Brief regering : Criteria regiobeelden/plannen, ROAZ-beelden/plannen en beoordelingskader impactvolle transformaties IZA
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 704
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR LANGDURIGE ZORG
EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2023
Afgelopen najaar is met partijen over de hele breedte van de zorg het Integraal Zorgakkoord
(IZA) overeengekomen (Kamerstuk 31 765, nr. 655). Hiermee is de basis gelegd voor passende zorg; de beweging om de zorg ook in de
toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden voor iedereen die zorg nodig heeft.
Partijen hebben in het IZA op hoofdlijnen afspraken gemaakt om dit te realiseren.
Deze hoofdlijnen worden door de verschillende bij het akkoord betrokken partijen verder
uitgewerkt.
Op 21 december jl. heeft een eerste bestuurlijk overleg met IZA-partijen plaatsgevonden
over de uitwerking van een aantal van deze afspraken. Op 10 januari jl. is vervolgens
het beoordelingskader voor impactvolle transformaties door de IZA-partijen vastgesteld.
Met deze brief willen wij u informeren over de voortgang van een aantal van deze (met
elkaar samenhangende) afspraken:
– de verdere ontwikkeling van de criteria voor regiobeelden en -plannen/ROAZ-beelden
en -plannen;
– het beoordelingskader voor «impactvolle transformaties»;
– de inzet van de transformatiemiddelen.
Tegelijkertijd informeren wij u over de uitvoering van een aantal moties die hieraan
gerelateerd zijn.
Criteria voor regiobeelden en -plannen/ROAZ-beelden en -plannen
Iedere regio in Nederland kent specifieke uitdagingen als het gaat om de toegankelijkheid
van de ondersteuning, zorg en spoedzorg. Dit vraagt om een gerichte aanpak per regio,
waarin de partijen in het sociaal- en het (acute) zorg-domein samenwerken. IZA-partijen
hebben afgesproken de samenwerking in de regio te bevorderen. Een betrouwbaar beeld
van zorgvraag en -aanbod in de regio vormt daarvoor een belangrijke basis. Aan de
hand van dat regiobeeld komen de regionale partijen tot gerichte en afgestemde plannen.
Daarin maken zij afspraken over de uitvoering van de beoogde regionale transformatieopgaven.
In het IZA staan afspraken voor de verdere ontwikkeling van regiobeelden en -plannen
en ROAZ-beelden en -plannen. Een van de afspraken is dat zorg-verzekeraars, gemeenten,
zorgaanbieders, zorgprofessionals, vertegenwoordigers van het burgerperspectief (waaronder
het patiëntperspectief), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Ministerie van
VWS samen criteria opstellen waar regiobeelden en regioplannen en ROAZ-beelden en
ROAZ-plannen aan moeten voldoen. De afgelopen maanden hebben de genoemde partijen
hier in gezamenlijkheid aan gewerkt (zie bijlage 1 en 2).
De criteria gaan onder meer over de onderwerpen die aan bod moeten komen in de beelden,
de verschillende partijen die betrokken moeten worden bij het opstellen van de beelden
en plannen, de rolverdeling hierbij en de wijze waarop de beelden en plannen transparant
worden gemaakt. Verder is in het IZA afgesproken dat elke regio uiterlijk aan het
einde van het tweede kwartaal van 2023 het regiobeeld en het ROAZ-beeld heeft herijkt
dan wel opgesteld en openbaar gemaakt op de website Externe link:www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl. Vervolgens dienen op basis van de beelden regio- en ROAZ-plannen te worden opgesteld
en vóór 1 januari 2024 te worden gepubliceerd op bovengenoemde website. Hiermee voldoen
wij aan de gewijzigde motie van het lid Bergkamp c.s. over heldere voorwaarden aan
regiobeelden1.
Wij zullen de ontwikkeling van regiobeelden en regioplannen nauw blijven volgen, ook
omdat wij ons ervan bewust zijn dat regionale domeinoverstijgende samenwerking een
proces van de lange adem is.
Beoordelingskader voor impactvolle transformaties
Om de benodigde transformatie naar passende zorg vorm te kunnen geven, hebben partijen
met elkaar afgesproken dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders gelijkgericht zullen
handelen bij het realiseren van impactvolle transformaties. Een van de afspraken uit
het IZA is daarnaast dat zorgaanbieders, zorgprofessionals, patiëntenorganisaties,
zorgverzekeraars en gemeenten in samenwerking met elkaar plannen ontwikkelen voor
impactvolle transformaties (waarbij de samen-stelling van betrokkenen afhankelijk
is van het concrete plan).
Idealiter komen partijen aan de hand van de regiobeelden en -plannen en ROAZ-beelden
en -plannen tot gerichte en afgestemde specifieke transformatieplannen. Vooruitlopend
op de beschikbaarheid van regiobeelden en -plannen, en ROAZ-beelden en -plannen kunnen
partijen in 2023 wel al aan de slag met het opstellen van transformatieplannen voor
impactvolle transformaties.
Voor de beoordeling van de transformatieplannen zijn IZA-partijen aan de slag gegaan
om een uniform beoordelingskader voor impactvolle transformaties en de inzet van transformatiemiddelen
op te stellen. De VNG is hier ook bij betrokken, in lijn met de motie van het lid
Ellemeet.2 In dit beoordelingskader zijn de criteria en voorwaarden voor impactvolle transformaties
(zoals beschreven in het IZA) en de inzet van transformatiemiddelen nader uitgewerkt
en aangevuld. Dit kader dient te resulteren in een uniform speelveld voor alle partijen
en sectoren in alle regio’s in Nederland, zodat de inzet van transformatiemiddelen
voor de plannen gelijkgericht kan gebeuren. Het resultaat van deze plannen moet bijdragen
aan het verder toekomstbestendig maken van de zorg in Nederland. Op 10 januari 2023
is het beoordelingskader vastgesteld. Het is als bijlage bijgevoegd bij deze brief
(zie bijlage 3) en wordt openbaar gemaakt op de website Externe link:www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl.
De twee marktleidende verzekeraars in een regio beoordelen de plannen aan de hand
van het vastgestelde beoordelingskader. Afgesproken is dat alle andere verzekeraars
(in die regio) gelijkgericht gaan contracteren indien het plan wordt aangeduid als
impactvolle transformatie. De zorgverzekeraars zien hierbij voor zichzelf niet alleen
een beoordelende rol maar juist ook een faciliterende en verbindende rol, omdat zij
goed zicht hebben op wat er in de regio nodig is om vraag en aanbod meer op elkaar
aan te laten sluiten.
Voor transformaties die niet aan de criteria van een «impactvolle transformatie» voldoen,
geldt dat aanbieders hier individuele afspraken over kunnen maken met zorgverzekeraars.
Hiervoor geldt geen gelijkgerichtheid en kunnen geen transformatiemiddelen worden
ingezet.
De opgave is dat partijen met elkaar een beweging in gang zetten die noodzakelijk
is om de zorg in de regio voor nu en de toekomst te kunnen blijven borgen. Dit kan
niet alleen in een beoordelingskader worden gevat, maar gaat vooral ook over de wijze
waarop met elkaar wordt gewerkt en het vertrouwen dat er onderling is.
Op bestuurlijk niveau zijn daarom met de IZA-partijen afspraken gemaakt over de wijze
waarop ze met elkaar aan de slag moeten gaan. Het belangrijkste is dat partijen werken
aan het onderling vertrouwen en de transitie met elkaar vorm-geven. Verder is afgesproken
dat de beoordeling en implementatie van plannen voor impactvolle transformaties per
kwartaal wordt gemonitord en geëvalueerd. Wanneer de conclusie wordt getrokken dat
bepaalde soorten plannen onverhoopt niet door het beoordelingskader komen, het beoordelingskader
in gezamenlijkheid worden bijgesteld. Wanneer uit de monitoring blijkt dat bepaalde
sectoren, thema’s en/of regio’s achterblijven, wordt daarop bijgestuurd.
Gelijkgerichtheid en de inzet van de transformatiemiddelen
Wanneer een plan wordt aangemerkt als een impactvolle transformatie kunnen er niet
alleen gelijkgerichte afspraken worden gemaakt, maar ook transformatie-middelen worden
ingezet. Met gelijkgericht wordt bedoeld dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars in
hun individuele handelen en in contractafspraken dezelfde beweging na streven. In
het IZA is afgesproken dat alle transformatiemiddelen bedoeld zijn voor (het faciliteren
van) impactvolle transformaties. Het betreft een totaalbedrag van € 2,8 miljard. Dit
geldt ook voor de transformatiemiddelen die in het IZA voor een bepaalde sector zijn
geoormerkt. Immers de transformatiemiddelen dienen daar te worden ingezet waar de
meeste impact te verwachten is voor het toekomstbestendig maken van de zorg in Nederland.
Andere moties die worden afgedaan
Met de afspraken die in het IZA zijn gemaakt en met deze brief doen wij naast de eerdergenoemde
moties nog de volgende moties af:
De gewijzigde motie van de leden Azarkan en Kuzu3 (DENK) waarin de regering wordt verzocht om zorgverzekeraars op te roepen om de transformatie
die beoogd wordt in het IZA niet ten koste te laten gaan van reguliere contract-afspraken4. In lijn met deze motie is het niet de bedoeling dat de transformatie die beoogd
wordt in het IZA ten koste gaat van reguliere contractafspraken. Ten aanzien van de
reguliere zorg kunnen geen transformatiemiddelen worden ingezet. Wanneer de impactvolle
transformatie bijvoorbeeld een verschuiving betreft van patiëntenstromen van de tweede
lijn naar de eerste lijn, dan kunnen transformatiemiddelen worden ingezet om tot een
zorgvuldige afbouw te komen in de tweede lijn. Voor de patiënten die hierdoor gebruik
gaan maken van de eerste lijn, waar ze voorheen zorg kregen vanuit de tweede lijn,
kunnen vanuit de afgesproken financiële kaders reguliere contractafspraken worden
gemaakt. In deze financiële kaders is rekening gehouden met een aanzienlijke groei
van de eerstelijnszorg. In het IZA is afgesproken dat deze contractafspraken gelijkgericht
zijn als dat op grond van het plan noodzakelijk is, zodat geborgd wordt dat door alle
verzekeraars extra volume wordt gecontracteerd.
De motie van de leden Azarkan en Kuzu5 (DENK) die de regering verzoekt om de partijen die een handtekening hebben gezet
onder het IZA te bewegen om de transformatiemiddelen van € 2,8 miljard ten goede te
laten komen aan de zorg voor patiënten. Zoals wij al hebben aangegeven in het Tweeminutendebat
IZA van 20 oktober jl., hebben wij deze motie van de leden Azarkan en Kuzu die verzoekt
om de transformatiemiddelen ten goede te laten komen aan de zorg voor patiënten, zo
geïnterpreteerd dat de transformatiemiddelen ten goede zullen komen aan de patiënten
van vandaag én de patiënten van morgen; oftewel gericht op de inrichting van zorg.
De middelen kunnen dus worden ingezet om individuele, lokale, regionale of landelijke
initiatieven te ondersteunen die bijdragen aan het realiseren en/of versnellen van
de noodzakelijke zorgtransformatie naar arbeidsbesparende, passende zorg.
De motie van het lid Ellemeet6 (GroenLinks) die de regering verzoekt duidelijk te maken wanneer en waarvoor gemeenten
laagdrempelig transformatiemiddelen kunnen aanvragen en gemeenten hierover te informeren.
In het IZA hebben we met alle betrokken partijen – waaronder de VNG – afspraken gemaakt
over de inzet van de transformatiemiddelen. En zoals hierboven aangegeven, is de VNG
(net als de andere IZA-partijen) betrokken bij de totstandkoming van het beoordelingskader
impactvolle transformaties, in lijn met de motie van het lid Ellemeet.
De nader gewijzigde motie van de leden Westerveld en Ellemeet7 (beiden GroenLinks) over congruent inkopen van systeemfuncties. In het IZA is afgesproken
dat zorgverzekeraars, zorgaanbieders en de overheid in 2023 gezamenlijk in kaart te
brengen welke functies onder de definitie van «systeemfuncties» vallen en maken afspraken
over het regionaal organiseren hiervan, gekoppeld aan transparante, kostendekkende
en meest passende wijze van inkoop. Als blijkt dat de realisatie van systeemfuncties
binnen de bestaande kaders van wet- en regelgeving niet goed tot stand komt, zullen
wij onderzoeken of aanpassing van wet- en regelgeving noodzakelijk en mogelijk is.
Tot slot
De betrokken partijen zijn met het IZA een nieuwe weg ingeslagen die moet leiden tot
een daadwerkelijke transformatie van het zorglandschap. Dit is uiteindelijk voor iedereen
spannend en vergt tijd. Wij bouwen daarom de komende tijd aan meer vertrouwen door
gezamenlijk te gaan doen. Samen willen wij uiteindelijk het gedachtegoed van het IZA
verder brengen. Wij hebben er vertrouwen in dat wij met de verdere uitwerking van
deze afspraken weer stappen hebben gezet om de beweging naar passende zorg verder
vorm te geven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport