Brief regering : Beleidsreactie wettelijke evaluatie Gezondheidsraad
36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023
Nr. 190
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2022
Hierbij bied ik u de wettelijke evaluatie van de Gezondheidsraad aan, voorzien van
mijn beleidsreactie, mede namens de andere opdrachtgevers van de Gezondheidsraad (de
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretarissen van Infrastructuur
en Waterstaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
Deze evaluatie komt voort uit de Kaderwet adviescolleges en wordt elke vier jaar uitgevoerd.
De evaluatieperiode beslaat deze keer vijf jaar (2017–2021) om ook het proces van
advisering tijdens de COVID-pandemie te kunnen meenemen in het onderzoek. De Gezondheidsraad
heeft deze evaluatie door een extern onderzoeksbureau1 laten uitvoeren.
In deze beleidsreactie zal ik eerst ingaan op de conclusies en aanbevelingen van het
onderzoek en de reactie van de Gezondheidsraad op het rapport van de evaluatie. Daarna
volgt mijn beleidsstandpunt.
1. Het evaluatierapport
De evaluatie is uitgevoerd aan de hand van een viertal vragen, waarin aan de orde
kwam: de opvolging van de aanbevelingen uit de vorige wettelijke evaluatie, de vervulling
van de formele adviesopdracht en realisatie van de eigen ambities van de Gezondheidsraad,
het realiseren van de publieke waarde en in het bijzonder de publieke waarde wat betreft
de activiteiten van de Raad rondom COVID-19.
Opvolging aanbevelingen eerdere evaluatie
Het onderzoeksbureau heeft geconstateerd dat de Gezondheidsraad met zorg aan de slag
is gegaan met de aanbevelingen uit de vorige evaluatie: het secretariaat is gereorganiseerd;
de twee beraadsgroepen zijn samengevoegd en er is geëxperimenteerd met nieuwe werkwijzen.
In de evaluatie uit 2017 is aanbevolen om de doorlooptijd van de adviezen te bekorten
door veranderingen in de werkwijzen aan te brengen In de huidige evaluatie heeft het
onderzoeksbureau aangegeven dat de doorlooptijd van de advisering niet eenvoudig te
beoordelen is, maar wel een terugkerend thema blijft.
Vervulling formele adviesopdracht
Conclusie van de evaluatie is dat de Gezondheidsraad op een gedegen en betrouwbare
wijze invulling geeft aan zijn formele taak. Daarbij merkt het onderzoeksbureau op
dat een kwetsbaarheid is: de grote afhankelijkheid van de leden en de tijd die zij
beschikbaar hebben naast hun reguliere werk. Als aandachtspunt noemt het onderzoeksbureau
het meer betrekken van jonge wetenschappers in de adviestrajecten. De Gezondheidsraad
heeft geen geëxpliciteerde strategie wat als risico met zich meebrengt dat de raad
afhankelijk is van wat op de raad afkomt. Het evaluatierapport doet suggesties voor
het opstellen van zo’n strategie.
Realisatie publieke waarde
Het onderzoeksbureau concludeert dat de publieke waarde van de Gezondheidsraad volgt
uit advisering vanuit enerzijds de wetenschappelijke invalshoek en anderzijds de kunst
van het benutten van expertise bij een groot aantal wetenschappers en experts.
Gevolgen COVID-19 advisering en publieke waarde
De Gezondheidsraad heeft in 2020 en 2021 alle formele adviesaanvragen vanuit VWS in
verband met COVID-19 gehonoreerd en een versnelde advisering gerealiseerd ten opzichte
van de snelheid van adviseren in reguliere adviestrajecten. De Gezondheidsraad heeft
gereflecteerd op de gang van zaken tijdens de COVID-19 pandemie en daar lessen uit
geleerd. Dit betekent overigens niet dat alle reguliere adviestrajecten binnen enkele
weken tot een adviesrapport kunnen leiden, concludeert het onderzoeksbureau.
Aanbevelingen
Het onderzoeksbureau heeft op basis van het uitgevoerde onderzoek de volgende aanbevelingen
gedaan:
1. Het starten van een traject voor gezamenlijke strategievorming met als doel om de
positie van de Gezondheidsraad als onafhankelijke en waardevolle raad te behouden.
De strategie bevat de door de raad gewenste ontwikkeling van het taakgebied en van
de functie van de adviezen in de samenleving van morgen en gaat over de relatie met
opdrachtgevers en andere naburige organisaties, zoals adviesorganen.
2. Het meer en systematischer oog hebben voor de doorwerking en impact van de adviezen
van de Gezondheidsraad om de publieke waarde te vergroten.
3. Bij aanvaarding van de adviesvragen rondom COVID-19 explicieter af te wegen in welke
samenstelling (bijvoorbeeld: met welke andere organisaties?) en met welke verantwoordelijkheid
een adviesvraag wordt opgepakt.
4. De Gezondheidsraad en het Ministerie van VWS kunnen samen nadenken over alternatieve
of aanvullende modellen voor de snelst mogelijke benutting van wetenschappelijke kennis
bij het maken van beleidskeuzen met daarin al dan niet een rol voor de Gezondheidsraad.
5. Het management van verwachtingen tussen adviesgever en adviesvrager behoeft aandacht
op het volgende punt: de mate waarin en intensiteit waarmee de Gezondheidsraad «vinger
aan de pols» houdt ten aanzien van het verschijnen van wetenschappelijke studies die
van invloed zouden kunnen zijn op het beleid en op de actualiteit van eerder gegeven
(spoed)adviezen.
2. Reactie van de Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad heeft zijn visie gegeven op de aanbevelingen uit het onderzoek
en daarbij vervolgstappen aangegeven.
Het bestuur van de Gezondheidsraad ziet meerwaarde in een geëxpliciteerde strategie
voor de publieke waarde van de raad en gaat daartoe gezamenlijk met de beraadsgroep,
Presidiumcommissie, raadsleden en medewerkers van het secretariaat in gesprek over
de herijking van de strategie. In de strategiegesprekken zal ook het betrekken van
jonge wetenschappers, Jong GR, worden meegenomen.
In reactie op de aanbeveling meer en systematischer oog te hebben voor de doorwerking
en impact van adviezen werkt de Gezondheidsraad komende maanden een methodiek uit
om de doorwerking van de adviezen te evalueren en zo nodig te verbeteren.
Het bestuur zal op korte termijn de mogelijkheden verkennen om voor de crisisadvisering
explicieter af te wegen in welke samenstelling en met welke verantwoordelijkheid een
adviesvraag wordt opgepakt en te bezien of samen met andere partners geadviseerd kan
worden. Daarnaast zal de Gezondheidsraad samen met VWS onderzoek doen naar alternatieve
en aanvullende modellen voor de snelst mogelijke benutting van wetenschappelijke kennis.
Het bestuur onderschrijft dat het monitoren van wetenschappelijke ontwikkelingen maatwerk
is. Daarbij beschouwt het bestuur het managen van wederzijdse verwachtingen als aandachtspunt.
3. Beleidsreactie
De Gezondheidsraad heeft roerige tijden achter de rug. De reorganisatie van het secretariaat
en de advisering in verband met de coronapandemie zijn bepalend geweest voor de Gezondheidsraad
afgelopen anderhalf jaar. Ik ben de raad erkentelijk voor de ontvangen adviezen, die
in een kort tijdsbestek en met grote inzet van de raadsleden en het secretariaat van
de Gezondheidsraad konden worden opgeleverd. In de kamerbrief «Stand van zaken veranderproces
secretariaat Gezondheidsraad»2 heb ik toegezegd het veranderproces te blijven volgen en de Kamer te informeren
als hier aanleiding toe was. Hiermee beschouw ik deze toezegging als uitgevoerd.
Ik onderschrijf de conclusie van het onderzoeksbureau dat de raad onveranderd gezaghebbend
en onafhankelijk is in zijn advisering en dat de acceptatie van de adviezen bij departementen
en Kamer groot is. Ook heb ik kennisgenomen van de wijze waarop het bestuur van de
raad de aanbevelingen ter hand wil nemen.
Het bestuur heeft aangegeven de strategie te willen herijken teneinde de publieke
waarde van de Raad te vergroten. Ik ondersteun dit voornemen en kan me voorstellen
dat een herijkte strategie gevolgen heeft voor de interactie met opdrachtgevers. De
Gezondheidsraad zou kunnen signaleren richting de opdrachtgevers wat speelt in de
wetenschap en welke advisering daarbij passend is. Het zou goed zijn hierbij ook aandacht
te besteden aan de positionering van de Gezondheidsraad ten opzichte van andere spelers
in het speelveld, zoals planbureaus, het RIVM en andere adviseurs en kennisontwikkelaars.
Een expliciete strategie kan de Gezondheidsraad ook helpen zijn eigen ambities voor
het voetlicht te brengen. Om tot een gedragen strategie van en voor de Gezondheidsraad
te komen, is het goed de verschillende stakeholders te betrekken in de totstandkoming
van die strategie.
Wat betreft de door de Gezondheidsraad geleerde lessen uit de coronapandemie, acht
ik het van belang om gericht op de toekomst helderheid te hebben over de randvoorwaarden
voor een goede samenwerking in een eventuele toekomstige pandemie. Belangrijk voor
VWS hierbij zijn de signalerende rol, het proactief adviseren en de noodzaak van een
internationale blik vanuit de Raad. Deze signalerende functie door de Gezondheidsraad
zou ook betrekking kunnen hebben op mogelijke dwarsverbanden tussen adviezen (van
verschillende opdrachtgevers). Ook zouden deze dwarsverbanden naar voren kunnen komen
in gezamenlijk contact van de verschillende opdrachtgevende departementen. Als opdrachtgevers
van de Gezondheidsraad zullen wij hier meer aandacht voor hebben.
Samen met de mede opdrachtgevende departementen constateer ik dat de Gezondheidsraad
ook al stappen heeft gezet met de aanbeveling om oog te hebben voor de doorwerking
en impact van adviezen in de maatschappij, gezien bijvoorbeeld de nieuwe werkwijze
rondom persberichten. De meeste adviezen worden inmiddels vergezeld van persberichten
en niet-technische samenvattingen met maatschappelijke context. Ik ben daarnaast benieuwd
naar de methodiek die de Gezondheidsraad gaat ontwikkelen om de doorwerking van adviezen
te gaan evalueren en zo nodig te verbeteren.
Graag ga ik met de Gezondheidsraad in gesprek over de aanbeveling om na te denken
over alternatieve of aanvullende modellen voor de snelst mogelijke benutting van wetenschappelijke
kennis bij het maken van beleidskeuzen. De taakverdeling samen met het RIVM met betrekking
tot COVID-vaccinatie kan hierbij als voorbeeld worden genomen.
Het adviesrapport bespreekt de wens van de opdrachtgevers om de doorlooptijden van
de adviestrajecten te verkorten, maar doet geen suggesties om dit te bereiken. Ik
ga graag in gesprek met de Gezondheidsraad om de verwachtingen en mogelijkheden hierover
uit te wisselen en concreet te maken.
De aanbevelingen uit het evaluatierapport en de bestuurlijke reactie van de Gezondheidsraad
hierop maken dat ik de vervolgstappen met vertrouwen tegemoet zie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Indieners
-
Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport