Brief regering : Beleidskader netwerkkwaliteit
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1021
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2022
Hierbij doe ik de Kamer het beleidskader netwerkkwaliteit toekomen. Dit beleidskader
is aangekondigd in de Luchtvaartnota 2020–2050 en bevat een nieuwe monitoringwijze
voor het bestemmingennetwerk op luchthavens.
Nieuw beleidskader netwerkkwaliteit
Het doel van het beleidskader is om het publieke belang van goede verbondenheid objectief
en eenduidig meetbaar te maken. De focus ligt hierdoor op verbindingen met buitenlandse
bestemmingen. Het beleidskader is geen meetinstrument waarin alle publieke belangen,
zoals ook duurzaamheid en leefbaarheid, worden gemonitord. De verschillende publieke
belangen in de luchtvaart en hun (soms) conflicterende doelstellingen vereisen bij
besluitvorming een zorgvuldige integrale afweging. Deze afweging is gebaat bij objectieve
gegevens per publiek belang. De monitoring van netwerkkwaliteit volgens het beleidskader
biedt deze objectiviteit voor het publieke belang van goede verbondenheid.
Het beleidskader is een door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ontwikkelde
nieuwe manier om netwerkkwaliteit op luchthavens objectief en eenduidig te meten.
Hierbij staat de kwaliteit van de verbindingen centraal in plaats van de kwantiteit.
De nieuwe monitoring volgens het beleidskader zal worden gebruikt voor Schiphol en
de regionale luchthavens, waarbij de netwerkkwaliteit voor passagiers en voor luchtvracht
apart in kaart zal worden gebracht.
Bij deze brief is een studie, uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek, bijgevoegd
waarin de netwerkkwaliteit op Schiphol in de periode 2013 t/m 2021 op basis van de
uitgangspunten in het beleidskader in beeld is gebracht en vergeleken met de netwerkkwaliteit
op een aantal buitenlandse luchthavens.1 Bij een volgende actualisatie van deze studie, voorzien in 2023, zal ook de kwaliteit
van de netwerken op de regionale luchthavens worden gemeten. Tevens is de lijst met
bestemmingen bijgevoegd die in het beleidskader wordt gebruikt voor de monitoring
van netwerkkwaliteit op Nederlandse luchthavens.2
Met de Kamer wordt jaarlijks de Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties gedeeld.3 Hierin wordt de connectiviteit met het buitenland gemeten, waarbij een onderscheid
wordt gemaakt tussen directe en indirecte verbindingen en Schiphol wordt vergeleken
met buitenlandse luchthavens.
De nieuwe monitoring volgens het beleidskader kijkt naar directe verbindingen met
buitenlandse steden en maakt onderscheid tussen afzonderlijke bestemmingen in het
netwerk naar gelang hun belang voor Nederland. Ook wordt in de nieuwe monitoring rekening
gehouden met de afnemende toegevoegde vervoerswaarde van meer vluchten naar dezelfde
bestemming.
De monitoring volgens het beleidskader zal worden geïntegreerd met de bestaande connectiviteitsmeting
in de Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties. Op deze manier ontstaat een completer
inzicht in de ontwikkelingen die de netwerkkwaliteit beïnvloeden.
Met het beleidskader kan het kabinet de komende periode het belang van bestemmingen
voor de Nederlandse economie in kaart brengen en de ontwikkeling van de kwaliteit
van het netwerk van verbindingen volgen. Daarnaast zal Nederland, bij gebrek aan instrumenten
onder de vigerende EU regelgeving, bij de herziening van relevante EU wet- en regelgeving
inzetten op meer nationale beleidsruimte voor sturing op publieke belangen, zoals
netwerkkwaliteit. Indien deze inzet zou resulteren in meer mogelijkheden voor nationale
sturing op publieke belangen, kunnen de bevindingen uit het beleidskader worden gebruikt
voor een nadere invulling van deze sturing. Onlangs is met de Kamer de Nederlandse
inzet voor de herziening van de EU slotverordening gedeeld.4
Toezeggingen lid Boucke
Tijdens het commissiedebat Luchtvaart in de Tweede Kamer op 1 juni jl. is aan het
lid Boucke (D66) de toezegging gedaan om in het beleidskader in te gaan op de vraag
hoeveel vluchten Schiphol nodig heeft en om het model van de hubluchthaven dat Schiphol
hanteert in het beleidskader mee te nemen.5
In de Hoofdlijnenbrief Schiphol6 heeft het kabinet aangegeven dat op basis van de belangenafweging voor het terugdringen
van overlast ten opzichte van de periode voor het begin van de COVID-19 pandemie,
het beëindigen van het anticiperend handhaven en een adequate verbondenheid van Nederland
met de rest van de wereld voor Schiphol een nieuw toekomstig plafond van 440.000 vluchten
per jaar zal gelden. Het beeld is dat een adequate bereikbaarheid van Nederland in
de komende jaren mogelijk is met dit aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol. Het beleidskader
bevat een passage met daarin een verwijzing naar genoemde Hoofdlijnenbrief.
Zoals hierboven is aangegeven, richt het beleidskader zich op de mate van verbondenheid
van Nederland met buitenlandse bestemmingen. Het doet geen uitspraak over eventuele
benodigde aanpassingen van het hubmodel. Het hubmodel is een bedrijfsvoeringsmodel
dat sommige luchtvaartmaatschappijen hanteren ten behoeve van een rendabele operatie.
Het is aan de luchtvaartmaatschappijen om binnen de gegeven kaders hun bedrijfsvoeringsmodel
te optimaliseren. Het beleidskader beschrijft de bijdrage van dit model aan het bestemmingennetwerk
op Schiphol. Het kabinet verwacht dat het hub-and-spoke model op Schiphol de komende
jaren nodig blijft om Nederland (vooral intercontinentaal) goed verbonden te houden.
Met deze twee elementen in het beleidskader ga ik ervan uit dat aan de toezegging
aan het lid Boucke is voldaan.
Externe consultatie
Een conceptversie van het beleidskader is met externe partijen gedeeld om hun input
op te halen. Belanghebbenden zoals medeoverheden, luchthavens, luchtvaartmaatschappijen,
wetenschap en omwonenden hebben hierop feedback gegeven. Op basis hiervan is een reactienota7 opgesteld waarin de vragen en opmerkingen van de externe partijen zijn opgenomen
en voorzien van een reactie. Naar aanleiding van deze input is de conceptversie van
het beleidskader op bepaalde punten aangepast of aangevuld. Deze reactienota is toegankelijk
via rijksoverheid.nl.
Op deze website is tevens een document beschikbaar met uitleg over de opbouw van de
bestemmingenlijst die in het beleidskader wordt gebruikt voor de monitoring van netwerkkwaliteit
op Nederlandse luchthavens.8 Tot slot is daar ook een second opinion9 door SEO Economisch Onderzoek te vinden, die in de ontwerpfase van dit beleidskader
is uitgevoerd op een eerste schets van de indicatoren voor monitoring van netwerkkwaliteit.
De meeste van de aanbevelingen in deze second opinion zijn overgenomen en op basis
hiervan zijn de indicatoren aangepast tot de formules die in bijgevoegd beleidskader
staan.
Tot slot
Het beleidskader is een belangrijke stap vooruit om de kwaliteit van het netwerk objectief
in beeld te brengen en om beter inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van het bestemmingennetwerk
op luchthavens. Jaarlijks wordt de Kamer via de Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties
geïnformeerd over de ontwikkeling van het netwerk. Met de integratie van het beleidskader
in de Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties zal de Kamer vanaf heden elk jaar
ook op basis van de indicatoren uit het beleidskader worden geïnformeerd over de ontwikkeling
van netwerkkwaliteit op Schiphol en de regionale luchthavens.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat