Brief regering : Jaarplan Belastingdienst 2023, de Stand van de uitvoering 2022 en de Fiscale Monitor 2022
31 066 Belastingdienst
Nr. 1145
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2022
Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over de volgende vier onderwerpen: 1) terugblikken
op het afgelopen jaar, 2) het aanbieden van het jaarplan Belastingdienst 2023, de
Stand van de uitvoering 2022 en de Fiscale Monitor 2022, 3) een voorstel doen tot
bespreking van deze documenten, en 4) uw Kamer informeren over enkele moties en toezeggingen
die in de afgelopen periode zijn behandeld.
1. Terugblik
Nog geen jaar geleden ben ik aangetreden als Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit
en Belastingdienst. Ik ben onder de indruk van wat ik in deze korte tijd van de organisatie
heb gezien. De dagelijkse processen zoals het heffen en innen van een grote variatie
aan belastingen, de complexiteit van dossiers, en vooral de mensen die door het hele
land vakkundig en toegewijd burgers en bedrijven zo goed mogelijk helpen. Door het
heffen en innen van belastingen zorgt de Belastingdienst ervoor dat onze publieke
voorzieningen betaald kunnen worden. De Belastingdienst is daarmee van essentieel
belang voor het goed functioneren van onze samenleving.
Wat mij het afgelopen jaar ook duidelijk is geworden is dat de Belastingdienst voor
een aantal uitdagingen staat:
• Het stelsel van fiscale wet- en regelgeving is te complex. Burgers en bedrijven worden
geconfronteerd met moeilijk te begrijpen en uit te leggen fiscale regelingen. Ook
leidt deze complexiteit tot knelpunten in de uitvoering en is het implementeren van
nieuwe wet- en regelgeving capaciteitsintensief.
• Het herstellen van fouten uit het verleden, zoals Fraudesignaleringsvoorziening (FSV)
en box 3, vraagt veel aandacht en beschikbare capaciteit van de Belastingdienst.
• Net als bij veel andere publieke dienstverleners is de ICT van de Belastingdienst
verouderd en gebaseerd op oude programmeertalen. Er is in het verleden onvoldoende
geïnvesteerd in de modernisering van technologie en systemen. Deze systemen zijn complex
en vaak nauw met elkaar verweven, wat de flexibiliteit van de organisatie beperkt.
• De huidige arbeidsmarkt en de verwachte uitstroom van personeel (o.a. door pensionering)
leidt tot extra inspanning op het werven en opleiden van deskundig personeel, mede
als gevolg van de taakuitbreidingen en -intensiveringen. Het opleiden en inwerken
van nieuwe medewerkers vraagt tijd en capaciteit.
Mede door bovengenoemde uitdagingen heeft de Belastingdienst momenteel onvoldoende
IV- en personele capaciteit om alle beleidsmatige en politieke wensen uit te voeren.
In overleg met politiek en beleid worden keuzes gemaakt hoe de beschikbare IV- en
personele capaciteit wordt ingezet.
Met uw Kamer heb ik al vaker gesproken over deze uitdagingen. Waar niet vaak over
gesproken wordt zijn de vele positieve ontwikkelingen in de organisatie, en de ambities
die de Belastingdienst heeft voor de toekomst. Ik maak graag van deze brief gebruik
om deze ambities toe te lichten.
De Belastingdienst is zich bewust van de uitdagingen, maar ook de kansen die er liggen
voor de organisatie. Het is mijn doel om gestructureerd en beheerst naar verbeteringen
toe te werken. De uitvoering van deze verbeteringen vindt plaats op basis van de strategische
prioriteiten uit de Meerjarenvisie 2020-20251:
• Met het Belastingplan 2023 zijn eerste stappen gezet in de vereenvoudiging van het
stelsel. Zo is in het Belastingplan 2023 (Kamerstuk 36 202) voorgesteld om de volgende vier regelingen af te schaffen: de inkomensafhankelijke
combinatiekorting (IACK), de middelingsregeling, de fiscale oudedagsreserve (FOR)
en de gebruikelijk-loonregeling voor start-ups. Het is de bedoeling om deze kabinetsperiode
nog vervolgstappen te zetten met de vereenvoudiging van fiscale regelingen. Het kabinet
komt voor de zomer van 2023 met voorstellen.
• De Belastingdienst heeft het herstel van zaken die niet goed zijn gegaan in het verleden
opgepakt om de werkzaamheden zo snel en goed mogelijk af te ronden. Zoals bij de werkzaamheden
voor het rechtsherstel bij box 3. Daarnaast haalt de Belastingdienst actief signalen
op van binnen en buiten de organisatie om knelpunten te identificeren en nieuwe fouten
te kunnen voorkomen. In 2022 is het proces om signalen op te halen geprofessionaliseerd
met onder andere een speciaal loket Rechtsstatelijkheid en Hardheden. Hierover kunt
u meer lezen in de Stand van de uitvoering die ik uw Kamer met deze brief aanbied.
• Vanaf eind 2022 werkt de Belastingdienst voor het eerst met een meerjarig portfolioproces
voor alle IV-projecten. Over dit Meerjarenportfolio wordt uw Kamer begin 2023 nader
geïnformeerd. Doel van het Meerjarenportfolio (MJP) is dat er meer inzicht en overzicht
ontstaat en scherper op projecten gestuurd kan worden. De Belastingdienst rondt ook
het IV-verbetertraject eind 2022 af en implementeert de acties met een langere doorlooptijd
in het Integraal Transformatieplan IV-voortbrenging. Ook maakt de Belastingdienst
sinds dit jaar de bredere uitvoerbaarheid en planning van nieuwe wetgeving beter inzichtelijk
met de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, een bijlage bij het Belastingplan, en
technische briefings.
• De Belastingdienst anticipeert op de pensioenuitstroom en is als werkgever zichtbaar
op de arbeidsmarkt. De Belastingdienst ontwikkelt naast de huidige wervingsaanpak
nieuwe creatieve vormen om op de huidige gespannen arbeidsmarkt medewerkers aan te
trekken. Ook kijkt de dienst naar het behoud van personeel door verbeteringen door
te voeren in leer- en ontwikkelmogelijkheden en doorstroom. Ten slotte wordt gewerkt
aan een meerjarige personeelsplanning zodat de Belastingdienst ook in de toekomst
blijft beschikken over voldoende en deskundig personeel.
De ambities van de Belastingdienst en de concrete acties om deze te realiseren zijn
terug te zien in de documenten die ik uw Kamer met deze brief aanbied: het jaarplan
2023, de Stand van de uitvoering en de Fiscale monitor. In de onderstaande paragraaf
wordt hier nader op ingegaan.
2. Jaarplan, Stand van de uitvoering en Fiscale monitor
Jaarplan 2023
Met het jaarplan 2023 wordt toegelicht welke activiteiten zijn gepland en hoe de Belastingdienst
invulling geeft aan de strategische prioriteiten uit de Meerjarenvisie 2020-2025.
In 2023 zet de Belastingdienst in op initiatieven die gericht zijn op handelen vanuit
dienstbaarheid en verbinding met de samenleving.
De Belastingdienst verbetert de dienstverlening continu. Met een variatie aan instrumenten
breidt de Belastingdienst de mogelijkheden uit om contact met de Belastingdienst op
te nemen. Onder andere door het gebruik van terugbelverzoeken en bereikbaarheid via
sociale media. Voor wie meer hulp nodig heeft is deze nooit ver weg bij de balies
en steunpunten, de inzet van maatschappelijk dienstverleners en Stella-teams. De Belastingdienst
maakt ruim 2000 brieven begrijpelijker en maakt het makkelijker voor burgers met een
eenvoudige fiscale situatie door hen een verkorte aangifte aan te bieden. Ondernemers
krijgen ondersteuning via loketten op MKB-kantoren, en nieuwe ondernemers kunnen hulp
en informatie vinden via webinars en goedestartbelastingdienst.nl.
In het toezicht gaat de Belastingdienst na hoe mogelijke fouten in de aangifte nog
beter en eerder gesignaleerd, voorkomen of hersteld kunnen worden. Daar waar de kwaliteit
van de belastingaangifte vooraf is geborgd, kan de Belastingdienst volstaan met minder
toezicht achteraf. Om dit te bereiken wordt de informatiestroom uit de Vooraf Ingevulde
Aangifte (VIA) verder verbeterd, ondersteunt de Belastingdienst dienstverleners die
belastingplichtigen helpen bij hun aangifte en wordt het bereik van horizontaal toezicht
uitgebreid. Bij twijfels over de volledigheid en juistheid van de ingediende aangiften
van burgers en ondernemingen, voert de Belastingdienst toezicht achteraf uit en bestrijdt
fraude. In het jaarplan informeert de Belastingdienst uw Kamer over de beschikbare
capaciteit voor het toezicht in 2023. In de bijlage bij deze brief ga ik daarnaast
in op de toezegging om uw Kamer te informeren over het niveau van toezicht.
De Belastingdienst staat bovendien voor een open en inclusieve organisatie, met een
cultuur waarin we uitgaan van diversiteit en gelijkwaardigheid. In 2023 maakt de organisatie
tijd voor reflectie en verbinding met dialoogsessies, themabijeenkomsten en webinars
met collega’s uit alle geledingen. Selectiecommissies, vacatures en beeldmateriaal
worden steeds diverser en medewerkers worden zich meer bewust van (onbewuste) vooroordelen.
In 2022 heeft de Belastingdienst geïnvesteerd in de informatievoorziening, gegevenshuishouding,
en managementinformatie om de basis van de organisatie op orde te krijgen. In 2023
wil de Belastingdienst deze acties en plannen doorzetten om een meer wendbare en toekomstbestendige
organisatie te worden.
Het jaarplan geeft inzicht in de dagelijkse activiteiten en nieuwe initiatieven bij
de Belastingdienst in 2023. En het jaarplan geeft enkele voorbeelden hoe de Belastingdienst
uitvoering geeft aan de signalen uit de Stand van de uitvoering. Het jaarplan maakt
melding van geplande werkzaamheden die zowel burgers en bedrijven nog beter helpen,
en de organisatie versterken.
Stand van de uitvoering
De Belastingdienst haalt verbetersignalen op van binnen en buiten de organisatie om
knelpunten te identificeren en deze op te lossen. Sinds 2021 stuurt de Belastingdienst
met de Stand van de uitvoering (Stand) een rapportage van deze signalen naar uw Kamer.
De Stand heeft als doel om ongefilterd informatie over knelpunten in de uitvoering
te delen met uw Kamer. De Stand geeft aan waar zich de knelpunten voordoen en waar
de organisatie, samen met beleid en politiek, werkt aan oplossingen. De Stand geeft
hiermee inzicht in de stand van zaken van de Belastingdienst.
Op basis van de opgehaalde signalen heeft de Belastingdienst al verschillende verbeteracties
ingezet. Zo hebben burgers beter inzicht in de behandeling van hun bezwaar via een
statusbalk op MijnBelastingdienst en kunnen digitale formulieren op verzoek thuis
worden gestuurd. Alle ruim 4.300 medewerkers met klantcontact worden getraind in het
herkennen van burgers die in de knel dreigen te raken, hoe zij vervolgens met burgers
in contact treden en hoe ze de benodigde actie kunnen ondernemen.
De Stand van de uitvoering laat zien dat de Belastingdienst zich bewust is van de
dingen die (nog) beter kunnen. En dat wordt onderkend en gedeeld wat de organisatie
zelf aan opvolging kan doen of waar samenwerking met anderen nodig is. In de Stand
is beschreven hoe de Belastingdienst het signalenproces aan het versterken is, waarbij
medewerkers zich vrij en ongeremd moeten voelen om signalen te delen. Deze signalen
worden opgevolgd, de opvolging wordt gemonitord en teruggekoppeld aan de melder. Met
de opdrachtgevers van de Belastingdienst wordt inmiddels gestructureerd samengewerkt
aan de opwerking en opvolging van de signalen, met DGFZ als coördinerend opdrachtgever.
Zo is structureel invulling gegeven aan de toezegging uit de kabinetsreactie op het
rapport «Ongekend Onrecht» om signalen van de werkvloer beter op te halen en op te
volgen. De Stand laat daarmee zien dat er een belangrijke ontwikkeling binnen de organisatie
in gang is gezet. Die ontwikkeling krijgt de komende jaren verder vorm.
De Belastingdienst presenteert met de Stand een uitnodiging om het gesprek met uitvoering,
beleid en politiek aan te gaan en gezamenlijk toe te werken naar oplossingen. Tegelijkertijd
met de Stand verschijnt er op de website van de Belastingdienst een rapportage over
de opvolging van de signalen uit de Stand 2021. Iedere vier maanden en bij significante
ontwikkelingen in de opvolging van signalen, zal dit overzicht worden geactualiseerd.
Fiscale Monitor
De Fiscale Monitor is een jaarlijks terugkerende rapportage. Verschillende doelgroepen
worden bevraagd over het algemeen functioneren en het imago van de Belastingdienst,
waardering van de dienstverlening, belastingmoraal en vertrouwen in de Belastingdienst.
De belangrijkste conclusies die ik uit de monitor haal zijn dat het vertrouwen in
de Belastingdienst nog onder druk staat, dat de belastingmoraal de laatste jaren stabiel
is en dat het imago van de Belastingdienst licht herstel vertoont. De uitkomsten van
de Fiscale Monitor zijn ook online te vinden op www.fiscalemonitor.nl.
3. Voorstel tot vervolg
Ondanks de uitdagingen die spelen werken de medewerkers van de Belastingdienst er
iedere dag aan om burgers en bedrijven zo goed mogelijk te helpen. Dit is terug te
zien in de activiteiten in het jaarplan Belastingdienst 2023 en de Stand van de uitvoering.
Ik benadruk dat het uitvoeren van structurele verbetering een aanpak op de lange termijn
vraagt. Ik wil daarom rust en ruimte blijven creëren voor de organisatie om stapsgewijs
verbeteringen door te voeren bij de Belastingdienst, maar ook in het fiscale stelsel.
Met de ingezette meerjarige plannen, en de initiatieven uit het jaarplan 2023 laat
de Belastingdienst zien welke werkzaamheden plaatsvinden om de ambities tot uitvoering
te brengen. Daarbij nodig ik uw Kamer uit om in gesprek te blijven met beleid en uitvoering,
en om gezamenlijk toe te werken naar een toekomstbestendige organisatie die de samenleving
zo goed mogelijk kan dienen. Tijdens het Commissiedebat Belastingdienst op 23 maart
ga ik graag verder met u in gesprek over de aangeboden documenten.
De Belastingdienst rapporteert tweemaal per jaar over plannen en werkzaamheden. In
december ontvangt uw Kamer het jaarplan Belastingdienst waarin u wordt geïnformeerd
over de geplande activiteiten en werkzaamheden van de Belastingdienst voor het komende
jaar. In mei ontvangt u de jaarrapportage Belastingdienst over het voorgaande jaar.
Daarin rapporteert de Belastingdienst over de uitvoering van de activiteiten uit het
vorige jaarplan Belastingdienst. Ik ga graag kort na de verzending van deze documenten
met uw Kamer in gesprek om respectievelijk vooruit te kijken naar het komende jaar,
en te reflecteren op het voorgaande jaar. Ik zal ook zoals toegezegd uw Kamer voorafgaand
aan ieder commissiedebat met een stand-van-zakenbrief informeren over de meest actuele
ontwikkelingen bij de Belastingdienst.
4. Moties en toezeggingen
Ten slotte informeer ik uw Kamer met deze brief over de onderstaande afgeronde moties
en toezeggingen. In de bijlage is per motie of toezegging aangegeven hoe en wanneer
deze is behandeld.
• Toezegging Inzicht in toezicht
• Toezegging stand van zaken over de uitvoering van de motie Idsinga over jaarlijkse
inzage in gegevens over boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven
• Toezegging RID-projecten
• Motie Azarkan over lijsten die niet aan privacywetgeving voldoen en HVB rapportage
• Toezegging Communicatie over schulden
• Toezegging Rapport rulings met een internationaal karakter
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
BIJLAGE – MOTIES EN TOEZEGGINGEN
Toezegging Inzicht in toezicht
In de Stand-van-zakenbrief Belastingdienst 2022 van 6 september 20222 heb ik toegezegd u te informeren over het niveau van het toezicht door de Belastingdienst.
Daarbij heb ik ook in kaart laten brengen hoe de mix van het handhavingsinstrumentarium
zich over 2022 heeft ontwikkeld en waar mogelijk geef ik aan welke effecten dit heeft
op de compliance en nalevingstekorten.
De Belastingdienst geeft de handhavingsregie vorm en inhoud door inzet van alle handhavingsinstrumenten,
om zo het gedrag van burgers en bedrijven optimaal te beïnvloeden. De inzet, doeltreffendheid
en doelmatigheid van handhavingsinstrumenten moet dus altijd in de bredere context
van de gehele uitvoerings- en handhavingsstrategie van de Belastingdienst worden bezien.
De Belastingdienst heeft als strategisch doel dat zoveel mogelijk burgers en bedrijven
uit zichzelf hun fiscale verplichtingen nakomen, zonder dwingende en kostbare acties
van de zijde van de Belastingdienst (compliance). Om dit doel te bereiken zet de Belastingdienst
een mix van handhavingsinstrumenten in. Hierbij zet de Belastingdienst zoveel mogelijk
in op het voorkomen van fouten in de aangifte door middel van dienstverlening en toezicht
vooraf. Hiervoor gebruikt de Belastingdienst handhavingsinstrumenten als voorlichting,
de voor ingevulde aangifte en balies/ steunpunten. De drie verschillende doelgroepen
Particulieren, MKB en Grote Ondernemingen, kennen ieder een op de doelgroep afgestemde
handhavingsmix. Er is vanuit uw Kamer de afgelopen jaren veel aandacht voor het niveau
van het toezicht achteraf. Ik hecht eraan te benadrukken dat het toezicht achteraf
in samenhang met de totale handhavingsmix moet worden bezien.
Het effect van de inzet van de handhavingsmix op de compliance meet de Belastingdienst,
naast andere performance indicatoren3, met steekproefonderzoeken (per doelgroep) en de Fiscale Monitor. De uitkomsten van
de steekproef zijn onder meer het percentage dat het nalevingstekort (gemiste opbrengsten)
voor de gehele populatie uitdrukt en het percentage aangiften dat juist is ingediend.
De uitkomsten van de steekproef Particulieren (2020) en Ondernemingen (2019) laten
een gunstige trend zien. De directie GO zal in 2023 starten met een steekproef op
het segment middelgrote ondernemingen. Daarnaast laten de uitkomsten van de Fiscale
Monitor (2022) voor de doelgroepen Particulieren, MKB en GO een stabiele score zien
op zaken als ervaren adequate behandeling, effectief informeren, gemak bieden en fouten
voorkomen en corrigerend optreden. Ik verwijs voor de resultaten uit de fiscale monitor
2022 naar bijlage 3 van deze brief.
Particulieren nalevingstekort
1, 2
Belastingjaar
2014
2015
2016
2018
2020
Omvang populatie (aantal x 1.000)
8.189
8.204
8.136
8.098
7.684
Naleving (% correcte aangiften)
89%
91%
92%
93%
95%
Nalevingstekort (% van de grondslag)
1,0%
0,8%
0,7%
0,5%
0,4%
X Noot
1
Sinds 2016 wordt dit onderzoek tweejaarlijks uitgevoerd.
X Noot
2
Het nalevingstekort is gerapporteerd in het transactiejaar van de steekproef, terwijl
in de Begroting/Jaarverslag het jaar gerapporteerd staat waarin de steekproef-uitslag
bekend is.
MKB nalevingstekort
1
Belastingjaar
2012
2013
2014
2015
2017
Omvang populatie (aantal entiteiten x 1.000)
1.444
1.418
1.472
1.531
1.723
Naleving (% correcte aangiften)
63%
57%
57%
58%
69%
Nalevingstekort (% in fiscaal belang)
6%
5,2%
5,8%
5,7%
4,3%
X Noot
1
Het nalevingstekort is gerapporteerd in het transactiejaar van de steekproef, terwijl
in de Begroting/Jaarverslag het jaar gerapporteerd staat waarin de steekproef-uitslag
bekend is.
Het is niet mogelijk om de inzet van het gehele handhavingsinstrumentarium en het
effect wat de instrumenten hebben op de compliance te tonen. Dit geldt ook voor de
inzet en het effect van het instrumentarium dat betrekking heeft op het voorkomen
van fouten in de aangifte. De Belastingdienst zal in de komende evaluatie Toezicht
(afronding 2024), die wordt uitgevoerd in het kader van de Strategische Evaluatie
Agenda (SEA)4 (onder andere) onderzoeken welke doelen en veronderstellingen ten grondslag liggen
aan de «beweging naar de voorkant» en welke inspanningen/activiteiten/instrumenten
er onderdeel van uitmaken.
Er is wel informatie beschikbaar over de inzet van de instrumenten in het toezicht
achteraf zoals traditioneel behandelde aangiften en boekenonderzoeken. In onderstaande
tabel is het verloop van de productie in het toezicht achteraf opgenomen.
Zoals al eerder is aangegeven in de Stand van zakenbrief van 6 september 20225 en de Fiscale beleids- en uitvoeringsbrief6 merkt de Belastingdienst de gevolgen van de krapte op de arbeidsmarkt en is er ook
in 2022 sprake van een onderbezetting. Daarnaast is sprake van een daling van de voor
toezicht beschikbare capaciteit door een groeiende populatie en complexe uitvoering
die steeds arbeidsintensiever wordt en golden in de eerste maanden van 2022 beperkingen
in verband met corona. Voorts is ook sprake van uitstroom van ervaren medewerkers
en een lagere instroom van nieuwe medewerkers. Dit alles betekent dat de productiviteit
ook de komende jaren onder druk zal staan. De druk op de productiviteit in 2022 vertaalt
zich met name in minder beoordelingen van aangiften Inkomstenheffing en Vennootschapsbelasting
en boekenonderzoeken.
Daarnaast heeft de Belastingdienst in 2022 onder meer te maken gehad met de impact
van het Box 3 arrest. Om dit op te vangen heeft de Belastingdienst de keuze gemaakt
om het toezicht achteraf te verminderen, dit is duidelijk zichtbaar in de hierboven
genoemde tabel, in de terugloop van aantal traditioneel behandelde aangiften IH.
De impact van de daling van de productie in het toezicht achteraf op de algehele compliance
is (vooralsnog) niet zichtbaar. Daling van toezicht achteraf kan, zoals ook beschreven
in het eerder dit jaar aan de Kamer aangeboden rapport «Analyse daling niveau toezicht
achteraf»7 echter op termijn een risico vormen. Daarom verkent de Belastingdienst, zoals eerder
aangegeven en ook opgenomen in het Jaarplan 2023, hoe om te gaan met de risico’s die
in het onderzoek zijn geconstateerd. Hiertoe verwijs ik u naar de Fiscale Beleids-
en uitvoeringsbrief8, waarin een toelichting op het actieplan toezicht is opgenomen. Eén van de maatregelen
in het Jaarplan Belastingdienst 2023 en het actieplan toezicht voor de komende jaren
is het proactief en creatief werven om de toekomstige bezetting van de personele capaciteit
voor toezicht voor de toekomst op peil te houden. Zoals in de aanbiedingsbrief ook
aangegeven heeft het ontwikkelen van een stabiel en deskundig personeelsbestand hoge
prioriteit. De opleiding en begeleiding van nieuwe collega’s vergt in de komende jaren
tijd en capaciteit die ook impact zal hebben op de productie in het toezicht achteraf.
Toezegging stand van zaken over de uitvoering van de motie Idsinga over jaarlijkse
inzage in gegevens over boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven
In het commissiedebat Belastingdienst van 7 september jl.9 heb ik aan het lid Idsinga (VVD) toegezegd de Tweede Kamer in het vierde kwartaal
van dit jaar te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering
van de aangenomen motie10 over inzage in boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven. Eerder in de
beleids- en uitvoeringsbrief van 3 juni 202211 heb ik uw Kamer geïnformeerd hoe ik uitvoering wil geven aan het in de motie opgenomen
verzoek. De uitvoering van de motie loopt. Om inspiratie op te doen is er een internationale
uitvraag bij andere Belastingdiensten gedaan, met de vraag op welke wijze zij over
hun handhavingsactiviteiten rapporteren. Daarnaast wordt een eerste rapportage over
de aantallen, aard, omvang en resultaten van boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven
voorbereid. Zoals geschreven ben ik voornemens om ieder jaar in de Jaarrapportage
over het Jaarplan te rapporteren over de in de motie gevraagde gegevens en resultaten,
te beginnen bij de Jaarrapportage die uw Kamer in mei 2023 van mij ontvangt. Op dat
moment wordt u dus eveneens geïnformeerd over een deel van het hierboven genoemde
toezicht achteraf van de Belastingdienst, specifiek gericht op de boekenonderzoeken
en fraudebestrijdingsinitiatieven.
Toezegging RID-projecten
Overheidsbreed is afgesproken de projectgegevens van grote projecten met een ICT-component
groter dan € 5 miljoen te actualiseren in het Rijks ICT-dashboard (RID).12, 13 Deze informatie wordt vervolgens in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk opgenomen
die uw Kamer elk jaar op 1 mei ontvangt. Via deze weg wil ik u laten weten dat de
Belastingdienst voor het einde van dit jaar de grote projecten met een ICT-component
groter dan 5 miljoen actualiseert op het RID. Een uitzondering hierop is het project
Generiek platform Document- en Archiefbeheer (GDA) welke wordt geactualiseerd in de
reguliere update in april 2023. Met deze actualisatie van het RID voor het einde van
dit jaar voor deze projecten is de Belastingdienst up-to-date. Hiermee geven we ook
invulling aan de jaarlijkse (verplichte) actualisatie van het RID die voor 1 april
moet plaatsvinden. Hierbij wil ik u nog specifiek meenemen in een tweetal projecten:
Auto MRB en Uitfaseren ETM.
Auto motorrijtuigenbelasting (MRB)
Het programma Rationalisatie Auto Motorrijtuigenbelasting (RA-MRB) omvat de modernisering
van het informatievoorziening-landschap (verder IV) van MRB, waarbij de huidige IV-systemen
t.b.v. de heffing van de Motorrijtuigenbelasting vervangen worden door nieuwbouw.
Het programma beoogt daarmee de continuïteit van het bedrijfsproces «Heffing» van
de Motorrijtuigenbelasting te borgen en het aanpassingsvermogen aan nieuwe wet- en
regelgeving te vergroten. Voor MRB worden meerdere applicaties gebruikt. Het bestaande
applicatielandschap voor de MRB wordt de komende jaren in stappen vernieuwd. De twee
belangrijkste applicaties binnen dit landschap zijn Motorrijtuigenbelasting Onder
Architectuur (MOA) voor vrachtwagens en Houderschapsbelastingen (HSB) voor personenwagens.
Conform de adviezen van het AcICT14, waarover ik uw Kamer d.d. 23 mei 2022 heb geïnformeerd, heeft er een heroriëntatie
plaatsgevonden op de aanpak, scope en planning van dit meerjarige programma. De omvang
van het project en de lange doorlooptijd maakte het lastig om hier effectief op te
sturen. Zoals eerder gemeld zorgde dit voor hogere kosten en langere doorlooptijden
(42,4 miljoen na herijking ten opzichte van 37,4 miljoen bij peildatum 31 december
2021). Dit heeft geleid tot een andere projectaanpak waarbij onder meer conform adviezen
van het AcICT gekeken is naar het omvormen van het traject naar kleinere beter bestuurbare
deelprojecten. De oorspronkelijke opdracht van het project Auto MRB is daarop bijgesteld
en omgevormd tot de eerste deelopdracht waarin de focus ligt op het uitfaseren van
het IV-systeem voor vrachtwagens (MOA) en de implementatie van het nieuwe systeem.
Met de afronding van deze opdracht eind 2022 wordt ook Auto MRB afgerond. Over de
volgende deelopdrachten wordt apart besloten en gerapporteerd.
Uitfaseren ETM (Enterprise Tax Management)
Het ICT-landschap van inning en betalingsverkeer is erg complex. Sinds 2017 wordt
gewerkt aan een meerjarig vernieuwingstraject op basis van een zogeheten doelarchitectuur.
Dit komt erop neer dat de huidige drie grote inningssystemen worden vervangen door
een aantal kleinere applicaties. Enterprise Tax Management (ETM) is één van die drie
te vervangen applicaties. In de applicatie ETM zijn nu de inningsvoorzieningen voor
ongeveer 25 aangifte- en aanslagmiddelen opgenomen. ETM int jaarlijks ca. € 17 miljard
aan belastingmiddelen en verzorgt een belastingteruggave van ca. € 5 miljard. De huidige
ondersteuning door de leverancier stopt voor ETM na 1 januari 2023. Het risico van
het wegvallen van de ondersteuning is in kaart gebracht en gemitigeerd waardoor de
Belastingdienst nu in kleinere plateaus werkt aan de uitfasering van ETM en de andere
systemen. Hier is de Tweede Kamer in eerdere brieven en rapportages nader over geïnformeerd15.
Na een strategische herstructurering is het project Uitfaseren ETM in december 2021
tot een afronding gekomen en de meerjarige transitie van het applicatielandschap van
Inning & Betalingsverkeer loopt verder via het programma Transitie Inningslandschap
Fase 1 (TIF1). Hier kunnen ook de lagere kosten (32,5 miljoen na herijking ten opzichte
van 35,9 miljoen euro bij peildatum 31 december 2021) door verklaard worden. Het programma
TIF1 wordt bij de actualisatie ook op het RID opgenomen.
Tot slot wil ik nogmaals benoemen, nadat ik dat eerder al gedaan heb in de Stand van
Zakenbrief16, dat we in 2022 de sturing op de grote IV-projecten geïntensiveerd hebben door te
borgen dat projecten pas kunnen starten als zij voldoen aan gedefinieerde startvoorwaarden,
zoals een vastgestelde business case en een solution architectuur. Vanaf 2023 wordt
er ook gewerkt met projecten die in kleinere stukken (plateaus) opgedeeld zijn. Dat
is overzichtelijker, beter stuurbaar en zorgt voor het sneller opleveren van resultaten.
Ook is de Belastingdienst eind 2022 overgestapt van een eenjarig portfolioproces naar
een meerjarig proces met vaste actualisatiemomenten. Over dit Meerjarig Portfolioproces
wordt uw Kamer in het voorjaar van 2023 geïnformeerd. Daarnaast wordt de informatie
op het RID geactualiseerd indien actualisatie van een daarop vermeld project aan de
orde is. Indien een specifiek project dusdanig uitloopt dat er risico’s ontstaan voor
de continuïteit of de doorvoering van wet- en regelgeving wordt de Kamer hierover
separaat geïnformeerd.
Motie Azarkan over het buiten werking stellen van alle lijsten die niet aan de privacywetgeving
voldoen en vervolgrapportages HVB
Het lid Azarkan heeft tijdens het laatste debat over FSV (Handelingen II 2021/22,
nr. 107, item 23) een motie ingediend (Kamerstuk 31 066, nr. 1104) waarin de regering verzocht wordt om ervoor zorg te dragen dat alle lijsten die
niet aan de privacywetgeving voldoen, worden opgespaard en buiten werken worden gesteld.
In het kader van het HVB-traject 1B, veegactie lijsten17, zijn meer dan 200 bestanden aangedragen en gecontroleerd. Deze lijsten zijn allemaal
buiten werking gesteld, op vier na waarvan bepaald is dat deze essentieel zijn en
voldoen aan de wetgeving. Hiermee zie ik deze motie als uitgevoerd.
In 2020 is het programma Herstellen, Verbeteren en Borgen (HVB) opgericht. Met het
programma worden de problemen opgelost die zijn geconstateerd in de manier waarop
de Belastingdienst is omgegaan met (persoons)registraties, risicomodellen en het gebruik
van persoonsgegevens. De werkzaamheden van het programma Herstellen, Verbeteren en
Borgen zullen in 2023 in de reguliere uitvoering worden belegd. Uw Kamer zal daarom
geen separate HVB-rapportages meer ontvangen, maar over het vervolg worden geïnformeerd
via de reguliere Stand-van-zakenbrieven.
Toezegging communicatie over schulden
Zoals toegezegd in de kabinetsreactie op de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag
hebben de Belastingdienst en Toeslagen als onderdeel van de kabinetsbrede schuldenaanpak
en de Visie op schulden een communicatiestrategie opgesteld. Hierover is uw Kamer
al eerder geïnformeerd met de Kamerbrief «Stand van zaken maatregelen kabinetsreactie
op het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag» van
29 juni 2021 (Kamerstuk 35 510, nr. 60). Met deze communicatiestrategie is deze actie afgerond. Deze communicatiestrategie
draagt bij aan het realiseren van de Visie op schulden, en beschrijft de zienswijze
van de Belastingdienst en Toeslagen op de Visie en de wijze waarop zij hiermee omgaan
in de communicatie richting de burger. In de communicatie over de schuldenaanpak staat
de burger centraal. Daarom laten de Belastingdienst en Toeslagen in de communicatie
aan de hand van concrete acties/projecten zien hoe en waarom zij burgers met (een
verhoogde kans op) problematische schulden ondersteunen. Een voorbeeld van een dergelijke
actie is bijvoorbeeld de samenwerking met schuldhulppartijen zoals de Nederlandse
Schuldhulp Route (Geldfit).
Toezegging Rapport rulings met een internationaal karakter
De onafhankelijke onderzoekscommissie heeft onderzoek gedaan naar in 2020 afgegeven
rulings met een internationaal karakter. In voorgaande jaren werd het rapport van
de onafhankelijke onderzoekscommissie – samen met het jaarlijks door de Belastingdienst
op te stellen jaarverslag over rulings met een internationaal karakter en waarin bijvoorbeeld
ook de beeldbepalende standpunten worden weergegeven – meegestuurd met de 3e Voortgangsrapportage
Belastingdienst. Omdat de onafhankelijke onderzoekscommissie haar onderzoek naar de
in 2020 door de Belastingdienst afgegeven rulings met een internationaal karakter
onlangs heeft afgerond, zijn de resultaten van dit onderzoek als bijlage bij deze
brief opgenomen.
De bevindingen van de onderzoekscommissie en het algemene beeld dat de onderzoekscommissie
van de rulingpraktijk heeft is positief. De onderzoekscommissie heeft binnen de kaders
van het uitgevoerde onderzoek geen aanwijzingen gevonden dat in het onderzoeksjaar
2020 internationale rulings zijn afgegeven waarbij de gemaakte afspraken inhoudelijk
in strijd zijn met de wet, het beleid of de jurisprudentie. Verder constateert de
onderzoekscommissie dat de onderzochte internationale rulings uit het jaar 2020 op
de juiste procedurele manier zijn afgehandeld en er de juiste toetsen voor het geven
van zekerheid vooraf zijn aangelegd. Ook is de vastlegging in de dossiers van de juridische
onderbouwing van de rulings en van de naleving van de formele vereisten voor de afgifte
van de rulings voor het jaar 2020 door de onderzoekscommissie goed op orde bevonden.
Ten aanzien van de samenvattingen concludeert de onderzoekscommissie dat de Belastingdienst
een goed evenwicht lijkt te hebben gevonden tussen een zo duidelijk en volledig mogelijke
weergave van de feiten en de afspraken die zijn gemaakt enerzijds en het voorkomen
van herleidbaarheid van de vaststellingsovereenkomst naar de belastingplichtige en
de geheimhoudingsplicht anderzijds. Dit instrument in deze vorm heeft een belangrijke
toegevoegde waarde bij het vergroten van de transparantie rond de rulingpraktijk.
Met betrekking tot de templates – voor de internationale uitwisseling van rulings
– zijn naar het oordeel van de onderzoekscommissie nog verdere verbeteringen mogelijk.
Deze verbeteringen zien op het punt van de omschrijving van de gemaakte afspraken
en, waar nodig, de daaraan ten grondslag liggende omstandigheden. Sommige omschrijvingen
waren duidelijk informatiever dan andere. De Belastingdienst kan naar de mening van
de onderzoekscommissie (soms) kritischer kijken naar de wijze waarop het template
door de aanvrager van de ruling is ingevuld. De Belastingdienst pakt dit op en zal
hierop terugkomen in het volgende jaarverslag over rulings met een internationaal
karakter. Dit geldt ook voor de vraagpunten van de onderzoekscommissie ten aanzien
van de «standaard’bepalingen en de wijze waarop deze door de Belastingdienst zullen
worden toegepast. Zoals de vraag in welke omstandigheden de Belastingdienst van de
in het basismodel opgenomen mogelijkheid tot beëindiging van de vaststellingsovereenkomst
gebruik zal (willen) maken als de belastingplichtige zich niet aan de overeenkomst
houdt, en of daartegen dan bezwaar en beroep mogelijk is.
Tot slot merkt de onderzoekscommissie op dat zij met de jaarlijkse onderzoeken inmiddels
achterloopt op de actualiteit en de publicatie van de jaarverslagen over rulings met
een internationaal karakter door de Belastingdienst. De onderzoekscommissie stelt
daarom voor om (eenmalig) een actualiseringsslag te maken. Dientengevolge zal ik de
onderzoekscommissie vragen om in het te verrichten onderzoek in het jaar 2023 twee
onderzoeksjaren – 2021 en 2022 – samen te nemen (zonder overigens het totale aantal
te onderzoeken rulings te verhogen). Hierbij is van belang dat dat er zich in de jaren
2021 en 2022 geen grote wijzigingen in het rulingbeleid hebben voorgedaan. Tevens
is daarbij in overweging genomen het over het geheel positieve beeld van de rulingpraktijk
dat de onderzoekscommissie de afgelopen jaren heeft gekregen en de (nog) verdere verbeteringen
die in het rapport over 2020 zijn geconstateerd ten opzichte van 2019, onder meer
op het punt van de vastlegging en de transparantie. Ook met een aantal van 15 te onderzoeken
rulings per onderzoeksjaar kan volgens de onderzoekscommissie een voldoende beeld
worden verkregen voor de jaren 2021 en 2022 gezamenlijk.
Indieners
-
Indiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.