Brief regering : Reactie op de motie van het lid Madlener c.s. over voldoende parkeerplaatsen en uitvalswegen bij de aanleg van nieuwe woonwijken (Kamerstuk 36200-A-15)
36 200 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023
Nr. 63
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2023
Met deze brief reageer ik op het verzoek van het lid Madlener om aan te geven hoe
uitvoering wordt gegeven aan de motie met Kamerstuk 36 200 A, nr. 15. Deze motie verzoekt de regering om zorg te dragen voor voldoende parkeerplaatsen
en voldoende uitvalswegen bij de aanleg van nieuwe woonwijken. Deze brief bevat informatie
over de kabinetsambitie m.b.t. de bouw van extra woningen tot en met 2030, de consequenties
daarvan voor de bereikbaarheid en ontsluiting, en de rol van gemeenten hierin. De
brief eindigt met een uiteenzetting welke stappen er gezet zullen worden om de motie
tot uitvoering te brengen.
Om het woningtekort aan te pakken wordt tot en met 2030 ingezet op de bouw van 900.000 extra
woningen, zo veel mogelijk binnen bestaande bebouwing. De komst van deze extra woningen
verhoogt de druk op de ruimte in deze gebieden. De Kamer hecht aan de aanwezigheid
van voldoende parkeerruimte en voldoende uitvalswegen bij de aanleg van nieuwe woonwijken.
Dit belang deel ik. Voor het Ministerie van IenW staat een goede ontsluiting van nieuwe
woningen voorop, met alle modaliteiten (lopen, fietsen, auto en OV). Om te voorzien
in een goede bereikbaarheid en ontsluiting van nieuwe woningen heeft het kabinet € 7,5 miljard
beschikbaar gesteld. Op 14 november jl. is de Kamer geïnformeerd over de inzet van
deze middelen,1 waarbij nadrukkelijk ook fors wordt geïnvesteerd in de bereikbaarheid met de auto
zowel via het onderliggend wegennet als het hoofdwegennet. Landelijk zal ongeveer
37% van het beschikbare budget gaan naar de bereikbaarheid van nieuwe woningen met
de auto.
De verantwoordelijkheid voor de ontsluiting van nieuwe woningen ligt primair bij de
betrokken gemeenten. Gezien de schaarse ruimte in de ontwikkelgebieden, wordt op veel
verstedelijkingslocaties gekozen voor het beperken van het aantal parkeerplaatsen
om de druk op de ruimte te beperken. Om de stijgende vervoersvraag door de komst van
de nieuwe woningen op te vangen is een ruim aanbod van deelmobiliteit, naast investeren
in de infrastructuur en openbare ruimte, mogelijk een noodzakelijke oplossing.
Voor autobereikbaarheid moet de gemeente zorgen voor de aanleg van voldoende wegen
binnen de woonwijk en buiten de woonwijk voor de externe ontsluiting. Daarnaast stelt
de gemeente parkeernormen vast om te zorgen dat bij nieuwe woonwijken rekening wordt
gehouden met voldoende parkeerruimte. Deze parkeernormen worden onder andere op basis
van gegevens van CROW2 vastgesteld. Het is aan de gemeente om hierbij de bepalen wat voldoende is. Dit hangt
direct samen met de opzet van de nieuwe woonwijk, de typen te bouwen woningen en de
ruimtelijke en bereikbaarheidskenmerken van het gebied waar de woonwijk komt. Daarbij
wordt ook de verwachte aantallen bewoners en bezoekers en hun mobiliteitsgedrag meegenomen.
Het Ministerie van IenW en CROW hebben een kennisprogramma geïnitieerd op het gebied
van hubs, parkeren en mobiliteitsvernieuwing. Dit is bedoeld voor overheden en bedrijfsleven
en zal worden ingezet voor het behouden van goede bereikbaarheid, ook per auto, het
ontsluiten van nieuwe woningbouw en het verduurzamen van personenmobiliteit.
Bij nieuwbouwplannen wordt met de Milieueffectrapportage getoetst of projecten voldoende
ontsloten en bereikbaar zijn. De rapportage is onderdeel van de gemeentelijke besluitvorming.
Indien de bereikbaarheid onvoldoende is kan het plan door de Raad van State worden
afgekeurd, waardoor het project aangepast moet worden om alsnog aan de bereikbaarheidseisen
te voldoen. De m.e.r.-toets borgt hiermee dat de nieuwbouwprojecten voldoende bereikbaar
zijn.
Om invulling te geven aan uw motie zal ik gemeenten nogmaals en nadrukkelijk op het
belang van voldoende parkeerplaatsen en voldoende uitvalswegen bij de aanleg van nieuwe
woonwijken wijzen.
Gemeenten die betrokken zijn bij woningbouwprojecten die nog verder uitgewerkt moeten
worden, zal het Ministerie van IenW wijzen op het belang van een goede multimodale
ontsluiting inclusief de positie van de auto.
Aanvullend zal het Ministerie van IenW in de reguliere contacten met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten de inhoud van deze motie expliciet onder de aandacht brengen.
Tot slot wordt in de Netwerkanalyse, die door IenW wordt opgesteld, ook gekeken naar
de samenhang tussen de nieuwe woningbouwlocaties en de afwikkeling van het verkeer
op de bestaande hoofdnetwerken, waaronder ook het hoofdwegennet. Hierover zal ik de
Kamer in het eerste halfjaar van 2023 nader informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat