Brief regering : Voortgang JenV beleidsagenda Caribisch Nederland 2021-2025
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 770
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE
STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2023
Met deze brief brengen wij u op de hoogte over de voortgang van de JenV beleidsagenda
voor Caribisch Nederland 2021–20251. Jaarlijks vindt een terugkoppeling plaats, waarvan deze brief de eerste is. Deze
brief dient tevens als beleidsreactie op het jaarlijkse rapport van de Raad voor de
rechtshandhaving (hierna de Raad), «Staat van de rechtshandhaving Caribisch Nederland
2021» (hierna de Staat 2021, zie bijlage). Hierin geeft de Raad een overkoepelend
beeld van de rechtshandhaving in Caribisch Nederland, als aanvulling op de thematische
onderzoeksrapporten die de Raad uitbrengt over de rechtshandhavingsketen in Caribisch
Nederland.
De Raad heeft terugkijkend op 2021 een positieve indruk over de ontvangst en opvolging
van aanbevelingen die voortkomen uit de diverse onderzoeken. Tevens ziet de Raad dat
de opwaartse trend ten aanzien van de staat van de rechtshandhaving in Caribisch Nederland
zich voortzet. Echter, de Staat 2021 beschrijft ook een aantal structurele knelpunten.
Een voorbeeld is de mate van sturing op ontwikkelingen van de organisaties en op de
keten, waarbij ook de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) een belangrijke rol
te vervullen heeft. Dit hangt samen met twee knelpunten die de Raad noemt, namelijk
de kwetsbaarheid van de organisaties en daarmee de keten, en de invulling en implementatie
van de randvoorwaarden. In dit verband wijst de Raad erop dat de capaciteit van de
organisaties in Caribisch Nederland voortdurend onder druk staat en dat er een achterstand
is bij de ontwikkeling van wetgeving en daarop afgestemd beleid. De Raad spoort daarbij
aan tot snellere anticipatie en actie.
Onderhavige brief volgt de opzet van de beleidsagenda 2021–2025 en gaat eerst in op
de vier speerpunten ondermijning, grensbewaking en migratie, resocialisatie, re-integratie
en jeugdbeleid, en crisisbeheersing. Daarna komen de ontwikkelingen rond de randvoorwaarden
uit de beleidsagenda aan bod.
Georganiseerde en ondermijnende criminaliteit
Aanpak witwassen
Om de aanpak van witwassen in Caribisch Nederland te verbeteren zijn de afgelopen
periode verschillende maatregelen getroffen. Zo is per 1 juli 2021 de wijziging van
de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) in werking
getreden. Met deze aanscherping van de wet is onder meer het handhavingsinstrumentarium
van toezichthouders versterkt en het toezicht op de advocatuur en het notariaat verbeterd.
Handelaren in bouwmaterialen zijn onder de reikwijdte van de Wwft BES gebracht, gelet
op geïndiceerde witwasrisico’s in de vastgoed- en onroerendgoedsector. In dit verband
is tevens te vermelden dat in juli 2022 een waarnemend notaris is benoemd op Saba
en Sint Eustatius. Inmiddels is een procedure gestart om een vaste notaris op deze
positie te benoemen. Tot voor kort werd de notariële dienstverlening op Saba en Sint
Eustatius voorzien door Sint Maartense notarissen waardoor deze transacties niet onder
BES-wetgeving vielen. Met de benoeming van de waarnemend notaris worden nu de notarisdiensten
op alle eilanden binnen Caribisch Nederland op grond van BES-wetgeving verricht.
Daarnaast is de National Risk Assessment witwassen en terrorismefinanciering BES-eilanden
recent geactualiseerd. Dit rapport met de belangrijkste uitkomsten en de appreciatie
inclusief ondernomen acties is op 30 juni 2022 aan uw Kamer gestuurd.2 Verder zijn – met de Prinsjesdaggelden 2021 voor de aanpak van georganiseerde, ondermijnende
criminaliteit – de tijdelijke versterking van het Openbaar Ministerie BES en de Rijksrecherche
permanent gemaakt en gaan structureel twee rechercheurs van de Fiscale Inlichtingen-
en Opsporingsdienst aan de slag in Caribisch Nederland. Het Openbaar Ministerie BES
heeft verder een aanzet gemaakt voor een integraal plan van aanpak witwassen BES.
Dit plan wordt begin 2023 gefinaliseerd. Tot slot, de Financial Action Task Force
(FATF) heeft in augustus 2022 een evaluatierapport gepubliceerd over het Nederlandse
beleid tegen witwassen, terrorismefinanciering en financiering van de verspreiding
van massavernietigingswapens3. Daarin is Caribisch Nederland ook meegenomen. De aanbevelingen die zijn gedaan door
de FATF met betrekking tot Caribisch Nederland zullen worden opgevolgd.
Inrichting informatie knooppunt
Binnen het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) en de Nationale Politie (NP) wordt
gezamenlijk ingezet op de bestrijding van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit,
en er is geld toegekend voor het aantrekken van twee analisten per korps in het Caribisch
gebied. Zo draagt het opgezette informatie coördinatiepunt Cariben (ICC) binnen de
NP bij aan het verkrijgen van betere regie op de rechtshulp, een snelle en accuratere
informatie-uitwisseling en het opstellen van kwaliteitsproducten. Informatie-uitwisseling
is tevens een onderwerp dat wordt besproken op het Justitieel Vierpartijenoverleg
(JVO), en er wordt op dit moment gewerkt aan een consensus Rijkswet bescherming persoonsgegevens,
waarin ook de bescherming van politiële en justitiële gegevens wordt geregeld. Dit
draagt bij aan verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de landen binnen
het Koninkrijk. Voor de periode dat er nog geen Rijkswet is wordt er gewerkt aan een
interim- oplossing ten behoeve van het uitwisselen van politiegegevens, wat de structurele
uitwisseling van informatie tussen de politiediensten van de landen en ook met Caribisch
Nederland en Europees Nederland mogelijk maakt.
Versterking aanpak financieel economische criminaliteit
Het afgelopen jaar hebben een groot aantal ketenpartners binnen Caribisch Nederland
en de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk deelgenomen aan opleidingen
ten aanzien van financieel economische criminaliteit (FINEC).
Naast het verhogen van kennis is hiermee ook een netwerk gecreëerd van mensen die
betrokken zijn bij dit onderwerp. Om betere aansluiting met Europees Nederland te
vinden wordt de samenwerking met het KPCN komend jaar versterkt. In het verlengde
hiervan is de samenwerking tussen medewerkers van het recherchesamenwerkingsteam (RST)
en het KPCN de afgelopen jaren verder versterkt. Zo is er een «combiteam» dat zich
richt op de bestrijding van misdrijven die een ernstige inbreuk op de rechtsorde maken.
Daarnaast heeft het KPCN met ondersteuning van de NP een cyberafdeling opgezet.
RIEC CN
In de beleidsagenda is aangegeven dat er een verkenning zou plaatsvinden naar een
Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Caribisch Nederland (RIEC CN). Inmiddels
is die verkenning afgerond. Op 17 januari 2023 is, in aanwezigheid van de Minister
van Justitie en Veiligheid, een convenant tussen de deelnemende organisaties getekend4. De pilot RIEC is daarmee officieel gestart. Het Ministerie van JenV draagt financieel
bij aan het RIEC voor 2,04 miljoen euro. Het RIEC CN krijgt in de komende periode
verder vorm en zal hierbij ook een verbinding met het Landelijk Informatie- en Expertise
Centrum in Europees Nederland aangaan.
Uitwerking Bibob
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is, net zoals de Raad, van oordeel dat een
wettelijke basis voor toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen
door het openbaar bestuur (Bibob) voor Caribisch Nederland het lokale bestuur mogelijkheden
biedt om de integriteit van de overheid te beschermen door te voorkomen dat het lokale
bestuur ongewild criminele activiteiten faciliteert. Dit sluit aan bij de prioritering
van de aanpak van ondermijning. Het ministerie zal samen met het lokale bestuur in
kaart brengen hoe de Wet Bibob, dan wel een variant daarvan, zinvol en uitvoerbaar
is voor Caribisch Nederland en wat hiervan de financiële consequenties zijn.
Grensbewaking en migratie
Grensbewaking
Voor grensbewaking zijn de werkzaamheden tot het beter inrichten van signaleringen
aan de grens voortgezet. Een onderdeel hiervan is de versterkte samenwerking met de
landen binnen het Koninkrijk door middel van het organiseren van informatie-uitwisseling
over ongewenste personen, overstay en watchlists. Hiertoe zijn de afgelopen periode
mogelijkheden verkend om de uitwisseling van informatie van gesignaleerde personen
op een geautomatiseerde wijze te laten plaatsvinden. Uitwisseling van informatie van
gesignaleerde personen biedt de verantwoordelijke grensbewakingsautoriteiten in de
landen de mogelijkheid om gesignaleerde en ongewenste vreemdelingen door andere landen
aan de grens te onderkennen en het vrij reizen van deze vreemdelingen binnen de Caribische
Koninkrijksdelen tegen te gaan. In de komende periode worden een tijdspad en juridisch
kader voor een eerste pilotfase uitgewerkt.
Multidisciplinaire Maritieme Hub
In 2021 hebben zes diensten in CN (KPCN, OM BES, openbaar lichaam Bonaire, Koninklijke
Marechaussee (KMar), Kustwacht Caribisch Gebied, Belastingdienst Caribisch Nederland)
die belast zijn met handhaving en/of opsporing een intentieverklaring ondertekend
waarin zij vast hebben gelegd te willen komen tot gezamenlijke inzet in het maritieme
domein. Ter uitvoering van deze intentie hebben de KMar en KPCN besloten gezamenlijk
een patrouillevaartuig aan te schaffen.
De financiering van deze gezamenlijke aanschaf is voorzien door toekenning van ondermijningsgelden
aan deze diensten. Ook de douane in Caribisch Nederland heeft in dit kader een patrouillevaartuig
aangeschaft. Met deze (gezamenlijke) aanschaffen wordt een bijdrage geleverd aan versterking
van de handhaving en opsporing in het maritieme domein en daarmee aan een betere grip
op grensoverschrijdende (ondermijnende) criminaliteit op Bonaire. Dit vergroot de
veiligheid op het eiland.
Migratiebeleid
Naast versterking van de grensbewaking behoeft Caribisch Nederland een goed ontwikkeld,
integraal en gelijkwaardig migratiebeleid. Hierbij vragen de unieke kenmerken van
ieder eiland tegelijkertijd een toegespitst migratiebeleid dat rekening houdt met
deze kenmerken. Ontwikkelingen zoals bevolkingstoename, diversifiëring van de economie
en de groei van toerisme hebben invloed op het te voeren migratiebeleid per eiland.
Er wordt, in nauwe samenspraak met de openbare lichamen, lokale ketenpartners en uitvoeringsorganisaties
en ministeries in Den Haag gewerkt aan een meerjarige richtinggevende integrale beleidsvisie
op migratie voor Caribisch Nederland. Een eerste concept visie is inmiddels opgesteld,
het streven is om de visie in de eerste helft van 2023 formeel vast te stellen.
Verder wordt momenteel gewerkt aan de aanpassing van de Wet toelating en uitzetting
(WTU) BES, waar de bovengenoemde meerjarige beleidsvisie op migratie en de evaluatie
van de WTU BES5 input voor leveren. Tevens hebben verschillende ketenpartners binnen de vreemdelingenketen
in CN nadere wensen tot aanpassing van de vreemdelingenwet en -regelgeving in CN gedeeld.
Hiermee kunnen volgens de uitvoeringsorganisaties meer handvatten worden gecreëerd
om de werkprocessen beter in te richten en te optimaliseren. Een eerste concepttekst
ten behoeve van de nieuwe WTU BES is inmiddels opgesteld. Het streven is om de formele
consultatie begin 2023 te starten. Uw Kamer zal via de gebruikelijke procedure over
de inhoud van de beoogde wijzigingen worden geïnformeerd.
Implementatie themaregister mensenhandel
In het kader van de aanpak van mensenhandel en -smokkel worden signalen en meldingen
in een themaregister geregistreerd, conform een hiertoe opgesteld convenant. Echter,
het gebruik van het themaregister door de ketenpartners is nog niet optimaal. De komende
tijd zal het register nadrukkelijker onder de aandacht van de ketenpartners worden
gebracht zodat dit beter gevuld kan worden en in de toekomst eventueel ook met input
uit andere landen van het Caribisch deel van het Koninkrijk. Tevens wordt het bestaande
Memorandum of Understanding (MoU) mensenhandel en mensensmokkel, dat tussen de landen
binnen het Koninkrijk is gesloten, geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie worden
voorstellen gedaan voor een hernieuwd MoU op dit thema dat naar verwachting begin
2023 wordt vastgesteld. Dit MoU vormt de basis van nauwe samenwerking tussen de landen
in de bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel.
Resocialisatie, re-integratie en jeugdbeleid
Actieve detentie gericht op re-integratie
Binnen het traject «veranderende sanctietoepassing CN» is de afgelopen periode een
stap gezet met de accordering van het opgestelde beleidskader re-integratie en resocialisatie.
Het beleidskader bevat een ketenbrede visie op de maatregelen die nodig zijn voor
optimalisering van de ondersteuning en begeleiding van gedetineerden die terugkeren
naar de maatschappij. Met deze accordering gaat het traject veranderende sanctietoepassing
een nieuwe concretiseringsfase in waarbij de plannen uit het beleidskader geconcretiseerd
worden in een implementatieplan.
Hierna zullen de maatregelen beschreven in het beleidskader geïmplementeerd worden
binnen de strafrechtketen en de openbare lichamen. Het aankomend jaar staat in het
teken van het toewerken naar een convenant of bestuursakkoord met de openbare lichamen
en betrokken ketenpartners over nazorg aan ex-gedetineerden. De zes basisvoorwaarden
voor re-integratie (huisvesting, identiteitsbewijs, werk, zorg en sociaal netwerk
en schuldenproblematiek) staan hierbij centraal.
Het afgelopen jaar is er binnen de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN)
gewerkt aan de implementatie van het Detentie & Re-integratie (D&R) beleid zoals dat
in Europees Nederland ook wordt uitgevoerd. Zo is de Integrale Screening en Selectie
procedure ingevoerd in de JICN. Deze procedure is de eerste stap in het D&R proces
om ervoor te zorgen dat er een juist beeld gevormd wordt over een gedetineerde. Stap
voor stap zullen alle onderdelen in het D&R proces gerevalueerd worden om aan te sluiten
op de CN context. Het is lastig gebleken om de re-integratie van gedetineerden uit
Sint Eustatius en Saba in goede banen te leiden, onder andere door de 900 km afstand
tussen de eilanden. Daarnaast zijn de huidige wettelijke kaders ook een uitdaging,
bijvoorbeeld de verlofregeling BES. Momenteel onderzoekt JenV welke korte- en lange
termijn oplossingen kunnen worden gebruikt om re-integratie van gedetineerden uit
Sint Eustatius en Saba in goede banen te leiden.
Verbetering forensische zorg
Binnen de JICN is een pilot gestart met als doel het realiseren van beveiligde forensische
zorg voor gedetineerden. De specialistisch medische zorg binnen de forensische zorgafdeling
(FZA) wordt verleend door de Psychiaters Maatschap Antillen. Voor ambulante behandeling
na detentie wordt aansluiting gezocht bij het detentie- en re-integratieprogramma waarbij bovendien wordt samengewerkt met Mental Health Caribbean (MHC) en
andere relevante ketenpartners als bijvoorbeeld reclassering. De FZA binnen de JICN
wordt het komende jaar nog voortgezet in de structuur van de pilot en ook op diezelfde
wijze gefinancierd. Er wordt toegewerkt naar een structurele financieringsvorm.
Daarnaast is van belang te vermelden dat opdracht is gegeven aan een Koninkrijksbrede
Werkgroep Forensische Zorg en Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ). Doelstelling
voor deze werkgroep is het realiseren van forensische zorgvoorzieningen zowel residentieel
als ambulant voor volwassenen en jeugdigen in het Caribisch deel van het Koninkrijk,
zodat ook voor deze inwoners een TBS/PIJ-maatregel of (residentiële) forensische behandeling
kan worden opgelegd als dat noodzakelijk is. Deze werkgroep heeft, naast vertegenwoordigers
van de justitieministeries van de vier landen, ook als leden de voorzitters van de
overleggen van gevangenisdirecteuren, directeuren reclassering en directeuren geestelijke
gezondheidszorgorganisaties in de Caribische regio. Door samen te werken tussen Caribisch
Nederland en de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk ontstaan meer mogelijkheden
om verschillende typen behandeling aan te bieden en zouden bewoners van Saba en Sint
Eustatius gebruik kunnen maken van faciliteiten in Sint Maarten. In deze werkgroep
worden verschillende opties nader verkend en waar al mogelijk uitgewerkt.
Monitoren jeugdstrafrecht
Met ingang van 1 augustus 2020 is het jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland formeel
van kracht geworden. In de beleidsagenda is hierover aangegeven dat de komende jaren
aandacht zal worden besteed aan het verder op peil brengen van de kwaliteit van de
uitvoering. Om een beeld te krijgen van de voortgang, is door de betrokken ketenpartners
in gezamenlijkheid een evaluatie uitgevoerd. Daaruit blijkt dat de betrokken partners
elkaar weten te vinden en dat met de huidige middelen wordt geprobeerd om zo goed
mogelijk vorm te geven aan de advisering, het toezicht en de begeleiding in jeugdstrafzaken.
Tegelijkertijd is de constatering dat nog veel voor verbetering vatbaar is, hetgeen
betekent dat de bestaande mogelijkheden en middelen nog niet optimaal worden benut.
Zo wordt de mogelijkheid om Halt in te zetten nog onvoldoende benut en lukt het nog
onvoldoende om jeugddetentie ook daadwerkelijk als laatste redmiddel in te zetten.
Uit de evaluatie blijkt verder dat het komen tot een organisatie-overstijgende, ketenbrede
aansturing en monitoring als essentieel wordt gezien voor verdere verbetering van
de kwaliteit van de uitvoering. Over de uitkomsten van de evaluatie zijn de betrokken
ketenpartners in Caribisch Nederland zowel met elkaar als met het ministerie in gesprek.
Inzet preventie jeugdcriminaliteit
Sinds 2017 wordt op Bonaire uitvoering gegeven aan preventieve justitiële gedragsinterventies
zoals «Alleen jij bepaalt wie je bent» (AJB). Deze interventie is gericht op voorkomen
van crimineel gedrag op het gebied van vermogens-, drugs- en geweldsdelicten. De belangrijkste
elementen waarop de interventie is gestoeld zijn de inzet van trainers als positieve
rolmodellen, vrijetijdsbesteding in groepsverband, duidelijke afspraken over gewenst
en ongewenst gedrag, individuele begeleiding en niet al te intensief interveniëren.
Kort gezegd komt dit erop neer dat extra focus wordt gelegd op dadergerichte preventie
bij jongeren met een risicoprofiel. Dit gebeurt in samenwerking met de scholen.
In september 2021 is, in samenwerking met het openbaar lichaam Bonaire en de Johan
Cruyff Foundation, gestart met AJB-Junior. Uitvoering hiervan vindt plaats door de
overheidsdienst Indebon die samenwerkt met basisscholen. Het uitgangspunt is dat de huidige AJB-methodiek
op dezelfde manier aan kinderen in de leeftijdscategorie tussen 10 en 12 jaar wordt
aangeboden.
Verder hebben in het tweede en derde kwartaal van 2022 voorbereidingen plaatsgevonden
voor de start van het Leerorkest op Saba en Sint Eustatius. Het Leerorkest is een
muzikaal en sociaal programma dat kinderen sterker en gelukkiger wil maken. Het is
niet alleen heel leuk om te doen, maar ook bewezen goed voor de cognitieve, sociale
en emotionele ontwikkeling. Wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat het maken van muziek
een sterke positieve invloed heeft op de ontwikkeling van de hersenfuncties die verantwoordelijk
zijn voor het reguleren van impulsen, en zodoende de kans op het ontstaan van criminaliteit
bij (kwetsbare) jongeren in de basis verkleint. Naar verwachting zal de start op Saba
en Sint Eustatius in het eerste kwartaal 2023 plaatsvinden.
Crisisbeheersing
In de beleidsagenda is op het terrein van crisisbeheersing een aantal speerpunten
benoemd, waaronder het verstevigen van de samenwerking in de regio, informatiemanagement
en -coördinatie, en de kwaliteit en robuustheid van de crisisorganisatie. Deze speerpunten
hangen met elkaar samen en maken onderdeel uit van de opvolging van de evaluatie van
de Veiligheidswet BES. Immers, de speerpunten hebben tot doel een goed functionerend
stelsel van crisisbeheersing in CN te realiseren. Het evaluatierapport is op 25 april
20226 aan uw Kamer aangeboden. Op 19 december 2022 is een beleidsreactie op deze evaluatie
aan uw Kamer verzonden7.
De Veiligheidswet BES is afgeleid van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). Laatstgenoemde
wet is (ook) geëvalueerd en dat heeft geleid tot de zogeheten contourennota op het
gebied van crisisbeheersing en brandweerzorg. Deze contourennota is op 6 december
2022 aan uw Kamer gezonden8. Indachtig het principe van comply or explain zal de contourennota als vertrekpunt worden genomen voor de inrichting van het stelsel
in Caribisch Nederland.
Afwijkende keuzes zullen worden toegelicht, bijvoorbeeld vanwege de ligging, de kleinschaligheid,
de bestuurlijke structuur of het insulaire karakter van Caribisch Nederland.
Randvoorwaarden
Voor het bereiken van de doelen genoemd onder de bovengenoemde speerpunten van het
JenV-beleid in Caribisch Nederland, maar ook voor het in brede zin verbeteren van
de rechtvaardigheid en veiligheid in Caribisch Nederland, werkt het Ministerie van
JenV aan het beter op orde brengen van diverse randvoorwaarden.
Toegang tot het recht
Om te werken naar een gelijkwaardig voorzieningenniveau voor Caribisch Nederland,
volgens het beginsel van comply or explain, is «toegang tot het recht» geïdentificeerd als referentiepunt voor JenV. Hierbij
kan worden gedacht aan toegang tot juridische dienstverlening door bijvoorbeeld juridische
loketten, notarissen, deurwaarders en advocaten. Met een referentiepunt wordt een
concreet ambitieniveau aangeduid dat aangeeft wat een gewenste (minimale) invulling
is op een specifiek onderwerp, in dit geval toegang tot het recht. Dat referentiepunt
dient als een stip aan de horizon waar in de komende jaren (5 à 10 jaar) naartoe gewerkt
wordt. Het te ontwikkelen referentiepunt gaat ons helpen om inzicht te krijgen wat
de komende tijd nodig is en welke prioriteiten hierbij moeten worden gesteld.
Ten aanzien van de organisatie van juridische loketten in Caribisch Nederland zijn
het afgelopen jaar op hoofdlijnen opties verkend en in kaart gebracht. Momenteel vinden
er gesprekken plaats met de openbare lichamen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius
om tot een concreter scenario te komen. Hiertoe worden verschillende scenario’s onderzocht,
waarbij onder andere wordt bekeken in hoeverre aansluiting kan worden gezocht bij
reeds bestaande voorzieningen in Europees Nederland, zoals het Juridisch Loket. De
lessen uit de succesvolle pilot Legal Desk die de afgelopen jaren op Saba heeft gelopen,
worden ook meegenomen in de verkenning. Naar verwachting zal begin 2023 een concreter
uitgewerkt scenario voorliggen met structurele financiële dekking. De inzet is om
te komen tot een duurzame, structurele voorziening die zoveel mogelijk aansluit de
lokale context en behoeftes op de verschillende eilanden. Tot de structurele voorziening
er is, zal de pilot op Saba worden voortgezet.
Rijksbrede Veiligheidsstrategie
In september 2022 is de Rijksbrede Risicoanalyse Nationale Veiligheid 2022 verzonden
aan uw Kamer9. Deze analyse geeft een overzicht van uiteenlopende dreigingen die de nationale veiligheid
van het Koninkrijk der Nederlanden kunnen aantasten. De Rijksbrede Risicoanalyse vormt
belangrijke input voor de Rijksbrede Veiligheidsstrategie. Deze strategie zet de strategische
koers uit voor de komende zes jaar om het Koninkrijk der Nederlanden weerbaarder te
maken tegen en voor te bereiden op het brede palet aan risico’s (security en safety)
voor de nationale veiligheid. Het Caribisch deel van het Koninkrijk is nauw betrokken
bij de totstandkoming. De Rijksbrede Veiligheidsstrategie zal in het eerste kwartaal
aan uw Kamer worden gezonden.
Stand van zaken ontwikkeling wetgeving
Het Ministerie van JenV werkt voortdurend aan het schrijven van nieuwe wetten en het
moderniseren van bestaande wetten. Conform het principe van comply or explain wordt Caribisch Nederland waar mogelijk en opportuun meegenomen in wetgeving die
ook in Europees Nederland gaat gelden. Op terreinen waar dat niet mogelijk of opportuun
is, wordt separate wetgeving voor Caribisch Nederland opgesteld.
In het kader van de rijksbrede uitwerking van comply or explain is uw Kamer op 22 december door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
geïnformeerd over het huidige wetgevingsprogramma voor (onder andere) Caribisch Nederland
waaraan JenV op dit moment werkt. In deze brief wordt inhoudelijk op enkele wetten
ingegaan10.
Bestuurlijke bevoegdheden
In de beleidsagenda is opgenomen dat de gezaghebbers de komende jaren een aantal nieuwe
bestuursrechtelijke bevoegdheden zullen krijgen. Het in de beleidsagenda genoemde
wetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet 1960 BES ziet op het creëren van de bevoegdheid
om drugspanden te sluiten, zodat de gezaghebbers beter in staat worden gesteld om
de uit drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de volksgezondheid te voorkomen en
te beheersen en de nadelige effecten van de productie en distributie van, handel in
en het gebruik van drugs tegen te gaan. Een voorstel is in consultatie geweest en
ligt inmiddels bij de Afdeling advisering van de Raad van State voor advies. De verkennende
werkzaamheden in voorbereiding op de wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba (WolBES) ten behoeve van enkele bevelsbevoegdheden, ter handhaving
van de openbare orde, en een bestuurlijke boete voor overlast in de openbare ruimte
zijn gestart. Ook is Caribisch Nederland vanuit het principe comply or explain meegenomen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet en de WolBES in verband
met de uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester en de gezaghebber
ter handhaving van de openbare orde bij ernstig geweld of een wapenvondst. Dit voorstel
is momenteel aanhangig bij uw Kamer.11
Wetboek van Strafvordering BES
Ten behoeve van de voorbereiding van het wetsvoorstel voor het nieuwe Wetboek van
Strafvordering BES is de Erasmus Universiteit gevraagd om een rapportage op te stellen
met betrekking tot onder andere de benodigde activiteiten om de implementatie van
het nieuwe wetboek te bewerkstelligen en de gevolgen van het nieuwe wetboek voor de
betrokken organisaties. Ook wordt de noodzaak van overgangsrecht onderzocht. Naar
aanleiding van de inzichten uit deze rapportage zullen de benodigde financiële middelen
beschikbaar moeten worden gesteld om de implementatie te kunnen realiseren. Voor de
voorbereiding en het parlementaire proces zal naar verwachting nog enkele jaren nodig
zijn.
Consensus Rijkswet gegevensbescherming
Het project dat ziet op de totstandkoming van een consensus Rijkswet waarin wordt
voorzien in een passend, adequaat en gelijkwaardig beschermingsniveau voor de verwerking
van persoonsgegevens, politiegegevens, justitiële en strafvorderlijke gegevens binnen
het Caribisch deel van het Koninkrijk, verloopt voorspoedig. Het voorstel bestaat
uit drie delen. Het eerste deel, dat in nauw overleg met de Caribische landen en Caribisch
Nederland tot stand is gekomen, is tijdens het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO)
van januari 2023 voorgelegd. Uw Kamer wordt hierover binnenkort nader geïnformeerd.
Voorlegging van de andere delen van de consensus Rijkswet aan het JVO volgt later
dit jaar.
Tot slot
De JenV beleidsagenda voor Caribisch Nederland 2021–2025 biedt een breed overzicht
van de verschillende ambities die wij als bewindspersonen van het Ministerie van Justitie
en Veiligheid hebben. De afgelopen maanden is op diverse punten voortgang geboekt.
Tegelijkertijd is nog veel werk te verzetten. Het comply or explain-principe en de recentelijk door uw Kamer aangenomen motie van het lid Wuite c.s.12 helpen ervoor te zorgen dat Caribisch Nederland binnen JenV voortdurende aandacht
krijgt.
Daarbij zijn wij ons, net als de Raad, bewust van de kwetsbaarheid van de openbare
lichamen en lokale uitvoeringsorganisaties als gevolg van beperkte capaciteit. Dit
vergt een voortdurend gesprek tussen het ministerie, de openbare lichamen en lokale
organisaties om zo efficiënt mogelijk samen te werken en een goede balans te vinden
tussen sturing vanuit het ministerie en lokale verantwoordelijkheden en initiatieven.
Gezamenlijk werken wij verder aan een rechtvaardig en veilig Caribisch Nederland.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
BIJLAGE: STAAT VAN DE RECHTSHANDHAVING CARIBISCH NEDERLAND 2021
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming