Brief regering : G20 update: uitkomsten G20-top (Bali, 15 en 16 november 2022) en Nederlandse inzet G20 in 2023
32 429 G-20
Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2023
Met deze brief wordt uw Kamer, mede namens de Minister-President, geïnformeerd over
de belangrijkste uitkomsten van het afgelopen Indonesische G20 jaar en de Nederlandse
inzet in 2023 tijdens het Indiase G20 voorzitterschap.
Inleiding
Op 15 en 16 november jl. vond de G20 top van regeringsleiders op Bali plaats, waarmee
het Indonesische voorzitterschapsjaar werd afgesloten. Het kabinet werd vertegenwoordigd
door de Minister-President en de Minister van Financiën. De Nederlandse inzet met
betrekking tot de G20 in 2022 kwam uw Kamer eerder toe.1 De focus van het Indonesische G20 voorzitterschap lag op Recover Together, Recover Stronger, wat zich bij de top vertaalde in aandacht voor voedsel- en energiezekerheid, pandemieparaatheid
en digitale economie. Het Indonesische voorzitterschap startte midden in de COVID-19
pandemie. Vervolgens veranderde de focus nadat Rusland op 24 februari 2022 Oekraïne
binnenviel. Er zijn in EU- en G7-verband afspraken gemaakt over de omgang met Rusland
in multilaterale fora waar het kabinet zich aan gehouden heeft en waar het kabinet
zich aan blijft houden. Deze landen, inclusief Nederland, konden en kunnen Russische
uitlatingen die de oorlog rechtvaardigen niet onweersproken laten. Zo ook niet in
G20 verband.
Tijdens de G20-top werd de NAVO daarnaast opgeschrikt door een explosie in Polen,
waarna een spoedbijeenkomst in G7/NAVO-verband is georganiseerd. Dit alles gebeurde
tegen de achtergrond van geïntensiveerde Russische bombardementen in Oekraïne. Gelet
op deze geopolitieke context valt het Indonesische voorzitterschap te prijzen dat
de top is afgesloten met overeenstemming over een gezamenlijke verklaring, inclusief
een veroordeling van de oorlog in Oekraïne. Met dit gezamenlijke resultaat is de kernboodschap
dat de G20 het forum blijft waar verschillende internationale economische kwesties
geadresseerd kunnen worden. De (Engelstalige) verklaring, de G20 Bali Leaders» Declaration, is bij deze brief gevoegd.
Zoals uw Kamer werd meegedeeld op 14 oktober jl. (Kamerstuk 32 429, nr. 24) heeft India op 1 december jl. het G20 voorzitterschap van Indonesië overgenomen
en is het kabinet verheugd dat India Nederland heeft uitgenodigd om in 2023 deel te
nemen aan de G20. Het Indiase G20 voorzitterschap zal zich onder het thema «One Earth, One Family, One Future» onder andere richten op versnelde, inclusieve en veerkrachtige groei, versnelling
van de voortgang op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals – SDGs), klimaat en het concept lifestyle for environment (LiFE) met als doel consumptie en productieprocessen en patronen meer te baseren
op efficiënt grondstoffengebruik en circulaire economie, technologische transformatie,
digitale publieke infrastructuur, multilaterale instellingen voor de 21ste eeuw, voedsel-
en energiezekerheid en door vrouwen geleide ontwikkeling.
Als open en internationaal georiënteerde economie is het voor Nederland belangrijk
om aangesloten te blijven op discussies over deze mondiale kwesties. Afspraken binnen
de G20 over deze beleidsterreinen hebben een brede internationale impact en raken
aan de effectiviteit van het Nederlands beleid. Ook ziet het kabinet de deelname aan
de G20 als gelegenheid om in een wereld van toenemende polarisatie in te zetten op
het versterken van banden en het overbruggen van verschillen en beoogt daarmee bij
te dragen aan mondiale stabiliteit. Dit door beter te luisteren, actief te laten zien
voor welke waarden Nederland staat en de verbinding te zoeken met de global partners (Global South). Het kabinet waardeert het dan ook dat het door India is uitgenodigd om in 2023 deel
te nemen aan de G20 top van regeringsleiders, alle ministeriële G20 bijeenkomsten
en de voorbereidende (ambtelijke) bijeenkomsten.
Het jaarlijks roulerend voorzitterschap van de G20 kan naast de vaste leden ook gasten
uitnodigen om deel te nemen aan de G20 bijeenkomsten. Naast Nederland heeft India
de volgende gasten uitgenodigd: Bangladesh, Egypte, Mauritius, Nigeria, Oman, Singapore,
Spanje, de Verenigde Arabische Emiraten, de International Solar Alliance, de Coalition for Disaster Resilient Infrastructure en de Asian Development Bank.
Terugkoppeling Indonesisch G20 jaar en inzet voor 2023 onder Indiaas G20 voorzitterschap
per thema
Hieronder volgt per G20 werkstroom een korte terugblik op de belangrijkste resultaten
tijdens het Indonesische G20 jaar en de Nederlandse inzet voor het huidige Indiase
G20 voorzitterschap. Daarbij onderstreept het kabinet dat de in EU- en G7-verband
gemaakte afspraken over de omgang met Rusland in multilaterale fora worden nageleefd.
Het kabinet benadrukt verder dat deelname aan de G20 extra gelegenheid biedt om en
marge met de EU en G7 partners te coördineren, bijvoorbeeld ook op onderwerpen zoals
de wederopbouw van Oekraïne.
Financiën
Indonesië legde in het financiële traject nadruk op de herstelfase van de COVID-19-crisis
met als belangrijk thema het verbeteren van de financiële architectuur voor pandemiepreventie,
-paraatheid en -respons. In die context is het kabinet verheugd dat er een gezamenlijk
fonds is opgezet voor pandemieparaatheid (Pandemic Fund). Het fonds heeft een initiële omvang van 1,5 miljard Euro, het kabinet heeft hier
financieel aan bijgedragen met 10 miljoen Euro.
Sinds februari stonden de consequenties van de Russische invasie van Oekraïne centraal.
Stijgende voedsel- en energieprijzen, oplopende rentes en wisselkoersfluctuaties hebben
vele, vooral kwetsbare landen, hard getroffen. De G20 zet daarom in op het versterken
van de mondiale financiële architectuur en het ondersteunen van kwetsbare landen.
Het kabinet heeft hierbij in het bijzonder aandacht gevraagd voor het adresseren van
kwetsbaarheden in de publieke schuldenlast van opkomende- en lage-inkomenseconomieën
en het bevorderen van schuldentransparantie. Het kabinet omarmt de hervorming van
multilaterale ontwikkelingsbanken (MDBs) en is, samen met andere G20-landen, voorstander
van een spoedige implementatie van aanbevelingen uit een onafhankelijk rapport voor
de G20 over de efficiëntere inzet van kapitaal door MDBs.
Op het gebied van duurzaamheid en klimaat verwelkomt het kabinet de steun die is uitgesproken
voor het G20 Sustainable Finance Report, waarin stappen worden voorgesteld voor verdere verduurzaming van de financiële sector
en markten. De G20 verwelkomde het doorlenen van 76.8 miljard Euro aan IMF Special Drawing Rights (SDRs) waaronder aan de IMF Resilience and Sustainability Trust (RST) voor kwetsbare landen om in structurele lange-termijn uitdagingen zoals klimaatverandering
te investeren. Het kabinet leent SDR 1,7 miljard door waarvan SDR 1,2 miljard voor
de RST. Het kabinet pleit binnen de G20 ook voor andere maatregelen op het gebied
van klimaat, zoals internationale koolstofbeprijzing.
India vervolgt met een apart G20 Finance Track dat een sleutelrol speelt in de wereldwijde coördinatie van financieel-economische
beleid en onderstreept dit G20-jaar de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, zoals schaarste
en hoge prijzen van voedsel en energie. Net zoals voorgaande jaren, zullen dit jaar
in de Finance Track ook thema’s als de mondiale economie, de internationale financiële architectuur,
duurzame financiering en klimaat, en het internationale belastingstelsel centraal
staan.
India heeft daarnaast een aantal specifieke prioriteiten vastgesteld zoals de macro-economische
gevolgen en beleidsimplicaties van voedsel- en energieonzekerheid in kaart brengen,
MDBs en hun leencapaciteit versterken, schuldkwetsbaarheden aanpakken, ook van middeninkomenslanden,
o.a. door betere coördinatie van crediteuren, financiering voor klimaat en SDGs mobiliseren,
financiële inclusiviteit verbeteren middels digitale publieke infrastructuur, op belastinggebied,
monitoren van de voortgang op de G20/OESO Inclusive Framework herziening van het internationaal belastingsysteem (Pijler 1 en 2), bevorderen van
transparante fiscale gegevensuitwisseling en technische assistentie versterken en
marco-financiële implicaties van digitale valuta van centrale banken monitoren en
crypto-activa reguleren.
Het kabinet steunt deze prioriteiten. In een context van zwakke economische groei
en verkrappende financieringscondities is het zaak om de internationale financiële
architectuur te versterken en daarmee bij te dragen aan mondiale stabiliteit. Het
kabinet zal zich inzetten voor een snelle en effectieve coördinatie op het gebied
van mondiale schuldenproblematiek waarbij alle – officiële bilaterale en private –
crediteuren betrokken zijn. Daarnaast zet het kabinet zich in voor een roadmap voor de spoedige implementatie van de aanbevelingen die leiden tot een effectievere
inzet van het kapitaal van MDBs.2 Dit is nodig om kwetsbare landen te ondersteunen, maar ook om financieringsruimte
te creëren voor investeringen in mondiale publieke goederen, zoals klimaat. Op het
gebied van klimaat zal het kabinet bovendien aandringen op een gebalanceerde aanpak,
waarbij niet alleen naar financiering door rijke landen wordt gekeken, maar ook naar
andere maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. De rol van de Minister van
Financiën als co-voorzitter van de Coalitie van Ministers van Financiën voor Klimaatactie
vanaf 1 april 2023 kan hierbij wellicht een rol spelen.
Op het gebied van internationale belastingen is de monitoring van de herziening van
het internationale belastingsysteem prioriteit voor het kabinet, zeker nu binnen de
EU op 14 december een akkoord is bereikt over het richtlijnvoorstel Pijler 23inzake de regulering van crypto-activa steunt Nederland het werk van de Financial
Stability Board binnen de G20.
Gezondheid
Indonesië heeft in haar G20 jaar de transformatie van de globale gezondheidsinfrastructuur
als een van de prioritaire thema’s aangekaart. Het kabinet heeft het belang benadrukt
van mondiale solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid, in lijn met de ambitie
van de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie 2023–2030. Indonesië zette in op
verandering van de mondiale samenwerking op het gebied van de financiering van pandemische
preventie, voorbereiding en respons. Hier is het eerder genoemde Pandemic Fund een resultaat van. Indonesië heeft verder antimicrobiële resistentie (AMR) onder
de aandacht gebracht. Betrouwbare en representatieve geïntegreerde surveillance data
over resistentie en gebruik van antibiotica en nauwkeurige AMR diagnose is nodig op
lokaal, regionaal en mondiaal niveau om AMR te bestrijden. Het kabinet heeft deze
inzet gesteund en levert expertise op dit onderwerp.
India richt zich op mondiale gezondheid in het algemeen en pandemische preventie,
voorbereiding en respons in bijzonder. Het kabinet kan zich vinden in de ambitieuze
Indiase agenda, met als prioriteiten op gezondheid; preventie, paraatheid en reactie
van gezondheid gerelateerde noodsituaties incl. prioriteit geven aan een One Health-benadering en AMR, versterken van samenwerking in de farmaceutische sector met focus
op beschikbaarheid en toegang tot veilige, effectieve, kwalitatieve en betaalbare
medische tegenmaatregelen (vaccin, therapeutica en diagnostica) en digitale gezondheidsinnovaties
en inclusieve digitale gezondheidsoplossingen om Universal Health Coverage te bevorderen en de gezondheidszorg te verbeteren.
De Indiase prioriteiten zijn in lijn met Nederlandse beleidsinspanningen zoals geformuleerd
in de Nederlandse Mondiale gezondheidsstrategie 2023–2030 (Kamerstuk 36 180, nr. 25) en sluiten aan bij het WHO World Local Production Forum waarvan Nederland in 2023
de 2de editie van zal organiseren. Met de prioriteit gericht op digitale gezondheidsinnovaties
en inclusieve digitale gezondheidsoplossingen, bouwt India voort op de fundamenten
die door het vorige voorzitterschap zijn gelegd. Het kabinet steunt een focus op innovatieve
en duurzame benaderingen voor het aanpakken van huidige en toekomstige gezondheidsuitdagingen.
Het kabinet steunt tevens de G20 inzet om lopende initiatieven, platforms en wereldwijde
inspanningen te versterken. Versnippering van beleid en inzet van financiële middelen
moet worden tegengegaan en voorkomen. G20-landen kunnen een belangrijke rol spelen
door de complementariteit met andere bestaande fondsen en initiatieven nauwlettend
te monitoren en te voorkomen. Vanuit Nederland zal bij de beraadslaging eveneens aandacht
gevraagd worden voor betrokkenheid van Global South vertegenwoordigers bij trajecten gericht op de versterking van gezondheidzorgsstelsels.
Handel en investeringen
De Indonesische G20 agenda richtte zich op het behouden, versterken en hervormen van
het multilateraal handelssysteem; adresseren van verstoringen binnen waardeketens;
de-escalatie van mondiale handelsfricties; het integreren van duurzaamheid in het
handelssysteem en duurzaam herstel na de pandemie. Het kabinet verwelkomt de aanname
in G20 verband van het WTO akkoord MC12 van juni jl. op het terugdringen van schadelijke
visserijsubsidies, verdere liberalisering van handel in milieuvriendelijke goederen
en diensten en het beperken van handelsbarrières t.a.v. essentiële medische goederen
(het zogeheten Trade & Health Initiative van de EU en gelijkgezinde landen). Het kabinet onderstreept het belang van een gelijk
speelveld en nieuwe regels voor industriële subsidies, en heeft steun uitgesproken
voor hervormingen van het multilateraal handelssysteem en WTO-hervormingen. Het kabinet
verwelkomt dat de G20 het belang van voedselzekerheid heeft benadrukt en het voorkomen
van exportrestricties, met als concreet voorbeeld de verlenging van de Black Sea Grain Initiative (BSGI).
India richt zich op handel en investeringen op trade for Growth and Prosperity, trade and Resilient Global Value Chains, integrating
MSMEs in Global Trade, logistics for Trade en WTO hervorming. In de invulling van deze thema’s legt India duidelijk de nadruk
op ontwikkelingsvraagstukken, in navolging van Indonesië. De agenda komt gedeeltelijk
overeen met de Nederlandse prioriteiten op handel en investeringen. Zo benadrukt India
het belang van handel en investeringen voor economische groei en ontwikkeling, en
het gevaar van mondiaal protectionisme. Ook ziet India het grote belang van een goed
functionerend multilateraal handelsstelsel en het hervormen van de WTO. Ten slotte
legt India de nadruk op het weerbaar maken van mondiale waardeketens. Tegelijkertijd
ontbreken twee belangrijke elementen: India heeft geen aandacht voor een mondiaal
gelijk speelveld en zaken als industriële subsidies. Juist met de huidige handelsspanningen
zou dit onderwerp volgens het kabinet hoog op de agenda moeten staan. Ten tweede heeft
India weinig aandacht voor milieu en handel. Ook dit vraagstuk verdient voldoende
aandacht, gezien de urgentie van mondiaal milieubeleid en de noodzaak dat handel hieraan
bijdraagt.
Het kabinet zal in dit G20 jaar inzetten op steun voor het multilaterale handelssysteem
en hervorming van de WTO, waaronder herstel van het geschillenbeslechtingssysteem;
benadrukken van het belang van een gelijk speelveld en aangescherpte regels voor industriële
subsidies; verdergaande inzet op milieu en handel; het belang van weerbare mondiale
waardeketens. Ook zal het kabinet zich positioneren als bruggenbouwer tussen ontwikkelde
en ontwikkelingslanden, gezien het grote belang dat het kabinet hecht aan handel voor
ontwikkeling, en volledige betrokkenheid van ontwikkelingslanden in het multilaterale
handelssysteem.
Milieu, klimaat en duurzaamheid
Indonesië heeft klimaat, milieu en duurzaamheid hoog op de agenda gezet. Het versnellen
van de energietransitie is noodzakelijk om de mondiale broeikasgasemissies tot netto-nul
te reduceren, zoals afgesproken in de Overeenkomst van Parijs. Het kabinet steunde
de insteek van Indonesië om deze discussie te verbinden met klimaatambities in Nationally Determined Contributions en lange termijn doelen. Het kabinet heeft de verantwoordelijkheid van MDBs in de
ondersteuning van duurzaam herstel in ontwikkelingslanden benadrukt. In het kader
van mondiaal groen herstel heeft het kabinet ook aangestuurd op internationale samenwerking
in de G20 op belangrijke beleidsdiscussies als CO2-beprijzing en verduurzaming van handel. De G20 top ging vooraf aan COP15 Verdrag
van Biodiversiteit in december jl. Het kabinet is positief dat daarmee een signaal
is gegeven dat de G20 landen pleitten voor krachtige afspraken ter bescherming van
milieu en herstel van ecosystemen. Ook verwelkomt het kabinet de bevestiging van toezeggingen
om de klimaatverandering aan te pakken door de volledige en effectieve uitvoering
van de Overeenkomst van Parijs en de bijbehorende temperatuurdoelstelling te versterken.
Ook voor India staan klimaat, biodiversiteit, milieu en duurzaamheid hoog op de G20-agenda.
India wil een geïntegreerde benadering waarin klimaatbeleid samengaat met het bereiken
van duurzame groei. Het kabinet onderschrijft in lijn met de EU Green Deal het belang
van samenhang tussen de klimaatdoelen, biodiversiteitsdoelen en de milieu en duurzaamheidsagenda
en daarmee de noodzaak van een gezamenlijke aanpak om de transitie op deze fronten
te versnellen.
India ziet binnen die context een grote rol weggelegd voor LiFE (Lifestyle for Environment) met als doel consumptie en productieprocessen en patronen meer te baseren op efficiënt
grondstoffengebruik (resource efficiency) en circulaire economie. Het kabinet steunt
de insteek van India om duurzame leefstijlen te verbinden met klimaatambities en blijft
tevens de bredere systeemverandering benadrukken die nodig is om de mondiale opwarming
tot 1,5-graden te beperken. Verder steunt het kabinet de specifieke thema’s die India
voordraagt: stoppen en aanpakken van landdegradatie en versneld herstel van aangetaste
ecosystemen; bevorderen van een «blue economy» die zich richt op bescherming van marine ecosystemen en het instandhouden van hun
economische functies; stimuleren van duurzaam gebruik van grondstoffen en bevorderen
van een circulaire economie.
Bij dit laatste wil India vooral aandacht voor het duurzamer maken van de staalindustrie
en het terugdringen van de emissies. India stelt onder voor om te komen tot oprichting
van een G20 Resource Efficiency and Circular Economy Industry Coalition. In de komende maanden zullen deze initiatieven langs verschillende sporen nader
worden uitgewerkt waarbij het kabinet voortbouwt op haar eerder geformuleerde inzet
onder het Italiaans (2021) en Indonesisch Voorzitterschap (2022).4
India benadrukt het belang om de mondiale opwarming tot 1,5 graad te beperken, en
het kabinet deelt dat belang. De concrete implementatie van deze belangrijke ambitie
kan in de ogen van het kabinet sterker naar voren komen. Het kabinet wil in dat kader
afspraken maken met grote vervuilers over aanvullende maatregelen voor 2030 en daarna.
Tevens zet het kabinet zich op het gebied van mitigatie in om eerder gemaakte afspraken
over uitfasering van kolen uit de energiesector en van subsidies voor fossiele brandstoffen
uit te voeren en te versterken. Het kabinet wil hierop voortbouwen door in te zetten
op afspraken over uitfasering van alle fossiele brandstoffen. Hoewel de internationale
samenwerking vanwege geopolitieke spanningen nog steeds onder druk staat, is de urgentie
van meer mondiale klimaatactie – met name door G20 landen – nog nooit zo groot geweest.
De inzet van het kabinet is dan ook om dit belang in de discussies over klimaat, milieu
en duurzaamheid, en ook in discussies over de energietransitie en ontwikkelingssamenwerking,
te benadrukken.
India noemt op het gebied van mitigatie en adaptatie het belang van coastal ecosystems (mangroves en zoutwatermoerassen) die zowel bescherming bieden vanuit adaptatie oogpunt
als ook kunnen bijdragen aan opvang van CO2. Verder wil India, net als Indonesië, het belang van SDG’s 12 (Responsible consumption and production), 13 (Climate action) en 14 (Life below water) in samenhang bezien, hetgeen onder andere betekent dat de bescherming van oceanen
wordt aangepakt via duurzamer consumeren en produceren en via de aanpak van marine
plastic vervuiling. Het kabinet steunt deze inzet.
Het kabinet zal het belang benadrukken van de mobilisatie van publieke en private
financiering voor klimaatactie en de economische transities van vergroening en digitalisering
in ontwikkelingslanden. Het kabinet vraagt MDBs om op dit vlak meer leiderschap te
tonen. Concrete uitwerking kan de vorm krijgen van internationale partnerschappen,
zoals het Just Energy Transition Partnership dat Indonesië presenteerde tijdens haar G20 voorzitterschap, maar zal ook aandacht
geven aan innovatieve financiering en beleidsdiscussies als CO2-beprijzing en verduurzaming van handelsketens.
Het kabinet blijft zich sterk maken voor het versneld in lijn brengen van alle financiële
stromen, publiek en privaat, met de doelen van de Overeenkomst van Parijs. Transparantie
en de bijdrage van de financiële sector aan het opschalen van financiering spelen
hierbij een belangrijke rol.
Energietransitie
De focus van Indonesië lag op de volatiliteit in energieprijzen en -markten en tekorten
en verstoringen in de energievoorziening. Het kabinet is positief dat de urgentie
is onderstreept om energiesystemen snel te transformeren en te diversifiëren, energiezekerheid
en -veerkracht en marktstabiliteit te bevorderen door schone, duurzame, rechtvaardige,
betaalbare en inclusieve energietransities en stroom van duurzame investeringen te
versnellen en te waarborgen. De G7/EU landen legden de nadruk op de Russische agressie
tegen Oekraïne als oorzaak van de wereldwijde energiecrisis en hebben Rusland opgeroepen
om de oorlog te stoppen. Nederland heeft de prioriteit om de energietransitie in lijn
te brengen met de mondiale klimaatdoelstellingen benadrukt. Daarbij heeft Nederland
de nadruk gelegd op uitfasering van kolencentrales en fossiele subsidies, in lijn
met het Glasgow Climate Pact. Het kabinet is verheugd dat de G20 ontwikkelingslanden zal steunen in het bereiken
van universele toegang tot elektriciteit en zet zich internationaal in om de benodigde
financiering voor de mondiale energietransitie te realiseren.
India heeft ervoor gekozen om in 2023 de energietransitie in een aparte werkgroep
te behandelen, gezien het belang van het onderwerp. De nadruk wordt gelegd op de randvoorwaarden
voor een tijdige en betaalbare mondiale energietransitie. Specifiek kiest India voor
de prioriteiten: samenwerking op schone energie technologieën; financiering van de
energietransitie; energiezekerheid; energie efficiëntie (ook in de industrie); duurzame
brandstoffen inclusief groene waterstof en universele toegang tot schone energie.
Het kabinet steunt de inzet van India en onderstreept hierbij de cruciale rol die
de mondiale energietransitie speelt bij het halen van de klimaatdoelstellingen. Een
succesvolle energietransitie is immers cruciaal om de mondiale broeikasgasemissies
tot netto-nul te reduceren en de leveringszekerheid en beschikbaarheid van schone
energie ook op langere termijn te borgen.
Het kabinet steunt de inzet op opschaling van kansrijke schone energie technologieën,
vooral binnen bestaande, vaak multilaterale forums.5 Het kabinet zal extra aandacht vragen voor het terugdringen van methaanemissies in
de energiesector en verwelkomt het voorstel om een actieplan te maken voor meer samenwerking
op duurzame brandstoffen, zoals groene waterstof en ammonia. Dit past goed bij de
prioriteit van het kabinet om te komen tot een internationale markt hiervoor, zoals
onder meer genoemd in de Internationale Klimaatstrategie.6 India wil, terecht, aandacht geven aan energiezekerheid en de grondstoffenbehoefte
van de energietransitie, juist ook voor de armere landen. Wat betreft (kritieke) grondstoffen
zal de inbreng van het kabinet gericht zijn op aandacht voor monitoring van kritieke
grondstoffen, diversificatie van ketens en duurzame productie van kritieke grondstoffen.
Dit is in lijn met de nieuwe nationale grondstoffenstrategie7 die op 9 december jl. aan uw Kamer is verzonden.
Het kabinet verwelkomt ook de inzet van India op de verduurzaming van hard-to-abate sectoren met een focus op energie-efficiëntie en energiebesparing, wat goed in lijn
is met de nadruk die het kabinet legt op vraagreductie op alle niveaus. In bredere
zin acht het kabinet het positief dat India aandacht gaat besteden aan systeemoplossingen,
inclusief de rol die circulaire economie kan spelen bij het versnellen van de energietransitie.
Het kabinet steunt de inzet van India voor het SDG7 doel van «betaalbare, betrouwbare,
duurzame energie voor iedereen» en daartoe in 2030 universele toegang tot elektriciteit
en schoon koken te realiseren. Het kabinet verdubbelt dan ook de Nederlandse bijdrage
aan toegang tot hernieuwbare energie van 50 naar 100 miljoen mensen in 2030. India
zet verder in op financiering van de energietransitie, waarbij Nederland zijn expertise
kan inbrengen over de mobilisatie van private financiering en kansen die innovatieve
financiering biedt.8 Nauwe samenwerking met MDBs blijft hierbij cruciaal.
Digitale economie
De focus van Indonesië lag op connectiviteit en post-COVID-19 herstel, digitale vaardigheden
en digitale geletterdheid en grensoverschrijdende datastromen en veilige data-uitwisseling.
Het kabinet verwelkomt het G20 besluit om gegevensvrij verkeer met vertrouwen (data free flow with trust – DFFT) verder mogelijk te maken en grensoverschrijdende gegevensstromen te bevorderen.
Het kabinet is verheugd dat de G20 zich gezamenlijk heeft uitgesproken voor meer inzet
op digitale vaardigheden. Juist daarmee maken we burgers niet alleen digitaal vaardig,
maar ook weerbaar tegen digitale dreigingen als online desinformatie. Tijdens de G20
top benadrukte het kabinet het belang van internationale samenwerking om digitale
vaardigheden van onze burgers vergroten. Daarnaast heeft het kabinet het belang onderstreept
om desinformatiecampagnes en cyberdreigingen tegen te gaan en de veiligheid van de
connectiviteitsinfrastructuur te waarborgen.
India wil verder bouwen op het werk van voorgaande voorzitterschappen en zet in op
publieke digitale platformen en cybersecurity en cyberveiligheid in de digitale economie
en op digitale vaardigheden. Het kabinet verwelkomt discussie over deze onderwerpen
omdat deze goed aansluiten bij de recent aan uw Kamer gezonden Werkagenda Waardengedreven
Digitaliseren, de Strategie Digitale Economie en de Nederlandse Cyber Security Strategie.9 India wil met publieke digitale platformen vooral burgers middels digitalisering
(sociaal en economisch) emanciperen en frictie in de economie voor burgers en bedrijven
wegnemen en onderstreept hierbij digitale identiteit, digitaal betalingsverkeer en
data deling.
Dit sluit goed aan bij de wens van het kabinet om waarden gedreven digitalisering
als uitgangspunt te nemen (open, inclusief, privacy borgend).
Op het dossier cybersecurity en cyberveiligheid in de digitale economie wil India
voornamelijk in breder verband aandacht besteden aan het certificeren, of het stellen
van eisen voor veilige producten en diensten. Dit sluit goed aan bij de Europese Cyber Resilience Act. Het Indiase voorstel voor een cybertoolkit voor bewustzijn onder jongeren sluit goed aan op de Europese strategie voor een beter
en veiliger internet voor kinderen10. Sommige voorgestelde initiatieven zijn in potentie verstrekkend. In samenwerking
met de EU-collega’s vraagt het kabinet daarom om verdere verduidelijking van deze
voornemens en zullen – waar nodig – alternatieven die binnen het Europese waardenkader
vallen aangedragen worden. De prioriteit «digitale vaardigheden» omvat zowel digitale
basisvaardigheden als gevorderde ICT-vaardigheden op de werkvloer. Het kabinet verwelkomt
in principe prioriteiten zoals «mutual recognition of digital skills», maar vraagt wel aandacht en flexibiliteit in het herkennen van vaardigheden (niet
per se diploma maar bijvoorbeeld een skill passport) om mobiliteit van talenten te faciliteren.
Landbouw
Het kabinet verwelkomt de ambitieuze tekst tot stand gekomen onder Indonesisch voorzitterschap
met betrekking tot de verduurzaming van het landbouwsysteem. Belangrijke onderwerpen
daarbij zijn klimaatadaptatie én mitigatie, tegengaan van biodiversiteitsverlies,
landdegredatie en ontbossing, terugdringen van AMR en inzet van een One Health approach en verduurzaming op alle drie dimensies – ecologisch, economisch en sociaal. De Russische
agressie in Oekraïne en de gevolgen voor de mondiale voedselzekerheid waren een belangrijk
bespreekpunt. Het kabinet is verheugd dat de G20 is overeengekomen om internationale
inspanningen om voedselvoorzieningsketens in de context van de oorlog in Oekraïne
te laten functioneren. Met specifiek de oproep tot verlenging van de BSGI om de export van Oekraïens graan via de Zwarte Zee te hervatten. Daarbij heeft het
kabinet ook het belang van EU Solidarity Lanes11 onderstreept. Twee dagen na de G20 top is de BSGI daadwerkelijk verlengd.
India richt de landbouwagenda ten eerste op het verbeteren van de voedselzekerheid
en doet het voorstel om als G20 samen te werken in een mondiaal voedselzekerheidsinitiatief.
Er is daarbij onder andere aandacht voor diversificatie en kwaliteitsverbetering van
productie, het minimaliseren van voedselverspilling en -verliezen en het versterken
van de monitoring van marktontwikkelingen. De tweede prioriteit is het verduurzamen
van de landbouw met onder meer klimaat slimme landbouw, met aandacht voor het efficiënt
en duurzaam gebruik van hulpbronnen, het integreren van landbouwsystemen, het verduurzamen
van het consumptiepatroon en het stimuleren van investeringen in duurzame landbouwpraktijken.
Veerkrachtige en inclusieve agroketens is de derde prioriteit, met aandacht voor smallholders, jonge boeren en vrouwen en het verminderen van risico’s door het gebruik van verzekeringen
en nieuwe technologieën. Als laatste richt India zich op technologie en digitalisering
ten behoeve van de transitie, met aandacht voor onder andere de beschikbaarheid van
data en de bescherming daarvan en publiek-private samenwerking. Het kabinet steunt
India bij de keuze van deze G20 prioriteiten. Het borgen van voedselzekerheid en het
verduurzamen van het voedselsysteem is een belangrijke prioriteit. Voor Nederland
liggen hier ook kansen om kennis en innovatie in te zetten. Het kabinet zal zich inzetten
voor een ambitieuze uitkomst wanneer het gaat om het verduurzamen van het voedselsysteem
en voor interventies gebaseerd op een voedselsysteembenadering. De samenwerking tussen
overheden, bedrijfsleven maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen is daarbij
een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast hecht het kabinet aan een coherente aanpak
van de problematiek en goede samenwerking tussen internationale organisaties op dit
terrein.
Ontwikkelingssamenwerking
Indonesië legde de nadruk op de moeizame vooruitgang van de SDGs door de COVID-19-crisis
jaren. Daarnaast is het economisch herstel ongelijk verdeeld en bereikt het niet de
allerarmsten. Het behalen van de SDGs in 2030 raakt hiermee steeds verder uit zicht.
Een duidelijk antwoord van de G20 is noodzakelijk om een inclusief en groen herstel
te bereiken. Het kabinet verwelkomt dit. Het VN-rapport van 2022 over de SDGs laat
zien dat de diverse, elkaar versterkende crises het behalen van de doelen van de Agenda
2030 ernstig in gevaar hebben gebracht. De COVID-19 pandemie, klimaatverandering,
verhoging van de kosten voor levensonderhoud en hoge schuldenlasten voor ontwikkelingslanden
hebben armoede, honger en ongelijkheid in de wereld doen toenemen. De gevolgen van
klimaatverandering vormen een zware last voor kwetsbare bevolkingsgroepen. De wereldwijde
digitale transitie biedt kansen voor ontwikkeling, maar het is van groot belang dat
de digitale kloof niet toeneemt en dat de kansen gelijk worden verdeeld.
India zal zich richten op het bijeenbrengen van de ontwikkelings- en klimaatagenda
(daarmee bijdragend aan het «Green Development Pact» dat op leidersniveau is voorzien) met de prioriteiten versnellen van voortgang op
de SDGs; het eerder genoemde LiFE-klimaatbewuste levensstijl en data voor ontwikkeling.
Het kabinet kan zich goed vinden in deze prioriteiten, omdat deze aansluiten op de
Nederlandse visie op sociaaleconomisch post-COVID-19 herstel, met als leidraad de
SDG’s en de Klimaatdoelstellingen van Parijs. De Indiase ontwikkelingsagenda met nadruk
op de SDG’s wordt naar verwachting voortgezet door de inkomende G20 voorzitters Brazilië
en Zuid-Afrika. Dit draagt bij aan een inclusieve ontwikkelingsagenda, het overbruggen
van verschillen tussen verschillende werelddelen en daarmee ook aan mondiale stabiliteit.
Hare Majesteit Koningin Maxima is in haar capaciteit als Speciale Pleitbezorger van
de VN Secretaris-Generaal voor Inclusieve Financiering voor Ontwikkeling door het
Indiase voorzitterschap uitgenodigd om bij de eerste G20 bijeenkomst over ontwikkelingssamenwerking
virtueel te spreken over een grotere rol van «Digitale Publieke Goederen».
Werkgelegenheid
De prioriteiten van Indonesië lagen met name op duurzaamheid en inclusiviteit van
de arbeidsmarkt. Ook is er veel aandacht uit gegaan naar hoe om te gaan met de veranderingen
die de arbeidsmarkt ondergaat als gevolg van bijvoorbeeld digitalisering en technologische
ontwikkelingen. Het kabinet heeft benadrukt dat samenwerking met sociale partners
in het formuleren van beleid op bovenstaande thema’s essentieel is. Het kabinet is
verheugd dat de G20 is overeengekomen om de arbeidsintegratie van personen met een
handicap, vrouwen en jongeren in alle sectoren en niveaus voort te zetten en een inclusieve
arbeidsmarkt na te streven.
India heeft voor haar G20 voorzitterschap drie thema’s aangewezen, namelijk het adresseren
van global skills gaps, platformwerk en sociale bescherming, en duurzame financiering van sociale zekerheidsstelsels.
Het thema platformwerk is de afgelopen jaren regelmatig teruggekomen binnen de G20.
De verwachte uitkomsten op dit thema zullen vooral zien op het uitwisselen van kennis
en statistieken die landen kunnen gebruiken in hun nationale beleidsontwikkeling.
De andere twee thema’s zijn relatief nieuw binnen de G20. Wat betreft de duurzame
financiering van sociale zekerheidsstelsels heeft Nederland veel ervaring vanwege
de stelselhervormingen die in het verleden zijn doorgevoerd, waarvan de herziening
van de AOW de meest recente is. Het kabinet kan echter ook relevante kennis opdoen
op dit vlak, gezien het feit dat een deel van de deelnemende G20-landen net als Nederland
een vergrijzende bevolking heeft, en dus een vergelijkbare druk op het sociaal zekerheidsstelsel
ervaart. Ook waar het gaat om skills gaps in een veranderende arbeidsmarkt kan het kabinet relevante kennis opdoen. De insteek
van dit thema is vooral om ervaringen uit te wisselen en aanbevelingen op te stellen
hoe vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, zowel nationaal als internationaal, beter
op elkaar afgestemd kunnen worden. Gezien de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt
kan het uitwisselen van ervaringen inzake de «matching» tussen vraag en aanbod op
de arbeidsmarkt bijdragen aan de Nederlandse beleidsvorming op dit punt.
Onderwijs
Indonesië richtte zich op de leercrisis, die tijdens de COVID-19 pandemie alleen maar
groter is geworden, en onderstreepte daarom de noodzaak om na de COVID-19-crisis gezamenlijk
te bouwen aan een inclusiever en rechtvaardiger onderwijssysteem, dat tevens beter
toegerust is voor de arbeidsmarkt van de toekomst. Het kabinet verwelkomt dat de G20
toegewijd is om belemmeringen voor onderwijs weg te nemen, onderwijs- en leeromgevingen
te verbeteren en overgangen binnen en tussen alle onderwijsfasen te ondersteunen,
met de nadruk op vrouwen en meisjes. Indonesië onderstreepte ook het belang van het
welzijn van leerlingen bij hun voorbereiding op werk en een zinvolle participatie
en bijdrage aan een meer rechtvaardige, inclusieve en duurzame samenleving.
India bouwt voort op het werk van onderwijswerkstromen in de voorgaande G20-jaren
en stelt voor om van gedachten te wisselen over interventies die basisvaardigheden
als rekenvaardigheid en geletterdheid vergroten, manieren om digitaal onderwijs inclusiever
en toegankelijker te maken, het bevorderen van een leven lang leren ontwikkelen en
het aanmoedigen van innovatie en onderzoek door betere samenwerking. De door India
genoemde prioriteiten sluiten goed aan op de Nederlandse beleidslijnen. Het kabinet
heeft de ambitie uitgesproken om samen met het onderwijsveld de teruggang van de beheersing
van lezen, schrijven en rekenen te keren en heeft daarvoor het Masterplan Basisvaardigheden
opgesteld.12 Pijlers uit het masterplan zijn o.a. extra tijd en ruimte voor kwalitatief goede
leraren en sturing op bewezen effectieve onderwijsaanpakken. Op het gebied van onderzoek
is internationale samenwerking voor het kabinet van essentieel belang. Alleen samen
is het mogelijk de wereldwijde uitdagingen van deze tijd aan te pakken. De aandacht
voor open science en het programmeren van onderzoek gericht op maatschappelijke uitdagingen sluiten
goed aan bij Nederlands beleid zoals eerder o.a. toegelicht in de Beleidsbrief Hoger
Onderwijs en Wetenschap13 en de Internationale kennis- en Talentstrategie.14 De G20 biedt een goed forum om de kansen en risico’s rondom internationale academische
samenwerking te bespreken. Daarbij zet het kabinet zich in voor een vrije en veilige
uitwisseling van ideeën tussen onderzoekers.
Cultuur
Indonesië richtte zich op de rol van cultuur bij het mogelijk maken van duurzame ontwikkeling,
en hoe cultuurbeleid kan bijdragen aan economische, sociale en omgevings-ontwikkeling
en erfgoedbescherming. Indonesië zette daarbij in op de oprichting van een Global Arts Fund and Cultural Recovery Fund. Een ander belangrijk thema was de Russische oorlog in Oekraïne, wat het belang toont
van bescherming van cultuur en erfgoed, en laat zien hoe kwetsbaar cultureel erfgoed
kan zijn. Het kabinet verwelkomt daarom dat de G20 collectief is overeengekomen om
het cultureel erfgoed respecteren, beschermen en behouden.
Het kabinet is verheugd dat ook India cultuur op de agenda heeft gezet met de nadruk
op de bescherming en het bevorderen van de culturele sector en cultureel erfgoed.
Daarnaast zal er ook aandacht zijn voor het bevorderen van (traditionele) cultuur
voor een duurzaam leven en de relatie van deze onderwerpen met digitalisering en duurzaamheid.
De Indiase agenda sluit aan bij prioriteiten van internationale fora zoals de Raad
van Europa, de EU op het gebied van digitalisering en UNESCO op het gebied van de
bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen en de rol van cultuur, design
en creativiteit in duurzame ontwikkeling. Het kabinet is nauw betrokken bij deze fora,
onder andere bij de door UNESCO en Mexico georganiseerde wereldconferentie Mondiacult
over cultuurbeleid en duurzame ontwikkeling. De keuzes voor de prioritaire onderwerpen
sluiten tevens aan bij het Nederlands cultuurbeleid «De kracht van creativiteit, cultuur
midden in de samenleving, meerjarenbrief 2023–2025».15 Voorbeelden daarvan zijn het versterken van de positie van de culturele en creatieve
professionals, om de creatieve sector actief te betrekken bij grote maatschappelijke
opgaven, te zorgen dat cultuur overal is en voor iedereen en te investeren in de kansen
voor digitalisering.
Women’s Empowerment
Het kabinet is verheugd dat Indonesië in de G20 nadrukkelijk aandacht heeft besteed
aan het achterblijven van het aantal vrouwen in de top. Deelname van Nederlandse bedrijven
aan het mondiale netwerk EMPOWER (G20 Alliance for the Empowerment and Progression of Women’s Economic Representation) is van belang om het onderwerp verder te brengen. Doel van deze alliantie tussen
de private sector en overheden is het opbouwen van een netwerk waarin kennis en best
practices over het vergroten van het aantal vrouwen in de top van het bedrijfsleven
worden gedeeld. Het kabinet is positief dat de G20 is overeengekomen om gelijke toegang
van vrouwen en meisjes tot inclusief en kwaliteitsvol onderwijs te blijven bevorderen,
inclusief toegang van vrouwen en meisjes tot leidinggevende posities. Ook verwelkomt
het kabinet het besluit van de G20 om de positie van vrouwen met een handicap te bevorderen.
Net als uitgaand G20 voorzitter Indonesië onderkent India het belang van vrouwenemancipatie
en continueert daarom de G20 EMPOWER. India laat het thema Women’s Empowerment daarnaast horizontaal terugkomen in alle aparte werkstromen. Het kabinet ondersteunt
deze blijvende inzet op vrouwenemancipatie, die goed aansluit op de Nederlandse beleidslijnen.
Zoals het Coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» schetst,
wil het kabinet zich hard maken voor een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen
en mannen in leidinggevende posities.
Toerisme
Indonesië heeft gelet op de impact van de COVID-19 crisis op de toeristische sector
ingezet op een «mensgericht herstel», met een focus op inclusieve en veerkrachtige
gemeenschappen en MKB bedrijven door ondernemerschap, innovatie en digitalisering
te bevorderen. Het kabinet verwelkomt dat de G20 expliciet de nadruk heeft gelegd
op duurzaam herstel met aandacht voor veilige mobiliteit, mens en milieu en met specifieke
aandacht voor het MKB en hun rol bij de transities binnen het toerisme. Nederland
heeft hier aan bijgedragen door expertise en goede voorbeelden te delen over bestemmingsontwikkeling
waarbij een goed evenwicht tussen de belangen van de bezoekers, bewoners en bedrijven
centraal staat.
Het kabinet is verheugd dat ook India toerisme op de G20-agenda heeft gezet met als
prioriteiten duurzaam toerisme, digitalisering, innovatie, skills en bestemmingsontwikkeling. Deze prioriteiten sluiten aan bij het Nederlandse toerismebeleid.
Het kabinet zal het belang van verduurzaming van de toerisme sector benadrukken. Daarnaast
zal het kabinet actief haar kennis delen op het gebied van bestemmingsontwikkeling,
dit is een onderwerp waarop internationale samenwerking nog kan verbeteren en waarop
Nederland veel ervaring heeft.
Anti-corruptie
Indonesië legde de focus op de negatieve gevolgen van corruptie op duurzame economische
groei, marktconcurrentie, de rechtsstaat en het vertrouwen van burgers in de overheid.
Het kabinet is verheugd dat de G20 de versterking van de rol van audits bij de aanpak
van corruptie heeft benadrukt, evenals publieke participatie en anticorruptie educatie
bij het voorkomen en aanpakken van elke vorm van corruptie. Het kabinet verwelkomt
ook de toezeggingen van de G20 en de oproep aan alle landen om omkoping strafbaar
te stellen en omkoping effectief te voorkomen, bestrijden, opsporen, onderzoeken,
vervolgen en bestraffen. Ook is het kabinet positief over de verwijzing naar de betrokkenheid
bij en actieve deelname van belanghebbenden zoals de academische wereld, het maatschappelijk
middenveld, de media en de particuliere sector verder versterken, onder meer om een
cultuur van integriteit te bevorderen.
Het kabinet verwelkomt de blijvende aandacht van India voor het tegengaan van corruptie
op de agenda van de G20. India erkent de negatieve gevolgen van corruptie voor economische
groei, globalisering, goed bestuur, en daarmee de levenskwaliteit van burgers, waarbij
arme en gemarginaliseerde groepen onevenredig getroffen worden. Het kabinet steunt
de aandacht voor internationale samenwerking voor actie tegen corruptie en economische
misdrijven, en de terugvordering van gestolen goederen. Daarbij is ook belangstelling
voor het verbeteren van de kaders voor wederzijdse rechtshulpverzoeken. Het kabinet
kijkt eveneens met belangstelling naar de aandacht voor de integriteit van gespecialiseerde
instituties die betrokken zijn bij het voorkomen en bestrijden van corruptie door
integriteitsprincipes te ontwikkelen voor deze instellingen, in overeenstemming met
het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie (UNCAC). Het kabinet is positief
over de blijvende aandacht voor de rol van audits bij de aanpak van corruptie, en
kijkt met belangstelling naar de praktijken van de rekenkamers en audit praktijken
van andere G20-landen. Tot slot zal het kabinet inzetten op het breder uitdragen van
het OESO-verdrag inzake de bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren bij
internationale zakelijke transacties, mede ten behoeve van een gelijk speelveld.
Disaster Risk Reduction
Disaster Risk Reduction is een nieuwe door India geïnitieerde G20 werkstroom en zal de voortgang bij de implementatie
van het Sendai Framework for Disaster Risk Reduction nieuw leven inblazen door middel van discussies en overleg met de G20 delegaties
en relevante belanghebbenden. Het kabinet ziet de voorgenomen inzet op dit thema als
een belangrijk initiatief in het licht van de komende Mid-Term Review van het Sendai Framework in 2023. Het kabinet zet in op preventie van rampen en verankert
deze doelstellingen in planning en ruimtelijke ordening. Klimaatadaptatie beleid is
daaraan gelinkt, ook waar het gaat om het beschermen van onze kritische infrastructuur.
Deze Nederlandse benadering sluit goed aan bij de doelen van India: vermindering van
verliezen bij rampen hetgeen kan worden bereikt door zorgvuldige planning, capaciteitsopbouw,
vroegtijdige waarschuwing, participatie van de gemeenschap, gerichte overheidsaanbestedingen,
beschikbaarheid van benodigde apparatuur op gebied van early warning en middelen. Het kabinet zal haar praktijkervaringen op dit thema inbrengen en waar
mogelijk verbinding zoeken met de VN 2023 Water Conferentie en de daaruit voortkomende
Water Action Agenda en andere in 2015 overeengekomen SDGs.
Conclusie
Het kabinet dankt uitgaand G20 voorzitter Indonesië voor de Nederlandse deelname en
waardeert de G20 uitnodiging van India. Het kabinet zet er op in dat er ook tijdens
het voorzitterschap van India concrete afspraken worden gemaakt over de hierboven
beschreven ambities. Dit is in het belang van een open en internationaal georiënteerde
economie zoals Nederland. Het kabinet zal zich inspannen om het Indiase G20-voorzitterschap
waar mogelijk te ondersteunen, met inachtneming van de kabinetsinzet in deze brief
en de geldende internationale afspraken.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.