Brief regering : Adviesrapport en beleidsregel slotreductie van ACNL
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 458 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2023
Naar aanleiding van de Hoofdlijnenbrief Schiphol van 24 juni 20221 is de Nederlandse slotcoördinator (Airport Coordination Netherlands, ACNL) eind juni
2022 gevraagd om te onderzoeken hoe tot een reductie van het aantal vliegtuigbewegingen
en de hiermee samenhangende slots kan worden gekomen. Ook is gevraagd om in te gaan
op de motie van het lid Kröger c.s.2 waarin de regering wordt gevraagd om te onderzoeken hoe een methodiek «voor het niet kunnen alloceren van slots waarop historische aanspraak kan worden
gemaakt» ontworpen kan worden.
ACNL heeft die opdracht geaccepteerd en heeft op 14 februari jl. een adviesrapport
uitgebracht over de te doorlopen processtappen. Gelijktijdig met dit adviesrapport
heeft ACNL een conceptbeleidsregel opgesteld waarin de reductiemethodiek is uitgewerkt.
In de EU-Slotverordening is vastgelegd dat een slotcoördinator functioneel en financieel
onafhankelijk moet zijn en als enige bevoegd is om slots te alloceren3. Dat geldt ook voor de situatie dat er minder slots beschikbaar zijn dan historische
rechten. De door ACNL opgestelde beleidsregel «Slot allocation in case of exceedance
of historic rights» is geen onderdeel van het adviesrapport ten behoeve van het Ministerie
van IenW; het opstellen van een beleidsregel met een dergelijke reductiemethodiek
valt onder de verantwoordelijkheid van ACNL.
Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het adviesrapport,
de reactie daarop, over de voorgenomen reductiemethodiek (in de vorm van een concept-beleidsregel)
van ACNL en over komende vervolgstappen. Met deze brief wordt ook invulling gegeven
aan de motie van het lid Kröger c.s. De ontvangen stukken zijn als bijlage meegestuurd.
Uitkomsten adviesrapport: transparant en getrapt proces doorlopen
ACNL staat in haar adviesrapport stil bij de activiteiten die de verschillende actoren
vanuit hun eigen rol, taak en verantwoordelijkheid moeten verrichten om tot een goede
implementatie van de reductie te komen. ACNL staat ook stil bij het juridische kader
dat van toepassing is en de tijd die benodigd is om de reductie te bewerkstelligen.
Bij de totstandkoming van het adviesrapport heeft ACNL diverse luchtvaartmaatschappijen,
de luchthaven Schiphol, koepelorganisaties (BARIN, IATA, ACN), de Europese Commissie
(DG MOVE) en de Omgevingsraad Schiphol (ORS) gesproken. ACNL heeft het Ministerie
van IenW ook periodiek geïnformeerd over de voortgang. Deze afstemming had niet als
doel om overeenstemming te bereiken, maar om stakeholders te informeren over het onderzoek
en hen de gelegenheid te geven om vragen te stellen en input te leveren. De inhoud
van het adviesrapport bevat daarom alleen het standpunt van ACNL.
Om tot een reductie van het aantal vliegtuigbewegingen te komen benoemt ACNL, ongeacht
de mate van de reductie, een viertal vaste processtappen waarbij iedere partij zijn
rol, taak en verantwoordelijkheid heeft. Deze processtappen en de actoren betreffen:
1. De overheid neemt binnen de geldende kaders de milieunorm4 op in wet- en regelgeving.
2. De luchthavenexploitant stelt op basis van deze norm per seizoen de beschikbare capaciteit
vast rekening houdend met de wereldwijd geldende kalender voor slotallocatie.
3. De slotcoördinator verdeelt de beschikbare slots uit de capaciteitsdeclaratie onder
de luchtvaartmaatschappijen met inachtneming van de Slotverordening.
4. De luchtvaartmaatschappijen gebruiken de slots zoals toegewezen en het staat luchtvaartmaatschappijen
vrij om te kiezen hoe ze het slot willen gebruiken (zoals type operatie, bestemming,
type luchtvaartuig).
Deze vier stappen vormen een getrapt proces en zijn relevant voor elk van de drie
verschillende sporen die door het Ministerie van IenW zijn uitgewerkt in relatie tot
het Kabinetsbesluit in de Hoofdlijnenbrief Schiphol van juni 2022: beëindiging anticiperend
handhaven in combinatie met de experimenteerregeling (spoor 1); de Balanced Approach
procedure (spoor 2); sturen op normen en verankering in het LVB (spoor 3).
Ten aanzien van de implementatie van een reductie geeft ACNL aan deze te laten aansluiten
bij de start van een winterseizoen, omdat een reductie betrekking heeft op een geheel
operationeel jaar (1 november–31 oktober). Wanneer de inhoudelijke en juridische grondslag
en de capaciteitsdeclaratie niet tijdig gereed zijn, schuift de implementatie idealiter
een jaar op zodat aangesloten kan worden op een geheel operationeel jaar. Indien halverwege
het gebruiksjaar gestart zou worden met de reductie, raadt ACNL aan de reductie alleen
voor het zomerseizoen toe te passen.
ACNL adviseert om geen overgangsregeling in te stellen (om gefaseerd te verlagen).
Een overgangsregelging heeft alleen zin heeft als er daadwerkelijk significante aantallen
slots ongebruikt over blijven en deze worden teruggegeven of door faillissementen
terugvallen. De verwachting is dat dit nauwelijks het geval zal zijn.
Het Ministerie van IenW herkent en deelt de vier processtappen die ACNL schetst en
die door de verschillende partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid getrapt doorlopen
moeten worden. Het advies om geen overgangsregeling in te stellen wordt overgenomen.
Ten aanzien van de implementatiedatum delen we de uitdrukkelijke voorkeur om deze
aan te laten sluiten bij de start van een winterseizoen. Mocht de reductie halverwege
het gebruiksjaar worden gestart, dan onderschrijft het Ministerie van IenW ook het
advies van ACNL om de reductie alleen voor het zomerseizoen toe te passen om te voorkomen
dat de gehele reductie in één seizoen genomen moet worden.
Reductiemethodiek: proportionele reductie
De concept beleidsregel gaat in op de procedure en methodiek die door ACNL gebruikt
zal worden om slots te alloceren in het geval er minder slots beschikbaar zijn dan
waar historische aanspraak op kan worden gemaakt. ACNL zal sectorpartijen de komende
periode informeren over de beleidsregel alvorens deze definitief vast te stellen.
De beleidsregel zal voor de slotallocatie van het komende winterseizoen 2023/2024
van kracht zijn.
ACNL geeft in de beschrijving van de reductiemethodiek aan dat er twee methodes zijn
onderzocht: (i) proportionele verdeling; (ii) verdeling gebaseerd op de verdeelregels
(uit de slotverordening en de beleidsregel «additionele allocatie criteria»). Met
behulp van simulaties heeft ACNL de impact van deze twee methodes op verschillende
aspecten (zoals connectiviteit, concurrentie en milieu) in kaart gebracht.
ACNL geeft aan dat de twee methodes niet significant verschillen op de onderzochte
aspecten, maar dat de impact op individuele luchtvaartmaatschappijen «ongelijk» uitpakt.
Dat hangt samen met het feit dat luchtvaartmaatschappijen zich niet voor kunnen bereiden
op een methode op basis van prioriteitsregels vanwege de korte aankondigingsperiode.
De proportionele methode kent deze nadelen niet. Daar komt bij dat deze methode het
beste aansluit bij een door de sector gedragen «best practice document» voor tijdelijke
capaciteitsbeperkingen (tijdens de Covid-19 pandemie) die gebaseerd is op het principe
van proportionaliteit5.
Alles overwegende heeft ACNL een concept beleidsregel ontwikkeld die uitgaat van een
proportionele reductie. De historische slotreeksen die niet gealloceerd kunnen worden,
worden met voorrang op de wachtlijst geplaatst voor in ieder geval het betreffende
seizoen. Nadat de slotreeksen zijn toegekend staat het luchtvaartmaatschappijen vrij
om te bepalen hoe ze de slots willen opereren, binnen de beschikbaar gestelde capaciteit.
Het is zeer behulpzaam dat ACNL een reductiemethodiek heeft opgesteld die binnenkort
met stakeholders wordt besproken en daarna gepubliceerd zal worden, zodat deze op
tijd van kracht kan zijn. De reductiemethodiek (vastgelegd in een concept-beleidsregel)
betreft geen advies aan het Ministerie IenW. Het gaat hier om de uitwerking van een
taak die bij ACNL is belegd, wat betekent dat ik de inhoud ter kennisgeving aanneem.
Vervolg
Het kabinet is zich bewust van de impact van de voorgenomen reductie van het aantal
vliegtuigbewegingen en de daarmee samenhangende slots voor de luchtvaartsector en
deelt het advies van ACNL om een zorgvuldig en getrapt proces te doorlopen waarbij
iedere actor zijn eigen taken en verantwoordelijkheid heeft.
Het Ministerie van IenW zet zich ervoor in om de noodzakelijke voorbereidingen te
treffen om invulling te geven aan de verantwoordelijkheid voor het stellen van kaders
binnen de geldende internationale regelgeving in nationale wet- en regelgeving. Voor
spoor 1 van het Hoofdlijnenbesluit Schiphol (het beëindigen van anticiperend handhaven
in combinatie met de experimenteerregeling) is het Ministerie van IenW in januari
2023 gestart met de internetconsultatie van de «experimenteerregeling Schiphol» om
strikt preferentieel baangebruik voort te kunnen zetten met ingang van 1 november
van dit jaar. Voor spoor 2 (de Balanced Approach procedure) is eind december 2022
gestart met de verplichte consultatieronde.
ACNL zal na het informeren van de sectorpartijen de hiervoor genoemde beleidsregel
publiceren en een werkprocedure maken. Daarin zal uitgewerkt staat hoe ACNL het criterium
van proportionaliteit in de praktijk zal toepassen en wat er van luchtvaartmaatschappijen
wordt verwacht. ACNL is voornemens om deze werkprocedure te publiceren voor de vaststelling
van de capaciteitsdeclaratie voor het komende winterseizoen; uiterlijk 4 mei 2023.
Over de voortgang rond het Kabinetsbesluit Schiphol en de vervolgstappen die gezet
worden om tot een reductie van het aantal vliegtuigbewegingen en de daarbij behorende
slots te komen, wordt de Kamer periodiek geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.