Brief regering : Vervolg bestuurlijke werkgroep grensbelemmeringen
32 851 Grensoverschrijdende samenwerking (GROS)
Nr. 78
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 december 2022
In grensregio’s is het maatschappelijke leven in belangrijke mate grensoverschrijdend
ingericht. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar bij wonen, werken, studeren, kinderopvang,
zorgverlening, politie- en ambulance inzet en samenwerking tussen bedrijven. Voor
inwoners en bedrijven is gebruikmaken van de mogelijkheden van de grensoverschrijdende
regio bijna vanzelfsprekend. Maar het betekent niet dat het ook altijd vanzelf gaat.
Immers, de landgrens blijft een markering van verschillen in taal, cultuur, gewoontes
en regels. Die verschillen kunnen leiden tot belemmeringen om te kunnen profiteren
van de kansen die grensoverschrijdend samenwerken geeft. Grensbelemmeringen zullen
daarom in de toekomst blijvend opkomen, zeker daar waar grensoverschrijdende samenwerking
intensiveert.
Voor de toenmalige Vlaamse en Nederlandse regeringen waren de inzichtelijk gemaakte
grensbelemmeringen in het North Sea Port gebied (Gent – Terneuzen – Vlissingen)1 aanleiding om mevrouw Berx (gouverneur van de provincie Antwerpen) en de heer Donner
te vragen een aanpak uit te werken in een bestuurlijke werkgroep. De werkgroep adviseert
knelpunten als gevolg van verschillen in wetgeving niet aan te pakken door nieuwe
algemene regels te maken of bestaande regelgeving aan te passen, maar door er gericht
voor specifieke gevallen van af te wijken. De werkgroep veronderstelt dat een oplossing
van een concreet, zwaarwegend, knelpunt meer aanvaardbaar kan zijn wanneer de wetgeving
in één of beide landen niet aangepast hoeft te worden.
Het eindverslag van de werkgroep en de kabinetsreactie daarop heeft Uw Kamer reeds
eerder ontvangen en dat geldt ook voor het nadere advies dat aan de werkgroep is gevraagd
over de aanbeveling om de bestuurlijke organisatie van de grensoverschrijdende samenwerking
Vlaanderen – Nederland te versterken.2
Het kabinet heeft bij de kabinetsreactie van april 2021 aangegeven de analyses en
uitkomsten van de werkgroep te delen en het inhoudelijk eens te zijn met de aanbevelingen.
Met daarbij de kanttekening dat de door de werkgroep voorgestelde aanpak niet voor
alle knelpunten een oplossing kan bewerkstelligen en dat grensbelemmeringen niet altijd
opgelost kunnen worden, omdat het nemen van besluiten hierover zoals altijd een afweging
van belangen is. Met deze brief informeer ik u namens het kabinet over het nadere
advies van de bestuurlijke werkgroep over de versterking van de bestuurlijke organisatie
van de grensoverschrijdende samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland3. Het nadere advies richt zich op zowel de centrale als regionale overheden in Vlaanderen
en Nederland. Om die reden heb ik met de Vlaamse Minister-President, de gouverneur
van de provincie Oost-Vlaanderen en de commissaris van de Koning van de provincie
Zeeland nadere afspraken gemaakt over het vervolg.
Het belang van goede samenwerking over de landsgrenzen
Grensoverschrijdende samenwerking geeft een belangrijke impuls aan economische groei
en de verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid in de grensregio. Tevens
kunnen ook de juiste samenwerkingskaders worden gecreëerd voor het verwezenlijken
van (trans)nationale opgaven zoals infrastructuur en wonen.
Investeren in regio’s aan de grens
Door de nabijheid van de buurlanden geeft grensoverschrijdend samenwerken kansen voor
de ontwikkeling van de regio’s aan de grens. De bestuurlijke werkgroep concludeert
mede daarom dat het belang van de aanpak van grensbelemmeringen groot is. Het kabinet
ziet dat belang ook en is, gesteund door onderzoek4 en de Europese Commissie5, ervan overtuigd dat grensoverschrijdende samenwerking leidt tot groei van welvaart
en welzijn, ontwikkeling van gebieden en het kunnen bereiken van verschillende lokale,
regionale en nationale doelen. Ondersteuning van de regio’s aan de grens, door middel
van o.a. de aanwijzingen van NOVEX-gebieden in de grensregio’s, Regio Deals en het
mogelijk maken van grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden, dienen derhalve zowel
het regionale als nationale belang van Nederland. Binnen dat kader komen ook veel
initiatieven en projecten tot stand via Interreg-programma’s die Nederland met de
buurlanden heeft. Die initiatieven dragen bij aan een verscheidenheid van doelen en
ambities in de grensregio’s zoals op het vlak van innovatie, energie en duurzaamheid
en de arbeidsmarkt.
Interne markt
Het vrije verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal bevordert de interne
markt en daarmee ook de grensoverschrijdende samenwerking met de buurlanden. Eerder
dit jaar heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat namens het kabinet uw
Kamer een interne-marktagenda gepresenteerd6. Daarin maakt het Kabinet duidelijk dat de interne markt van groot belang is, omdat
Nederland als export- en handelsland veel profijt heeft van de toegenomen handel binnen
de EU. Een goed functionerende interne markt heeft ons ook al veel opgeleverd7. Tegelijkertijd maakt de intensieve grensoverschrijdende samenwerking ook inzichtelijk
dat buurlanden veel zaken, zoals belasting, sociale zekerheid, zorg en mobiliteit,
anders hebben geregeld. België, Duitsland en Nederland hebben nu eenmaal hun eigen
jurisdictie waarvoor de landsgrens altijd een markering zal blijven en dat kan tot
belemmeringen leiden. Het belang van continu «onderhoud» aan de interne markt is derhalve
evident. Dat wil zeggen: blijven bezien of grensbelemmeringen gemitigeerd of aanvaard
kunnen worden. Het succes van de interne markt dwingt op steeds meer terreinen oplossingen
te vinden en zo economische en maatschappelijke ontwikkelingen te steunen.
Internationale erkenning
Nederland en de buurlanden erkennen het belang van grensoverschrijdend samenwerken
en dat daar extra inzet voor nodig is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het Benelux Unie-verdrag.
In dit verdrag zijn België (mede ondertekend door de Vlaamse regering), Nederland
en Luxemburg overeengekomen dat de Benelux-samenwerking tot doel heeft een voortrekkersrol
te vervullen binnen de Europese Unie en de grensoverschrijdende samenwerking op alle
niveaus te versterken en verbeteren8.
Goed nabuurschap; een belangrijk doel en randvoorwaarde
Werken in een ander land dan het woonland, grensoverschrijdende zorg, transport van
goederen of afval over de grens, het realiseren van grensoverschrijdende mobiliteit,
om maar enkele voorbeelden te noemen, vereisen allemaal dat inwoners, bedrijven en
overheden zich verdiepen in de gebruiken, cultuur, taal, (de totstandkoming van) regels
en procedures van het buurland. Dat is divers en vergt extra inzet en expertise. Grensoverschrijdend
samenwerken is investeren in deze kennis en is derhalve ook investeren in goed nabuurschap
en dat is randvoorwaardelijk voor het kunnen realiseren van oplossingen.
Goed nabuurschap lijkt voor velen die wonen en werken in de grensregio’s bijna vanzelfsprekend,
maar dat is in Europa, met de oorlog in de Oekraïne, geenszins overal het geval. Het
is mede daarom goed om af en toe stil te staan bij de wijze waarop we de grensoverschrijdende
samenwerking met onze buurlanden georganiseerd hebben en blijvend te investeren in
het onderhouden van goede relaties, op elk niveau.
Versterking bestuurlijke organisatie
Het nadere advies van de Vlaams – Nederlandse bestuurlijke werkgroep gaat verder in
op de noodzakelijke versterking van de bestaande organisatie van de grensoverschrijdende
samenwerking voor zowel de voorbereiding, het gecreëerde commitment en het verplichtend
karakter van gemaakte afspraken. Nieuwe structuren hoeven niet in het leven geroepen
te worden.
Uw Kamer heeft de motie van de leden Bikker en Inge van Dijk, over het samen met de
Duitse deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen aanpakken van grensbelemmeringen,
aangenomen9. Na consultatie van de grensregio en de Duitse deelstaten zal ik uw Kamer in 2023
hierover nader informeren.
Bestaande bestuurlijke organisatie Vlaanderen – Nederland
In 2018 hebben de toenmalige Vlaamse en Nederlandse regering een bestuurlijke organisatie
voor de grensoverschrijdende samenwerking vastgesteld. Die organisatie is bekrachtigd
tijdens de Vlaams – Nederlandse top van 2018 en omvat:
1. een regionaal bestuurlijk grensregio-overleg met daarbij een ambtelijk grensregio-overleg,
met deelname van de provinciale coördinatoren grensoverschrijdende samenwerking en
vertegenwoordigers van centrale overheden;
2. een coördinerende en sturende rol voor de commissaris van de Koning van de provincie
Zeeland en de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen;
3. tenminste jaarlijks overleg tussen de ministers voor grensoverschrijdende samenwerking;
4. bespreking tijdens de tweejaarlijkse Vlaams – Nederlandse top.
Een sterke governance van de grensoverschrijdende samenwerking biedt een structuur
voor het oplossen van grensbelemmeringen. Die structuur is een coproductie van alle
deelnemende overheden. Het vergt intensieve samenwerking tussen alle lagen, aan twee
kanten van de grens en met internationale organisaties als de Benelux en de EU. Met
de Vlaamse Minister-President, de commissaris van de Koning van de provincie Zeeland
en de gouverneur van Oost-Vlaanderen heb ik de adviezen besproken. Hieronder treft
u een overzicht van de adviezen aan en daarbij een toelichting welke acties het kabinet,
de Vlaamse regering en de regionale bestuurders zullen gaan nemen om de adviezen te
implementeren.
1. Het bestuurlijke grensregio-overleg selecteert de prioritaire grensbelemmeringen.
De bestuurlijke werkgroep adviseert dat de grensregio zelf bepaalt welke grensbelemmeringen
zij aangepakt wil zien. De afweging bij die keuze vraagt inzicht in (de relevantie
van) een oplossing, de baten en de haalbaarheid, hetgeen onderzoek en voorbereiding
vergt.
Reactie:
De samenstelling en werkwijze van het bestaande bestuurlijke grensregio-overleg zal
worden aangepast:
a) Onder leiding van de commissaris van Zeeland en de gouverneur van Oost-Vlaanderen
zal de werkwijze van het bestuurlijke grensregio-overleg anders worden ingericht,
zodat voor de gehele grensregio duidelijk wordt dat lokaal geïdentificeerde grensbelemmeringen,
waarbij de centrale overheid nodig is om oplossingen te bereiken, via dit bestuurlijk
grensregio-overleg worden geselecteerd en geprioriteerd en vervolgens bij de betrokken
centrale overheden onder de aandacht worden gebracht.
b) De Vlaamse bestuurlijke en ambtelijke betrokkenheid zal meer in lijn worden gebracht
met de Nederlandse afvaardiging. Afhankelijk van de agenda en de bevoegdheidsverdeling
in Nederland en Vlaanderen kunnen ook vertegenwoordigers van departementen aan dit
overleg deelnemen.
c) Voor een goed functionerende bestuurlijke organisatie wordt een goede koppeling georganiseerd
met overheden aan beide kanten van de grens. Hiertoe wordt ingezet op verbinding met
frontoffices, zoals gemeenten, grensinformatiepunten, euregio’s en andere samenwerkingsverbanden
zoals bijvoorbeeld de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) Baarle
en de BGTS North Sea Port District voor de lokale grensoverschrijdende initiatieven.
d) De rol, zoals hiervoor beschreven, die het bestuurlijke grensregio-overleg krijgt
bij de aanpak van grensbelemmeringen zal op de Vlaams – Nederlandse top van januari
2023 worden verankerd in een afspraak tussen de Vlaamse en Nederlandse regeringen.
2. Inzet van bestuurlijke schakel(s).
De bestuurlijke werkgroep adviseert een bestuurlijke schakel in te richten voor de
verbinding van de regio met de centrale overheden voor het onder de aandacht brengen
bij vakministers, alsmede voor de voortgangsbewaking.
Reactie:
De commissaris van de Koning van de provincie Zeeland en de gouverneur van de provincie
Oost-Vlaanderen zijn, sinds de Vlaams Nederlandse top van 2018, reeds aangewezen als
coördinerende bestuurders voor de grensoverschrijdende samenwerking tussen Vlaanderen
en Nederland. Die taak gaat nu ook inhouden dat ze als voorzitters van het bestuurlijke
grensregio-overleg geselecteerde grensbelemmeringen onder de aandacht zullen brengen
bij ministers in Den Haag en Brussel. Ten einde effectief mandaat te krijgen zal de
aanvullende taak van de provinciebestuurders als bestuurlijke schakel voor grensbelemmeringen
richting de leden van de Vlaamse respectievelijk Nederlandse regering onderdeel van
de beraadslagingen worden ten tijde van de Vlaams Nederlandse top in januari 2023.
3. Professionaliseren van de ondersteuning
De huidige ondersteuning van de grensoverschrijdende samenwerking Vlaanderen – Nederland
is belegd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Vlaamse
departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken en de provincies Oost-Vlaanderen en Zeeland.
De bestuurlijke werkgroep adviseert, omwille van de diversiteit van de grensoverschrijdende
samenwerking en de geadviseerde aanpak/ methodiek, de ondersteuning verder te professionaliseren
voor de gehele Vlaams – Nederlandse bestuurlijke organisatie voor de aanpak van de
grensproblematiek en de voorbereiding, agendering, ondersteuning en begeleiding van
projecten die in dat kader ter hand worden genomen.
Het nadere advies van de werkgroep omschrijft de veelomvattende taken en rollen van
de ondersteuning om de arbeids- en kennisintensieve aanpak in de praktijk te kunnen
waarmaken. Dat houdt onder meer in:
– Inhoudelijk ondersteunen van de agenda van het bestuurlijke grensregio-overleg;
– Opbouwen, onderhouden en uitbreiden van het netwerk in de grensregio’s en binnen de
centrale administraties;
– Inzetten van juridische en beleidsinhoudelijke kennis en expertise van (inter)nationale
organisaties en Universiteiten, zoals het instituut ITEM10 en overige kennisinstellingen;
– Analyseren en concretiseren van kansen en belemmeringen;
– Oplossingsgericht opereren richting alle stakeholders in de grensregio’s en in Brussel
en Den Haag;
– Bespreken van knelpunten/belemmeringen en potentiële oplossingen met vakdepartementen;
– Samenwerken met en input geven aan bestuurlijke verbindingsschakels voor agendering
hiervan binnen onderscheiden regeringen.
De ondersteuning heeft ook een voorname rol bij het kenbaar maken van de structuur,
zodat ook vanuit de gehele grensregio het bestuurlijke grensregio-overleg wordt beschouwd
als het bestuurlijke gremium waar (mogelijke) grensbelemmeringen moeten worden opgebracht
en geprioriteerd ter eventuele agendering in Den Haag en Brussel.
Reactie:
In de reactie uit 2021 heeft het kabinet reeds aangegeven de aanbeveling van de inrichting
van een professioneel secretariaat te steunen. Het nadere advies geeft meer duidelijkheid
omtrent de taken en rollen die de ondersteuning op zich zou moeten nemen. De geadviseerde
ondersteuning fungeert als spil in de structuur en is daarom onmisbaar om het gehele
stelsel goed te laten functioneren. Met de Vlaamse Minister-President en de provinciebestuurders
ben ik overeengekomen om deze ondersteuning te gaan inrichten. Daarvoor zijn wij voornemens
gebruik te maken van de financieringsmogelijkheden die het Interreg-programma Vlaanderen-Nederland
hiervoor biedt, zodat een adequate facilitering van de aanpak van de grensknelpunten
kan worden gerealiseerd. Het voornemen is om tijdens de Vlaams – Nederlandse top van
januari 2023 aan de hand van een concreet voorstel een definitief besluit te nemen
over de inrichting van deze ondersteuning. De ondersteuning kan operationeel gemaakt
worden indien het comité van toezicht van het Interreg-programma Vlaanderen – Nederland
daaraan zijn goedkeuring geeft.
4. Algemene regelgeving om in specifieke gevallen van de regels af te wijken
Onderdeel van de opbrengst van het werk van de bestuurlijke werkgroep is dat inzichtelijk
is gemaakt dat ministers voor een aantal onderwerpen mogelijkheden hebben voor specifieke
aanpak van grensbelemmeringen die zich voordoen binnen hun portefeuilles. Deze mogelijkheden
bevinden zich in het Benelux-instrumentarium, maar kunnen voor bepaalde onderwerpen
ook tot stand komen op basis van andere bestaande instrumenten, zoals uitzonderingsbepalingen
binnen EU-regelgeving. Deze mogelijkheden zijn niet vanzelfsprekend bij alle partijen
even goed bekend.
Zo lang een grens vooral een scheidslijn is van twee rechtsgebieden, zullen bij grensoverschrijdend
samenwerken altijd verschillen optreden en grensbelemmeringen zullen derhalve altijd
blijven bestaan. Als de huidige trend van steeds verder intensiverende grensoverschrijdende
samenwerking zich voortzet, zullen daardoor ook meer grensbelemmeringen ervaren worden.
Navenant zal de noodzaak van oplossingen ook toenemen. Daarom stelt de werkgroep dat
het, naast gebruikmaken van bestaande instrumenten, ook nodig is in de regelgeving
zelf mogelijkheden te creëren om af te kunnen wijken voor specifieke gevallen in de
grensregio’s. De bestuurlijke werkgroep adviseert daarom algemene regelgeving mogelijk
te maken waar afwijken nu nog niet mogelijk is en die vanzelfsprekend met de nodige
waarborgen te omkleden.
Reactie:
Nederland is in 2023 voorzitter van de Benelux Unie. Het kabinet zal het komende voorzitterschap
van de Benelux Unie onder andere gebruiken om de reeds bestaande mogelijkheden van
de Unie beter voor het voetlicht te brengen. De Minister van Buitenlandse Zaken informeert
u binnenkort nader over het komende voorzitterschap van de Benelux Unie.
Het kabinet steunt het doel om meer handelingsperspectief te bieden om bepaalde grensbelemmeringen,
die het gevolg zijn van regelgevingsverschillen, aan te pakken zonder dat daarvoor
de regelgeving zelf telkens aangepast hoeft te worden. De landen en regeringen in
de Benelux beschikken voor dat doel al over een systematiek en kader met instrumenten
die kunnen worden ingezet. Die systematiek is derhalve reeds gemeengoed en dat geeft
ruimte om te verkennen of het Benelux-instrumentarium kan worden uitgebreid naar een
meer algemene vorm waarmee ministers, in bepaalde gevallen, zonder overdracht van
bevoegdheden regelingen tot stand kunnen brengen voor specifieke grensbelemmeringen
die hun portefeuille raken. Deze systematiek zal echter niet voor alle beleidsterreinen
en grensbelemmeringen geschikt zijn.
Of een nieuw Benelux-instrument wenselijk is en voor welke situaties passend, is een
aangelegenheid van alle bij de Benelux Unie betrokken regeringen en parlementen. Derhalve
wenst het kabinet een verkenning te starten naar de haalbaarheid hiervan. Los van
de uitkomsten van die verkenning en dus de politieke wenselijkheid van een dergelijk
algemeen instrument, is dit punt een kwestie van lange adem. In de tussentijd is het
zaak om goed gebruik te maken van de mogelijkheden die er reeds bestaan. Met dank
aan het werk van de bestuurlijke werkgroep voor het geleverde overzicht, kan daarmee
al veel bereikt worden.
Vlaams – Nederlandse top in januari 2023
De Minister-President en ik zijn met de Vlaamse Minister-President overeengekomen
om het versterken van de bestuurlijke organisatie ook te agenderen en vast te leggen
bij de komende Vlaams – Nederlandse top van 31 januari 2023. De versterking van deze
structuur is een weerspieging van de politieke prioriteit die de beide regeringen
aan de aanpak van grensbelemmeringen geven. De combinatie van het belang van de aanpak
en een goed opererende bestuurlijke organisatie moet worden vervolmaakt met een inspanningsverplichting
van beide regeringen om grensbelemmeringen waar mogelijk ook tot oplossingen te brengen.
Tezamen met de maatregelen, zoals Regio Deals, aanwijzing van NOVEX-gebieden, grensoverschrijdende
samenwerkingsverbanden, moet deze versterking van de bestuurlijke organisatie ons
in staat stellen om de uitbreiding van de grensoverschrijdende samenwerking blijvend
te steunen en een proeftuin te laten zijn voor goed nabuurschap in Europa.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties