Brief regering : Verzamelbrief meldkamers, missiekritische communicatie, alerteren, brandweerzorg en crisisbeheersing
29 517 Veiligheidsregio’s
Nr. 229
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2023
Medewerkers van de politie, ambulancezorg, brandweer en Koninklijke Marechaussee werken
dagelijks hard om Nederland veilig en gezond te houden. Hiervoor moeten ze kunnen
bouwen op een gedegen meldkamerstelsel met robuuste en betrouwbare meldkamer- en communicatievoorzieningen.
Ook moeten burgers kunnen worden gewaarschuwd bij rampen en crises, zodat zij zichzelf
en anderen op tijd in veiligheid kunnen brengen. Nu en in de toekomst.
Met deze brief informeer ik u over de ontwikkelingen in het meldkamerdomein, de stand
van zaken rondom het C2000 spraaknetwerk, de voortgang rondom het programma Nieuwe
Openbare Orde en Veiligheid Architectuur (NOOVA) en de toekomst van het waarschuwings-
en alarmeringssysteem (de sirenes). Daarnaast heb ik u op het vlak van crisisbeheersing
voor het kerstreces geïnformeerd over de ontwikkelingen in het stelsel van crisisbeheersing
en brandweerzorg.1 Ik wil u graag meenemen in een aantal ontwikkelingen die hieraan gerelateerd is,
te weten de stand van zaken rondom de dieren en dierenhulpverleners in crisisdraaiboeken,
de brandweerkerndata, de gebiedsgerichte opkomsttijden, mijn toezegging rondom het
tweede loopbaanbeleid bij de brandweer en de rolverduidelijking van het Veiligheidsberaad.
1. Ontwikkelingen meldkamerdomein
De met de meldkamerpartijen afgesproken meerjarige opgave om in 2025 een netwerk van
tien samengevoegde meldkamers te hebben die, indien nodig, elkaars taken kunnen overnemen
krijgt steeds meer gestalte.2 In het voorjaar van 2023 zullen de meldkamers uit Apeldoorn, Arnhem en Hengelo worden
samengevoegd op een nieuwe meldkamerlocatie in Apeldoorn. Daarmee hebben we met negen
samengevoegde meldkamers het doel nagenoeg bereikt. In 2025 zal naar verwachting de
laatste samenvoeging plaatsvinden. Dit betreft de meldkamer Midden Nederland.
Eén beheerorganisatie voor meldkamers
Zoals ik u in mijn vorige brief van 5 juli 2022 heb gemeld, is binnen de politieorganisatie
vanaf 1 januari 2023 de Landelijke Meldkamer Samenwerking als organisatieonderdeel
van de politie ingericht.3 De Landelijke Meldkamer Samenwerking heeft als kerntaak om het beheer voor de meldkamers
uit te voeren en te faciliteren.
Evaluatie multi-governance meldkamers
In mijn brief van 16 maart 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoeksrapport
«stand van zaken multi-governance meldkamers».4 Daarin heb ik aangegeven dat – onder regie van het Bestuurlijk Meldkamer Beraad –
wordt gekeken hoe de aanbevelingen van de Inspectie voor de multi-governance opvolging
kunnen krijgen.5 Hierover is gesproken met alle bestuurlijke partijen.
Het beeld dat hieruit naar voren komt sluit aan bij wat de evaluatie eerder schetste:
de multi-governance op de meldkamer is uitdagend en vraagt veel van de deelnemende
partijen. Het respecteren van elkaars verantwoordelijkheden en opvattingen is en blijft
een belangrijk onderdeel voor de multidisciplinaire samenwerking. Naast de samenwerking
tussen de partijen is dan ook aandacht wat voor de bestuurlijke partners individueel
belangrijk is, kijkend naar de toekomst van de meldkamers.
Tegelijkertijd blijkt uit de besprekingen dat de partijen zich gezamenlijk blijven
inzetten voor het meldkamerveld: het centraal stellen van de hulp aan de burger in
nood, het uniformeren en sturen op één landelijk kwaliteitsniveau van de dienstverlening,
het optimaliseren van informatie-uitwisseling, de continue bereikbaarheid en beschikbaarheid
van meldkamers en het kunnen overnemen van de meldkamerfunctie bij verstoring of piekbelasting.
De bestuurlijke partijen zijn met elkaar inhoudelijk in gesprek over het effectiever
en eenvoudiger inrichten van de beleids- en beheercyclus. Hiernaast vindt met de partijen
afstemming plaats over het risicomanagement van de meldkamers en de monitoring hiervan.
De afspraak is gemaakt om het gesprek in de vorm van gezamenlijke werksessies over
de meldkamersamenwerking en het verder werkend krijgen en optimaliseren van de multi-governance
in 2023 te vervolgen.
Informatiebeveiliging meldkamersystemen
In mijn brief van 3 februari 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het inspectierapport
«Informatiebeveiliging van de meldkamersystemen».6 De Inspectie concludeerde in dit rapport dat het risicomanagement voor de informatiebeveiliging
van de meldkamersystemen nog niet voldoende was ingericht en geborgd.
Het afgelopen jaar heb ik samen met de Landelijke Meldkamer Samenwerking en de disciplines
gewerkt aan het opstellen van een strategisch kader informatiebeveiliging meldkamervoorzieningen.
Hierin worden van de verschillende partijen in het meldkamerdomein de taken en verantwoordelijkheden
beschreven. Ook zijn kaders beschreven voor informatiebeveiliging, waaronder het inrichten
van een risicomanagementproces. Hier had de Inspectie in haar eerdergenoemde rapport
aandacht voor. Ik verwacht dit strategisch kader in het tweede kwartaal van 2023 te
publiceren.
In het strategisch kader is opgenomen dat er een informatiebeveiligingsbeleid dient
te worden opgesteld. De Landelijke Meldkamer Samenwerking stelt dit multidisciplinair
informatiebeveiligingsbeleid voor het gebruik en beheer van de meldkamervoorzieningen
samen met mij en de disciplines op. Hierbij wordt de Baseline Informatiebeveiliging
Overheid als kader gehanteerd. Iedere partij is verantwoordelijk voor de implementatie
van het multidisciplinair informatiebeveiligingsbeleid binnen de eigen organisatie.
Voor afstemming en coördinatie zal een gezamenlijk implementatieplan opgesteld worden
dat vastgesteld wordt door het Strategisch Meldkamer Beraad.
2. Robuustheid 112
De burger die in nood verkeert en een beroep doet op de hulpdiensten moet kunnen rekenen
op betrouwbare communicatievoorzieningen. Het is noodzakelijk dat zo snel mogelijk
contact gemaakt kan worden met een meldkamercentralist als elke seconde telt.
Op 24 juni 2019 werden het alarmnummer 112 en het servicenummer van de politie 0900-8844
gedurende een aantal uren onbereikbaar wegens een technische storing bij KPN.7 Direct na de storing zijn door KPN de nodige technische aanpassingen gedaan om herhaling
te voorkomen. Agentschap Telecom, Inspectie Justitie en Veiligheid en Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd hebben onafhankelijk van elkaar onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken en
gevolgen van de storing en daar aanbevelingen over gedaan.
Deze aanbevelingen zijn inmiddels opgevolgd. Zo is er inmiddels een procedure voor
het uitzenden van een landelijk NL-Alert wanneer een crisis een landelijke impact
heeft en is er een doorlopende monitoring van de bereikbaarheid van het 112-platform.
Ook is de inzet van het alternatieve nummer wanneer 112 niet bereikbaar is in de draaiboeken
opgenomen. In de draaiboeken is eveneens een specifieke procedure opgenomen voor het
geval er een landelijke storing op 112 ontstaat.
In 2020 is een grondig onderzoek afgerond naar wat er aanvullend gedaan kan worden
om het aanleveren van de oproepen aan de landelijke aannamecentrale van 112 robuuster
in te richten. Daaruit is gebleken dat een «multi-operator-oplossing» het meest voor
de hand ligt. Met deze oplossing worden in plaats van één provider meerdere providers
op de landelijke aannamecentrale in Driebergen aangesloten. Daarmee wordt de afhankelijkheid
van één provider weggenomen. In 2021 en 2022 zijn de technische, juridische en financiële
aspecten van deze oplossingsrichting door de betrokken partijen8 in kaart gebracht en haalbaar gebleken. In het voorjaar van 2023 wordt een start
gemaakt met de projectvorming, waarmee het traject om de robuustheid van de bereikbaarheid
van 112 te vergroten in de afrondende fase is aangekomen.
3. Ontwikkelingen missiekritische communicatie hulpdiensten
De missiekritische communicatie tussen hulpverleners onderling en met de meldkamers
is sterk afhankelijk van het communicatiesysteem C2000. Dit communicatiemiddel is
echter uitontwikkeld en aan vervanging toe. In de brief van 5 juli 2022 heb ik de
drie lijnen op het gebied van missiekritische communicatie voor de komende jaren uiteengezet:
inzetten op verbetering van het bestaande netwerk, inzet op een push-to-talk-app als
terugvalvoorziening en de vervanging van C2000.9 Bij alle drie staan de wensen van de gebruikers zoveel mogelijk centraal. De gebruikers
van de huidige missiekritische communicatievoorzieningen hebben een tevredenheidsonderzoek
ingevuld en hierin kritische punten aangedragen die nu al zoveel als mogelijk worden
opgepakt.
Verbetering van het bestaande netwerk
Als laatste onderdeel van de vernieuwing van het C2000-netwerk dient het radiobediensysteem
op de meldkamers te worden vervangen, zodat de komende jaren de continuïteit van het
gebruik van het netwerk wordt gewaarborgd. De migratie is in overleg met de hulpdiensten
gepland voor het einde van het eerste kwartaal van 2023.
Het C2000-netwerk is ontworpen en ingericht op buitenhuisdekking. Veranderingen in
het landschap, de bebouwde omgeving en storende radiobronnen kunnen ertoe leiden dat
er gebieden ontstaan waar de dekking minder goed is of zelfs ontbreekt. Doorlopend
wordt gewerkt aan het verbeteren van de dekking in deze gebieden door het bijplaatsen
van nieuwe opstelpunten of inzetten van andere technische mogelijkheden.10
Inzet push-to-talk-app
De niet missiekritische push-to-talk (PTT) app is in november 2022 in gebruik genomen
als terugvalvoorziening. Met deze app kan communicatie tussen hulpverleners en met
de meldkamer worden voortgezet in gevallen dat C2000 niet of niet goed functioneert.
De eerste signalen van de gebruikers zijn positief en de komende tijd wordt het operationeel
gebruik van de app daarom verder uitgerold.
Vervanging van C2000 – programma Nieuwe Openbare en Veiligheid Architectuur
Het programma Nieuwe Openbare Orde en Veiligheid Architectuur heeft de afgelopen maanden
de programmaorganisatie verder ingericht, die de vervanging en vernieuwing van de
missiekritische communicatie voor de hulpdiensten moet realiseren. Ondertussen is
hard gewerkt aan de inhoudelijk (technische) vraagstukken die benodigd zijn voor de
start van de aanbesteding. De vervanging en vernieuwing van de missiekritische communicatie
zal worden gedekt uit de begroting van Justitie en Veiligheid.
Op 8 december 2022 is een marktverkenning gepubliceerd waarin marktpartijen worden
bevraagd naar hun zienswijze betreffende de (technische) mogelijkheden voor de nieuwe
missiekritische voorziening en op welke manier zij hierbij een rol kunnen spelen.
De uitkomsten van de marktverkenning worden gebruikt om beter zicht te krijgen op
de planning, (technische) mogelijkheden en te nemen risico- en beveiligingsmaatregelen
en gaan waardevolle inzichten opleveren voor het op te stellen Programma van Eisen
voor de verwerving van de nieuwe missiekritische voorziening. Ik zal de uitkomsten
van de marktverkenning ook gebruiken om de businesscase voor de vervanging en vernieuwing
van C2000 te actualiseren en om zo te komen tot een beleidsvoorstel richting uw Kamer.
4. Het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem
Mijn voorgangers en ik hebben verschillende malen met uw Kamer gesproken over de toekomst
van de sirenes. Een definitief besluit over de toekomst van de sirenes is nog niet
genomen. Het draagvlak en vertrouwen om te komen tot een besluit tot uitfasering is
voor mij essentieel. Hierbij informeer ik u over de laatste stand van zaken.
In geval van rampen of crises is het belangrijk dat burgers snel en adequaat worden
geïnformeerd over de gebeurtenis en wat zij kunnen doen om zichzelf en anderen in
veiligheid te brengen. Primair wordt daarvoor NL-Alert gebruikt. Er zijn echter ook
oudere instrumenten zoals het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (hierna: «de sirenes»).
De sirenes raken aan het einde van hun levensduur en de huidige contracten van de
sirenes lopen af op 1 januari 2026. Om voldoende tijd te hebben voor een eventuele
aanbesteding van nieuwe contracten, dient dit jaar een besluit over de toekomst van
de sirenes genomen te worden.
Ter voorbereiding van dit besluit heb ik diverse onderzoeken laten uitvoeren om de
mogelijkheden, risico’s en kosten van de uitfasering van de sirenes in kaart te brengen.11 Het laatste onderzoek van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid is als bijlage
met deze brief toegevoegd. De onderzoeken laten zien dat de sirenes een beperkt gebruik
kennen en onvoldoende meerwaarde hebben ten opzichte van nieuwe systemen zoals NL-Alert.
Daarnaast is inzichtelijk gemaakt welke scenario’s financieel en technisch haalbaar
en wenselijk zijn.
Voor nu zie ik globaal drie scenario’s voor de toekomst van de sirenes, namelijk het
continueren van de sirenes, een (gedeeltelijke) uitfasering van de sirenes en het
uitstellen van de keuze tot 2030.12 Ik zal dit jaar gebruiken om, conform mijn toezegging aan uw Kamer, de voor- en nadelen
van de verschillende scenario’s verder in kaart te brengen en samen met de veiligheidsregio’s
een concreet voorstel uit te werken binnen de bestaande (budgettaire) kaders voor
de toekomst van de sirenes.13 Hierbij gelden, ongeacht de uiteindelijke keuze, een aantal belangrijke uitgangspunten:
• Er dient voldoende vertrouwen te zijn in de robuustheid van onze crisis-communicatiemiddelen;
• er is maatwerk mogelijk binnen de set aan crisiscommunicatiemiddelen voor kwetsbare
groepen als ouderen, slechthorenden en slechtzienden;
• het gebruik en bereik van primaire alarmeringsinstrumenten, met name NL-Alert, zijn
verder geoptimaliseerd; en
• er zijn passende afspraken gemaakt en ingevoerd voor hoog-risico locaties zoals bij
enkele chemisch-industriële complexen.
Conform de motie van het lid Wolbert houd ik uw Kamer op de hoogte over de ontwikkelingen
en zal ik het uiteindelijke voorstel aan uw Kamer voorleggen.14
Crisisbeheersing en brandweerzorg
5. Dieren en dierenhulpverleners onderdeel van crisisdraaiboeken
Eerder dit jaar heeft uw Kamer middels een motie van het lid Wassenberg het Kabinet
opgeroepen dieren en dierenhulpverleners een plek te geven in crisisdraaiboeken.15 Graag informeer ik u over de stand van zaken rond dit onderwerp.
Medewerkers van mijn ministerie zijn in gesprek met zowel vertegenwoordigers van dierhulpverleningsorganisaties
als de veiligheidsregio’s en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de wijze waarop dierenhulpverleners kunnen aansluiten op de bestaande crisisstructuren
in Nederland. Hierbij ligt aansluiting op lokaal en regionaal niveau het meest voor
de hand.
Bij de verdere uitwerking kan – naar het zich laat aanzien – gebruik gemaakt worden
van verschillende voorbeelden van reeds bestaande samenwerkingsverbanden tussen dierenhulporganisaties,
gemeenten en veiligheidsregio’s. Ook kunnen bestaande ervaringen en hulpstructuren
die naar aanleiding van de opvang van vluchtelingen en hun huisdieren uit Oekraïne
zijn opgedaan benut worden om de samenwerking tussen betrokken organisaties de komende
jaren verder te brengen. Ik zal uw Kamer de komende tijd blijven informeren over de
voortgang rond dit onderwerp.
6. Brandweerzorg
Brandweerkerndata
Tijdens het commissiedebat Brandweer en Crisisbeheersing op 24 maart 2022 heb ik toegezegd
om voor de zomer een zo concreet mogelijk plan van aanpak op te stellen voor een structurele
en duurzame dataverzameling, inclusief een nulmeting met betrekking tot data over
personeel, specialisaties en materieel, om inzichten te kunnen geven in de brandweerzorg
in Nederland. De nulmeting heeft u ontvangen bij de verzamelbrief van 7 juli 2022.16
Inmiddels is het plan van aanpak van het haalbaarheidsonderzoek verbreding kerncijfers
brandweer afgestemd binnen het Veiligheidsberaad en bevindt het haalbaarheidsonderzoek
zich in de afrondende fase. Het plan van aanpak is meegestuurd als bijlage bij deze
brief. Het haalbaarheidsonderzoek verbreding kerncijfers brandweer moet inzicht bieden
in de indicatoren, gebaseerd op de informatiebehoefte van zowel mijn ministerie, de
Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio als het Veiligheidsberaad, welke
nu nog niet (volledig) inzichtelijk zijn gemaakt met de bestaande dashboards en het
onderzoek brandweerkerndata. Hierbij is de inzet om door middel van landelijke, objectieve,
geautomatiseerde dataverzameling en -publicatie de kerncijfers van de brandweer op
een transparante wijze inzichtelijk te maken.
Ik zie uit naar de resultaten van dit onderzoek waarvan de oplevering begin 2023 wordt
voorzien. Daarnaast wijs ik u graag op de uitbreiding van beschikbare gegevens op
openbare dashboards waarop onder meer incidenten, reactietijden en algemene basisgegevens
brandweer weergegeven worden. Deze dashboards zijn te raadplegen op de website van
het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid.17
Tweede loopbaanbeleid
Sinds 2014 zijn de veiligheidsregio’s de werkgever van het brandweerpersoneel.
Vanaf 1 januari 2006 geldt voor nieuwe medewerkers dat zij maximaal 20 jaar in bezwarende
functies in de operationele dienst werkzaam kunnen zijn. De Universiteit Maastricht
is gevraagd onderzoek te doen naar de belemmerende en bevorderende factoren voor duurzame
inzetbaarheid en arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen in repressieve brandweerfuncties.
Dit (promotie)onderzoek is in 2026 afgerond.
Werkgevers en werknemers hebben afgesproken dat medewerkers (onder voorwaarden) uitstel
kunnen krijgen van het maximum van 20 jaar zo lang het onderzoek wordt uitgevoerd.
Er worden nu geen onomkeerbare stappen gezet. Uw Kamer heeft regelmatig aandacht gevraagd
voor dit onderwerp en ook ik heb dit onder de aandacht gebracht van de veiligheidsregio’s.
Ik ben dan ook zeer verheugd dat deze afspraak tussen sociale partners nu gemaakt
is. De motie van de leden Van Nispen en Van der Werff is hiermee beantwoord.18
Gebiedsgerichte opkomsttijden
Op 1 juli 2022 heeft het Veiligheidsberaad namens de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s
de herziene handreiking «Landelijk uniforme systematiek voor dekkingsplannen», hierna
te noemen Gebiedsgerichte Opkomsttijden (handreiking GGO) vastgesteld en aan mij aangeboden
met het verzoek om deze nieuwe systematiek vast te leggen in het Besluit veiligheidsregio’s.
In mijn verzamelbrief brandweer en crisisbeheersing van 8 juli 2022 heb ik u hier
nader over geïnformeerd.19 In de brief heb ik aangegeven voornemens te zijn om het Besluit veiligheidsregio’s
hierop aan te passen, zodat de nieuwe systematiek duurzaam wordt geborgd. Gelet op
de samenhang met de bredere herziening Wet veiligheidsregio’s zal de voorgenomen aanpassing
van het besluit in dit traject worden opgepakt. Tenslotte hecht ik eraan dat alle
veiligheidsregio’s de komende periode op een eenduidige wijze omgaan met het op- en
vaststellen van de dekkingsplannen. Ik heb de besturen van de veiligheidsregio’s verzocht
om vooruitlopend op de aanpassing van de wet- en regelgeving hun dekkingsplannen vóór
31 december 2023 op grond van de handreiking GGO vast te stellen en de werking in
de praktijk te monitoren. Aansluitend zal ik mijn inspectie vragen of zij opnieuw
onderzoek kunnen doen naar de repressieve brandweerzorg. Ik zal uw Kamer in het najaar
over de voortgang informeren.
7. Rolverduidelijking van het Veiligheidsberaad en nadere verkenning naar mogelijkheden
van het Interregionaal Beleidsteam
In de contourennota Versterking crisisbeheersing en brandweerzorg is een verkenning
aangekondigd of en hoe een Interregionaal Beleidsteam (IRBT) in wetgeving wordt opgenomen.
In het Interregionaal Beleidsteam kunnen de voorzitters van de veiligheidsregio’s
de uitoefening van hun taken en bevoegdheden bij een bovenregionale of landelijke
crisis onderling afstemmen, en kan afstemming plaatsvinden met het Rijk. Expliciete
onderdelen van deze verkenning zijn het voorzitterschap, mandaat en aansturing, ook
van de netwerkpartners en de relatie met de nationale crisisstructuur. Op voorhand
is hierbij een belangrijk aandachtspunt de democratische legitimiteit, passend binnen
het huidige systeem van verlengd lokaal bestuur. De uitkomsten van deze verkenning
worden betrokken in het wetgevingstraject.
Tevens is in de contourennota aangegeven dat het kabinet conform het advies van de
commissie Evaluatie Wet veiligheidsregio’s geen zelfstandige bevoegdheden aan het
Veiligheidsberaad zal toekennen. Tegelijkertijd zal het Veiligheidsberaad wel degelijk
een belangrijke rol moeten spelen in de doorontwikkeling van het stelsel en uniformering
ervan. Daar waar de 25 besturen van veiligheidsregio’s gezamenlijk verantwoordelijk
worden voor inventarisatie van de (gezamenlijke) risico’s op regionaal niveau, de
prioritering ervan en de daaropvolgende risicobeheersings- en preparatie-activiteiten,
speelt het Veiligheidsberaad een coördinerende en regisserende rol. Datzelfde geldt
voor het maken van afspraken met landelijk opererende crisispartners.
Op 23 januari 2023 heb ik in het kader van de verkenning naar het IRBT een eerste
gesprek met het Veiligheidsberaad (de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s) gevoerd.
Afgesproken is deze verkenning in aanloop naar het wetgevingstraject voort te zetten
aan de hand van scenario’s. Tevens heb ik tijdens het overleg met het Veiligheidsberaad
van 23 januari de vraag verkend of en zo ja hoe de coördinerende en regisserende rol
van het Veiligheidsberaad in de wetgeving wordt vastgelegd. Ook hierover is afgesproken
dat deze verkenning wordt voortgezet.
8. Denkvooruit.nl
Sinds de oorlog in Oekraïne blijkt dat mensen zich meer zorgen zijn gaan maken over
de mogelijke gevolgen hiervan, zoals voedsel- en energiezekerheid. Ook minder aan
de oorlog gerelateerde crises zoals een stroomstoring of extreem weer staan in de
kijker. Vanuit de rijksoverheid is daarop besloten intensiever in te zetten op risicocommunicatie.
Risicocommunicatie kan effectief zijn in het verminderen van deze zorgen en het versterken
van de zelfredzaamheid en schokbestendigheid. Door te vertellen wat de overheid doet
om als Nederland voorbereid te zijn op verschillende dreigingen, maar ook door mensen
te wijzen op welke manier zij zichzelf weerbaarder kunnen maken.
Op 1 december 2022 is de website www.denkvooruit.nl gelanceerd met daarop bewezen manieren hoe mensen zich kunnen voorbereiden op verschillende
risico’s. De selectie van risico’s is gebaseerd op gepercipieerde zorgen zoals deze
blijken uit meer de Risico- en Crisisbarometer van de NCTV en publieksonderzoek naar
de veiligheidsbeleving naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne20. Daarnaast is gebruik gemaakt van bestaande risicoanalyses en risicocommunicatie.
Bij de totstandkoming van de site is samengewerkt met alle betrokken ministeries,
veiligheidsregio’s en maatschappelijke organisaties.
Bij de lancering is ingezet op het informeren van mensen die op zoek zijn naar informatie.
De komende periode wordt aandacht besteed aan het bereiken van specifieke doelgroepen.
Ook worden voorbereidingen getroffen voor een situatie waarin de informatiebehoefte
of dreiging toeneemt. Deze volgende fase gebeurt in samenwerking met de veiligheidsregio’s
die zorg dragen voor regionale risicocommunicatie.
Zoals u heeft kunnen lezen gebeurt er veel binnen de meldkamers, missiekritische communicatie
en alerteren, als ook in het stelsel van crisisbeheersing en brandweerzorg. Dit doen
we zodat de professionals op de werkvloer zo goed als mogelijk hun werk kunnen uitvoeren
en Nederland daardoor iedere dag weer een stukje veiliger wordt. Ik ga graag met u
in gesprek over bovenstaande ontwikkelingen in het commissiedebat brandweer en crisisbeheersing
op 1 februari aanstaande.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid