Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de nadere reactie op beëindiging permanente bewoning van recreatiewoningen
2023D05677
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2023
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een brief ontvangen van R. P. d.d.
16 december 2022 over «Nadere reactie m.b.t. beëindiging permanente bewoning van recreatiewoningen».
In de procedurevergadering van 22 december 2022 heeft de commissie besloten een reactie
op deze brief van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening te vragen.
Ik heb het verzoek van de commissie op 27 december 2022 ontvangen.
De briefschrijver woont permanent in een recreatiewoning en vermeldt een omgevingsvergunning
te hebben aangevraagd om diens situatie te legaliseren. De gemeente heeft dit verzoek
afgewezen en ook op andere verzoeken van de briefschrijver om permanente bewoning
toe te staan op het betreffende park, afwijzend gereageerd. De briefschrijver is van
mening dat het park geen recreatief toekomstperspectief kent; de gemeente is volgens
de briefschrijver een andere mening aangedaan. De briefschrijver geeft voorts aan
geen antwoord te hebben gehad van de gemeente op de vraag of diens park is meegenomen
in de inventarisatie naar het potentieel aan te transformeren vakantieparken, die
plaatsvindt naar aanleiding van de motie van Kamerlid Peter de Groot1.
Bij de afweging om een park al dan niet te transformeren naar een woonbestemming,
is de (potentiële) economische vitaliteit van een park een belangrijke factor. Wanneer
er geen recreatief toekomstperspectief meer is, pleit dit voor het veranderen van
functie. Daarbij zijn er overigens nog tal van andere factoren die een rol spelen
in de afweging van gemeenten. Dit is beschreven in het kwaliteits- en afwegingskader
«wonen in recreatiewoningen», dat vanuit het Ministerie van BZK is ontwikkeld om gemeenten
te ondersteunen in een afweging rondom transformatievraagstukken.2 Vanuit de landelijke overheid is er nog onvoldoende zicht op alle relevante factoren,
die ter plekke een rol kunnen spelen. Het is daarom aan de gemeente om een afweging
te maken hoe om te gaan met de wens van de eigenaar-bewoners van het betreffende park.
In verband met de woningbouwopgave is het wel belangrijk om beeld te krijgen van de
transformatiemogelijkheden die provincies en gemeenten zien op recreatieparken. Ik
heb daarom gevraagd aan provincies om een inventarisatie uit te voeren.
Daarnaast vinden er regelmatig gesprekken plaats met gemeenten en provincies over
transformatie van recreatieparken. Ook ondersteun ik gemeenten in het transformeren
van vakantieparken door de inzet van het expert- en aanjaagteam «transformatie van
vakantieparken».
Zoals toegezegd in het WGO van 14 november 2022 (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 117), kom ik eind Q1 2023 bij terug op de inventarisatie. Dit doe ik in samenhang met
de toezegging aan uw Kamer om een vervolg op de actie-agenda vakantieparken vorm te
geven.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening