Brief regering : Nederlandse implementatie Brexit Adjustment Reserve
35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk
Nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2022
Op 11 februari 2022 informeerde ik uw Kamer1 over de inhoud van de Verordening ter oprichting van de Brexit Adjustment Reserve (hierna: BAR) en de voorgenomen vormgeving in nationale regelingen en programma’s.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, de Minister van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking, over de voortgang van de Nederlandse implementatie van
de BAR.
Algemeen bedrijfsleven
Voor het algemeen bedrijfsleven wordt de BAR ingezet om bedrijven te faciliteren in
de aanpassing van hun operationele bedrijfsvoering en internationaliseringsstrategie.
Hiervoor zijn twee regelingen en één programma ontwikkeld. Het totale bedrag dat onder
de BAR voor het algemeen bedrijfsleven is begroot is gemaximeerd op 250 miljoen euro.
Daarnaast wordt een flexibel budget van 50 miljoen euro gereserveerd dat ingezet kan
worden als uit monitoring blijkt dat er meer belangstelling voor de regelingen is
dan verwacht.
Bedrijfslevenregelingen
Met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU werd een groot aantal bedrijven
dat handel drijft met het VK voor het eerst actief buiten de interne markt. Die bedrijven
hebben zich moeten aanpassen aan de nieuw toepasselijke (douane)wetgeving en additionele
eisen met betrekking tot keuring en certificering.
In dat kader zijn twee regelingen ontwikkeld om tegemoet te komen aan specifieke eenmalige
aanpassingskosten. De eerste regeling is gericht op de compensatie van reeds gemaakte kosten vanaf 1 januari 2018. De Commissie heeft Nederland hiervoor op 31 oktober
2022 staatssteun-goedkeuring verleend en de regeling is opengesteld op 1 november
jl. Daarnaast is op 1 november jl. ook een subsidieregeling voor nog te maken kosten opengesteld. Deze regeling compenseert in eerste instantie te maken kosten
tot 15 juni 2023, maar na signalen uit de branche is besloten kosten te compenseren
tot 15 augustus 2023. Voor deze regelingen is respectievelijk 185 miljoen euro en
33 miljoen euro gereserveerd.
Beide regelingen zijn gericht op het compenseren van eenmalige aanpassingskosten die
bedrijven hebben gemaakt of nog moeten maken ten gevolge van Brexit en omvatten de
volgende subsidiemodules:
• Kosten van voorlichtingscampagnes
• Douane en keuring gerelateerde eenmalige aanpassingskosten:
– Opleidingskosten (o.a. basis cursus douane, opleiding declarant, fytosanitaire keuringsopleiding).
– Kosten voor ICT-aanpassingen (met name licentie- of aankoopkosten aangiftesoftware).
– Advieskosten (met betrekking tot de voorbereiding van douaneprocessen en fiscale inrichting).
• De regeling voor reeds gemaakte kosten heeft daarnaast ook gespecificeerde modules
voor:
– Transportbedrijven (kosten voor inhuur extra materieel tijdens Brexit-piek).
– Terminaloperators, energiehandelsplatform-ondernemingen, port-community ondernemingen
(kosten aanpassing ICT-infrastructuur).
De regelingen zijn tot stand gekomen in nauw overleg met vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven (VNO-NCW, evofenedex, Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie,
GroentenFruit Huis, Transport en Logistiek Nederland en Havenbedrijf Rotterdam). Daarnaast
is een mkb-toets uitgevoerd waarin de regelingen zijn besproken met een panel van
ondernemers uit verschillende sectoren, op basis hiervan zijn de regelingen op onderdelen
aangepast.
EU-Handelsprogramma
Om bedrijven zo gericht mogelijk te ondersteunen bij het herstel van Brexit-gerelateerd
verlies van internationale omzet en hen bij te staan in het Europese post-Brexit speelveld
is het EU-Handelsprogramma opgezet. Dit internationaliseringsprogramma is bedoeld
als tijdelijke impuls op de internationale handel vanuit Nederland ter compensatie
van het verlies van marktaandeel in het VK. Binnen de collectieve onderdelen van het
programma wordt voor de sectoren die het hardst geraakt zijn door Brexit activiteiten
ontwikkeld in alternatieve afzetmarkten. Door middel van individuele ondersteuning
wordt maatwerk geleverd om bedrijven bij te staan in het ontwikkelen van nieuwe markten
en het vergroten van kennis rondom internationaal ondernemen. Voor dit programma is
32 miljoen euro gereserveerd en openstelling heeft plaatsgevonden op 16 mei jl.
Visserijsector
Het onderdeel visserijsector van de BAR wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid
van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Saneringsregeling
De saneringsregeling is op 18 juli jl. door de Europese Commissie goedgekeurd en is
op 1 september jl. opengesteld. Vanaf 1 september konden vissers die willen saneren
gebruik maken van deze regeling. De openstelling liep tot en met 30 november jl. Deze
regeling is opgesteld voor Nederlandse visserijbedrijven die negatieve gevolgen ondervinden
als gevolg van de Brexit en hierdoor geen toekomst meer zien in de visserij. De ondernemer
ontvangt een subsidiebedrag dat gekoppeld is aan het gewicht van het vaartuig (bruto
tonnage). Het desbetreffende vaartuig moet worden gesloopt om te voldoen aan de gestelde
voorwaarden. Voor de totstandkoming is er met regelmaat met sectorvertegenwoordigers
van onder andere de producentenorganisaties gesproken over de hoofdlijnen van deze
regeling. Voor deze regeling is 155 miljoen euro gereserveerd.
Stilligregeling
Door de Brexit is er minder quotum beschikbaar voor Nederlandse vissers. Als gevolg
hiervan hebben vissersschepen stil gelegen. De stilligregeling compenseert eigenaren
van vissersvaartuigen voor het stilliggen van 1 januari 2021 tot en met 24 december
2021. Hiermee wordt vissers de gelegenheid geboden om zich aan te passen aan de vermindering
van vangstmogelijkheden.
De Europese Commissie heeft inmiddels groen licht gegeven voor de notificatie van
deze regeling. De openstelling zal op zijn vroegst in het eerste kwartaal van 2023
plaatsvinden. Voor deze regeling is 33 miljoen euro gereserveerd.
Liquiditeitsregeling
De liquiditeitsregeling is een tegemoetkoming voor vissers die inkomensverlies hebben
geleden in het eerste kwartaal van 2021 door het vertrek van het VK uit de EU. Het
gaat hierbij om een minimaal omzetverlies van 30%. Voorwaarden zijn onder andere dat
het inkomensverlies aantoonbaar is en dat het een direct gevolg is van de Brexit.
De liquiditeitsregeling is op 13 oktober jl. het notificatieproces van de Europese
Commissie ingegaan. De Commissie heeft twee aanvullende vragen gesteld, welke inmiddels
zijn beantwoord. De verwachting is dat de regeling in het eerste kwartaal van 2023
kan worden opengesteld. Voor deze regeling is 12 miljoen euro gereserveerd.
Publieke kosten
Dit onderdeel van de BAR valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van
Financiën. De te ontvangen bedragen zijn in de rijksbegroting ingeboekt en de directie
Financieel Economische Zaken vervult de rol van projectleider.
Om Nederland voor te bereiden op het vertrek van het VK uit de EU zijn publieke kosten
gemaakt. Het merendeel van de publieke kosten op rijksniveau is afgelopen jaren reeds
(generaal) gedekt. De inzet van de BAR op het publieke spoor richt zich in eerste
instantie op het declareren van deze kosten op rijksniveau. Hierbij wordt gekeken
naar kosten gemaakt door de Douane en de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).
Voor het publieke spoor is gewerkt aan een beleidskader welke het mogelijk maakt deze
kosten te declareren onder de BAR, door het Ministerie van Financiën.
Verantwoording publieke kosten
De transitie van het VK naar een «derde land» leidt voor de Douane, de NVWA en enkele
overige overheidsorganisaties tot substantieel meer werkzaamheden. Om te anticiperen
op de Brexit is daarom sinds 2017 besloten tot (structurele) werving van respectievelijk
928 fte en 143 fte bij de Douane en de NVWA. Daarnaast voert de NVWA nog aanvullende
werkzaamheden uit naar aanleiding van de Brexit. Deze extra inzet van personeel voor
de Brexit bij de Douane en de NVWA is de grondslag voor de BAR-verantwoording.
De subsidiabele kosten hebben betrekking op de referentieperiode van 1 januari 2020
tot en met 31 december 2023. Een deel van de subsidiabele kosten dient nog te worden
gerealiseerd. Op dit moment wordt gewerkt aan de (adequate) onderbouwing van de gerealiseerde
kosten voor de jaren 2020 en 2021. Naar verwachting wordt nog dit jaar de verantwoording
voor de jaren 2020 en 2021 afgerond. Deze verantwoording geeft een indicatie voor
de subsidiabele kosten voor de gehele referentieperiode.
Uitvoeringskosten
Voor technische bijstand bij de uitvoering van het BAR-fonds is op basis van de BAR-verordening
2,5% van het bestede budget beschikbaar, wat voor Nederland neer komt op een bedrag
van ruim 22 miljoen euro bij volledige uitputting van de gelden. Conform interdepartementale
afspraken worden eerst de kosten van de Managementautoriteit, die binnen EZK is belegd,
hieruit bekostigd. Vervolgens wordt er van het resterende bedrag voor technische bijstand
een bijdrage geleverd aan de RVO-uitvoeringskosten die de departementen maken voor
de uitvoer van de relevante regelingen. De technische bijstand wordt voor 2021, 2022
en 2023 verdeeld naar rato van de verwachte uitvoeringskosten. De definitieve verdeling
gaat uit van werkelijke uitvoeringskosten, die eind 2024 zullen worden vastgesteld,
er zullen dan eventuele terug- of bijbetalingen plaatsvinden. Uitvoeringskosten die
niet gedekt kunnen worden binnen de BAR zullen worden gedekt door de beleidsverantwoordelijke
departementen.
Financiële verdeling
De kabinetsinzet is dat aan het einde van de fondsperiode Nederland de vanuit de verordening
ter beschikking staande gelden van 886 miljoen euro volledig en doelmatig heeft benut.
Door onder andere vertragingen in de openstelling van regelingen bestaat er een risico
op onderuitputting van de gelden. Om dit risico te ondervangen bekijkt de Managementautoriteit
BAR momenteel verschillende alternatieven binnen de mogelijkheden van de BAR verordening.
Een dergelijk besluit zal interdepartementaal worden genomen en uw Kamer zal hiervan
op de hoogte worden gesteld.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat