Brief regering : Voortgang van de implementatie van de Omgevingswet
33 118 Omgevingsrecht
Nr. 246
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2023
Aanleiding
In deze voortgangsbrief licht ik de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet
                  toe in vervolg op mijn brief van 14 oktober 20221 en de toegestuurde vervolginformatie.2 Hieronder ga ik in op de conclusies van de voortgang en de afwegingen die ik op basis
                  hiervan samen met de medeoverheden, bedrijfsleven en Rijkspartijen heb gemaakt. Daarnaast
                  vraag ik mede namens hen aandacht voor tijdige duidelijkheid. Tot slot ga ik op hoofdlijnen
                  in op de stand van zaken van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In de bijlagen
                  vindt u de nadere onderbouwing, de achterliggende rapportages van de voortgang en
                  het ontwerp van het inwerkingtredingsbesluit dat ik hiermee tevens bij uw Kamer voorhang.
               
Besluit bestuurlijke partners
In het bestuurlijk overleg van 23 en 25 januari jl. zijn de voorwaarden voor inwerkingtreding
                  met VNG, IPO, UvW (en de Rijkspartijen) besproken. Hierin is geconcludeerd dat deze
                  voorwaarden voor inwerkingtreding voldoende zijn ingevuld en dat de datum van inwerkingtreding
                  van 1 januari 2024 draagvlak bij de partijen heeft. Achtergrond van het nu kunnen
                  nemen van dit besluit is dat interbestuurlijk is vastgesteld dat er voldoende vertrouwen
                  is dat het DSO technisch voldoende gereed is voor inwerkingtreding; de gevalideerde
                  ketentesten tonen inhoudelijk geen blokkerende zaken om tot de vaststelling van het
                  moment van inwerkingtreding te komen. Door de uitvoeringspraktijk is aangegeven dat
                  ten minste zes maanden tijd wenselijk is om na een definitief besluit de nodige stappen
                  voor het inregelen zorgvuldig te kunnen zetten en om tijdig te kunnen bepalen onder
                  welk wetsregime vergunningen voor nieuwe activiteiten moeten worden aangevraagd. Helderheid
                  en tijdigheid van het bekend hebben van het moment van inwerkingtreding is hiermee
                  van groot belang om tijdig rechtszekerheid te bieden naar de bevoegd gezagen, burgers
                  en ondernemers. Dit is de reden dat ik bij u het ontwerp van een koninklijk besluit
                  met de datum van inwerkingtreding van 1 januari 2024 voorhang (bijlage 2)3.
               
Herhaaldelijk heb ik u gezegd te werken aan een verantwoorde en zorgvuldige invoering
                  van de Omgevingswet, met voldoende draagvlak van de vele betrokken partijen. Het is
                  van belang eendrachtig deze volgende stap te zetten omdat de partijen van elkaars
                  processen en voortgang afhankelijk zijn. Op deze manier kunnen de volgende stappen
                  worden gezet voor een robuuster DSO.
               
Bedrijfsleven
Het bedrijfsleven heeft belang bij duidelijkheid over inwerkingtreding. Het bedrijfsleven
                  zal een grootgebruiker zijn van de Omgevingswet en van het DSO. Het is belangrijk
                  dat het bedrijfsleven kan starten met het werken met het DSO. De koepels en brancheverenigingen
                  van het bedrijfsleven staan achter de wet en het bereiken van de doelen. Voor het
                  bedrijfsleven is met name van belang dat er (zo snel mogelijk) een definitieve datum
                  van inwerkingtreding komt zodat er duidelijkheid komt en de volgende stappen van de
                  voorbereiding kunnen starten. Voor het bedrijfsleven zijn de afgesproken stappen over
                  communicatie daarbij essentieel.4 Op 24 januari jl. heb ik met de koepels van het bedrijfsleven en de brancheverenigingen5 afspraken gemaakt over de werking van het DSO en de invoering van de Omgevingswet.
                  Ik onderschrijf het belang dat het bedrijfsleven op een goede en gebruiksvriendelijk
                  wijze kan werken met het DSO. Een van de afspraken is het zorgen voor meer verdiepende
                  vragenbomen in het Omgevingsloket. In het overleg is aangegeven dat de voorkeur uit
                  gaat naar inwerkingtreding op 1 januari 2024. Afgesproken is om de komende periode
                  tot aan 1 januari 2024 de benodigde verdere stappen te zetten. In bijlage 1 vindt
                  u de stand van zaken en in bijlage 5 de MKB-toets.
               
Bieden van tijdige duidelijkheid
De Omgevingswet biedt het noodzakelijke instrumentarium voor de grote transitie-opgaven
                  in de leefomgeving in Nederland. Een spoedige, maar ook zorgvuldige inwerkingtreding
                  van de Omgevingswet is wenselijk zodat de instrumenten en werkwijze van de Omgevingswet
                  deze noodzakelijke transities beter mogelijk maken. Zo wordt gezorgd voor een eenduidige
                  en integrale afweging over de verdeling en inrichting van de fysieke leefomgeving.
                  Om de laatste stappen te zetten om met het stelsel aan de slag te kunnen gaan, is
                  tijdige duidelijkheid over inwerkingtreding noodzakelijk. Als uw Kamers met het koninklijk
                  besluit instemmen, ontstaat voor alle partijen tijdig duidelijkheid over de definitieve
                  datum van inwerkingtreding. Deze duidelijkheid is noodzakelijk om de laatste stappen
                  te zetten voor het inregelen van de implementatie van de Omgevingswet. De uitvoeringspraktijk
                  heeft dus deze datum tijdig nodig. Door te kiezen voor 1 januari 2024 wordt tegemoet
                  gekomen aan de motie van het VNG-congres die op van 2 december 2022 op het VNG-congres
                  is aangenomen. De motie spreekt brede steun uit voor de bedoeling van de wet. Wel
                  wordt gevraagd om tijdig duidelijkheid over invoering te geven, zodat de gemeentelijke
                  processen zorgvuldig kunnen worden ingeregeld. Dit is ook van belang bij de voorbereiding
                  van activiteiten en projecten. Zo is het voor complexe gebiedsontwikkelingen, die
                  vaak lange voorbereiding kennen, belangrijk dat tijdig bekend is welke regelgeving
                  van toepassing is. Alle partijen – die zijn betrokken bij de uitvoering, de wetgeving
                  en bij beleid – weten dan onder welk wettelijk regime zij deze projecten, regelgeving
                  of beleid tot stand kunnen brengen. Dit draagt bij aan de eerder geformuleerde randvoorwaarden
                  dat de dienstverlening aan burgers en bedrijven door moet gaan en dat gebiedsontwikkeling
                  doorgang kan blijven vinden. Het ontbreken van deze zekerheid doorkruist momenteel
                  de verdere activiteiten ten behoeve van de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Tijdige
                  duidelijkheid betekent niet alleen voorbereiding van zes maanden, maar ook snel duidelijkheid
                  dat het 1 januari 2024 wordt. Daarom vragen we gezamenlijk aan uw Kamer om zo spoedig
                  mogelijk het KB te behandelen. Hoe eerder, hoe beter.
               
Stand van Zaken DSO
De Omgevingswet wordt ondersteund door het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO). Dit
                  stelsel is een geheel aan voorzieningen bij meer dan 400 bevoegd gezagen. Het stelsel
                  bestaat uit centrale en decentrale voorzieningen. De centrale, landelijke voorziening
                  valt onder mijn verantwoordelijkheid. Zoals vastgelegd in de Omgevingswet6 heeft dit stelsel een drietal doelen:
               
a. het beschikbaar stellen van informatie over de fysieke leefomgeving,
b. het faciliteren van het elektronisch verkeer7,
c. het bevorderen van een doelmatige en doeltreffende uitoefening van taken en bevoegdheden
                        op grond van de Omgevingswet.
                     
In het bestuurlijk overleg van 23 januari 2023 is, mede op basis van de uitkomsten
                  van IKT 3 en de uitwerking van de genomen en voorziene maatregelen8, geconcludeerd dat het DSO technisch voldoende gereed is om een besluit over inwerkingtreding
                  te nemen. Er zijn geen blokkerende zaken aangetroffen die dit besluit in de weeg staan.
                  Dit betekent niet dat er geen werk meer te doen is in de ontwikkeling van het DSO
                  als geheel. Het houdt wel in dat de afgesproken functionaliteit voor inwerkingtreding
                  beschikbaar en werkzaam is of dat er alternatieven zijn. Bij deze alternatieven gaat
                  het om de punten waar de bevoegd gezagen nog niet kunnen beschikken over functionaliteit,
                  de zogenaamde Tijdelijke Alternatieve Maatregelen. Deze zorgen dat de relevante processen
                  voor bevoegd gezagen – waar nodig – werkbaar zijn. Op de voortgang van de ontwikkeling
                  van het DSO als geheel richting inwerkingtreding van het DSO als geheel is goed zicht
                  (zie bijlage 1, onder Hoofdroute en DSO). Zoals aan u gerapporteerd, is in de afgelopen
                  maanden stevig geïnvesteerd in het testen en het verbeteren van het DSO als geheel
                  op basis van de bevindingen uit de testen en advies AC ICT. De resultaten van IKT3
                  (zie bijlage 3) laten zien dat het DSO in voldoende mate gereed is voor besluitvorming
                  over inwerkingtreding, dat de in het DSO geboden functionaliteiten op het moment van
                  inwerkingtreding technisch voldoende aanwezig zijn en er op basis daarvan geen belemmeringen
                  zijn voor verantwoorde inwerkingtreding van de Omgevingswet. AcICT gaf in het recente
                  advies van 23 december 2022 aan dat er verder gewerkt kan worden op de ingeslagen
                  weg. Dit wordt gedaan door het verder implementeren van de 19 aanvullende maatregelen,
                  zoals beschreven in de brief van 17 januari 2023.9 Tevens hebben de bestuurlijke partijen geconcludeerd dat versterkte serviceketen
                  en de verdere uitwerking voldoet. In bijlage 1 ga ik hier nader op in. De samenwerkende
                  bestuurlijke partijen onderschrijven dit beeld en blijven gezamenlijk doorzetten op
                  het doorlopend testen tot na inwerkingtreding. Dat draagt voor alle partijen bij aan
                  het vertrouwen in een verantwoorde inwerkingtreding op 1 januari 2024 en goede verdere
                  ontwikkeling van het DSO in brede zin.
               
Door de betrokken partijen is aangegeven dat het ook voor het verder inregelen van
                  het DSO het nu nodig is een besluit te nemen over de definitieve inwerkingtredingsdatum.
                  Dit zodat vervolgens de verdere benodigde stappen richting inwerkingtreding, doorontwikkeling,
                  afbouw en uitbouw kunnen worden gezet.
               
Tot slot
In de afweging met de interbestuurlijke partijen heeft het belang van duidelijkheid
                  en zorgvuldigheid vooropgestaan. Daarom is er brede overeenstemming over 1 januari
                  2024. Het DSO is technisch voldoende gereed voor het vaststellen van dit moment van
                  inwerkingtreding. De afgesproken mijlpalen zijn gehaald en er kan verder worden gewerkt
                  aan de opvolgende mijlpalen zoals verwoord in de hoofdroute 2023. Er is en wordt geoefend,
                  er zijn oplossingen voor de techniek in de planketen – zoals de Tijdelijke Alternatieve
                  Maatregelen – en het inregelen bij bevoegd gezagen kan naar de volgende fase. De medeoverheden
                  en ik gaan onverminderd door met het doorontwikkelen en verbeteren van het DSO, waarbij
                  het doorlopend testen en de gebruikerservaringen voor het verdere verbeteren van grote
                  waarde zal zijn.
               
Daarnaast hecht ik eraan te benoemen dat de uitvoering en implementatie wachten op
                  duidelijkheid en zekerheid over de inwerkingtredingsdatum zodat zij zich kunnen voorbereiden
                  op een zorgvuldige en haalbare invoering. Deze duidelijkheid is nodig zodat de bevoegde
                  gezagen en het bedrijfsleven zich procesmatig en projectmatig tijdig kunnen voorbereiden
                  op de inwerkingtreding van de wet. Met het indringende verzoek van de uitvoeringspraktijk
                  om deze duidelijkheid en het hebben van voldoende voorbereidingstijd leg ik u het
                  bijgaande ontwerp van het koninklijk besluit met de datum van inwerkingtreding van
                  1 januari 2024 voor met het verzoek namens alle partijen dit zo spoedig mogelijk definitief
                  te behandelen.
               
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Indieners
- 
              
                  Indiener
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.