook een grijze lijst van landen die niet voldoen
aan de standaard maar die op hoog politiek niveau hebben toegezegd om binnen een bepaalde
periode alsnog aan de standaard te voldoen. De lijst wordt periodiek herzien, doorgaans
tijdens de Ecofinraden van februari en oktober.
De volgende landen zijn aan de EU fiscale zwarte lijst toegevoegd: Britse Maagdeneilanden,
Costa Rica, Marshalleilanden en Russische Federatie.
De Britse Maagdeneilanden zijn op de lijst geplaatst omdat ze niet volledig bleken
te voldoen aan de norm voor de uitwisseling van informatie op verzoek.
Costa Rica heeft niet voldaan aan de toezegging om de schadelijke aspecten van zijn
vrijstellingsregeling voor inkomsten uit buitenlandse bron af te schaffen of aan te
passen.
De Marshalleilanden kent geen vennootschapsbelasting. Om deze reden heeft de Gedragscodegroep
om sterkere substance wetgeving gevraagd om te voorkomen dat deze jurisdictie winsten
zonder reële economische activiteit aantrekt. De Gedragscodegroep concludeerde dat
deze eisen niet afdoende waren opgesteld.
Met betrekking tot de Russische Federatie heeft de Gedragscodegroep de Russische wetgeving
uit 2022 getoetst aan de criteria ter voorkoming van schadelijke belastingconcurrentie
en vastgesteld dat de Russische Federatie niet heeft voldaan aan de toezegging om
de schadelijke aspecten van een speciale regeling voor internationale holding regimes
weg te nemen.
De nieuwe zwarte lijst bestaat nu uit 16 landen: Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans-Samoa,
Anguilla, Bahama's, Britse Maagdeneilanden, Costa Rica, Fiji, Guam, Marshalleilanden,
Palau, Panama, Russische Federatie, Samoa, Trinidad en Tobago, Turks- en Caicoseilanden,
en Vanuatu.
De landen op de fiscale grijze lijst hebben toegezegd om binnen een overzichtelijke
termijn alsnog te voldoen aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden
de landen op de EU fiscale zwarte lijst gezet. In dat kader zijn Aruba, en Curaçao
op de grijze lijst geplaatst omdat beide landen niet volledig bleken te voldoen aan
de norm voor de automatische uitwisseling van informatie. Zowel Aruba, als Curaçao
hebben op hoog politiek niveau toegezegd dat zij uiterlijk in het najaar 2024 alsnog
zullen voldoen aan de genoemde standaard.
Meer informatie over de EU fiscale lijst is te vinden op de website van de Raad van
de Europese Unie.6
Stand van de uitvoering van wetgeving inzake financiële diensten
Het voorzitterschap van de Raad en de Commissie hebben de Ecofinraad geïnformeerd
over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.7
Economische en financiële impact van de Russische agressie jegens Oekraïne
De Ecofinraad heeft van gedachten gewisseld over de economische en financiële aspecten
van de Russische inval in Oekraïne. De afgelopen maanden heeft de Ecofinraad meermaals
gesproken over de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen
Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Deze keer stonden de sancties tegen Rusland
en de implementatie van de sancties centraal.
De Commissie gaf aan dat de ingestelde sancties door de EU effectief zijn. Rusland
is het afgelopen jaar geconfronteerd met een recessie – ondanks de hoge energieprijzen
– en de export is gedaald. Daarnaast lichtte de Commissie de contouren van het voorgenomen
tiende sanctiepakket toe. Dit tiende sanctiepakket is op 25 februari jl. gepubliceerd.8 Het pakket bevat onder andere aanvullende listings, waardoor extra personen en bedrijven
op de sanctielijst zijn gezet, en verschillende rapportageverplichtingen voor bevroren
tegoeden.
Tijdens de Ecofinraad benadrukten verschillende lidstaten het belang van verdergaande
sancties. Daarnaast werd door sommige lidstaten bepleit om bevroren tegoeden en middelen
van de Russische centrale bank voor de wederopbouw van Oekraïne te gebruiken.
Herziening Stabiliteits- en Groeipact
De Ecofinraad heeft gesproken over de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact
(SGP) en de Macro-Economische Onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De Europese Commissie
publiceerde op 9 november 2022 een mededeling waarin zij de contouren uiteenzette
van een mogelijke hervorming van SGP en MEOP. Tijdens de Ecofinraad op 6 december
2022 vond daarover een eerste gedachtewisseling plaats. Tijdens deze Ecofinraad is
nogmaals over de mogelijke hervorming gesproken, waarbij het voorzitterschap van de
Raad streeft naar Raadsconclusies in maart. Meer informatie over het proces vindt
u onderaan dit verslag bij het kopje «Overig – Toezegging aan lid Slootweg (CDA) en
Van der Lee (GL) om in het verslag terug te komen op het beoogde proces en tijdpad
(en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom de herziening van het SGP».
Voor deze bespreking in de Ecofinraad had het Zweedse voorzitterschap van de Raad
een notitie opgesteld met discussievragen. De focus lag op drie onderwerpen: hoe de
ministers aankeken tegen (1) landspecifieke schuldafbouw, (2) meerjarenplannen en
(3) het overgaan op een op risico’s gebaseerde benadering.
Veel lidstaten benoemden het belang van nationaal eigenaarschap, transparantie en
gelijke behandeling. Lidstaten lijken open te staan voor nationale meerjarenplannen
indien hervormingen en investeringen niet uitgesteld worden, en budgettaire consolidatie
niet op de lange baan wordt geschoven (geen backloading). Het meest controversiële onderwerp in de discussie was het prominente gebruik van
de schuldhoudbaarheidsanalyse (DSA). Veel zorgen bij lidstaten over de complexiteit
en het gebrek aan transparantie bij gebruik van de DSA. Daarnaast vroegen meerdere
lidstaten, waaronder Nederland, om meer duidelijkheid van de Commissie met betrekking
tot de 3%-tekortnorm en de opening van buitensporigtekortprocedures op basis hiervan.
Ook bepleitte een aantal lidstaten dat er een uitzondering voor defensie-uitgaven
dient te komen in het nieuwe raamwerk. Tegen de achtergrond van deze discussies lieten
meerdere lidstaten weten open te staan voor Raadsconclusies.
Nederland heeft een sterk appel gedaan om tot Raadsconclusies te komen en het belang
van voortgang van de hervorming benadrukt. Daarnaast heeft Nederland aangegeven dat
de werkwijze die de Commissie uiteen heeft gezet op meerdere aspecten aansluit bij
de Nederlandse inzet zoals verwoord in een Kamerbrief van 4 maart 20229 en het gezamenlijke non-paper met Spanje van 4 april 2022.10 Nederland heeft aangegeven dat het raamwerk moet bijdragen aan opwaartse economische
convergentie, schuldhoudbaarheid en effectieve handhaving. Integrale meerjarenplannen
die zowel het begrotingsbeleid als plannen voor investeringen en hervormingen bevatten
kunnen het nationaal eigenaarschap vergroten. Voor transparantie en gelijke behandeling
zijn wel heldere kaders nodig waarbinnen die plannen opgesteld en getoetst worden.
Meer informatie over de prikkel tot investeringen die uitgaat van het beoogde raamwerk
vindt u onderaan dit verslag bij het kopje «Overig – Toezegging aan lid van Weyenberg
(D66) om in het verslag terug te komen op de ruimte/prikkels voor hervormingen en
vergroening binnen de herziening van het SGP». Met betrekking tot het gebruik van
schuldhoudbaarheidsanalyse voor het vaststellen van de maximale netto uitgavengroei
heeft Nederland aangegeven dat dit past bij een focus van de begrotingsregels op het
waarborgen van houdbare overheidsschulden. Maar daarbij moet wel transparantie, stabiliteit
en voorspelbaarheid van de schuldhoudbaarheidsanalyse geborgd worden. Tot slot heeft
Nederland het belang van verbeterde handhaving en toezicht benadrukt.
Uitvoeringsbesluit van de Raad onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit
De Ecofinraad heeft een aanpassing van het uitvoeringsbesluit ter goedkeuring van
het herstel- en veerkrachtplan (HVP) van Duitsland goedgekeurd.11 Duitsland maakt daarbij gebruik van de mogelijkheid binnen de RRF-verordening om
een HVP aan te passen als dat HVP, inclusief desbetreffende mijlpalen en doelen, deels
of in zijn geheel niet langer haalbaar is op grond van objectieve omstandigheden.
De aanpassing betreft specifiek het uitstellen van één van zeven projecten binnen
een doel op gebied van digitalisering van het spoorwegsysteem en het schrappen van
elementen van een doel gericht op ondersteuning van Covid-19 vaccinontwikkeling. De
eerste betalingstermijn, die is gekoppeld aan deze doelen, wordt overeenkomstig verlaagd.
Zoals toegelicht in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 16 en 17 januari
jl. zullen er naar verwachting nog veel voorstellen volgen voor uitvoeringsbesluiten
van de Raad ter goedkeuring van aangepaste herstelplannen.12 De Tweede Kamer zal hiervan steeds voorafgaand aan de besluitvorming in de Raad een
kabinetsappreciatie ontvangen.
Voorbereiding ministeriële G20-bijeenkomst
De Ecofinraad heeft de inzet van de EU tijdens de ministeriële G20-vergadering (Finance Ministers and Central Bank Governors Meeting; FMCBG) op 24 en 25 februari goedgekeurd. Deze bijeenkomst is de eerste onder het nieuwe Indiase
voorzitterschap. Wereldwijd worstelen economieën met o.a. de gevolgen van de Russische
oorlog in Oekraïne en de naweeën van de coronapandemie. Hierdoor is het macro-economisch
vooruitzicht complex. Zo zijn inflatie, rentes en publieke schuldniveaus gestegen,
en de mondiale toeleveringsketens verstoord (waardoor in sommige regio’s energie-
en voedseltekorten zijn ontstaan). Tegelijkertijd blijft de aanpak van klimaatverandering
urgent. Het gezamenlijk adresseren van deze uitdagingen staat centraal op de agenda
van deze bijeenkomst.
De inzet van de EU tijdens deze G20-vergadering is vastgesteld door middel van een
«EU terms of reference». Hierin wordt ten eerste de Russische agressie jegens Oekraïne – en de mondiale
economische gevolgen daarvan – veroordeeld. Er wordt aandacht besteed aan de versterking
van voedselzekerheid, o.a. in samenwerking de Verenigde Naties en het Internationaal
Monetair Fonds. Verder wordt ingezet op verbeterde pandemieparaatheid, afronding van
de tweepijlerherziening van het internationaal belastingstelsel en additionele investeringen
in (duurzame) infrastructuur. De EU wordt verzocht steun uit te spreken voor initiatieven
om klimaatverandering aan te pakken, zoals implementatie van de G20 Sustainable Finance Roadmap.
Overig
Toezegging aan lid Slootweg (CDA) en Van der Lee (GL) om in het verslag terug te komen
op het beoogde proces en tijdpad (en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom de herziening
van het SGP
Tijdens het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 9 februari jl. heb ik toegezegd
om terug te komen op het beoogde proces en tijdpad (en betrokkenheid Kamer daarbij)
rondom de herziening van het SGP.
Na afloop van de Ecofinraad van 14 februari jl. zijn concept-Raadsconclusies gedeeld
door het Zweedse voorzitterschap van de Raad van de EU. Deze worden besproken in de
ambtelijke voorportalen van de Ecofinraad. Indien er consensus bereikt wordt, worden
de Raadsconclusies aangenomen op de aanstaande Ecofinraad van 14 maart. De Kamer zal
middels de geannoteerde agenda voor de Ecofinraad van 14 maart hier verder over worden
geïnformeerd, waarbij wordt ingegaan op de inhoud van de Raadsconclusies (die bij
het schrijven van de geannoteerde agenda waarschijnlijk nog in beweging zullen zijn)
en hoe die inhoud aansluit bij de Nederlandse inzet. Bij aanname zullen de Raadsconclusies
fungeren als richting voor wetgevende voorstellen van de Commissie. Mogelijk zal de
Commissie voor het einde van de lente met wetgevende voorstellen komen. Hier zal de
Kamer via de gebruikelijke manier over worden geïnformeerd via een BNC-fiche. Voorts
zullen gesprekken plaatsvinden in de Raad en het Europees Parlement over de door de
Commissie voorgestelde wetgevende voorstellen. Over de voortgang van deze gesprekken
wordt uw Kamer via de gebruikelijke manier, conform de bestaande informatie-afspraken,
op de hoogte gehouden. Indien uw Kamer hier behoefte aan heeft staan de ambtenaren
van het Ministerie van Financiën tot uw beschikking voor een technische briefing over
deze wetgevende voorstellen.
Omdat een mogelijk hervormd SGP voorlopig nog niet van kracht is, zal de Commissie
naar verwachting in maart een mededeling uitbrengen waarin zij uiteenzet hoe de bestaande
Europese begrotingsregels voor het begrotingsjaar 2024 toegepast kunnen worden. Deze
uiteenzetting zal naar verwachting worden gevolgd door een gedachtewisseling in de
Eurogroep of Ecofinraad, waarna lidstaten in hun voorbereidingen voor hun begroting
voor 2024 hier rekening mee kunnen houden. De aanbevelingen van de Raad voor het begrotingsbeleid
van de lidstaten wordt later in het voorjaar vastgesteld, op basis van voorstellen
van de Commissie als onderdeel van het zogenoemde Lentepakket van het Europees Semester.
Toezegging aan lid Van Weyenberg (D66) om in het verslag terugkomen op de ruimte/prikkels
voor hervormingen en vergroening binnen de herziening van het SGP
Tijdens het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 9 februari jl. heb ik toegezegd
om terug te komen op de ruimte/prikkels voor hervormingen en vergroening binnen de
herziening van het SGP.
Binnen de herziening van het SGP wordt gestreefd naar een versterking van schuldhoudbaarheid
en het bevorderen van duurzame economische groei door middel van investeringen en
hervormingen. Om hier vorm aan te geven, stellen lidstaten in het voorstel van de
Commissie van 9 november jl. zelf een plan op voor hun begrotingsbeleid en economisch
beleid met in achtneming van investeringen en hervormingen. Dit plan beslaat in het
voorstel van de Commissie in principe een periode van vier jaar. Als het plan zogenoemde
prioritaire investeringen en hervormingen bevat, kan een lidstaat een langer budgettair
aanpassingspad krijgen van maximaal zeven jaar. Hier gaat een sterke prikkel vanuit
om hervormingen en investeringen op te nemen. De verlenging van het budgettaire aanpassingspad
leidt bovendien tot een minder grote jaarlijkse budgettaire aanpassing (via bezuinigingen
of lastenverzwaringen) waardoor het risico op snelle bezuinigingen via het verlagen
van de publieke investeringen af kan nemen.
Voor de prioritaire investeringen en hervormingen zijn criteria opgesteld: ze moeten
naast het bijdragen aan groei en schuldhoudbaarheid, ook bijdragen aan het adresseren
van de gezamenlijke Europese uitdagingen zoals klimaatverandering. Daarmee is er ruimte
voor hervormingen en investeringen die leiden tot vergroening.
De implementatie van de hervormingen en investeringen die leiden tot een verlenging
van het budgettaire aanpassingspad zullen door de Commissie gemonitord worden middels
een nieuw handhavingsinstrument.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën