Brief regering : Informatie speciale portals sociale media platformen
30 821 Nationale Veiligheid
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 172
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2022
Op 9 december 2022 hebben wij een verzoek ontvangen van de vaste commissie voor Binnenlandse
Zaken om de Kamer te informeren over de vraag of de Nederlandse regering, net zoals
de regeringen van Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten, toegang heeft tot enerzijds
de portal van Meta waarin direct desinformatie gemeld kan worden, en anderzijds vergelijkbare
faciliteiten die door grote online platforms zoals Twitter worden aangeboden. Met
deze brief komen wij tegemoet aan dat verzoek. Daarnaast maakt de Staatssecretaris
van Digitalisering en Koninkrijksrelaties ook van de gelegenheid gebruik om, in lijn
met een eerdere toezegging, uw Kamer te informeren met betrekking tot de uitkomst
van een onderzoek naar de inzet van wetgeving op desinformatie door Australië en toepasbaarheid
in Nederland.
Speciale portals
Zoals vermeld in ons antwoord op Kamervragen van het lid Van Houwelingen (FVD)1 heeft het Ministerie van BZK geen toegang tot een portal van Meta of Twitter waarin
direct desinformatie gemeld kan worden. Wel heeft het Ministerie van BZK sinds 2019
de status van «trusted flagger» bij Facebook (later Meta) en Twitter, en sinds 2021
bij Google, TikTok en Snapchat. Trusted flaggers’ meldingen worden door de genoemde
sociale media platformen met prioriteit behandeld. Deze trusted flagger status kunnen
deze online platformen ook geven aan andere overheidsorganisaties of NGO’s.2 Het Ministerie van BZK zet dit middel met grote terughoudendheid in en alleen rondom
verkiezingen: wanneer er een vermoeden bestaat van de verspreiding van des- of misinformatie
waarvan de inhoud als gevolg heeft dat de integriteit van het verkiezingsproces, een
vitaal onderdeel van de democratie, belemmering zou kunnen ondervinden. Of wanneer
een gemeente rondom verkiezingen een vraag had voor Meta en zelf geen gehoor kreeg.
De bedrijven waarbij een melding wordt gedaan maken hierbij hun eigen onafhankelijke
afweging of er sprake is van een overtreding van de gebruikersvoorwaarden en dus of
verwijdering, labelen of een andere actie gerechtvaardigd is. Het ministerie heeft
via deze kanalen geen bevoegdheid bepaalde content te laten verwijderen.
Sinds het verkrijgen van de status «trusted flagger» heeft het Ministerie van BZK
tweemaal een melding gedaan bij Twitter en viermaal bij Meta. Voor meer informatie
over deze status van «trusted flaggers», de gedane meldingen en een afschrift hiervan
verwijzen wij u naar de beantwoording van de Kamervragen over de «escalatie kanalen»
en het «desinformatieteam BZK» naar aanleiding van een Wob-verzoek die het lid Van
Houwelingen op 7 november 2022 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
heeft gesteld.3
Sociale Media Wet Australië
Met betrekking tot het onderzoek naar de inzet van wetgeving op desinformatie door
Australië en toepasbaarheid in Nederland kunnen wij uw Kamer melden dat de betreffende
Sociale Media (Anti-trolling) Wet is ontwikkeld naar aanleiding van een uitspraak
van het Australische hooggerechtshof. De rechter oordeelde dat Australiërs die een
sociale media pagina beheren volledig aansprakelijk zijn voor berichten op die pagina
die smaad of laster bevatten afkomstig van andere personen, ook wanneer de beheerders
zich hier niet van bewust zijn. De voorgestelde wet past dit aan en beschermt Australiërs
die een sociale media pagina beheren tegen deze aansprakelijkheid. Deze aansprakelijkheid
wordt neergelegd bij de platformbedrijven, die op hun beurt de aansprakelijkheid kunnen
afwenden als zij procedures inrichten voor het melden van illegale en onrechtmatige
inhoud en het makkelijker maken de contactgegevens van anonieme sociale media gebruikers
te verkrijgen. Het voorstel is nog niet goedgekeurd door het Australische parlement
en wordt onder de nieuwe Labor regering voorlopig ook niet meer besproken.
Ook in de EU en Nederland is het zo dat je je voor smaad tot een website, platform
of rechter kunt wenden. Dat kon al op grond van de e-commerce richtlijn, maar de Digital
Services Act (hierna: DSA) verduidelijkt deze regels en voegt daar aanvullende waarborgen
aan toe. Om aansprakelijkheid af te wenden, moeten websites of platformen illegale
of onrechtmatige inhoud verwijderen als daar een melding van is gemaakt. Degene die
het bericht heeft geplaatst kan hiertegen in beroep gaan bij het platform. Eventueel
kan ook om contactgegevens van de plaatser worden gevraagd. Daar kan een rechter aan
te pas komen.
Daarnaast brengt het Australische wetsvoorstel enkele wijzigingen aan in de wettelijke
betekenis van «the tort of defamation», een civielrechtelijke variant van het delict
van laster. Het Nederlandse rechtssysteem kent, in tegenstelling tot het Australische,
geen civielrechtelijke delicten, maar uitsluitend de algemene aansprakelijkheid voor
onrechtmatige daad. Wie schade lijdt als gevolg van het strafrechtelijke delict van
laster kan de dader in Nederland aansprakelijk stellen wegens onrechtmatige daad.
De wettelijke grondslag daartoe uit het Burgerlijk Wetboek is echter van dermate algemene
aard dat wijzigingen zoals in Australië worden voorgesteld daarop niet kunnen worden
toegepast.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties