Brief regering : Voortgangsrapportage High Impact Crimes 2021-2022
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 720
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2022
Inleiding
Hierbij sturen wij u de jaarlijkse rapportage over de aanpak van high impact crimes
(HIC). Dit zijn delicten met een grote impact op slachtoffers en hun directe omgeving.
Ook het veiligheidsgevoel in de maatschappij kan door high impact crimes sterk worden
aangetast. Dat maakt dat deze delicten onze bijzondere aandacht blijven vragen. Voorbeelden
van high impact crimes zijn onder andere (gedigitaliseerde) vermogens- en geweldsdelicten,
zoals woninginbraken, overvallen, ram- en plofkraken, geweld en straatroof. Ook het
bestrijden van heling als facilitator voor het plegen van vermogenscriminaliteit vormt
een belangrijk onderdeel van de HIC-aanpak.
Met deze voortgangsrapportage informeren wij uw Kamer op hoofdlijnen over de belangrijkste
ontwikkelingen in de bestrijding van deze delicten. In deze brief wordt eerst de overkoepelende
strategie vermeld, daarna volgen overzichten van de cijfermatige ontwikkeling van
de geregistreerde high impact crimes en van maatregelen die zijn ingezet op het voorkomen
van – herhaald – daderschap en slachtofferschap.
Overkoepelende strategie
Meerdere fracties van uw Kamer hebben het afgelopen jaar het belang van de inzet op
preventie (naast repressie) onderstreept. Onder andere tijdens de begrotingsbehandeling
van 2023, maar ook eerder al tijdens commissiedebatten over criminaliteitsbestrijding.1 Via de HIC-aanpak is meerjarig ingezet op het gestructureerd bestrijden high impact
crimes. Preventie – via het positief en effectief beïnvloeden van het gedrag van potentiele
slachtoffers en daders – is een belangrijk onderdeel van de aanpak. De werkwijze start
onder meer met het maken van een beleidsanalyse van de aard en omvang van de fenomenen
en een analyse van de invloed van risico- en beschermende factoren en van de betrokken
stakeholders. De maatregelen worden (door)ontwikkeld op basis van wetenschappelijke
inzichten en de evaluatie van hun effectiviteit. Er wordt gewerkt aan de implementatie
van deze maatregelen binnen het lokaal domein. Naast de preventieve aanpak wordt ingezet
op het terugdringen van de gelegenheid om delicten te plegen. En, als het toch zo
ver komt: daders opsporen, vervolgen, inzetten op een passende straf en goede resocialisatie
van daders in de maatschappij. De HIC-aanpak omvat daarmee de strategische inzet van
dadergerichte, slachtoffergerichte en situationele preventieve maatregelen, in combinatie
met de repressieve aanpak. Veel preventieve maatregelen worden getroffen in nauwe
samenwerking met stakeholders uit de publieke en private sector. In toenemende mate
zien we de problematiek waar veel Nederlandse (grote) steden mee kampen ook terug
in andere delen van het Koninkrijk. We werken daarom, in gezamenlijkheid met onze
partners in Caribisch Nederland, aan de inzet van de interventies binnen het Koninkrijk.
De afgelopen jaren is gebleken dat maatregelen uit de HIC-aanpak ook positief bijdragen
aan het terugdringen van andere fenomenen. Denk hierbij aan de preventieve aanpak
van jeugdcriminaliteit en georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. De HIC-aanpak
is complementair aan de preventieve aanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit,
zoals wordt vormgegeven ter uitvoering van het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk
35 788, nr. 77). De domeinoverstijgende gebiedsgerichte en flexibele aanpakken werken als katalysator
voor de inzet van interventies en dragen bij aan een steeds betere landelijke dekking
hiervan.2 Op deze wijze versterken de verschillende aanpakken elkaar, hetgeen aansluit bij
elementen uit de initiatiefnota van het lid van uw Kamer Verkuijlen.3 Deze initiatiefnota wordt in de eerste helft van 2023 van een reactie voorzien.
Het lokaal bestuur is primair verantwoordelijk voor de lokale veiligheid. Vanuit de
rijksoverheid steunen en stimuleren we gemeenten bij het uitvoeren van nieuwe kansrijke
en bestaande effectieve interventies die aan de veiligheid bijdragen. Wij waarderen
de betrokkenheid en inspanningen van het lokale bestuur, de medewerkers bij de gemeenten
en de publieke en private partners en bedanken hen hierbij voor hun actieve bijdragen
aan het (door-)ontwikkelen en inzetten van de HIC-aanpak.
1. Ontwikkeling high impact crimes
In onderstaande tabel is het aantal delicten weergegeven in de periode 2011 tot en
met 2021.4
Jaar
Overvallen
Straatroven
Woninginbraken
Geweld
2011
2.272
8.400
88.960
98.050
2012
1.982
8.050
91.930
95.735
2013
1.633
7.050
87.720
89.265
2014
1.267
5.460
71.230
84.920
2015
1.239
4.731
64.560
83.106
2016
1.138
4.167
55.470
80.332
2017
1.103
3.576
49.124
75.557
2018
1.143
3.517
42.662
72.533
2019
1.174
3.777
39.365
73.638
2020
907
3.184
30.531
70.023
2021
676
2.321
23.452
65.849
Procentuele ontwikkeling 2011–2021
-70%
-72%
-74%
-33%
De daling van het aantal geregistreerde overvallen, straatroven, woninginbraken en
geweldsdelicten blijft in 2021 doorzetten. Vermoedelijk droegen de maatregelen in
verband met Covid-19, inclusief de invoering van de avondklok en (harde) lockdown
hieraan bij. De cijfers over heel 2022 zijn nog niet bekend, maar het ziet ernaar
uit dat de HIC-delicten ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar een stijging
laten zien. Zoals uw Kamer aangaf tijdens de begrotingsbehandeling van 2023 is het
ondanks de dalende trend van belang om de aandacht voor de aanpak van HIC-delicten
vast te houden. Dit type delicten kan snel stijgen op het moment dat de aandacht voor
preventie, opsporing en vervolging verzwakt. Bovendien is het aantal woninginbraken
in tien jaar tijd stevig gedaald, maar gaat het nog steeds om zo’n twee à drie woninginbraken
per uur.
Met de ervaring van de Taskforce Overvallen, is er een goed beeld ontstaan van het
effect van de genomen maatregelen, maar ook waar (nieuwe) uitdagingen liggen. Denk
hierbij bijvoorbeeld aan andere branches die slachtoffer worden of nieuwe modus operandi.
Onder leiding van de burgemeester Hamming van Zaanstad is een nieuw Actieprogramma
voor de periode 2022–2026 opgesteld. De speerpunten uit actieprogramma zijn het voorkomen
van daderschap met behulp van effectieve interventies en inzet op publiek private
samenwerking. Een deel van de eerdere genomen maatregelen wordt gecontinueerd, maar
ook nieuwe initiatieven krijgen de ruimte, bijvoorbeeld het delen van modus operandi
van daders. In de bijlage treft u het nieuwe Actieprogramma van de Taskforce Overvallen.
Naar aanleiding van de berichtgeving5 over de toename van het aantal minderjarige verdachten van gewapende overvallen,
kan gemeld worden dat de cijfers over de afgelopen jaren fluctueren en dat daardoor
niet kan worden gesproken over een trend. De cijfers over 2022 worden vergeleken met
een jaar van lockdowns en de avondklok. Dat maakt de situatie niet minder ernstig.
De criminaliteit daalt in zijn totaliteit en de afgelopen jaren zien we dat minderjarigen
– in bepaalde wijken en onder bepaalde omstandigheden – verdacht worden van soms zeer
ernstige geweldsdelicten, waaronder overvallen. De Taskforce Overvallen steunt de
inspanningen van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming
bij de brede preventieve aanpak van deze vormen van criminaliteit.
2. Preventie (herhaald) daderschap
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat HIC-daders over het algemeen een langere en intensievere
criminele carrière hebben dan daders van andere delicten.6 Deze onderzoeken onderschrijven de noodzaak om aandacht te blijven houden voor jongeren
en (jong)volwassenen die een verkeerde afslag (dreigen te) nemen. Daarnaast is er
blijvend aandacht voor het bieden van ondersteuning bij terugkeer in de maatschappij
na detentie.
Met de onder andere bij het coalitieakkoord toegekende middelen maken we impact in
de gezinnen, in de wijken en op de scholen van jongeren die kwetsbaar zijn. We stimuleren
de (door)ontwikkeling van kansrijke interventies, en bevorderen de inzet van door
het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) erkende gedragsinterventies gericht jongeren en
jongvolwassenen met complexe problematiek en daarmee een verhoogd risico op delinquent
gedrag.7 Vaak zien deze interventies op de verbetering van meerdere leefgebieden.8 Binnen het lokaal domein werken partners uit de justitieketen, de zorg, het onderwijs
en andere partners uit het sociaal domein samen aan oplossingen op deze leefgebieden.
Hieronder treft u een overzicht van de maatregelen voor het voorkomen van daderschap.
2.1 Interventies, maatregelen en onderzoek voor aandachtsgroepen
Op tijd signaleren en effectief ingrijpen kan daderschap helpen voorkomen. Op verzoek
van uw kamer en extra steun van de aangenomen motie van het lid van uw Kamer Van der
Werf9 zetten we kansrijke en effectieve interventies ook buiten de Randstad in.
Interventies voor preventie daderschap onder jeugdigen
In samenwerking met het RIEC Midden-Nederland wordt het modulaire lespakket «Kapot
Sterk» doorontwikkeld. Dit is een preventief onderwijsprogramma voor leerlingen van
groep 7 en 8, waarmee gemeente, politie en Openbaar Ministerie (OM) deze doelgroep
weerbaarder maakt tegen de verleidingen van criminaliteit. Daarnaast zetten we in
op (het onderhouden van) de erkenning van maatregelen voor kinderen jonger dan 12 jaar,
zoals BASTA!, Alles kidzzz en het Preventieve Interventie Team (PIT) en het benutten
van deze interventies door gemeenten.10
Alleen jij bepaalt
Via motie Van der Werf11 is door uw kamer verzocht om bestaande effectieve interventies te intensiveren en
uit te rollen, ook in kleinere gemeenten. Mede naar aanleiding hiervan is sinds de
vorige voortgangsrapportage stevig ingezet op de gedragsinterventie «Alleen jij bepaalt
wie je bent (AJB)».12 Momenteel loopt AJB in 30 gemeenten. Het doel is om, in gebieden waar de cijfers
hiertoe aanleiding geven, AJB te intensiveren en dekkend uit te rollen. Via AJB wordt
eveneens bijgedragen aan het terugdringen van andere fenomenen. In 2021 en 2022 zijn
bijvoorbeeld de workshops «respect voor hulpverleners» georganiseerd. Deze zijn ook
voor 2023 gepland.
Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid
Jeugdigen en (jong)volwassenen met multiproblematiek hebben baat bij interventies
die op praktische wijze een waardevolle toevoeging geven aan diverse leefgebieden.
Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid (IPTA) is een interventie die ten
behoeve van deze groep verder wordt ontwikkeld. IPTA bevindt zich in het NJi erkenningstraject.13 De pilot is in 2019 gestart met zes fte. in vijf gemeenten en is inmiddels uitgebreid
naar in het totaal 13 met de inzet van 18 fte.
Voor verdere uitbreiding lopen er gesprekken.
Meisjescriminaliteit
Door zowel uw Kamer14 als door professionals is aandacht gevraagd voor het fenomeen jong vrouwelijk daderschap.
Sinds de laatste voortgangsrapportage is de inventarisatie naar de inzet van interventies
op deze doelgroep afgerond. Hieruit bleek dat gemeenten weinig gerichte interventies
inzetten. Respondenten gaven aan dat het huidig instrumentarium volstaat. Een aantal
respondenten gaf aan onvoldoende in te kunnen schatten of specifieke interventies
nodig zijn. De uitkomst van het onderzoek naar een mogelijke blinde vlek op meisjescriminaliteit
wordt begin 2023 verwacht. Vervolgstappen hangen af van de conclusies en aanbevelingen
van onderzoekers, gekoppeld aan de bevindingen uit de inventarisatie.
Gesloten culturele gemeenschappen
Gesloten culturele gemeenschappen, kenmerken zich door interne, vaak van de samenleving
afwijkende, waarden en normen. Er heerst een sterk wij-zij-gevoel waarbij de samenleving
als bedreigend wordt ervaren of waarbij de samenleving de gemeenschap als bedreigend
en als overlast gevend ervaart. Binnen deze systemen is vaak sprake van intergenerationele
overdracht van criminaliteit. Dit terwijl hulpverlening geen toegang heeft tot deze
gezinnen en de overheid niet of nauwelijks zicht heeft op wat er zich afspeelt. Mede
naar aanleiding van de aandacht van uw Kamer voor kwetsbare gezinnen die kunnen afglijden
naar de criminaliteit is in 2022 een samenwerking met het Leger des Heils gestart.15 Hierin wordt bestaand onderzoek over gesloten culturele gemeenschappen samengebracht.
Vervolgens wordt een onderbouwde overkoepelende aanpak ontwikkeld dat met name tot
doel heeft de toegang voor professionals tot deze gemeenschappen te verbeteren. Deze
werkwijze wordt in pilotvorm getest.
Voorkomen online daderschap
Uit diverse onderzoeken blijkt dat (slachtofferschap van) online criminaliteit toeneemt.16 Ook uw Kamer blijft terecht aandacht houden voor dit thema, ook in relatie tot preventie.17 Met die reden wordt ingezet op een combinatie van maatregelen om online daderschap
te voorkomen. Het is van belang dat jonge mensen digitaal weerbaarder worden. Het
door het Rathenau Instituut uitgevoerde onderzoek «Online Ontspoort» geeft aanknopingspunten
om deze weerbaarheid te ontwikkelen.18 In dit onderzoek zijn achttien mechanismen in kaart gebracht die ervoor zorgen dat
in het digitale domein gedrag sneller ontspoort dan in het fysieke domein. Mede op
basis van dit onderzoek is de interventie Mijn Cyberrijbewijs ontwikkeld, die begin oktober jl. is gelanceerd. Het is een gratis lesprogramma
voor groep 7 en 8 van het primair onderwijs. Mijn Cyberrijbewijs gebruikt vijf lessen
om via vijf thema’s de kinderen zich bewust te laten maken van de eigenschappen van
het internet en hen er de risico’s van in te laten zien. Daarnaast is de door de politie
ontwikkelde gedragsinterventie «re_B00TCMP»19 doorontwikkeld en verder uitgerold. Re_B00TCMP heeft inmiddels vijf keer plaatsgevonden
in drie regio’s. Gemiddeld zijn er 35 jongeren en een gelijksoortig aantal ouders
aanwezig per re_B00TCMP. Bovenstaande maatregelen dragen bij aan het tegengaan van
online criminaliteit, zoals cybercrime en online fraude.20
Veiligheid in en om de school
Het afgelopen jaar is in een aantal gemeenten gestart met het vergroten van het veiligheidsgevoel
in en rond de school. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid stimuleert deze aanpak.
Een voorbeeld is de Samenwerkingsovereenkomst Schoolveiligheid die in Arnhem is ondertekend.
De gemeente, de politie en de schoolbesturen van alle Arnhemse middelbare scholen
maakten afspraken over de manier waarop zij samen omgaan met gebruik van (of handel
in) drugs en alcohol, vandalisme en crimineel gedrag. Waar nodig worden jongerenwerk,
het sociaal wijkteam of de leerplichtambtenaar aangesloten. Op 15 september jl. is
in Arnhem ook de pilot crimelabs gestart. Samen met het Ministerie van Onderwijs Cultuur
en Wetenschap en de gemeente leveren ruim 100 van het ROC Rijn IJssel studenten (mbo-opleidingen
beveiliging en sport) in co-creatiesessies ideeën aan die zien op de preventie van
geweldsdelicten. Bijvoorbeeld doordat ze een wapen bij zich dragen met het risico
die ook te gebruiken. De ideeën worden rond de jaarwisseling gepresenteerd. Bezien
wordt op welke wijze de resultaten worden betrokken bij beleid.
2.2 Opsporing en vervolging
Ophelderingspercentages
Om meer slachtoffers van high impact crimes te voorkomen is het van belang om daders
van deze delicten snel op te sporen en te vervolgen. De Taskforce Overvallen kijkt
daarom naar de ophelderingspercentages van deze delicten.21 Voor 2021 waren er geen doelen ten aanzien van de ophelderingspercentages. Door de
stevige inzet op opsporing en vervolging in combinatie met het lagere aantal overvallen
en straatroven zijn de ophelderingspercentages22 in 2021 gestegen ten opzichte van voorgaande jaren.23
Ophelderingspercentages
Doel 2019
Realisatie 2019
Doel 2020
Realisatie 2020
Realisatie 2021
Overvallen
51%
52,4%
53%
53,4%
62,57%
Straatroven
28%
29,2%
30%
32,6%.
38,56%
Camera in Beeld en Camera Kwaliteitsregeling
De inzet van camerabeelden blijft belangrijk bij de opsporing en vervolging van verdachten.
Het project «Camera in Beeld»24 van de politie laat burgers, bedrijven en gemeenten camera’s registreren. In het
geval van een misdrijf weet de politie bij wie ze camerabeelden kan opvragen. Sinds
de start van «Camera in beeld» zijn er bijna 321.000 camera’s geregistreerd.25 Daarnaast heeft de Vereniging Erkende Veiligheidsbedrijven – in afstemming met onder andere de politie – een Camera Kwaliteitsregeling
(VEB 4) ontwikkeld. De Kwaliteitsregeling gaat ervan uit dat een camera ingezet kan
worden voor meerdere doeleinden, zoals het voorkomen, vaststellen of opsporen van
misdrijven. De regeling is uitvoerbaar voor elke opgeleide installateur op het gebied
van camerasystemen.
Overleg en maatregelen telecombranche
Door het uitkomen van nieuwe, dure mobiele telefoons neemt ook het risico op overvallen
voor telecomwinkels toe. Met die reden is in juli 2021 een overleg gestart tussen
de politie, OM, de telecombranche, PVO Amsterdam-Amstelland, de gemeenten Amsterdam,
Almere en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Door dit contact kon naar aanleiding
van een aantal overvallen snel worden afgestemd. Er is informatie gedeeld over bijvoorbeeld
het aantal overvallers dat in de winkel is gezien en het aantal opgepakte verdachten
en er zijn afspraken gemaakt over te nemen maatregelen, zoals het uit de winkels halen
van de voorraad van de duurdere toestellen. Dit overleg vindt nog steeds met enige
regelmaat plaats.
2.2.1 Wet en regelgeving
Middelengebruik
Voor een effectieve aanpak van geweld is het van belang dat in het strafproces meer
rekening wordt gehouden met de risicofactor middelengebruik. In 2017 is dat met de
Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG) mogelijk geworden.26 De WMG is nader uitgewerkt in een Besluit en ministeriële regeling. Beide zijn in
2022 aangepast en per 1 juli jl. in werking getreden. De algehele evaluatie van de
WMG is conform de motie van de leden Van Oosten en Marcouch in 2020 van start gegaan.27 De plan- en procesevaluatie zijn inmiddels afgerond en op 4 april 2022 aan uw Kamer
aangeboden.28 Bij het aanbieden van de evaluatie van twee pilots met de inzet van de Alcoholmeter,
is de landelijke implementatie van de Alcoholmeter aangekondigd.29 De voorbereiding voor deze implementatie is in 2020 gestart. Zo is de ontwikkeling
van een meer comfortabele enkelband in gang gezet. Ook is het wetgevingstraject van
start gegaan voor de inzet van de Alcoholmeter als controlemiddel om toezicht te houden
op de naleving van een alcoholverbod. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in de
eerste helft van 2023 bij uw Kamer aanhangig gemaakt.
Collectieve Horeca Ontzegging
In de praktijk blijkt dat de Collectieve horecaontzegging (CHO)30 een van de meest effectieve maatregelen is om overlast in uitgaansgebieden aan te
pakken. In 2020 stelde Koninklijke Horeca Nederland (KHN) een (vernieuwd) modelprotocol
op. In 2021, na het heropenen van het uitgaansleven, is in samenwerking met het Centrum
voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ingezet op het onder de aandacht
brengen van de CHO bij lokale partijen. In vier gemeenten (Zwolle, Eindhoven, Almere
en Amsterdam) is als eerste gestart om met het nieuwe modelprotocol te komen tot een
eigen door de Autoriteit Persoonsgegevens goedgekeurd protocol. Zwolle heeft dit proces
inmiddels afgerond. Verder is een podcast voor de horeca, gemeenten en de politie
gemaakt met daarin onder andere de ervaringen en successen met de CHO. De intentie
is om de CHO in zo veel mogelijk steden te implementeren.
Heling
De afgelopen jaren zorgden de ontwikkeling van drie digitale instrumenten bij de helingaanpak31 voor een belangrijke impuls. In de politiedatabase Stop Heling kunnen burgers en bedrijven een diefstalcheck doen op aangeboden
tweedehands goederen. Het Digitaal Opkopers Register («het Register») is de digitale
variant van het verplichte inkoopregister voor opkopers en handelaren in gebruikte
en ongeregelde goederen (art. 437 Sr.) en is gekoppeld aan de database van Stop Heling.
Als een opkoper of handelaar een gestolen product registreert in het Register, dan
krijgt politie automatisch een notificatiemelding. Het Digitaal Opkopers Loket («het
Loket») ten slotte, voorziet in het loket voor de meldplicht van de opkopers en handelaren
(437terSr). Inmiddels bevat Stop Heling per 1 oktober 2022 informatie over 1.772.761
ontvreemde goederen en zijn er per 1 september 2022 7.036 Nederlandse opkopers en
handelaren in 311 gemeenten en vier buitenlandse opkopers en handelaren aangesloten
op het Register. Verder maken per 1 september 2022 139 gemeenten gebruik van het Loket
en is voor 15 gemeenten een aanvraag tot aansluiting in behandeling. Met de voorgenomen
wijziging van 437Sr en 437terSr wordt het gebruik van het Register en het Loket landelijk
bij wet verplicht gesteld. Het wetsvoorstel daartoe is op 15 februari 2022 bij uw
Kamer aanhangig gemaakt.32 Tevens is het ontwerp-Besluit Digitaal opkopersregister en Digitaal opkopersloket
op 21 maart 2022 in consultatie gegeven. Voor de planning van de capaciteitsinzet
bij lokale controles op naleving van de meldplicht en registratieplicht is een rekentool
ontwikkeld. Op 20 oktober 2022 is een landelijke bijeenkomst georganiseerd voor gemeenten,
boa’s en politie over de helingaanpak.
2.3 Aanpak recidive
Zoals bekend uit onderzoek,33 recidiveert een beduidend kleine doch hardnekkige groep daders van high impact crimes.
Dit versterkt het belang van een goede re-integratie. Voor het voorkomen van herhaald
daderschap wordt daarom ingezet op interventies die tot doel hebben om recidive te
voorkomen en perspectief te bieden.34
Persoonsgerichte aanpak binnen Zorg- en Veiligheidshuizen
Door gemeenten – vaak binnen de netwerken van Zorg- en Veiligheidshuizen (ZVH-en)
– wordt gewerkt aan de multidisciplinaire persoonsgerichte aanpak van volwassen daders
van ernstige delicten en jongeren die in aanraking zijn gekomen met de politie en
waarover zorgen zijn. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid ondersteunt de ZVH-en
om deze rol uit te voeren. Zo wordt samen met het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, De Landelijke Vereniging
van Managers van de Zorg- en Veiligheidshuizen en ketenpartners gewerkt aan de uitvoering
van de Meerjarenagenda Zorg- en Veiligheidshuizen 2021–2024.35 In deze agenda wordt langs drie ontwikkellijnen gewerkt aan een landelijk dekkend
netwerk van duurzame basisvoorzieningen in iedere veiligheidsrisico’s. De focus ligt
op personen met een (hoog) veiligheidsrisico, het verbinden van ZVH-en binnen hun
(lokale) netwerk en op het beter op orde brengen van de basisvoorzieningen voor Zorg-
en Veiligheidshuizen. Een belangrijke randvoorwaarde voor de ZVH-en is het wetsvoorstel
Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden en het Besluit gegevenswerking
door samenwerkingsverbanden waarin de uitwisseling van persoonsgegevens voor partners
binnen de ZVH-en juridisch wordt geborgd. Naar verwachting start nog voor het einde
van 2022 de consultatie inzake dit ontwerp van het besluit.
2.3.1 Pilot bestuurlijk toezicht
Er is een groep mensen in de samenleving die een (groot) risico voor de maatschappij
vormt, maar waarbij een zorgvangnet, zorgtraject of strafrechtelijke titel of strafrechtelijk
toezicht ontbreekt. Gezien het zorgmijdende karakter van deze doelgroep, ontvangen
deze personen veelal niet de zorg die ze nodig hebben. Politie, justitie en gemeenten
maken zich gelijktijdig grote zorgen maar moeten wachten op verdere maatschappelijke
teloorgang en/of risicovol (delict-)gedrag, voordat een vorm van gedwongen zorg mag
worden ingezet. Met die reden is het Leger des Heils in 2020 gestart met de pilot
Bestuurlijk Toezicht. Na verstrekking van een notificatiebrief ondertekend door of
namens de burgemeester wordt het bestuurlijk toezicht gestart. Een bestuurlijk toezicht
wordt uitgevoerd door multidisciplinair team bestaande uit ambulant medewerkers en
reclasseringswerkers van het Leger des Heils. De aanpak betreft een begeleidingsaanbod,
bestaande uit outreachende- en reclasseringsexpertise, gekoppeld aan de (dreigende)
inzet van een bestuurlijke maatregel. Zo wordt getracht risico’s, incidenten en/of
ernstige overlast terug te dringen en iemand te motiveren zorg te accepteren. Waar
nodig en mogelijk wordt getracht betrokkene duurzaam onder te brengen bij de reguliere
zorg. Binnen deze aanpak is ruimte voor oprecht in contact zijn, doch het duidelijk
en sturend zijn als het gaat om de overlast en zorgen die er zijn. Nieuw is de gecombineerde
(reclasserings- en ambulante) expertise, verbonden aan de inzet van een bestuurlijke
maatregel. Het doel hiervan is het tijdig stabiliseren van de leefsituatie, het verkleinen
van de risico’s en waar nodig en mogelijk de persoon duurzaam onderbrengen bij de
reguliere zorg.
Inmiddels zijn in de pilotgemeenten Den Haag en Utrecht de eerste ervaringen opgedaan,
en is in twaalf casussen Bestuurlijk Toezicht ingezet. Uit de tussenevaluatie komt
naar voren dat de specifieke aanpak goed aansluit, waardoor bij deze doelgroep rust
en vertrouwen wordt bereikt. Gezien de tijdsduur van de pilot en het aantal casussen
dat is behandeld is een uitspraak over effectiviteit te vroeg. In navolging op de
positieve tussenevaluatie geeft het Leger des Heils in zes gemeenten een vervolg aan
de pilot.
2.3.2 Re-integreren in de samenleving
Voor de doelgroep (ex-)gedetineerde geweldplegers (18–27 jaar) met hardnekkige multiproblematiek
is de interventie re-integratie-officier (rio) ontwikkeld. Deze doelgroep is lastig
te motiveren, heeft een hoog recidive gehalte en heeft intensieve langdurige begeleiding
nodig. Het doel van de rio is het verminderen van recidive door intensieve begeleiding
op vijf leefgebieden.36 Uit de resultaten van het onderzoek naar de maatschappelijke kosten en baten blijkt
dat gemeenten een duidelijke meerwaarde zien in de rol van de rio.37 Tijdens het commissiedebat justitiële jeugd van 17 maart jl. (Kamerstuk 24 587, nr. 830) is uw Kamer toegezegd een evaluatie en de beleidsreactie daarop over de pilot toe
te sturen. De resultaten hiervan worden eind 2023 verwacht. Daarnaast is in twee gemeenten
een pilot gestart voor jongeren onder de 18 jaar. Uw Kamer wordt over de eerste ervaringen
eind 2023 geïnformeerd. Met steun van de motie van uw Kamerlid Van der Werf is de
rio uitgebreid van 4 fte. naar 28 fte.
2.3.3. Aanpak persisterende daders
Daar waar er toezicht is en gedragsbeïnvloeding niet (meer) werkt, wordt ingezet op
repressie en controle door middel van daadkrachtig reageren op overtredingen. Bij
deze doelgroep is het doel het terugdringen van de veiligheidsrisico’s voor de samenleving.
De nadruk ligt op flinke straffen, zoals bij ram- en plofkraken en het afpakken van
crimineel vermogen. De regie en uitvoering ligt bij de ZVH-en. Inmiddels richten bijna
alle ZVH-en zich op het terugdringen van de veiligheidsrisico’s van deze doelgroep.
In Midden-Nederland en Rotterdam-Rijnmond is in 2017 gestart met de verbreding van
de dadergerichte (top-X) aanpak. Dit om doorgroei naar een zwaarder crimineel segment
tegen te houden en te leren hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden.38 In Utrecht is de Top-X Bad-aanpak een vast onderdeel geworden van het beleid.39 Binnen deze Utrechtse aanpak is ook aandacht voor plofkrakers. Het onderzoek van
het WODC naar de effectiviteit van de Top-X-aanpak van het Actiecentrum Veiligheid
en Zorg van Amsterdam is nog niet afgerond. In verband met coronamaatregelen in 2021 en begin 2022 liepen de interviews en groepsgesprekken vertraging
op. De resultaten van dit onderzoek worden in de eerste helft van 2023 verwacht.
3 Inzet slachtofferschap
We zetten onverminderd in op het voorkomen van slachtofferschap en het verlenen van
nazorg aan slachtoffers. Om slachtoffers van high impact crimes te voorkomen, wordt
ingezet op publieksvoorlichting, het beperken van de risico’s voor slachtofferschap
en nazorg ter voorkoming van herhaald slachtofferschap.
3.1 Publieksvoorlichting
Om slachtofferschap te voorkomen wordt ingezet op publieksvoorlichting. Cruciaal voor
gedragsverandering is dat de doelgroep zich in de campagne herkent, dat de doelgroep
zich beseft dat zij slachtoffer kan worden en dat er handelingsperspectief wordt geboden.40 Een deel van de publieksvoorlichting richt zich op groepen slachtoffers die extra
kwetsbaar zijn voor criminaliteit.
Mede op verzoek van uw Kamer, onder andere door het lid Den Haan, wordt continue ingezet
op het vergroten van de veiligheid van senioren. Ieder jaar staat de maand april in
het teken van senioren & veiligheid. Ten behoeve van deze doelgroep zijn er informatiefilmpjes
gemaakt over de onderwerpen phishing, spoofing, hulpvraagfraude, babbeltrucs en het
meekijken bij het pinnen en is er een brochure opgesteld.41 Deze communicatiemiddelen worden breed verspreid.42 Dit jaar gaf ook omroep MAX het startschot van de maand senioren & veiligheid.43 Daarnaast zijn er door verschillende partners weer fysieke bijeenkomsten georganiseerd
voor de doelgroep. Tot slot heeft het ministerie in samenwerking met de politie en
de Katholieke Bond van Ouderen-Brabant in september de 50+ beurs benut om bezoekers
voor te lichten over de verschillende methodes die oplichters gebruiken en hoe senioren
zich hiertegen kunnen weren.
In 2021 en 2022 is de jaarlijkse Week van de Veiligheid voor en door ondernemers georganiseerd.
In 2021 was er per dag een thema, met bijbehorende talkshow: gedigitaliseerde/ cybercriminaliteit,
overvallen, ondermijning en geweld. In 2022 was het overkoepelende thema gedigitaliseerde/cybercriminaliteit,
mede gezien de impact en de grote aantallen slachtoffers is het van belang voor ondernemers
en hun medewerkers zich hierop goed voor te bereiden.44
Ter voorkoming van woninginbraken wordt de boodschap «Deur op slot, ramen dicht en lichtje aan.» op verschillende manieren herhaald. In de zomerperiode zijn de lokale driehoeken,
gekoppeld aan de European Focus Day, door landelijk boegbeeld burgemeester Depla van
Breda opgeroepen de aandacht voor woninginbraken niet te laten verslappen. Daarnaast
zijn, conform de motie van het lid Den Haan c.s.,45 gemeenten via het platform van de VNG geïnformeerd over mogelijkheden voor het bieden
van hulp aan kwetsbare inwoners zoals ouderen bij de beveiliging van hun woning.
De jaarlijkse campagne Stop Heling in de periode van 18 juli tot 15 augustus jl. was
gericht op het vergroten van de naamsbekendheid van de site en app om een diefstalcheck
uit te voeren voorafgaand aan de aanschaf van tweedehands spullen. Hiervoor zijn een
spotje op radio en online radio, banners en online video’s ingezet. Online is de campagne
9,2 miljoen keer gezien of gehoord. Het aantal websitebezoeken van Stop Heling is
verdubbeld tijdens de campagneperiode en er zijn ook meer diefstalchecks op stopheling.nl
gedaan. De campagne wordt door de respondenten gewaardeerd met een 8.46 De overdracht van de boodschap is goed gelukt: variërend van 74% tot 82% van de respondenten
geeft aan dat het gelukt is om de boodschap over te brengen.
3.2 Beperking van risico’s
Slachtofferschap wordt voorts voorkomen door verder te intensiveren op het beperken
van de kans dat een (online)delict plaatsvindt.
Ram- en plofkraken
Eerder is uw Kamer geïnformeerd over de afspraken die zijn gemaakt om plofkraken tegen
te gaan en de voortgang van de implementatie daarvan.47 In 2022 lijkt de dalende trend in het aantal plofkraken zich vooralsnog voort te
zetten. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de gemeentes
Amsterdam en Utrecht verkennen naast de huidige inzet de mogelijkheden om op lokaal
niveau invloed uit te oefenen op de plaatsing van (niet-bancaire) geldautomaten. Het
Ministerie van Justitie en Veiligheid faciliteert dit gesprek en staat hierover in
contact met de G4.
Online criminaliteit
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid ondersteunt het initiatief Samen Digitaal
Veilig van MKB-NL.48 De pilotfase met de BOVAG was succesvol en heeft ertoe geleid dat andere branches
reeds zijn aangesloten of hiervoor interesse hebben. Het is de ambitie om Samen Digitaal
Veilig breder uit te rollen.
3.3 Nazorg, voorkomen van herhaald slachtofferschap
Slachtoffers van strafbare feiten kunnen bij Slachtofferhulp Nederland (SHN) terecht
voor emotionele steun, hulp in het strafproces en ondersteuning bij het ontvangen
van een schadevergoeding. Sinds 2017 krijgen slachtoffers van alle impactvolle misdrijven,
zoals overvallen, woninginbraken en geweld nazorg van SHN.49
4 Beleidsreactie WODC rapport Veilige toegang en verantwoord delen: Psychologische
determinanten van veilig wachtwoordgedrag en het veilig online delen van persoonsgegevens»
In september jl. is het WODC-rapport Veilige toegang en verantwoord delen opgeleverd.
De resultaten van dit onderzoek geven inzicht in de psychologische factoren die een
rol spelen bij veilig wachtwoordgedrag en het veilig online delen van persoonsgegevens.
Zo blijkt dat met name interventies gericht op de ernst van risico’s in combinatie
met een hoge zelfeffectiviteit50 effectief kunnen zijn. Met name technische interventies, zoals het bevorderen van
het gebruik van wachtwoordmanagers of 2-stapsverificatie, zijn mogelijk effectief.
Daarnaast kan er veel worden bereikt door in te zetten verbeteringen in de gebruikersomgeving
van websites. Omdat de ernst van de risico’s of de zelfeffectiviteit van invloed zijn
op het gedrag zou volgens de onderzoekers gedacht kunnen worden aan wetgeving die
websites en apps verplicht om informatie te verschaffen over deze risico’s voordat
gebruikers een account aanmaken of hun persoonsgegevens delen.
De resultaten van dit WODC-onderzoek geven een wetenschappelijke onderbouwing en onderschrijven
de voortdurende beleidsmatige inzet op het verder brengen van 2-staps verificatie.
Dit gebeurt onder andere door de samenwerking binnen het convenant «Eerst checken
dan klikken». Een vertegenwoordiging uit de veiligheids-, banken- en telecomsector
wisselt binnen dit overleg informatie uit over campagnes, actuele trends en ontwikkelingen.
In navolging van dit onderzoek wordt ook het stimuleren- en breder toepassen van wachtwoordmanagers
meegenomen. Daarnaast zal een subsidie aan (ECP/Veiliginternetten.nl) worden verleend
voor het versterken van de campagne voor het gebruik van 2-staps verificatie.51 Wet- en regelgeving over dit onderwerp is niet ophanden en bovendien lastig op nationaal
niveau te organiseren en te handhaven. De uitkomsten worden tot slot in den brede
meegenomen bij (nieuwe) interventies, campagnes en (de implementatie van) nieuw of
staand beleid.
Tot slot
De meerjarige daling van de HIC-delicten is een goede ontwikkeling. Desondanks is
de impact van deze delicten op individuele slachtoffers groot. Met die reden blijven
we de ontwikkelingen scherp volgen en met publieke en private partners een samenspel
van maatregelen op het gebied van preventie en repressie inzetten om daderschap en
slachtofferschap structureel te beperken.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming