Brief regering : Beleidsreactie NLA Rapport Spiegel Bestaanszekerheid 2022
36 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023
Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID,
               PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2023
Hierbij bieden wij u het rapport «Spiegel Bestaanszekerheid 2022» d.d. 6 september
                  2022 van Nederlandse Arbeidsinspectie (Netherlands Labour Authority – NLA). Om kwetsbare
                  groepen adequaat te ondersteunen en draagvlak te behouden is een goed functionerend
                  stelsel van sociale zekerheid van belang. Deze stelselrapportage dient als spiegel
                  voor de partijen in het stelsel van werk en inkomen en biedt integraal inzicht in
                  de doeltreffendheid van dit stelsel. In dit onderzoek is bijzondere aandacht besteed
                  aan de gemeentelijke re-integratie op basis van de Participatiewet, de re-integratiedienstverlening
                  door UWV (WW, WIA en Wajong), werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio’s,
                  aan inkomensondersteuning (Participatiewet, aanvullende minimaregelingen) en de Tozo-regeling.
                  De rapportage bevat inzichten en oordelen over de werking van het stelsel vanuit verschillende
                  perspectieven: politiek, beleid, uitvoering, burgers en werkgevers. In deze brief
                  schetsen we de hoofdlijnen uit het rapport en geven we onze reactie op de bevindingen.
               
De drieslag die het fundament van onze samenleving vormt en zorgt voor perspectief
                  in het leven van iedere Nederlander, bestaat uit: gelijkwaardige kansen voor iedereen,
                  een vangnet waar nodig en dat werken loont. De arbeidsmarkt is daarbij de draaischijf
                  die dat allemaal mogelijk maakt. De overheid heeft de taak om mensen in het land bestaanszekerheid
                  te bieden. Een overheid die werkt voor mensen, dus laagdrempelig, eenvoudig en mensgericht,
                  zodat wij als overheid ook benaderbaar zijn. Vanuit deze uitgangspunten geven wij
                  u hieronder onze reactie op het rapport van de NLA.
               
In het rapport komt naar voren dat zowel de doelgroep als de professionals in de uitvoering
                  aangeven dat relatief veel mensen nog onvoldoende ondersteuning krijgen om de weg
                  naar werk te vinden en dat re-integratiedienstverlening niet voor iedereen beschikbaar
                  is. Wij betreuren deze uitkomst, ondanks alle overheidsmaatregelen en stevige inzet
                  van gemeenten, UWV en werkgevers. Zeker in deze tijden van een krappe arbeidsmarkt.
                  Er is sprake van disbalans op de arbeidsmarkt: de mismatch tussen aan de ene kant
                  krapte en aan de andere kant mensen die niet werken, omdat dat niet lukt, óf omdat
                  ze (nog) niet de juiste vaardigheden hebben, óf omdat werkgevers en werknemers elkaar
                  niet «vinden».
               
De ambitie van het kabinet is om een arbeidsmarktinfrastructuur in te richten waarin
                  niemand verdwaalt en iedereen tijdig toegang krijgt tot passende ondersteuning waar
                  dat nodig is. Daarom is in het coalitieakkoord de maatregel uitbreiding van de arbeidsmarktinfrastructuur
                  opgenomen. De ambitie is meer inzet op preventieve dienstverlening om werkloosheid
                  te voorkomen of te verkorten én om mensen duurzaam inzetbaar te maken. Daartoe kunnen
                  werkenden en werkgevers terecht bij private dienstverleners en/of sectorale dienstverlening.
                  Het kabinet onderzoekt of het mogelijk is voor mensen die extra ondersteuning nodig
                  hebben het publieke dienstverleningsaanbod te verbreden en beter toegankelijk te maken.
                  Daarnaast is het streven om de publieke arbeidsmarktdienstverlening eenvoudiger en
                  efficiënter te organiseren. Voor de zomer van 2023 wordt uw Kamer geïnformeerd over
                  de nadere uitwerking van de arbeidsmarktinfrastructuur en de randvoorwaarden. De ervaringen
                  die zijn opgedaan met de Regionale Mobiliteitsteams (RMT’s) bieden handvatten voor
                  de nadere uitwerking. De uitkomsten van de lerende evaluatie van de RMT’s worden met
                  u gedeeld.
               
Tot inwerkingtreding van de toekomstige arbeidsmarktdienst-verlening blijven wij inzetten
                  op ondersteuning naar werk en op een leven lang ontwikkelen. Er wordt een vervolg
                  gegeven aan de tijdelijke Regionale Mobiliteitsteams, de Tijdelijke Regeling Aanvullende
                  Crisisdienstverlening COVID-19 (inclusief de extra middelen voor de inzet vakbonden,
                  werkgevers, SBB, gemeenten en UWV in de RMT samenwerking) in 2023 en de tijdelijke
                  extra financiering voor de Leerwerkloketten. Het scholingsbudget WW is als tijdelijke
                  voorziening verlengd en vanaf 2023 een structureel instrument voor UWV met een jaarlijks
                  budget van € 14 miljoen (inclusief uitvoeringskosten). De bevindingen in het rapport
                  zijn voor ons waardevol en zullen voor zover dat nog niet is gedaan worden meegenomen
                  bij de uitwerking van lopende trajecten, zoals de Participatiewet in Balans en Simpel
                  Switchen in de Participatieketen. Het toevoegen van het perspectief van klantmanagers
                  in de spiegelrapportage biedt daarbij additionele inzichten, bijvoorbeeld waar het
                  gaat om ontheffingen binnen de Participatiewet en het bieden van meer perspectief
                  aan mensen in de Participatiewet die niet in staat zijn om te werken.
               
Het rapport benoemt dat de bestaanszekerheid onvoldoende geborgd wordt bij het huidige
                  bijstandsniveau. Deze uitkomst betreuren wij ten zeerste en we erkennen dat te veel
                  mensen in Nederland kampen met ernstige geldzorgen, problematische schulden of leven
                  rondom de armoedegrens. Daar gaat enorm veel leed en verdriet achter schuil. De stress,
                  eenzaamheid en uitsluiting die geldzorgen met zich meebrengen belemmeren mensen om
                  volwaardig deel te nemen aan de samenleving.
               
De inflatie en de gestegen energieprijzen raken huishoudens hard. Daarom trekt het
                  kabinet in een historisch groot koopkrachtpakket geld uit voor de ondersteuning van
                  huishoudens rond het sociaal minimum en geldt een prijsplafond voor energie voor 2023.
                  Het kabinet heeft het minimumloon met 10% verhoogd vanaf 1 januari 2023, en als gevolg
                  daarvan stijgt ook het sociaal minimum. Daarnaast krijgen kwetsbare huishoudens dit
                  jaar een energietoeslag, tijdelijk een hogere zorgtoeslag, een incidentele verhoging
                  van het kindgebonden budget en structureel hogere huurtoeslag. Ook zijn de maximum
                  uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag verhoogd en zijn de lasten op arbeid structureel
                  verlaagd. Wij realiseren ons dat ondanks alle maatregelen er nog steeds mensen zijn
                  die zich onvoldoende geborgd voelen in hun bestaanszekerheid. De bijstand is een vangnetregeling
                  binnen het sociaal zekerheidsstelsel, bedoeld om te kunnen voorzien in noodzakelijke
                  bestaanskosten. In het coalitieakkoord is afgesproken om iedere vier jaar het sociaal
                  minimum te herijken en vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en mee
                  te doen in de samenleving. Begin juli 2022 is de onafhankelijke Commissie sociaal
                  minimum door het kabinet benoemd om onderzoek te doen naar de hoogte, de toereikendheid,
                  de toegankelijkheid en de systematiek van het sociaal minimum. De commissie rapporteert
                  uiterlijk 30 juni 2023 de uitkomsten van dit onderzoek.
               
Als algemeen aandachtspunt in het rapport komt het belang van een goede informatievoorziening
                  over de bestaande regelingen naar voren. Veel burgers blijken bijvoorbeeld onbekend
                  met beschikbare minimaregelingen waar zij gebruik van kunnen maken. Daarom hebben
                  wij gemeenten gevraagd alert te zijn op niet-gebruik van de algemene bijstand en mensen
                  die daardoor mogelijk niet kunnen voorzien in noodzakelijke bestaanskosten. Daarnaast
                  hebben wij hebben een wetgevingstraject in voorbereiding om voor UWV, SVB en gemeenten
                  de bevoegdheid te creëren om gegevens van vermoedelijke niet-gebruikers te verwerken,
                  met het doel om deze doelgroep proactief te bereiken en waar nodig bij te staan om
                  een recht op inkomensondersteuning te effectueren.
               
Wij vinden het belangrijk dat wet- en regelgeving duidelijk en begrijpelijk is. Te
                  veel burgers en ook uitvoerders ervaren de huidige wet- en regelgeving en de uitvoering
                  daarvan als complex. Op dit moment wordt daarom naast de SZW Vereenvoudigingsagenda
                  een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uitgevoerd naar de vereenvoudiging
                  van de sociale zekerheid waarvan de uitkomsten in het tweede kwartaal van 2023 met
                  u worden gedeeld.
               
Tijdens de coronacrisis is er met de Tozo in zeer korte tijd een nieuwe regeling gecreëerd
                  om zelfstandigen te ondersteunen. In samenwerking met VNG en Divosa is de Tozo onder
                  grote tijdsdruk tot stand gekomen en uitgevoerd door gemeenten. Het is daarom van
                  belang om deze steunmaatregel goed te evalueren om te kijken welke lessen hieruit
                  getrokken kunnen worden. Het enquêteonderzoek van de Arbeidsinspectie onder Tozo-ontvangers
                  vormt een belangrijke pijler voor de evaluatie van de Tozo die in 2023, als onderdeel
                  van de evaluatie van het gehele economisch steunpakket, aangeboden zal worden aan
                  de Tweede Kamer.
               
In de doorontwikkeling van publieke dienstverlening is het van belang om de meningen,
                  ervaringen en perspectieven van zowel de mensen die de dienstverlening bieden, als
                  van mensen die de dienstverlening ontvangen, nog meer te betrekken bij beleidsontwikkeling.
                  De inzichten uit dit rapport ondersteunen ons hierbij en wij bedanken de medewerkers
                  Nederlandse Arbeidsinspectie voor het verrichte werk in dit onderzoek en het opleveren
                  van dit waardevolle rapport.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
