Brief regering : Landmacht samenwerking met Duitsland
33 279 Internationale militaire samenwerking
Nr. 37
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2023
Met deze brief informeren wij u over de huidige landmacht samenwerking met Duitsland
en plannen voor verdere verdieping daarvan. De basis hiervoor is gelegd in 2006 toen
een overeenkomst is ondertekend tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenwerking op defensiegebied
(Trb. 2007, nr. 166). De eerstvolgende stap is de voorgenomen integratie van de 13 Lichte Brigade in
de Duitse 10. Panzerdivision. Dit is aangekondigd in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77), waar de ambitie is uitgesproken om «verdere stappen met de Duitse landmacht te
zetten door eenheden samen te voegen», en in de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1). Deze stap betekent dat alle drie de Nederlandse landmacht brigades onderdeel worden
van de geïntegreerde samenwerking met Duitsland. Uiteindelijk beslissen Nederland
en Duitsland elk afzonderlijk of ze de eigen militairen inzetten en onder welke voorwaarden.
Deze brief geeft uitvoering aan de motie van het lid Boswijk c.s. die de regering
verzoekt om inzichtelijk te maken hoe de geïntegreerde samenwerking van beide landmachten
vorm gaat krijgen en hoe deze past in de Nederlandse inzet bij de ontwikkeling van
nieuwe capaciteitsdoelstellingen van de NAVO (Kamerstuk 36 124, nr. 23, d.d. 22 december 2022). Op het tweede deel van de motie, namelijk hoe dit past in
de Nederlandse inzet bij de ontwikkeling van nieuwe capaciteitsdoelstellingen, zullen
wij ingaan als er meer inzicht is in deze capaciteitsdoelstellingen. Tevens wordt
u in deze brief geïnformeerd over het plan van aanpak van de beleidsdoorlichting Nederlands-Duitse
samenwerkingsverbanden.
Bestaande geïntegreerde landmacht samenwerking met Duitsland
De landmacht samenwerking tussen Nederland en Duitsland is al decennia in toenemende
mate nauw en omvat diverse vormen van geïntegreerde samenwerking.
In 1995 is het 1e Duits-Nederlands Legerkorps in Münster, Duitsland, opgericht.1 Deze korpsstaf, in het Engels genaamd 1 German/Netherlands Corps (1GNC), is in staat om op te treden voor de NAVO in diverse rollen, die op jaarbasis
rouleren tussen de NATO Rapid Reaction Corps Headquarters. Zo vervult 1GNC in de eerste helft van 2023 de rol van Land Component Command voor de NATO Response Force. De commandant en zijn plaatsvervanger worden afwisselend geleverd door Duitsland
en Nederland. Op dit moment heeft 1GNC een Nederlandse commandant. Naast Nederland
en Duitsland leveren meerdere NAVO-bondgenoten en EU-lidstaten staffunctionarissen.
In het eerdergenoemde bilaterale raamverdrag uit 2006 zijn de grondbeginselen van
de samenwerking bij defensievraagstukken en van verdere integratie van onderdelen
van de strijdkrachten vastgelegd. De afgelopen tien jaar zijn twee van de drie gevechtsbrigades
van de Nederlandse landmacht geïntegreerd in twee Duitse divisies. Deze samenwerking
bevordert de gevechtskracht op drie manieren. Ten eerste stelt deze geïntegreerde
samenwerking de Nederlandse landmacht in staat de kennis van en ervaring met opereren
in deze grotere verbanden te behouden, aangezien de Nederlandse landmacht sinds 2004
niet meer over een eigen divisiestructuur beschikt. Dit is van grote waarde voor de
eerste hoofdtaak van de krijgsmacht: de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk
grondgebied. Ten tweede maakt het werken in geïntegreerde eenheden dat de Nederlandse
en Duitse landmachten ook in inzetgebied, zoals Litouwen, Irak en eerder Afghanistan,
en bij uitvoering van taken in NAVO- en EU-verband, op basis van gezamenlijke ervaringsopbouw
zeer goed en nauw kunnen samenwerken. Ten derde stimuleert de geïntegreerde samenwerking
de gezamenlijke capaciteitsontwikkeling en samenwerking bij verwerving, updates, onderhoud
en gebruik van materieel, zodat de interoperabiliteit van Nederlandse en Duitse eenheden
toeneemt. In dit proces hebben Nederland en Duitsland de intentie om gezamenlijk te
bekijken hoe samenwerking op het gebied van industrie en innovatie kan worden gestimuleerd
met medewerking van de kennisinstellingen in beide landen.
In 2013 hebben de toenmalige Nederlandse en Duitse Ministers van Defensie een brede
intentieverklaring getekend over versterking van de bilaterale defensiesamenwerking.2 Eén van de prioriteiten in de Roadmap bij deze zogenaamde Declaration of Intent was de integratie van de Nederlandse 11 Luchtmobiele Brigade in de Duitse Division Schnelle Kräfte. Doel van deze integratie was om tot een geïntegreerde wijze van opereren te komen,
aangestuurd door een gezamenlijk stafelement in Duitsland. De integratie is geformaliseerd
met de ondertekening van een Technical Arrangement op 12 juni 2014 door de Nederlandse en Duitse landmacht commandanten, namens de toenmalige
Ministers van Defensie.3 Nederland levert de plaatsvervangend divisiecommandant en staffunctionarissen voor
de staf van de Division Schnelle Kräfte in Stadtallendorf in Duitsland. Duitsland levert staf voor de 11 Luchtmobiele Brigade,
die in Schaarsbergen en Assen gelegerd is.
Integratie van de 43 Gemechaniseerde Brigade in de Duitse 1. Panzerdivision (1e Pantserdivisie) en, als onderdeel daarvan, van een operationele Duitse tankeenheid
in de Nederlandse brigade, is vanaf 2014 onderzocht. Het oogmerk was het behoud van
expertise met betrekking tot het opereren met tanks op compagnies- en bataljonsniveau.4 In 2015 is besloten deze integratie uit te voeren.5 Daartoe is op 4 februari 2016 een Technical Arrangement getekend door de toenmalige Nederlandse en Duitse Ministers van Defensie.6 Deze samenwerking is uniek door de vergaande mate van vervlechting van eenheden tot
op operationeel niveau: onderdeel van de Duitse 1e Pantserdivisie en Nederlandse 43 Gemechaniseerde Brigade is het geïntegreerde binationaal
414 Tankbataljon met daarin een Nederlands tankeskadron. Het 414 Tankbataljon maakt
gebruik van gevechtstanks die Duitsland in eigendom heeft en – ook voor het Nederlandse
tankeskadron – beschikbaar stelt. Nederland kan deze tanks indien gewenst leasen voor
soevereine inzet, zonder Duitsland, waarmee deze tijdelijk in Nederlands beheer komen.7 Daarbij heeft Nederland de Duitse tanks uitgerust met Nederlandse verbindingsmiddelen,
waardoor ze interoperabel zijn met de andere eenheden in de brigade. Duitsland en
Nederland leveren over en weer uitwisselingsofficieren voor de geïntegreerde staven
op divisie-, brigade- en bataljonsniveau. De divisiestaf zit in Oldenburg, Duitsland,
en de brigadestaf in Havelte. Eenheden van de 43 Gemechaniseerde Brigade zijn gelegerd
in Havelte, Wezep, ‘t Harde en in Lohheide in Duitsland, de thuisbasis van het binationale
414 Tankbataljon inclusief het Nederlandse tankeskadron. Duitsland en Nederland leveren
afwisselend de commandant van 414 Tankbataljon, die in de periode 2022–2024 Nederlands
is.
Verdere geïntegreerde samenwerking in het landdomein
Op 28 november 2022 heeft de Commandant Landstrijdkrachten met ministeriële goedkeuring
een gezamenlijk visiedocument ondertekend met zijn Duitse evenknie. Deze zogenaamde
Common Army Vision verwoordt de intentie om verdere kansen voor verdieping van de samenwerking in het
landdomein te benutten. Beide landmachten willen de opbouw en inrichting van landeenheden
verder op elkaar afstemmen, de binationale commandostructuur versterken met geharmoniseerde
procedures en interoperabele systemen, kennis- en doctrineontwikkeling synchroniseren,
en behoeftestellingen en instandhouding van materieel op elkaar afstemmen. Uiteindelijk
streven beide landen naar uitwisselbare middelen en manieren van werken om nog naadlozer
te kunnen samenwerken. Eén van de in het oog springende doelstellingen in dit visiedocument
is de integratie van 13 Lichte Brigade in de Duitse 10. Panzerdivision (10e Pantserdivisie).8 Verder worden de combat support en combat service support (de gevechtsondersteunende eenheden), inclusief luchtverdediging, van de Duits-Nederlandse
eenheden versterkt met de maatregelen uit de Defensienota 2022.
Afgelopen jaar is de mogelijke integratie van de 13 Lichte Brigade in de Duitse 10e Pantserdivisie onderzocht. Mijn Duitse collega en ik zijn voornemens op 30 maart
aanstaande op ministerieel niveau een overeenkomst (Technical Arrangement) te ondertekenen over dit nieuwe project in de geïntegreerde samenwerking. In beginsel
houdt dit project in dat Nederland uitwisselingsofficieren zal leveren voor de staf
van de Duitse 10e Pantserdivisie in Veitshöchheim in Duitsland en dat Duitsland uitwisselingsofficieren
zal toevoegen aan de staf van de 13 Lichte Brigade in Oirschot. Door die uitwisseling
kunnen procedures, trainingen en oefeningen beter op elkaar worden afgestemd. Op termijn
zal mogelijk een Duits bataljon worden toegevoegd aan de 13 Lichte Brigade.
Na integratie van de 13 Lichte Brigade zullen alle gevechtsbrigades van het CLAS ingebed
zijn in de Duitse landmacht structuur. Dit maakt het mogelijk om nog intensiever samen
te werken op het gebied van doctrine, opleiding, training, gereedstelling, inzet en
materieel, zoals beoogd in de gemeenschappelijke landmachtvisie. Deze stap in de geïntegreerde
samenwerking doet recht aan de versterkte focus op de eerste hoofdtaak, zodat Nederland
en Duitsland in NAVO-verband nog nauwer kunnen optrekken in het kader van de regionale
plannen van de NAVO. De versterking van de gevechtskracht van de 13 Lichte Brigade
tot medium brigade, zoals in de Defensienota 2022 is besloten, draagt hier ook aan
bij.9
Dit betekent overigens niet dat de volledige Nederlandse landmacht integreert in de
Duitse landmacht. Zo bestaat het CLAS ook uit onder meer het Korps Commandotroepen,
het Materieellogistiek Commando Land, het Operationeel Ondersteuningscommando Land
en het Opleidings- en Trainingscommando. De Nederlandse landmachtstaf in Utrecht zal
nog steeds de geïntegreerde gevechtsbrigades aansturen, en deze behouden zelfstandigheid.
De Nederlandse eenheden die wel zijn ingebed in een Duitse divisie zijn nu en in de
toekomst nog steeds zelfstandig inzetbaar onder een soeverein Nederlands mandaat.
Geïntegreerde samenwerking in breder perspectief
De geïntegreerde militaire samenwerking met Duitsland reikt verder dan de landmacht
brigades en omvat ook andere domeinen, evenals de integratie van Duitse eenheden in
grotere Nederlandse eenheden. Zo is het Duitse Seebataillon geïntegreerd in het Nederlandse Commando Zeestrijdkrachten en is Duitsland sinds
2016 medegebruiker van Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman.10 In de praktijk maakt Duitsland tevens gebruik van de amfibische transportschepen
Zr.Ms. Johan de Witt en Zr.Ms. Rotterdam. Op het gebied van luchtverdediging wordt
nauw samengewerkt. De Duitse Flugabwehrraketengruppe 61 is in 2017 onder commando gesteld van het Nederlandse Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando,
waar ook Duitse uitwisselingsofficieren zijn toegevoegd aan de staf.11 Deze bestaande band maakte het mogelijk om in 2022 snel samen Patriot-luchtverdedigingssystemen
te ontplooien naar Slowakije toen de dreiging aan de Oostflank van de NAVO daar om
vroeg. Sinds 2019 werkt Nederland met Duitsland samen in het project Tactical Edge Networking (TEN) voor digitale interoperabiliteit binnen het tactisch landoptreden.12 Daarnaast hebben de toenmalige Nederlandse en Duitse Staatssecretarissen van Defensie
op 26 maart 2021 in een gezamenlijke verklaring de intentie vastgelegd tot vergaande
materieelsamenwerking en versterking van de defensie industrie in beide landen, in
samenwerking met de Nederlandse en Duitse Ministeries van Economische Zaken.13 Bij materieelsamenwerking houdt het kabinet, in lijn met de Defensie Industrie Strategie
in een nieuwe geopolitieke context, oog voor de positionering van de Nederlandse defensie
industrie en het belang van het versterken van Europese strategische autonomie.14 Een voorbeeld hiervan is het besluit tot gezamenlijke verwerving van luchtmobiele
voertuigen (12kN Air Assault) door Duitsland en Nederland, te gebruiken door de Division Schnelle Kräfte inclusief de 11 Luchtmobiele Brigade.15
Soevereiniteit
Ondanks de vergaande projecten van integratie van eenheden besluit de Nederlandse
regering zelfstandig over inzet van eigen eenheden. In het geval van eenheden die
onderdeel zijn van een integratieproject met Duitsland, beslissen Nederland en Duitsland
uiteindelijk elk afzonderlijk of ze de eigen militairen inzetten en onder welke voorwaarden.
Het oppergezag over de Nederlandse krijgsmacht berust immers bij de Nederlandse regering,
conform artikel 97, tweede lid van de Grondwet. De regering wil Nederlandse eenheden
van hoog tot laag niveau zelfstandig kunnen inzetten. In de Defensienota 2022 is daarom
besloten te investeren in de (gevechts-)ondersteuning voor landeenheden. Tevens heeft
Nederland de verantwoordelijkheid om eenheden in te kunnen zetten voor alle drie de
hoofdtaken. Zo kan Nederland bijvoorbeeld het Nederlandse tankeskadron van 414 Tankbataljon
ook zelfstandig en/of nationaal inzetten. Dit gaat uiteraard in nauw overleg tussen
beide landen. De regering informeert de Kamer zoals gebruikelijk over mogelijke internationale
inzet van Nederlandse militaire eenheden.
Bredere internationale samenwerking
Internationale samenwerking is voor Nederland van essentieel belang. Nederland heeft
zeven strategische partners voor defensiesamenwerking: België, Duitsland, Frankrijk,
Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Ook heeft Nederland
een veelvoud daarvan aan bondgenoten in de NAVO en mede-lidstaten in de Europese Unie.
Daarnaast is Nederland onderdeel van diverse kleinere multinationale verbanden die
(mede) zijn gericht op diepere defensiesamenwerking en betere interoperabiliteit,
zoals de Northern Group, Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2).
De Nederlandse krijgsmacht zal zich op diverse manieren blijven inzetten voor intensievere
samenwerking om zo goed mogelijk invulling te geven aan de hoofdtaken van de krijgsmacht
en verantwoordelijkheden in multilateraal verband. De diepe en unieke samenwerking
die Nederland met strategische partners heeft, zien wij als voorbeeld voor verdere
verdieping van de Europese defensiesamenwerking, om gezamenlijk meer verantwoordelijkheid
te kunnen dragen voor onze veiligheid.16
Plan van aanpak beleidsdoorlichting Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden
In de begroting 2022 is voor 2023 de beleidsdoorlichting van de Nederlands-Duitse
samenwerkingsverbanden aangekondigd.17 Als gevolg van personele capaciteitsproblemen heeft dit proces vertraging opgelopen.
Inmiddels is gestart met de beleidsdoorlichting en zal het plan van aanpak ervan op
korte termijn aan u worden toegestuurd. Omdat de gemiddelde doorlooptijd van een beleidsdoorlichting
18 maanden is, is mijn voornemen om de uitkomsten van deze beleidsdoorlichting in
de eerste helft van 2024 aan uw Kamer aan te bieden.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie