Brief regering : Tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius
36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Nr. 40
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2022
Inleiding
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius en het begin van de voorhangprocedures. Ook kom ik terug op enkele
toezeggingen en een motie. Zoals aangekondigd in de 9e voortgangsrapportage1 informeer ik u in deze voortgangsrapportage over de streefdatum van het in werking
treden van fase 2.1 en verder uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius (Kamerstuk 35 422). Op 15 december 2022 heb ik uw Kamer al geïnformeerd over de afspraken die zijn
gemaakt omtrent fase 2.2.2
Leeswijzer
Sinds het in werking treden van fase 2.0 liggen de inhoudelijke dossiers met uitzondering
van het dossier «personeel en organisatie» en «financiën» weer bij de door de eilandsraad
benoemde gedeputeerden die verantwoording hierover afleggen aan de eilandsraad. Hieruit
volgt ook een andere manier van het rapporteren over de ontwikkelingen op Sint Eustatius.
Waar ik voorheen richting uw Kamer rapporteerde over de verschillende domeinen op
Sint Eustatius, zal de voortgangsrapportage zich vanaf nu beperken tot twee onderdelen.
In het bestuurlijk domein rapporteer ik u over de voortgang van het herstel van de
democratische voorzieningen op Sint Eustatius. Onder het kopje «overig» behandeling
ik enkele onderwerpen waar vanuit Den Haag de afgelopen periode extra aandacht aan
geschonken is.
Het herstel van democratische verhoudingen
Het volledig herstel van de bestuurlijke verhoudingen op Sint Eustatius komt steeds
meer in zicht. Democratie is een belangrijk goed, ook op een klein eiland als Sint
Eustatius met grote maatschappelijke opgaven, zoals armoedebestrijding en economische
uitdagingen. Voor het aanpakken van dergelijke opgaven is een volwaardig lokaal bestuur
van groot belang, om de stem van de inwoners te vertegenwoordigen.
De regering heeft sinds de ingreep veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van het eiland
en in het openbaar lichaam. Er zijn verschillende projecten uitgevoerd in het fysiek
en sociaal domein. Daarnaast is er gewerkt aan een beter, efficiënter en robuuster
Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE). De samenwerking tussen Sint Eustatius en Den
Haag is ten opzichte van 2018 verbeterd en dit zal een blijvend punt van aandacht
zijn. Vergeleken met de situatie in 2018 heeft Sint Eustatius grote stappen vooruit
gezet. Dit heb ik ook beschreven in de vorige voortgangsrapportages die ik uw Kamer
stuurde. Ik ben daarom van mening dat Sint Eustatius er klaar voor is om steeds meer
hun eigen koers te bepalen ten dienste van de ontwikkeling van het eiland en het welzijn
van haar burgers. Daarom licht ik in deze voortgangsrapportage mijn voornemen toe
om het koninklijk besluit voor fase 2.1 en 2.2 ter voorhang aan uw Kamer en de Eerste
Kamer aan te bieden.
De benoeming van de gedeputeerden
Sint Eustatius heeft in oktober jl. een belangrijke stap gezet naar de installatie
van een volwaardig lokaal bestuur. Op 3 oktober jl. is artikel 13 (beter bekend als
fase 2.0) van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius per koninklijk besluit in
werking getreden. Op 4 oktober jl. heeft de eilandsraad daarom twee gedeputeerden
kunnen benoemen. De portefeuilleverdeling van de gedeputeerden vindt u in bijlage 1.
In de gesprekken die ik inmiddels met hen heb gevoerd, was hun enthousiasme en toewijding
om te werken aan de ontwikkeling van Sint Eustatius merkbaar. De gedeputeerden en
ik delen het belang van het nakomen van eerder gemaakte afspraken op belangrijke dossiers,
zoals het dossier over loslopend vee. Ik wil de inwoners van Sint Eustatius, de eilandsraad
en het openbaar lichaam danken voor de samenwerking om tot dit punt te komen. Het
bereiken van fase 2.0 was niet mogelijk geweest zonder hun inzet.
Met het inwerkingtreden van artikel 13 en de benoeming van gedeputeerden zijn de bestuurlijke
verhoudingen veranderd. Sint Eustatius beschikt weer over een bestuurscollege en de
eilandsraad heeft de bevoegdheid om gedeputeerden te benoemen en te ontslaan. Het
bestuurscollege draagt vanaf nu ook weer de verantwoordelijkheid over het dagelijks
bestuur op Sint Eustatius, behalve op het terrein van rechtspositionele en financiële
beslissingen. Deze dossiers zijn conform de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
op dit moment nog belegd bij de regeringscommissaris.
In het vervolg ligt de aandacht op het inwerkingtreden van de subfasen 2.1 en 2.2
uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. Met
het bereiken van deze fasen worden ook de bevoegdheden met betrekking tot personeel
en financiën aan het lokale bestuur overgedragen. Ik heb de afgelopen weken constructieve
gesprekken gevoerd met de eilandsraad, de gedeputeerden en de regeringscommissarissen.
Daarin zijn afspraken gemaakt over het moment en de voorwaarden van het overdragen
van de bevoegdheden. Wat de teruggave van de financieel bevoegdheden betreft acht
ik het van groot belang dat het lokale bestuur de verbeteringen borgt en voorzet.
In deze rapportage geef ik aan hoe dit in de praktijk vorm gaat krijgen.
Mediation & dialoog
Ik heb op 10 oktober jl. (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 5) het rapport van het mediation-traject met uw Kamer gedeeld. Goede onderlinge verhoudingen
zijn wat mij betreft de basis van een effectieve samenwerking. In mijn antwoord op
het rapport aan de regeringscommissaris heb ik aangegeven dat Sint Eustatius kan rekenen
op ondersteuning van mijn ministerie om het proces naar de terugkeer naar volledige
democratie te bespoedigen.
Uit het mediation-traject is onder andere de behoefte naar voren gekomen om een dialoogplatform
op te richten. Daarin werken de eilandsraad, de gedeputeerden en het bestuurscollege
verder aan de werkrelatie. In het nieuwe jaar zal het Nationaal Instituut voor Meerpartijendemocratie
(NIMD) dit dialoogtraject coördineren. Ik vind het belangrijk dat er wordt geïnvesteerd
in de onderlinge relatie, zodat na de bestuurlijke ingreep het eilandsbestuur de dialoog
kan blijven voeren over andere onderwerpen die de inwoners van Sint Eustatius aangaan.
Voortgang op de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
In dit onderdeel deel ik met u de voortgang op de criteria van artikel 14 en 15 van
de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius, ook wel fase 2.1 en 2.2 genoemd. Op basis
van deze voortgang en het belang om Sint Eustatius snel weer over een volwaardig bestuur
te laten beschikken, leg ik in dit hoofdstuk uit waarom ik van plan ben om sub-fase 2.1
en 2.2 komend jaar in te laten gaan. Daarbij kijk ik ook vooruit naar het werk dat
nodig is voor fase 3.0 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius, de benoeming
van een nieuwe gezaghebber. Ook zal ik terugblikken op de vooruitgang van de te behalen
criteria zoals benoemd in de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius.
Voortgang op fase 2.1
Met de inwerkingtreding van het artikel 14 (fase 2.1) vervalt artikel 7 van de Wet.
Dit houdt in dat de regeringscommissaris de rechtspositionele bevoegdheid over de
griffie en ambtelijke organisatie weer overdraagt aan respectievelijk de eilandsraad
en het bestuurscollege. Daardoor kunnen deze organen weer zelf regels stellen over
de griffie en de ambtelijke organisatie en beslissen over benoeming, schorsing en
ontslag van ambtenaren en hun rechtspositie.
Tijdens het mediation-traject tussen de regeringscommissaris en de eilandsraad in
het voorjaar van 2022, is een streefdatum overeen gekomen voor het in werking treden
van deze subfase van de Wet. Afgesproken is dat deze subfase in werking zal treden
op de dag van de Eilandsraadsverkiezingen op 15 maart 2023. Op 22 november jl. heb
ik van de regeringscommissaris een brief (en op 8 december een nadere toelichting
daarop) ontvangen. Daarin worden de voortgang en de behaalde resultaten van de criteria
om naar sub-fase 2.1 over te gaan toegelicht (zie bijlage 3). Geconcludeerd kan worden
dat de meeste onderdelen zijn afgerond. Een paar onderdelen zitten in de afrondende
fase maar hierbij is toegezegd dat deze vóór 1 maart 2023 zullen zijn afgerond. Op
1 februari 2023 is voor mij het weegmoment om te bepalen of dat waarschijnlijk ook
het geval zal zijn. Op basis van de verstrekte informatie, acht ik Sint Eustatius
klaar voor het inwerking treden sub-fase 2.1 van de Wet op de dag van de eilandsraadsverkiezingen
van 2023. Daarom streef ik ernaar om het concept-Koninklijk Besluit voor fase 2.1
begin februari ter voorhang aan uw Kamers aan te bieden. In de nota van toelichting
van het betreffende concept-Koninklijk Besluit zal ik per criterium – en op basis
van bovengenoemde brief – per criterium toelichten wat er is gebeurd om het criterium
af te ronden.
Voortgang op fase 2.2
Met de inwerkingtreding van artikel 15 vervalt artikel 8, wijzigt artikel 10. Dit
houdt in dat de regeringscommissaris de financiële taken en bevoegdheden weer overdraagt
aan de eilandsraad en het bestuurscollege. Hiervoor dient het financieel beheer weer
duurzaam op orde te zijn gebracht. Tevens wordt er subartikel 10a ingevoegd, om te
borgen dat na herstel van het financieel beheer alle besluiten en eilandsverordeningen
met financiële gevolgen, de begroting, kwartaal uitvoeringsrapportages, jaarrekeningen,
jaarverslagen en belastingverordeningen goedgekeurd worden door de Minister van BZK
die daarover geadviseerd wordt door het Cft. In aanvulling op de in de FinBES genoemde
gronden voor het onthouden van goedkeuring, worden ook de gronden die al in artikel 10
zijn genoemd overgenomen, te weten onevenredige belasting van de belangen van de bevolking
van Sint Eustatius, disproportionele administratieve lasten, financiële onuitvoerbaarheid
en het behoorlijk functioneren van het eilandsbestuur in de toekomst.
Zoals ik u al in de 9de voortgangsrapportage mededeelde is er tussen de regeringscommissaris en de eilandsraad
tijdens het mediation traject geen overeenstemming bereikt over een streefdatum voor
het in werking treden van deze subfase. Daarom heb ik, in overleg met de eilandsraad
van Sint Eustatius en de regeringscommissaris, Ernst & Young (EY) gevraagd een onafhankelijk
onderzoek uit te voeren naar de administratieve organisatie en interne beheersing
(AO/IB) van het OLE. Ik heb uw kamer toegezegd om u over de uitkomsten van het rapport
en de beoogde streefdatum in deze voortgangsrapportage te informeren.
EY benoemt in haar eindrapport dat het OLE de afgelopen jaren grote stappen heeft
gezet. Zo zijn de grote achterstanden in de jaarrekeningen ingehaald en is het proces
om te komen tot de begroting en de tussentijdse rapportages verder vorm gegeven. Met
deze inhaalslag is een belangrijke stap gezet om te komen tot adequaat financieel
beheer. Echter, er dienen nog een aantal belangrijke verbeteringen doorgevoerd te
worden. De AO/IB is nog niet toereikend geanalyseerd, uitgewerkt en ingevoerd. EY
verwacht dat er nog tot minimaal september 2023 nodig is om de noodzakelijke verbeterstappen
door te voeren. Dit is een ambitieuze planning, waarbij voldoende draagvlak vanuit
de organisatie en externe ondersteuning noodzakelijk is.
Het is belangrijk dat de verbeterstappen die door EY zijn voorgesteld worden doorgevoerd.
Deze verbeterstappen zinjn noodzakelijk voor het goed functioneren van het OLE ten
dienste van het eiland en haar burgers. Tegelijkertijd onderken ik het belang dat
de eilandsraad na de verkiezingen weer over het budgetrecht kan beschikken. In de
gesprekken die ik heb gevoerd met de regeringscommissaris, gedeputeerden en eilandsraad
is duidelijk geworden dat ook zij de resultaten van het onderzoek van EY onderschrijven
en aan de door EY voorgestelde verbeteringen willen werken.
Ik ben daarom bereid om het budgetrecht zo spoedig mogelijk ná de eilandsraadsverkiezingen
van 2023 terug te geven aan de eilandsraad op voorwaarde dat er middels tussentijdse
afspraken flinke stappen gemaakt zullen worden. Zo heb ik met de regeringscommissaris
en de huidige gedeputeerden en eilandsraad afspraken gemaakt over welke verbeterstappen
moeten worden doorgevoerd in de AO/IB van het OLE. Een deel van de verbeterstappen
kunnen (en moeten) voorafgaand aan de verkiezingen zijn afgerond onder aansturing
van de regeringscommissaris. Het andere deel van de verbeterstappen zal ná de verkiezingen
worden afgerond onder aansturing van het bestuurscollege. Ik zal het OLE daar waar
nodig zowel voor als na de verkiezingen in ondersteunen. Direct na de verkiezingen
zal ik in een gesprek met de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadleden vragen
om hun commitment m.b.t. het realiseren van de verbeterstappen die nog gezet moeten
worden na de verkiezingen. Als men zich hieraan committeert, zal het koninklijk besluit
voor fase 2.2 worden ondertekend. In de nota van toelichting op het concept-Koninklijk
Besluit voor sub-fase 2.2 informeer ik u uitgebreider over de verbeterstappen en de
tijdslijn.
De ingangsdata van fase 2.1 en fase 2.2 volgen elkaar snel op. Daarom zal ik tegelijkertijd
– maar separaat – met het koninklijk besluit van sub-fase 2.1, ook het koninklijk
besluit voor fase 2.2 u ter voorhang aanbieden.
Voortgang op fase 3.0
Met het in werking treden van fase 3.0 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
zal de benoemingsprocedure van de gezaghebber officieel beginnen conform artikel 73
van de WolBES. Het proces om tot benoeming van een gezaghebber te komen vraagt geruime
tijd door de diverse stappen die moeten worden doorlopen en de termijnen die hiervoor
staan. In zijn geheel kan een dergelijk traject een jaar in beslag nemen. Ik heb de
Rijksvertegenwoordiger derhalve verzocht het voorbereidingsproces voor de werving
reeds op te starten. De eerste stap in dit proces is het opstellen van een profielschets.
De Rijksvertegenwoordiger heeft de huidige eilandsraad verzocht om een profielschets
voor te bereiden. De eilandsraad zal het bestuurscollege hierbij betrekken. Deze profielschets
zal vervolgens na de verkiezingen in maart 2023 met de nieuw gekozen eilandsraad worden
besproken en vastgesteld.
Verkiezingen 2023
De Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) verzorgt de informatiecampagnes voor de aanstaande
eilandelijke verkiezingen. BZK heeft voor deze campagnes voor Bonaire, Saba en Sint
Eustatius samen € 400.000 beschikbaar gesteld aan RCN. In de informatiecampagnes wordt
de nadruk gelegd op de eilandsraadverkiezingen, de kandidaatstelling voor het kiescollege
voor de Eerste Kamer en de kiescollegeverkiezingen. Ook gaat er extra aandacht uit
naar communicatie richting kiezers over het wettelijk kader voor het verlenen van
een volmacht. Zoals gebruikelijk ondersteunt BZK de openbare lichamen in het voorbereiden
van de verkiezingen. Hiertoe wordt er regulier overleg gevoerd en verschillende bijeenkomsten
met de betrokken ambtenaren gehouden, zoals een bijeenkomst over de Wet nieuwe procedure
vaststelling verkiezingsuitslagen die per 1 januari 2023 ingaat. Voor de uitvoering
van de wet komt er voor de Europees-Nederlandse gemeenten en openbare lichamen samen
jaarlijks een bedrag van € 3,3 mln. beschikbaar.
Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2022–2023
In de brief van 1 juli jl. over de bestuurlijke afspraken3 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2022–2023.
Hierin zijn met Sint Eustatius afspraken gemaakt over belangrijke onderwerpen zoals
economische ontwikkeling, aandacht voor lokale cultuur, historisch erfgoed en natuurbescherming.
Ook komen de criteria uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius hierin terug. De afspraken die hierover gemaakt zijn, zorgen ervoor
dat het OLE voldoende ondersteuning ontvangt bij het behalen van criteria en het doorvoeren
van verdere verbeteringen.
Het kabinet heeft met de CN-envelop een bedrag van € 2,6 mln. aan het OLE toegekend
voor het verder versterken van lokale uitvoeringskracht en als een extra impuls voor
het aanpakken van achterstanden op het eiland. Het OLE heeft voor de aanpak van die
achterstanden extra capaciteit gevraagd. Die wordt ingezet op belangrijke onderwerpen
zoals economische diversificatie, digitalisering en cultureel erfgoed. Voor het versterken
van de uitvoeringskracht is een incidenteel bedrag van € 1 mln. en een structureel
bedrag van € 667.000 vanaf 2022 beschikbaar gesteld. Het kabinet geeft hiermee een
belangrijk financiële prikkel aan de toekomst van Sint Eustatius. Zoals genoemd in
de verzamelbrief4 van 14 oktober jl. informeer ik uw Kamer begin 2023 over de voortgang van deze afspraken.
Overige
In het tweede deel van de voortgangsrapportage bespreek ik enkele ontwikkelingen op
andere maatschappelijke onderwerpen. Ik zal eerst de activiteiten toelichten die mijn
ministerie heeft ondernomen in het kader van de motie van de leden Ceder en Kuiken5 d.d. 29 juni 2021. Verder, zoals ik in de negende voortgangsrapportage u heb toegezegd,
kom ik hieronder terug op de aanbevelingen van de Statia Heritage Research Committee,
de notariële dienstverlening, de aanpak van loslopend vee, het water drainageproject
en de anti-erosiemaatregelen in algemene zin. Als laatste informeer ik u over de ontwikkelingen
bij GTI en het COS-gebouw.
Motie Ceder-Kuiken
Zoals ik hierboven heb beschreven, is het versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht
in Caribisch Nederland een belangrijk onderwerp. Het kabinet investeert hier al geruime
tijd in op Sint Eustatius, mede door de bestuurlijke ingreep. Deze investeringen zijn
gedaan om achterstanden in te halen, lokale capaciteit uit te breiden en de benodigde
ondersteuning te kunnen inschakelen. Zo vertelde ik in de vorige voortgangsrapportage
dat er in 2020 € 1.850.000 beschikbaar is gesteld aan het OLE voor het opzetten van
een programma- en projectenbureau (PPMO).6 Dit bureau is er op gericht om de opgelopen achterstand in het uitvoeren van ruim
honderd projecten te kunnen inhalen. Door extra coördinatie, expertise en capaciteit
mogelijk te maken, is het OLE destijds in staat gesteld om te beginnen met het inhalen
van de achterstand. Ook is de inkoopfunctie van het OLE nu de verantwoordelijkheid
van het PPMO, waardoor een belangrijke checks-and-balances-functie is ingeregeld.
Na mijn aantreden heb ik tevens de gesprekken met het OLE verdiept om te bepalen wat
er nodig was voor een spoediger herstel van de democratie op Sint Eustatius. Dit heeft
geresulteerd in het investeren in de communicatiestrategie van het eiland en extra
ondersteuning voor de (plv.) regeringscommissaris. Deze ondersteuning was nodig voor
het uitvoeren van de criteria uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen
Sint Eustatius én om hierover duidelijk en via verschillende kanalen te communiceren
richting de bevolking. Daarom heb ik in maart jl. op verzoek van het OLE € 570.000
beschikbaar gesteld. Daarmee kon het OLE de nodige capaciteit aantrekken en het strategisch
communicatieplan opstellen. Ook waren de gewenste investeringen nodig om tot een robuust
ambtenarenapparaat te komen. Zo was er onder andere de behoefte om werkprocessen te
toetsen, additionele capaciteit ter ondersteuning van het bestuur in huis te halen
en de reorganisatie te evalueren. Voor deze organisatiekosten heb ik recent € 746.610
toegekend aan het OLE. Naast extra capaciteit en organisatieontwikkeling is het OLE
ook ondersteunt bij het realiseren van opleidingen en trainingen voor ambtenaren en
politieke ambtsdragers. Mijn ministerie heeft bijgedragen aan het bekostigen van de
Statia Academy en het opleidingsprogramma voor eilandsraadsleden en gedeputeerden.
Daarnaast beschreef ik eerder, onder het kopje Bestuurlijk domein, de voortgang op
het Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2022–2023. De bestuurlijke afspraken en de daarbij
komende CN-envelop zijn voor alle eilanden onder andere gericht op het versterken
van uitvoeringskracht. Met extra capaciteit en ontwikkeling van de organisatie kan
er onder andere gewerkt worden aan het inhalen van de eilandelijke achterstanden.
Het kabinet heeft voor uitvoeringskracht en het inhalen van achterstanden in 2022
€ 2,6 mln. beschikbaar gesteld aan het OLE.
Al het bovengenoemde is erop gericht dat Sint Eustatius de benodigde resultaten kan
behalen en kan investeren in de toekomst. De motie van de leden Ceder en Kuiken7 van 29 juni 2021 sluit hierop aan. Deze motie verzoekt de regering de gevraagde capaciteit,
hulp en opleiding te bieden om de terugkeer van reguliere democratische verhoudingen
op Sint Eustatius te bespoedigen. Ik beschouw deze motie met het oog op bovengenoemde
dan ook als afgedaan.
Toezegging: stand van zaken uitvoering aanbevelingen SHRC-rapport
Het Openbaar Lichaam Sint Eustatius heeft met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschappen (OCW) overleg gevoerd over de invoering van de aanbevelingen uit
het rapport van de Statia Heritage Research Committee. Inmiddels is er een commissie
opgericht, die de invoering van de aanbevelingen zal begeleiden. Het committee is
reeds begonnen met het opzetten van de strategie om de aanbevelingen uit te voeren.
Toezegging: stand van zaken notarieel protocol
Aan het begin van dit jaar bleek dat de laatste op Saba en Sint Eustatius actieve
notaris zou stoppen met haar werkzaamheden waardoor de continuïteit van de notariële
dienstverlening voor de twee eilanden niet meer kon worden gegarandeerd. Sinds 8 juli
jl. is een tijdelijk waarnemend notaris voor Saba en Sint Eustatius gevonden met ruime
werkervaring in Europees Nederland en de Caribische regio. De verbetering van de notariële
dienstverlening is blijvend punt van aandacht, omdat deze randvoorwaardelijk is voor
onder andere economische ontwikkelingen.8 Het verbeteren van de notariële dienstverlening is onderdeel van de Taskforce Knelpunten
CN. Op 14 september jl. heb ik hierover afspraken gemaakt met de vertegenwoordigers
van de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius. Ik zal de ontwikkelingen op dit punt
met belangstelling blijven volgen, ook met het oog op het vinden voor een notaris
voor de langere termijn. Het Gemeenschappelijk Hof is reeds begonnen met het proces
om een vaste notaris te benoemen.
Toezegging: stand van zaken Water Drainage project
Het OLE heeft het Water drainageproject nabij de luchthaven uitgevoerd. Zoals eerder
beschreven moet deze maatregel verdere erosie van de zogenaamde «gully’s» (geulen)
bij het vliegveld tegengaan. Het regenwater wordt opgeslagen in een groot infiltratiebekken,
waardoor het beschikbaar blijft voor het eiland.
Toezegging: ontwikkelingen aanpak loslopend vee
Voor de aanpak van het loslopend vee is er inmiddels een programmamanager NEPP, een
projectleider Roaming Animals en een projectleider voedselveiligheid en veterinaire
dienst geworven. Het OLE heeft in de afgelopen periode door middel van (sociale) mediacampagnes
aangekondigd actief te gaan beginnen met het handhaven van lokale regelgeving voor
het houden van dieren. Sinds juni zijn hierdoor bijna dan 1200 stuks loslopend vee,
waaronder zo’n 850 loslopende geiten geruimd. Ook wordt de gehele keten voor het verwerken
van geruimde dieren aangepakt. Zo is onder andere de capaciteit van het slachthuis
verhoogd. Ook is het OLE gestart met het exporteren van een deel van het vlees naar
omliggende eilanden. Een deel van het vlees blijft op Sint Eustatius en wordt via
het OLE verdeeld om families in armoede te helpen. Om het loslopend vee op het eiland
echter structureel in aantallen terug te brengen, zullen verbeteringen in de gehele
keten noodzakelijk blijven.
Ontwikkelingen GTI Statia
In de verzamelbrief9 van 14 oktober jl. liet ik uw Kamer weten dat de situatie waarin GTI zich bevindt
onveranderd is. Ik blijf met de betrokken departementen in gesprek en men treft voorbereidingen
om het OLE te ondersteunen waar nodig, zou de situatie veranderen. Het OLE heeft een
werkgroep samengesteld die bestaat uit lokale ambtenaren en een externe coördinator
die samen nadenken over de situatie rondom GTI Statia (GTIS) en welke scenario’s zich
voor kunnen doen. In deze scenario’s worden toekomstperspectieven zorgvuldig besproken,
gewogen en uitgewerkt. Deze scenario’s worden met de Haagse ministeries besproken,
zodat zowel het OLE als de Haagse ministeries voorbereid zijn mocht de situatie rondom
GTIS veranderen.
COS-gebouw
In de vijfde10, zesde11 en zevende12 voortgangsrapportage Sint Eustatius heb ik uw Kamer geïnformeerd over het project
Centraal overheidsgebouw op Sint Eustatius (COS-gebouw). Het doel van dit project
is het realiseren van een centraal overheidsgebouw zodat er één locatie is voor alle
dienstverlening richting de burger. Daarnaast is dit project er op gericht om de faciliteiten
voor medewerkers te verbeteren en om de rijksdiensten en de 21 locaties van het OLE
gezamenlijk te huisvesten. Zoals genoemd in de beantwoording van uw vragen naar aanleiding
van mijn reis in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) mei
202213, is dit jaar het project aangepast aan de huidige marktprijzen. Deze herijking van
het project is zowel door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
als door mijn ministerie dit najaar ondertekend. Daarmee is aan alle randvoorwaarden
voldaan en kan lokale besluitvorming over doorgang van het project plaatsvinden. Omdat
de bouw en het gebruik van het op pand de komende jaren aanspraak maakt op de begroting
van het OLE is ervoor gekozen om de besluitvorming over de doorgang van het project
bij de nieuw verkozen eilandsraad en eilandgedeputeerden te leggen. Vlak voor de verkiezingen
zal het project nog herijkt worden op basis waarvan tot besluitvorming over kan worden
gegaan.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties